Inspectierapport Kindercentrum Zoblij (KDV) Dorpsstraat 34 9462PM Gasselte Toezichthouder: GGD Drenthe In opdracht van gemeente: Aa en Hunze Datum inspectie: 06-06-2017 Type onderzoek : Onderzoek voor registratie Status: Definitief Datum vaststelling inspectierapport: 04-07-2017
Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 Het onderzoek... 3 Observaties en bevindingen... 4 Overzicht getoetste inspectie-items... 9 Gegevens voorziening... 12 Gegevens toezicht... 12 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum... 13 2 van 13
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 1 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een aangekondigd onderzoek voor registratie. Tijdens deze inspectie zijn alle voorwaarden onderzocht die op deze locatie van toepassing zijn en voor aanvang van de exploitatie getoetst dienen te worden. Beschouwing Kindercentrum Zoblij gaat in Gasselte kinderopvang bieden. Er is een kinderdagverblijf (KDV) groep en een buitenschoolse opvang (BSO). Op het KDV wordt opvang geboden aan maximaal 16 kinderen in de leeftijd van 0-4 jaar. Tijdens het onderzoek voor registratie zijn er een groot deel van de documenten ontvangen en beoordeeld. Er is een bezoek gebracht aan de locatie en er is uitgebreid gesproken met de houders. De toezichthouder zal tijdens het onderzoek na registratie nog een aantal documenten moeten beoordelen in combinatie met de praktijk. Er wordt toestemming gegeven voor het starten van een kindercentrum. Voor het KDV 16 kindplaatsen en de BSO 20 kindplaatsen. De BSO wordt in een apart rapport toegelicht. De bevindingen van dit onderzoek staan los van de gebruikersvergunning die de brandweer met betrekking tot de brandveiligheid of bouw en woningtoezicht met betrekking tot het bouwbesluit afgeeft indien dit van toepassing is op de situatie. Advies aan College van B&W Opnemen in het landelijk register kinderopvang en peuterspeelzalen. Gegevens aanvraag niet conform praktijk; KDV graag opnemen voor 16 kindplaatsen, i.p.v. de aangevraagde 12. 3 van 13
Observaties en bevindingen Kinderopvang in de zin van de Wet en naleving wet- en regelgeving Inleiding: Binnen dit domein is beoordeeld of het bij deze aanvraag gaat om kinderopvang zoals door de Wet kinderopvang wordt bedoeld. Daarnaast is beoordeeld of er tegen andere vestigingen van deze houder handhavingszaken lopen die zich tegen de opname van deze locatie in het Landelijk register Kinderopvang en Peuterspeelzalen verzetten. Kinderopvang in de zin van de Wet De opvang vindt bedrijfsmatig plaats, er wordt gedurende de opvang verzorging en opvoeding geboden en een bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van kinderen in de leeftijd van 0 jaar tot de leeftijd waarop zij het basisonderwijs volgen. Kinderopvang en naleving wet- en regelgeving Er loopt geen handhaving tegen de houder van het kindercentrum. De exploitatie zal redelijkerwijs plaatsvinden in overeenstemming met de wettelijke eisen. Het onderzoek heeft plaats gevonden volgens het "streng aan de poort"principe. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Dhr. en Mw. van Rein) 4 van 13
Pedagogisch klimaat Inleiding: Binnen dit domein wordt het pedagogisch beleid op inhoud getoetst. Pedagogisch beleid De houder heeft een pedagogisch werkplan, voor beide opvang vormen. Het KDV en de BSO worden hierin omschreven. Op hoofdlijnen heeft er een positieve beoordeling plaats gevonden. Tijdens het onderzoek na registratie zal het werkplan volledig worden beoordeeld. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Dhr. en Mw. van Rein) Pedagogisch beleidsplan Pedagogisch werkplan (juli 2017) 5 van 13
Personeel en groepen Inleiding: Binnen dit domein zijn de houder en beroepskrachten gecontroleerd op een passende beroepskwalificatie en een geldige verklaring omtrent het gedrag (VOG). Verklaring omtrent het gedrag De houder(s) en tevens beroepskracht heeft een geldige verklaring omtrent gedrag overgelegd. Hiermee wordt voldaan aan de voorwaarden. Zodra er meer beroepskrachten in dienst komen, zal de houder het diploma en de verklaring omtrent gedrag met de toezichthouder overleggen. Passende beroepskwalificatie Huidige beroepskracht beschikt over passende beroepskwalificatie. Zodra er meer beroepskrachten worden aangenomen, zal het diploma met de toezichthouder worden overgelegd. Opvang in groepen Op het kindercentrum komt 1 stamgroep met maximaal 16 kinderen, in de leeftijd van 0-4 jaar. Gebruik van de voorgeschreven voertaal Er wordt Nederlands gesproken. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Dhr. en Mw. van Rein) Diploma beroepskracht (Mw. van Rein) Verklaringen omtrent het gedrag (Houders) 6 van 13
Veiligheid en gezondheid Inleiding: Binnen dit domein is gekeken naar de risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid (RIE) meldcode Kindermishandeling Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder heeft een risisco-inventarisatie veiligheid en gezondheid uitgevoerd, deze wordt op inhoud verder beoordeeld en vergeleken met de praktijk tijdens het onderzoek na registratie. Meldcode kindermishandeling De meldcode kindermishandeling op inhoud en de toepassing in de praktijk is nog niet door de toezichthouder beoordeeld. Dit zal tijdens het onderzoek na registratie gebeuren. Vierogenprincipe Het vierogen principe zal in de praktijk worden beoordeeld tijdens het onderzoek na registratie. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Dhr. en Mw. van Rein) Risico-inventarisatie veiligheid Risico-inventarisatie gezondheid Actieplan veiligheid Actieplan gezondheid Ongevallenregistratie Veiligheidsverslag Gezondheidsverslag Huisregels/groepsregels Pedagogisch beleidsplan 7 van 13
Accommodatie en inrichting Inleiding: Binnen dit domein zijn zowel de binnen- als de buitenruimte beoordeeld. Hierbij gaat het om het aantal vierkante meters beschikbaar per kind en de inrichting van de ruimten. Binnenruimte De binnenruimte van het kinderdagverblijf is 56 m2 : 3,5m2 = 16 kindplaatsen. Er is een afzonderlijke slaapruimte voor in ieder geval kinderen tot anderhalf jaar en de slaapruimte is afgestemd op het aantal op te vangen kinderen. Het beoordelen van het al dan niet passend ingericht zijn in overeenstemming met het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen, zal gebeuren tijdens het onderzoek na registratie. Buitenspeelruimte De buitenspeelruimte voldoet ruim aan de norm, qua oppervlakte. De ruimte is voor kinderen toegankelijk en aangrenzend. Het beoordelen van het al dan niet passend ingericht zijn in overeenstemming met het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen, zal gebeuren tijdens het onderzoek na registratie. Gebruikte bronnen: Observaties Plattegrond 8 van 13
Overzicht getoetste inspectie-items Kinderopvang in de zin van de Wet en naleving wet- en regelgeving Kinderopvang in de zin van de Wet De opvang vindt bedrijfsmatig of anders dan om niet plaats. (art 1.1 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Gedurende de opvang wordt verzorging en opvoeding geboden en een bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van kinderen. (art 1.1 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) De opvang is gericht op kinderen in de leeftijd van 0 jaar tot de leeftijd waarop zij het basisonderwijs volgen. (art 1.1 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 1 sub d Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Kinderopvang en naleving wet- en regelgeving Er loopt geen handhaving in het kader van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen tegen de vestiging(en) van de houder. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) De houder treft maatregelen om recidive van eerder geconstateerde tekortkomingen in zijn vestiging(en) te voorkomen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Een kindercentrum wordt niet in exploitatie genomen voordat een onderzoek heeft plaatsgevonden, waaruit blijkt dat de exploitatie redelijkerwijs zal plaatsvinden in overeenstemming met de wettelijke eisen. (art 1.45 lid 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) De houder van een kindercentrum doet van een wijziging in de gegevens die daartoe bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden aangewezen onverwijld mededeling aan het college, nadat deze wijziging hem bekend is geworden. (art 1.47 lid 1 en 6 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 7 lid 2, 3 en 4 Besluit registers kinderopvang, buitenlandse kinderopvang en peuterspeelzaalwerk) Pedagogisch klimaat Pedagogisch beleid Het kindercentrum beschikt over een pedagogisch beleidsplan waarin de voor dat kindercentrum kenmerkende visie op de omgang met kinderen is beschreven. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Het pedagogisch beleidsplan bevat in duidelijke en observeerbare termen een beschrijving van: de wijze waarop de emotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd, de mogelijkheden voor kinderen tot de ontwikkeling van hun persoonlijke- en sociale competentie en de wijze waarop de overdracht van normen en waarden aan kinderen plaatsvindt. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Het pedagogisch beleidsplan bevat in duidelijke en observeerbare termen een beschrijving van de werkwijze, de maximale omvang en de leeftijdsopbouw van de stamgroep. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub b Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) 9 van 13
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag Een verklaring omtrent het gedrag van de houder is bij het indienen van de aanvraag tot exploitatie aan het college overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. (art 1.50 lid 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Een verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht of vrijwilliger is niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 4, 8 en 9, art 1.57 lid 1, 2, 3 en 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals opgenomen in de meest recent aangevangen cao kinderopvang. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Opvang in groepen De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) OF De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Gebruik van de voorgeschreven voertaal De voorgeschreven voertaal wordt gebruikt. (art 1.55 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) OF Er wordt mede een andere taal als voertaal gebezigd, omdat de herkomst van de kinderen in specifieke omstandigheden daartoe noodzaakt, overeenkomstig een door de houder vastgestelde gedragscode. (art 1.55 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder stelt jaarlijks een risico-inventarisatie veiligheid op voor alle voor kinderen toegankelijke ruimtes in een kindercentrum, waaronder de buitenspeelruimte. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 sub f Besluit registers kinderopvang, buitenlandse kinderopvang en peuterspeelzaalwerk) De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid betreffende de actuele situatie. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 sub f Besluit registers kinderopvang, buitenlandse kinderopvang en peuterspeelzaalwerk) 10 van 13
De houder beschrijft de veiligheidsrisico s op de thema s: verbranding, vergiftiging, verdrinking, valongevallen, verwondingen, beknelling, botsen, stoten, steken en snijden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub a en lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder stelt jaarlijks een risico-inventarisatie gezondheid op. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 sub f Besluit registers kinderopvang, buitenlandse kinderopvang en peuterspeelzaalwerk) De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid betreffende de actuele situatie. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 sub f Besluit registers kinderopvang, buitenlandse kinderopvang en peuterspeelzaalwerk) De houder beschrijft de gezondheidsrisico s op de thema s: ziektekiemen, binnenmilieu, buitenmilieu en medisch handelen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub a en lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Accommodatie en inrichting Binnenruimte Elke stamgroep beschikt over een afzonderlijke vaste groepsruimte. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 8 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Per aanwezig kind in het kindercentrum is ten minste 3,5 m² binnenspeelruimte beschikbaar, waaronder mede begrepen passend voor spelactiviteiten ingerichte ruimtes buiten de groepsruimte. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 8 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Er is een afzonderlijke slaapruimte voor in ieder geval kinderen tot anderhalf jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 9 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De slaapruimte is afgestemd op het aantal op te vangen kinderen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 9 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Buitenspeelruimte Per aanwezig kind in het kindercentrum is ten minste 3 m² buitenspeelruimte beschikbaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De buitenspeelruimte is voor kinderen toegankelijk. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De buitenspeelruimte is aangrenzend aan het kindercentrum. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) 11 van 13
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening : Kindercentrum Zoblij Website : http://www.zoblij.nu Aantal kindplaatsen : 12 Gesubsidieerde voorschoolse educatie : Ja Gegevens houder Naam houder : Hendrik van Rein KvK nummer : 68122179 Aansluiting geschillencommissie : Ja Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD : GGD Drenthe Adres : Postbus 144 Postcode en plaats : 9400AC ASSEN Telefoonnummer : 0592-306300 Onderzoek uitgevoerd door : G. Plantenga Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente : Aa en Hunze Adres : Postbus 93 Postcode en plaats : 9460AB GIETEN Planning Datum inspectie : 06-06-2017 Opstellen concept inspectierapport : 03-07-2017 Zienswijze houder : Niet van toepassing Vaststelling inspectierapport : 04-07-2017 Verzenden inspectierapport naar houder : 04-07-2017 Verzenden inspectierapport naar : 04-07-2017 gemeente Openbaar maken inspectierapport : 04-07-2017 12 van 13
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen. 13 van 13