LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE CHRISTELIJK ONDERWIJS

Vergelijkbare documenten
LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE CHRISTELIJK ONDERWIJS

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE CHRISTELIJK ONDERWIJS

Klacht over verlengde kleuterperiode. School heeft verkeerde informatie doorgegeven aan andere school. Klachten ongegrond.

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET CHRISTELIJK ONDERWIJS

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET CHRISTELIJK ONDERWIJS

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE CHRISTELIJK ONDERWIJS

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET CHRISTELIJK ONDERWIJS

De Commissie heeft het bevoegd gezag en de directeur van SBO *** gevraagd te reageren op het gestelde in de klachtbrief.

Advies aan: Het bestuur van Stichting X, Stichting voor Speciaal Onderwijs (verder: het bevoegd gezag),

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE CHRISTELIJK ONDERWIJS

het bestuur van Stichting x te P, (hierna te noemen: verweerster), inzake de klacht van mevrouw K (hierna te noemen: klaagster) moeder van L.

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE KATHOLIEK ONDERWIJS. Klachtnummer 2017/145. Advies aan: het bestuur van de Stichting x te P1 (verder: het bevoegd gezag),

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET KATHOLIEK ONDERWIJS

OORDEEL VAN DE LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS INZAKE KLACHT 11-04

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET KATHOLIEK ONDERWIJS. Klacht betreffende een volgens de vader onjuist schoolkeuzeadvies

De Commissie heeft het bevoegd gezag en de directeur van de school gevraagd te reageren op het gestelde in de klachtbrief.

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET KATHOLIEK ONDERWIJS. Advies Klachtnummer 2015 N-3/8 8 april 2015

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE CHRISTELIJK ONDERWIJS

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE CHRISTELIJK ONDERWIJS

OORDEEL VAN DE LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS INZAKE KLACHT 12-11

Het bestuur van de Vereniging voor Christelijk Basisonderwijs te *** (verder ook te noemen: het bestuur of het bevoegd gezag),

ADVIES. de heer en mevrouw A, ouders van B en C, voormalige leerlingen op D te E, klagers

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET KATHOLIEK ONDERWIJS. Advies Klachtnummer 2015 N-7 16 april 2015

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET KATHOLIEK ONDERWIJS

de heer [verweerder], waarnemend directeur van openbare basisschool [de school] (hierna: de school) te [vestigingsplaats], verweerder

ADVIES. basisschool F te B, vertegenwoordigd door mevrouw C, directeur, verweerster

OORDEEL VAN DE LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS INZAKE KLACHT 09-11

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE CHRISTELIJK ONDERWIJS

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET CHRISTELIJK ONDERWIJS

CENTRAAL TUCHTCOLLEGE

SAMENVATTING /106161/ Klachten over pedagogisch handelen leerkracht en interne klachtafhandeling; PO

Geschatte waarde veel hoger dan andere taxaties. Klacht te vroeg ingediend. Nog geen uitvoering rechterlijk vonnis.

Klacht over discriminatie leerling. Er zijn geen feiten aangevoerd die discriminatie doen vermoeden. ADVIES

School moet de ouder erop wijzen dat voor het vinden van een andere passende school haar medewerking nodig is. ADVIES

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS. Klachtnummer 2017/133

ADVIES. inzake de klacht van: de heer A, vader van B, klager gemachtigde: mevrouw mr. M. Shaaban. tegen

ADVIES. mevrouw A te B, ouder van C, voormalig leerling van obs D te B, klaagster

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET KATHOLIEK ONDERWIJS. Advies nummer 2014 N juni 2014

SAMENVATTING Klacht over pedagogische benadering en zorg voor veilige onderwijsomgeving; PO

School hoefde moeder niet te informeren over ontvangst en inhoud brief van ex-echtgenoot. ADVIES

VERLOOP VAN DE PROCEDURE

SAMENVATTING AD V I E S

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET KATHOLIEK ONDERWIJS

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS. Klachtnummer 2017/100

Bezwaar tegen niet voortzetten tijdelijk dienstverband vanwege niet tijdig behalen van de onderwijsbevoegdheid ongegrond.

Naar het oordeel van de Commissie is niet komen vast te staan dat er fouten zijn gemaakt bij het afnemen van toetsen bij de leerling.

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET KATHOLIEK ONDERWIJS

Beroep tegen schorsing als ordemaatregel en tegen ontslag wegens gewichtige reden; hbo

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE CHRISTELIJK ONDERWIJS

Blijkens de inhoud van de overgelegde stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, luidt de klacht als volgt:

SAMENVATTING ADVIES. de heer en mevrouw A, ouders van B, voormalig leerling op C te E, klagers

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET KATHOLIEK ONDERWIJS

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET KATHOLIEK ONDERWIJS

Waardebepaling tegen de zin van een van de twee opdrachtgevers gemeld.

ADVIES. de Stichting C, gevestigd te B-Zuidoost, het bevoegd gezag van de C (de school), te B Zuidoost, verweerder

DE RAAD VAN TOEZICHT ZUID VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM geeft de volgende uitspraak in de zaak van:

De Raad van Toezicht Eindhoven/Maastricht geeft de volgende uitspraak in de zaak van:

ADVIES. in het geding tussen: mevrouw [verzoekster], wonende te [woonplaats], gemachtigde: mevrouw mr. A. Post

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET CHRISTELIJK ONDERWIJS

SAMENVATTING. inzake de klacht van: mevrouw A te D, moeder van B, oud-leerling van basisschool C te D, klaagster gemachtigde: mevrouw mr. E.

Klacht betreffende de begeleiding van een zorgleerling op een cluster-4 school

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET CHRISTELIJK ONDERWIJS

CR 12/2415 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM.

Klacht over afnemen NIO-test. School hoefde tweede NIO-test niet mee te nemen omdat de uitslag daarvan niet betrouwbaar is.

ADVIES. de heer [klager] en mevrouw [klaagster] te [plaatsnaam], ouders van [leerling],

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE CHRISTELIJK ONDERWIJS

De verwijdering is redelijk is omdat de school niet meer kan voorzien in de ondersteuningsbehoefte van de leerling ADVIES

Klacht over onveilige schoolomgeving ongegrond. ADVIES. inzake de klacht van: de heer en mevrouw A te B, ouders van C en D, klagers.

Bezwaar toelaatbaarheidsverklaring speciaal onderwijs is ongegrond, omdat de school handelingsverlegen is geworden.

Klacht over toegangsverbod voor een ouder. Het opleggen van een toegangsverbod moet zorgvuldig gebeuren. ADVIES

Tot misverstand leidende informatie aan koper. Afwezigheid van berging. De Centrale Raad van Toezicht geeft de volgende uitspraak in de zaak van:

TUCHTRAAD FINANCIËLE DIENSTVERLENING (ASSURANTIËN) UITSPRAAK in de zaak nr. [nummer] klaagster,

OORDEEL VAN DE LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS INZAKE KLACHT 09-09

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

Uitspraaknr Landelijke Klachtencommissie voor het openbaar en het algemeen toegankelijk onderwijs. De klacht. Visie van partijen

Informatie aan niet-opdrachtgever. Bouwkundige staat. Mededelings- en onderzoeksplicht. Asbest.

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET CHRISTELIJK ONDERWIJS

Het bestuur van de Vereniging de Oorsprong voor Protestants Christelijk Onderwijs te *** (verder te noemen: het bevoegd gezag),

ADVIES. [klagers] klagen over de inhoud van het schooladvies voortgezet onderwijs van hun zoon [de leerling] en de daarbij gevolgde procedure.

Klacht over pedagogische handelwijze leerkracht en afhandeling van de klacht daarover; PO

Te hoge huurprijs vastgesteld? Summiere onderbouwing taxatierapport. Gebrek aan communicatie.

RAAD VAN DISCIPLINE. De raad heeft het volgende overwogen en beslist naar aanleiding van de op 10 januari 2011 binnengekomen klacht van:

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET CHRISTELIJK ONDERWIJS

ADVIES. Stichting [verweerder], gevestigd te [plaats], het bevoegd gezag van basisschool [de school], verweerder gemachtigde: mevrouw mr. A.C.M.

SAMENVATTING ADVIES. A, moeder van B, leerling VMBO klas 3kbad van het C te D, wonende te D, verzoeker, hierna te noemen klaagster

Klacht betreffende pestgedrag, intimidatie door de leerkracht en schorsing

Informatie aan niet-opdrachtgever. Huurovereenkomst, totstandkoming van.

Landelijke Klachtencommissie Onderwijs De school heeft adequaat opgetreden tegen het pesten van een leerling. ADVIES

Klacht over begeleiding leerling is ongegrond. De schoolleiding heeft een taak bij de oplossing van een geschil tussen docent en ouders.

Uitspraak geanonimiseerd

Een school of schoolbestuur mag stukken die persoonsgegevens bevatten niet zomaar delen met derden. ADVIES inzake de klacht van:

Klachten over pedagogische begeleiding van dochter van klagers. Onregelmatigheden met

Het bevoegd gezag van de VCOG wordt vertegenwoordigd door de directeur-bestuurder, dhr. E. Vredeveld.

17.105Ta Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 7 maart 2018

Transcriptie:

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE CHRISTELIJK ONDERWIJS ADVIES 2014/142 Verkeerde informatieverschaffing met betrekking tot aanvraag dyslexieonderzoek. Slechte begeleiding leerling. De Commissie heeft de klacht op twee onderdelen ongegrond Advies aan: het bestuur van * (hierna te noemen: het bevoegd gezag), inzake de klacht van mevrouw H., wonende te *, moeder van de minderjarige M. gewezen leerlinge, en N., leerling van de basisschool S. (hierna te noemen: de school), die door het bevoegd gezag in stand gehouden wordt. I. Het verloop van de procedure Bij brief van 22 augustus 2014 heeft klaagster een klacht ingediend bij de Landelijke Klachtencommissie voor het Christelijk Onderwijs (verder te noemen: de Commissie) tegen de school. De klacht houdt in dat met betrekking tot het aanvragen van een dyslexieonderzoek voor M. klaagster vals is voorgelicht. Ook is er sprake van valsheid in geschrifte. Er is nog altijd geen kopie van het ondertekende aanvraagformulier voor het onderzoek versterkt. Klaagster heeft een aantal dingen ontdekt die niet kloppen, ook in de begeleiding van N. Zij voelt zich door de school totaal niet serieus genomen. N. moet op school de begeleiding krijgen die hij nodig heeft. Bij brief van 8 september heeft mr. S. Stokman-Prins, gemachtigde van het bevoegd gezag, gereageerd op de klacht. Op 31 oktober 2014 heeft zij een verweerschrift ingediend. Klaagster heeft met haar brief met producties van 31 oktober 2014 nadere documentatie ingediend, waaronder ook geluidsopnamen van gesprekken. Op 24 november 2014 heeft de Commissie een hoorzitting gehouden te Utrecht, waar klaagster in persoon is verschenen, vergezeld door haar zuster, mevrouw V. Van de zijde van de school zijn verschenen de heer J., schooldirecteur, de heer V., bovenschools directeur en mr. Stokman-Prins voornoemd. II. Feiten die door partijen niet of onvoldoende zijn weersproken en die de Commissie daarom als vaststaand aanneemt. In december 2013 zijn klaagster en haar echtgenoot benaderd door de I.B.'er om voor M., die in groep 8 zat een enkelvoudig dyslexieonderzoek aan te vragen. Daaraan hebben zij meegewerkt. Zij hebben een formulier ondertekend. Daarvan zouden zij een kopie krijgen. In januari 2014 nam klaagster kennis van een conceptverslag van een psychologisch onderzoek dat bij M. was verricht. Hierin stonden allerlei privacy gevoelige zaken vermeld, die niets met de dyslexie te maken hadden. Klaagster heeft hierop actie ondernomen en de

school was het met haar eens dat dergelijke gegevens niet in het dossier thuishoren. Het verslag is vernietigd. Klaagster heeft de schooldirectie en het bevoegd gezag verzocht om een kopie van het door haarzelf getekende aanvraag formulier. De kopie die zij heeft ontvangen is volgens haar niet van het document dat zij heeft ondertekend. Klaagster is vervolgens nader onderzoek gaan doen en kwam tot de conclusie dat er in de handelingsplannen van haar beide kinderen dingen staan die niet kloppen met de werkelijkheid. Zij heeft over haar vragen op Facebook met andere ouders contact gezocht. In een later stadium is ze ertoe overgegaan gesprekken op te nemen zonder daarvan mededeling te doen of toestemming te vragen aan haar gesprekspartner. III. Standpunt klaagster Klaagster was verbaasd toen zij het concept verslag van M. ontving omdat de ouders alleen maar medewerking hadden verleend aan het aanvragen van een eenvoudig dyslexieonderzoek. Van het bestaan van het verzoek om een psychologisch onderzoek waren zij niet op de hoogte. Klaagster heeft getracht te achterhalen op welke wijze het psychologisch onderzoek was aangevraagd. Na uitgebreid contact met de schoolleiding en het bevoegd gezag is klaagster duidelijk geworden dat voor het aanvragen van het psychologisch onderzoek van een heel ander formulier gebruik is gemaakt dan zij heeft getekend. In de dyslexieverklaring over M. die klaagster ontving, stond vermeld dat er sprake was van het uitblijven van automatisering ondanks extra remedial teaching. Die verklaring is niet juist. M. heeft namelijk nooit remedial teaching gehad. Klaagster ontdekte ook een haar onbekend handelingsplan van een jaar eerder. Daarin stond dat voor technisch lezen het resultaat voor M. 47% was. Daarvan is klaagster niet op de hoogte gesteld door de school. Klaagster heeft ook in de begeleiding van N. tekortkomingen vastgesteld. Op 14 februari 2014 vroeg de leerkracht aan haar of zij twee handelingsplannen wilde ondertekenen. Over de inhoud daarvan was tevoren niet met haar overlegd. Tijdens de rapportbespreking op 26 maart 2014 bleek echter dat N. niet de extra begeleiding heeft gekregen die volgens de handelingsplannen noodzakelijk is. Na een interventie van klaagster bij de schooldirecteur werd wel extra instructie gegeven. Zonder overleg met klaagster en haar echtgenoot is er een evaluatie gemaakt van de twee handelingsplannen. Daarin staat dat de school en de ouders vermoeden dat N. dyslexie heeft. Klaagster en haar echtgenoot hebben dat echter nooit gezegd. Door al deze incidenten is het vertrouwen van klaagster in de school ernstig geschaad. Klaagster wil met het indienen van haar klacht bereiken dat N. onderwijs krijgt dat eerlijk, veilig en betrouwbaar is. Zij wil dat N. op deze school blijft, omdat een overstap naar een andere school niet in zijn belang is. III. Standpunt van de school Er is geen ander aanvraagformulier voor het dyslexieonderzoek ingediend dan klaagster en haar echtgenoot hebben ondertekend. De ouders hebben daarvan een kopie ontvangen.

De school zelf heeft geen aanvraagformulier voor een psychologisch onderzoek ingediend, maar het is een onderdeel van de standaardprocedure dat bij dyslexie-onderzoek een intake gesprek wordt gevoerd om andere oorzaken uit te sluiten. M. heeft in tegenstelling tot wat klaagster stelt, wel degelijk extra remedial teaching gehad en wel in de klas aan de instructietafel. De handelingsplannen waren niet ondertekend door haar ouders, omdat er op dat moment nog geen procedure voor de vaststelling daarvan was vastgesteld. Informatie over de vorderingen van M. is niet achtergehouden. N. heeft blijkens de CITO-scores van 2014 extra hulp nodig. Er zijn twee handelingsplannen gemaakt op basis van N.s resultaten voor rekenen en lezen. Voor rekenen krijgt R. extra ondersteuning, zowel binnen de klas als daarbuiten. Toen op 14 februari 2014 de leerkracht de ouders op school zag, heeft hij ter plekke met hen de handelingsplannen besproken. Na afloop van het gesprek hebben de ouders de plannen getekend. Met klaagster is tijdens de rapportbespreking van 26 maart 2014 begeleiding voor N. besproken. Nadat klaagster op 3 april 2014 een klacht had ingediend, inhoudende dat N. onvoldoende ondersteuning kreeg, heeft de schooldirecteur naar aanleiding daarvan een onderzoek verricht. Daaruit is gebleken dat N. meer begeleiding kreeg dan in het handelingsplan werd genoemd. De schooldirecteur heeft dat in haar brief van 8 april 2014, gericht aan klaagster en haar echtgenoot, medegedeeld. Dat mogelijke dyslexie van N. pas aan de orde kwam bij de evaluatie van de handelingsplannen, is onjuist. Hier is eerder met de ouders over gesproken. De school biedt N. de begeleiding die hij nodig heeft. Het wantrouwen van klaagster ten opzichte van de school is misplaatst. Van dat wantrouwen wordt op een afkeurenswaardige wijze blijk gegeven. Dit heeft de onderlinge communicatie bemoeilijkt. IV. De ontvankelijkheid van de klacht De door de school gehanteerde Klachtenregeling vindt haar grondslag in de Wet van 18 juni 1998 (Stb. 398), de zogeheten Kwaliteitswet. Door deze wet wordt bewerkstelligd dat in een aantal onderwijswetten wordt neergelegd dat onder meer ouders van minderjarige leerlingen bij de Commissie een klacht kunnen indienen over gedragingen en beslissingen van het bevoegd gezag of het personeel. Het bevoegd gezag heeft zich blijkens het bepaalde in de Klachtenregeling aangesloten bij de Commissie, ingesteld door de Besturenraad Centrum voor Christelijk Onderwijs. De Commissie geeft blijkens artikel 4, tweede lid van haar reglement gevraagd of ongevraagd advies aan het bevoegd gezag over: a. de ongegrondheid van de klacht; b. het nemen van maatregelen; c. overige door het bevoegd gezag te nemen besluiten. V. Overwegingen van de Commissie De Commissie merkt allereerst op dat zij de door klaagster overgelegde gespreksopnames niet bij haar beoordeling zal betrekken, nu de school daar bezwaar tegen maakt en vaststaat dat deze opnames buiten medeweten, laat staan goedkeuring van de gesprekspartners zijn gemaakt.

De Commissie onderscheidt de klacht in de volgende onderdelen: a. De informatieverschaffing over de aanvraag voor een dyslexieonderzoek voor M., b. De begeleiding door de school van N. Ad a: In december 2013 is besloten voor M. een dyslexie-onderzoek aan te vragen in verband met de naderende overstap naar het voortgezet onderwijs. Klaagster en haar echtgenoot hebben een aanvraagformulier ondertekend. Het onderzoeksbureau heeft met klaagster een intakegesprek gevoerd. Op 10 januari 2014 kreeg klaagster kennis van een conceptverslag van wat zij beschouwde als een psychologisch onderzoek. Dat heeft bij haar het idee doen postvatten dat de vraagstelling, zoals die van de school is uitgegaan, een bredere was dan alleen een aanvraag tot een dyslexieonderzoek en dat zij daar bewust buiten is gehouden. De Commissie is van oordeel dat er ook bij een enkelvoudig dyslexieonderzoek altijd sprake zal zijn van een intake waarbij moet worden vastgesteld dat er geen andere oorzaken voor de achterblijvende leesprestaties zijn aan te wijzen. De Commissie stelt vast dat dit in deze fase voor klaagster onvoldoende duidelijk is geweest, doch dat betekent nog niet dat aan de school valse voorlichting kan woorden verweten. Hooguit is er sprake van een vervelend misverstand, waarvan de Commissie nu niet meer kan vaststellen waar het precies is misgegaan. De school ontkent dat er van een ander aanvraagformulier gebruik is gemaakt dan door de ouders van M. is ondertekend. De school ontkent eveneens dat zij over documentatie over M. beschikt die klaagster onbekend is. De Commissie heeft bij gebrek aan overeenstemming tussen de verklaringen die haar zijn gedaan, de juistheid van dit onderdeel van de klacht niet vast kunnen stellen. Ook acht de Commissie het niet aannemelijk dat over de dyslexieproblemen van M. niet eerder met de ouders was gesproken. Dit geldt ook voor het niet ondertekende handelingsplan en de remedial teaching. De school heeft op deze punten geloofwaardige verklaringen gegeven. Niet is gebleken dat voor de dyslexieproblemen van M. onvoldoende aandacht is geweest. De Commissie is van oordeel dat dit onderdeel van de klacht ongegrond dient te worden Ad b. Op 14 februari 2014 heeft de leerkracht van N. twee handelingsplannen met de ouders besproken. De leerkracht heeft hen na afloop van het gesprek die ook laten tekenen. Op de rapportmiddag van 26 maart 2014 is de begeleiding van N. met klaagster besproken. Er is klaagster toen uitgelegd hoe N. voor taal en rekenen extra ondersteuning kreeg. Bij brief van 3 april 2014 heeft klaagster bij de schooldirecteur, De Jong, een klacht ingediend, inhoudende dat de door de ouders getekende handelingsplannen niet werden uitgevoerd. In haar brief van 8 april 2014 heeft de directeur aan klaagster medegedeeld dat N. meer ondersteuning kreeg dan de handelingsplannen noemen. Het is de Commissie niet gebleken dat de ondersteuning van N. door de school tekort is geschoten. De Commissie is van oordeel dat dit onderdeel van de klacht ongegrond dient te worden

De Commissie stelt op grond van het voorgaande vast dat er een ernstige vertrouwensbreuk is ontstaan tussen klaagster en de school. Nu het de uitdrukkelijke wens van klaagster is dat N. op de school moet blijven, mag van klaagster worden verwacht dat zij maximaal haar best zal doen om weer tot normale werkbare verhoudingen te komen. Door haar opstelling in de afgelopen periode is zij zelf een belemmering geworden voor de school om N. te geven waar hij recht op heeft. VI. Oordeel van de Commissie De Commissie verklaart de klacht in beide onderdelen ongegrond. VII. Advies Uit de behandeling is gebleken dat klaagster wantrouwen tegen de school koestert, gebaseerd op een door haar ervaren ondoorzichtigheid in de dossiervorming. De Commissie adviseert het bevoegd gezag na te gaan of het middel van mediation kan worden ingezet om de verhoudingen alsnog te normaliseren. De door de gemachtigde aanbevolen geregistreerde mediator/orthopedagoog kan wellicht hiervoor worden benaderd. Aldus gegeven op 24 november 2014, mr. E.I. Batelaan-Boomsma, voorzitter, M. de Blaauw Med. en J. van Tongeren, leden, in tegenwoordigheid van mr. H. Nentjes als secretaris.