UITVOERINGSBESLUIT GRAFBEDEKKINGEN MIDDEN-DRENTHE Het college van de gemeente Midden-Drenthe, gelet op artikel 19, derde lid van de Beheersverordening begraafplaatsen Midden Drenthe; besluiten vast te stellen de volgende nadere regels voor grafbedekkingen op de gemeentelijke begraafplaats. Artikel 1. Begripsbepalingen Deze nadere regels verstaan onder: 1. grafbedekking: gedenkteken en grafbeplanting op een graf, gedenkplaats of verstrooiingsplaats; 2. gedenkteken: steen, zerk of ander monument, daaronder begrepen kettingen en hekwerken; 3. grafbeplanting: winterharde beplanting. Artikel 2. Aanvraag vergunning 1. Bij de schriftelijke aanvraag voor vergunning tot het hebben van een gedenkteken behoort een werktekening te worden ingediend. 2. Op deze werktekening dienen ten minste voor te komen: a. een boven-, voor- en zijaanzicht met alle hoogte-, breedte-, dikte- en lengtematen; b. de soort, kleur en bewerking van het te gebruiken materiaal; c. de vermelding of de letters etc. ingehakt, opgehakt of van metaal zijn; d. de woordindeling van het opschrift en de plaats van figuratie(s); e. het materiaal van de fundering en de wijze van bevestiging van het gedenkteken daarop. Artikel 3. Beslissing De beslissing op de aanvraag wordt door burgemeester en wethouders schriftelijk medegedeeld. Artikel 4. Gedenkteken 1. Voor de gedenktekens mogen alleen duurzame materialen worden gebruikt, zoals natuursteen, metaal, keramiek, duurzame kunststoffen of een verduurzaamde houtsoort. 2. De lengte en de breedte van het gedenkteken mogen die van het graf niet overschrijden. 3. De onderdelen moeten vast aan het gedenkteken zijn verbonden. 4. Ieder gedenkteken moet zijn voorzien van een degelijke fundering. 5. Aan de zijkant van het gedenkteken moet op duurzame wijze het grafnummer vermeldt worden. Artikel 5. Categorieën grafbedekking 1. Met uitzondering van de in artikel 5.2 vermelde gedeelten, gelden de volgende regels voor alle begraafplaatsen: Gewone graven Dit betreft alle gewone graven, inclusief kinder- en urnengraven. De hoogte van de grafbedekking mag niet hoger zijn dan 1,50 meter. De oppervlakte van de grafbedekking mag de voor het graf beschikbare oppervlakte niet overschrijden, voor dubbele graven is dit 180x200 cm en voor enkele graven 90x200 cm. Urnennissen Gebruik moet worden gemaakt van de gedenkplaat die de gemeente ter beschikking stelt.
Gedenkplaatsen bij strooiveld Koperen plaatjes met een vorm naar keuze. De oppervlakte van het plaatje mag maximaal 120 cm2 zijn. Men dient zelf te zorgen voor een plaatje dat in overleg met de beheerder aangebracht kan worden. Hiervoor is geen vergunning vereist. 2. Voor de volgende gedeelten gelden andere regels dan in 5.1. vermeld: Asserstraat urnengraven: hier mogen slechts liggende stenen worden geplaatst van 0,50 m breed en 0,50 m lang. De dikte dient ten minste 0,05 m en ten hoogste 0,10 m te bedragen. De bovenzijde van de steen dient enkele centimeters boven maaiveld te liggen. Hier mag geen beplanting op het graf worden geplant, wel zijn losse bloemen, planten, kransen en dergelijke toegestaan. Urnengraven Westerbork en Wijster: hier mogen slechts stenen in de vorm van een kubus op de grond worden geplaatst van 0,40 lang x 0,40 breed en 0,45 m hoog. Hier mag geen beplanting op het graf worden geplant, wel zijn losse bloemen, kleine plantjes, kransen en dergelijke toegestaan. Urnengraven Eursingerhof, Hijken, Hooghalen en Smilde: hier mogen slechts stenen in de vorm van een kubus op de grond worden geplaatst van 0,40 lang x 0,40 breed en 0,45 m hoog, model lessenaar. Hier mag geen beplanting op het graf worden geplant, wel zijn losse bloemen, kleine plantjes, kransen en dergelijke toegestaan. Eursingerhof urnenheuvel: hier mogen slechts zwerfkeien worden geplaatst van maximaal 0,50 m breed en 0,50 m lang. Hier mag geen beplanting op het graf worden geplant, wel zijn losse bloemen, planten, kransen en dergelijke toegestaan. Gedenkmuren Wijster, Hijken, Hooghalen en Asserstraat: hier mogen uitsluitend de gedenkplaten gebruikt worden met een afmeting van 40x30x3 cm ingeval 1 persoon herdacht wordt, en een afmeting van 80x30x3 cm wanneer er 2 namen vermeld worden. Hiervoor dient een vergunning te worden aangevraagd. Bosgraven Witteveen: de grafbedekking moet een natuurlijke uitstraling hebben, passend bij de sfeer van een bos. Hier mogen daarom uitsluitend graftekens van ongeverfd hout, zwerfkeien of maaskeien worden geplaatst. De hoogte van de grafbedekking mag niet hoger zijn dan 1,50 meter. Onnatuurlijke materialen als kunstbloemen zijn niet toegestaan. Wel toegestaan zijn brandende kaarsen of lantaarns. Er mag beplanting worden geplaatst, mits dit een in het bos passende soort is. Eenjarigen zijn niet toegestaan. Om het karakter van het bos te behouden verstrekt de gemeente een lijst met vaste planten en struiken die op het terrein een natuurlijke aanvulling zijn en die hier wat betreft grondsoort en schaduw ook kunnen gedijen. Planten mogen verwilderen, mits ze niet over een buurgraf heen groeien. Deze graven hoeven niet op volgorde van nummering te worden uitgegeven. Artikel 6. Losse bloemen en planten 1. Op een graf kunnen potplanten en bloemen in vazen worden geplaatst. Het is toegestaan op een graf losse bloemen te leggen. Op een graf mogen eenjarige gewassen worden geplant. 2. Het is niet toegestaan om losse voorwerpen van een breekbaar materiaal op een graf te leggen. 3. Er mogen geen losse voorwerpen achter de graven worden geplaatst. 4. Bij urnennissen mag uitsluitend gebruik gemaakt worden van bloemenstandaards die de gemeente verstrekt.
Artikel 7. Winterharde gewassen Op de graven mag beplanting worden geplant, tenzij het een gedeelte betreft waar specifieke regels voor zijn aangegeven. Uitgezonderd op de bosgraven in Witteveen mogen alle soorten beplanting worden geplant op voorwaarde dat dit niet hoger wordt dan de maximale hoogte zoals vermeld bij de betreffende categorie. De beplanting mag de voor het graf beschikbare oppervlakte niet overschrijden. Zonodig moet de beplanting door de rechthebbende/gebruiker door middel van snoei binnen de oppervlakte en de maximale hoogte worden gehouden. Artikel 8. Slotbepalingen 1. Deze nadere regels treden in werking op 1 februari 2013 2. Deze nadere regels kunnen worden aangehaald als: Uitvoeringsbesluit grafbedekkingen Midden Drenthe. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van burgemeester en wethouders van 24 april 2012 De secretaris, De voorzitter,
TOELICHTING UITVOERINGSBESLUIT VOOR DE GRAFBEDEKKINGEN Artikel 1. Het vereiste van een vergunning geldt ook voor de winterharde beplantingen op een graf. Niet ieder blijvend gewas is geschikt om op een graf te worden aangebracht. Sommige van deze gewassen kunnen de gedenktekens schaden. Overleg tussen de rechthebbende of belanghebbende en de beheerder van de begraafplaats over de keuze van winterharde beplanting is daarom gewenst. Artikel 2. Op de werktekeningen zullen ook gegevens moeten worden vermeld als de naam van de rechthebbende op het graf en de plaats van het graf (vak en nummer). Het materiaal en de grootte van de letters en figuren verdient aandacht, aangezien de bevestiging soms kan loslaten. In de praktijk vindt ten behoeve van de nabestaanden meestal een controle plaats of het werk overeenkomstig de opdracht is uitgevoerd. Daarom kan een volledige opgave van de tekst, het lettertype en de figuratie van betekenis zijn. Artikel 3. De bekendmaking van de beschikking van burgemeester en wethouders geschiedt door middel van toezending of uitreiking aan de aanvrager. Artikel 4. De lengte en de breedte van het gedenkteken mogen die van het graf niet overschrijden. Dit betekent niet alleen dat het gedenkteken niet groter mag zijn ook dat grind, kunstgras etc buiten de maten van het graf niet zijn toegestaan. Door het toepassen van deze materialen wordt het dagelijkse beheer van de begraafplaatsen bemoeilijkt. De paden worden onbewust smaller gemaakt waardoor ze ontoegankelijk kunnen worden voor machines. Ook kan er schade ontstaan aan andere graven door wegspringende stenen bij maaiwerkzaamheden. De beheerder kan deze materialen verwijderen zonder dat er aanspraak kan worden op schadevergoeding. Voor een beter inzicht in de aanwezige graven en verduidelijking van de nummering, is vereist dat op het grafteken het grafnummer staat vermeld. Dit kan (onopvallend) aan de zijkant en indien er aan de zijkant geen mogelijkheid is op een andere plaats op het grafteken worden bevestigd met een belettering naar keuze. Deze belettering moet van duurzame aard zijn. Artikel 5. Gekozen is voor een minimum aan regels voor alle begraafplaatsen. Alleen waar een bijzondere uitstraling bedoeld is, zijn andere regels vastgesteld. 1 Voor alle soorten graven (inclusief kinder- en urnengraven) is de maximale hoogte van de grafbedekking 1,50 meter. Dit is een hoogte waar nagenoeg iedereen mee uit de voeten kan. Het geeft de mogelijkheid voor individuele vormgeving van een gedenkteken op een graf. Het is ook mogelijk dat een urn in het gedenkteken wordt geplaatst. De grafbedekking mag de oppervlakte van het graf niet overschrijden, voor dubbele graven is dit 180x200 cm en voor enkele graven 90x200 cm. Bij urnennissen is de uit te geven nis reeds voorzien van een plaat. Gebruik moet worden gemaakt van deze plaat. Op verschillende begraafplaatsen zijn gedenkplaatsen bij het strooiveld, bijvoorbeeld in de vorm van een kei. Men dient men zelf een gedenkplaat aan schaffen die voldoet aan de voorschriften. 2 Op urnengraven aan de Asserstraat zijn alleen liggende platen toegestaan. Dit zijn graven in de grond. Direct achter de aula in Westerbork is een gedeelte waar urnen worden
geplaatst in kubussen boven de grond. Op begraafplaats Eursingerhof is een urnenheuvel met een bijzondere uitstraling, hier mogen alleen zwerfkeien geplaatst worden. Een gedeelte van de begraafplaats bij Witteveen is aangewezen als bosbegraafplaats. Doelstelling is hier het behoud van een bossfeer. Graven worden uitgegeven volgens tekening, maar dit hoeft niet op volgorde van nummering. Dit kunnen zowel graven voor volwassenen, kinderen als urnen zijn. In dit gedeelte vindt geen intensief onderhoud plaats, maar hier is ruimte voor enige verwildering. Er kan door de gemeente een strooiveld worden ingericht met een gedenkplaats. Grafkelders zijn toegestaan. Grafnummers moeten ook hier vermeld worden op het gedenkteken. Bij uitgifte en bij vergunningverlening worden nabestaanden ingelicht over de specifieke uitstraling en voorschriften. Artikel 6. Dit artikel spreekt voor zich. Artikel 7. Niet ieder blijvend gewas is geschikt om op een graf te worden aangebracht. Sommige van deze gewassen kunnen de gedenktekens schade aanbrengen of doen afbreuk aan het aanzicht van de begraafplaats. Overleg tussen de rechthebbende op het graf en de beheerder van de begraafplaats voor de keuze van een winterharde beplanting is gewenst.