Verzoeker klaagt er over dat de Kamer van Koophandel Noord-Nederland (hierna KvK):

Vergelijkbare documenten
Rapport. Rapport over een klacht over de Kamer van Koophandel Midden-Nederland uit Utrecht. Datum: 11 oktober Rapportnummer: 2011/298

hem niet heeft gehoord, ondanks zijn uitdrukkelijke verzoek daartoe;

Rapport. Rapport over een klacht betreffende het Ministerie van Defensie uit Den Haag. Datum: 20 november Rapportnummer: 2011/341

Beoordeling. h2>klacht

Rapport. Rapport over een klacht over de Kamer van Koophandel Centraal Gelderland uit Arnhem. Datum: 17 februari Rapportnummer: 2011/054

de eigen bijdrage 2006 alsmede de naheffing over 2006 onvoldoende duidelijk

Rapport. Datum: 24 februari 2005 Rapportnummer: 2005/049

Rapport. Datum: 15 september 2005 Rapportnummer: 2005/267

Rapport. Datum: 1 september 2003 Rapportnummer: 2003/290

Beoordeling. h2>klacht

Rapport. Datum: 29 maart Rapportnummer: 2011/102

Verder klaagt verzoekster over de wijze waarop het UWV te Venlo haar klacht heeft behandeld.

Rapport. Datum: 15 september 2005 Rapportnummer: 2005/266

Beoordeling. h2>klacht

Rapport. Rapport betreffende een klacht over het Centraal Administratiekantoor Bijzondere Zorgkosten bv uit Den Haag. Datum: 27 april 2011

Rapport. Datum: 13 oktober 2005 Rapportnummer: 2005/316

Rapport. Datum: 3 december 2010 Rapportnummer: 2010/344

Beoordeling. h2>klacht

Rapport. Rapport betreffende een klacht over het Centraal Administratie Kantoor uit Den Haag. Datum: 04 augustus Rapportnummer: 2011/229

Rapport. Datum: 8 mei 2002 Rapportnummer: 2002/142

Rapport. Rapport over een klacht over Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid uit Dordrecht. Datum: 23 december Rapportnummer: 2011/367

Beoordeling. h2>klacht

Rapport. Datum: 31 augustus 2005 Rapportnummer: 2005/255

Rapport. Datum: 22 mei 2003 Rapportnummer: 2003/144

Rapport. Datum: 2 maart 2000 Rapportnummer: 2000/077

Beoordeling. h2>klacht. Verzoeker klaagt er over dat:

Rapport. Rapport over een klacht over de Belastingdienst/Randmeren uit Zwolle. Datum: 11 april Rapportnummer: 2011/105

Rapport. Rapport over een klacht over de gemeente Heerlen. Datum: 9 augustus Rapportnummer: 2011/244

Rapport. Rapport inzake een klacht over een gedraging van de Huurcommissie uit Den Haag. Datum: 29 maart Rapportnummer: 2011/103

Rapport. Datum: 21 oktober 2005 Rapportnummer: 2005/320

Zie onder bevindingen of volledige tekst voor de volledige tekst van het rapport.

Rapport. Rapport over een klacht over de Belastingdienst/Toeslagen uit Utrecht. Datum: 22 november Rapportnummer: 2011/346

Rapport. Datum: 10 maart 2006 Rapportnummer: 2006/083

Rapport. Datum: 27 september 2006 Rapportnummer: 2006/332

Rapport. Datum: 26 maart 1998 Rapportnummer: 1998/087

Rapport. Datum: 8 juni 2006 Rapportnummer: 2006/197

RAPPORT 2005/320, NATIONALE OMBUDSMAN, 21 OKTOBER 2005

Rapport. Datum: 29 november 2007 Rapportnummer: 2007/279

Rapport. Datum: 8 april 2005 Rapportnummer: 2005/110

Rapport. Datum: 22 juli 2002 Rapportnummer: 2002/218

Rapport. Datum: 10 december 2007 Rapportnummer: 2007/301

Rapport. Datum: 18 september 2003 Rapportnummer: 2003/319

Beoordeling. h2>klacht

Zie onder bevindingen of volledige tekst voor de volledige tekst van het rapport.

Rapport. Datum: 8 augustus 2007 Rapportnummer: 2007/162

Rapport. Datum: 26 juli 2005 Rapportnummer: 2005/220

Rapport. Datum: 23 oktober 2001 Rapportnummer: 2001/332

Rapport. Datum: 23 maart 2006 Rapportnummer: 2006/114

Rapport. Datum: 15 augustus 2006 Rapportnummer: 2006/282

Rapport. Datum: 31 januari 2011 Rapportnummer: 2011/032

Rapport. Rapport betreffende een klacht over de Huurcommissie te Den Haag. Datum: 5 januari Rapportnummer: 2012/001

Zij klaagt er voorts over dat de SVB de schade en kosten die het gevolg waren van de werkwijze van de SVB niet aan haar wil vergoeden.

Rapport. Datum: 27 augustus 2007 Rapportnummer: 2007/181

Rapport. Datum: 11 augustus 2005 Rapportnummer: 2005/238

Rapport. Datum: 18 mei 2006 Rapportnummer: 2006/188

Tevens klaagt verzoekster erover dat zij op haar diverse brieven aan de Belastingdienst geen antwoord heeft gekregen.

Rapport. Rapport betreffende een klacht over de Huurcommissie te Den Haag. Datum: 20 februari Rapportnummer: 2013/012

Rapport. Datum: 3 februari 2011 Rapportnummer: 2011/005

Verzoeker klaagt erover dat het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) Groningen:

Zie onder bevindingen of volledige tekst voor de volledige tekst van het rapport.

Rapport. Datum: 13 september Rapportnummer: 2012/149

Rapport. Datum: 26 april 2007 Rapportnummer: 2007/077

Rapport. Datum: 21 augustus 2006 Rapportnummer: 2006/291

Rapport. Datum: 21 december 2006 Rapportnummer: 2006/384

Rapport. Rapport over een klacht over de beheerder van het regionale politiekorps Midden en West Brabant (de burgemeester van Tilburg).

Rapport. Datum: 18 december 2007 Rapportnummer: 2007/313

Beoordeling Bevindingen

Rapport. Rapport over een klacht over het College bescherming persoonsgegevens. Datum: 29 december Rapportnummer: 2011/368

Rapport. Datum: 6 april 2006 Rapportnummer: 2006/136

Rapport. Datum: 30 juni 2003 Rapportnummer: 2003/199

Beoordeling. h2>klacht

Rapport. Datum: 28 juni 2007 Rapportnummer: 2007/136

Rapport. Datum: 13 juli 2006 Rapportnummer: 2006/242

Rapport. Datum: 30 december 2003 Rapportnummer: 2003/500

Rapport. Datum: 30 juni 2003 Rapportnummer: 2003/200

Rapport. Datum: 29 maart 2005 Rapportnummer: 2005/093

Telefoon (070) Telefax (070) Uw kenmerk De gemeenteraad van Haarlemmermeer

Rapport. Datum: 13 januari 2006 Rapportnummer: 2006/005

Rapport. Datum: 19 februari 2001 Rapportnummer: 2001/048

Rapport. Rapport over een klacht over het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) te Amsterdam. Datum: 24 oktober 2012

Rapport. Rapport over een klacht betreffende het CAK Bijzondere Zorgkosten b.v. uit Den Haag. Datum: 15 augustus Rapportnummer: 2011/250

Rapport. Rapport over een klacht over de Belastingdienst/Centrale Administratie te Apeldoorn. Datum: 28 december Rapportnummer: 2011/366

Rapport. Datum: 26 juni 2001 Rapportnummer: 2001/178

Beoordeling Bevindingen

Rapport. Datum: 14 januari 2011 Rapportnummer: 2011/013

Zie onder bevindingen of volledige tekst voor de volledige tekst van het rapport.

Rapport. Datum: 6 november 2007 Rapportnummer: 2007/240

Rapport. Datum: 10 september 2007 Rapportnummer: 2007/189

Rapport. Datum: 27 maart 2007 Rapportnummer: 2007/055

Rapport. Datum: 22 december 2008 Rapportnummer: 2008/317

Het Centraal Justitieel Incasso Bureau (CJIB) zond verzoeker hiervoor op 4 november 2006 een beschikking met een sanctiebedrag van 40.

Verzoeker klaagt erover dat de officier van justitie van de CVOM stelselmatig niet op zijn correspondentie reageert.

RAPPORT 2006/263, NATIONALE OMBUDSMAN, 4 AUGUSTUS 2006

Rapport. Rapport betreffende een klacht over de directeur Belastingdienst/Zuidwest uit Roosendaal. Datum: 1 juni Rapportnummer: 2011/163

Rapport. Datum: 8 augustus 2003 Rapportnummer: 2003/259

Rapport. Datum: 2 juni 2004 Rapportnummer: 2004/206

Rapport. Datum: 19 oktober 2007 Rapportnummer: 2007/229

Verzoeker klaagt erover dat het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) in strijd met:

Rapport. Datum: 15 november 2007 Rapportnummer: 2007/257

Rapport. Rapport betreffende een klacht over de Stichting Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (het CBR) uit Rijswijk. Datum: 27 juni 2011

Transcriptie:

Rapport

2 h2>klacht Verzoeker klaagt er over dat de Kamer van Koophandel Noord-Nederland (hierna KvK): de adresgegevens van het bedrijf van verzoeker niet tijdig heeft gewijzigd ondanks dat hij in een periode van twee jaar meerdere malen daarover contact met de Kamer van Koophandel Noord-Nederland heeft gehad; verzoeker niet heeft gehoord in de klachtenprocedure bij de KvK. Beoordeling Verzoeker heeft een eenmansbedrijf in Drachten. Eind 2007 is het bedrijf van verzoeker verhuisd binnen Drachten. Omdat de factuur van de KvK voor de jaarlijkse bijdrage handelsregister als onbestelbaar retour werd ontvangen door de KvK, heeft de KvK een formulier naar het huisadres van verzoeker gezonden voor opgave adreswijziging. In die brief stond tevens aangegeven dat verzoeker een bewijs mee diende te sturen, waaruit zou blijken dat het bedrijf daadwerkelijk op het nieuwe adres gevestigd zou zijn. De KvK gaf daarbij aan dat bijvoorbeeld aan een kopie van de koop- of huurovereenkomst zou kunnen worden gedacht. Verzoeker heeft dit formulier ingevuld en retour aan de KvK gezonden. Omdat er geen bewijsstuk door verzoeker was bijgevoegd heeft de KvK op 26 maart 2009 het adreswijzigingsformulier teruggezonden naar verzoeker met het verzoek om een bewijsstuk bij te voegen, waaruit de adreswijziging zou blijken. De KvK heeft daarbij wederom aangegeven dat als bewijsstuk bijvoorbeeld een kopie koop- of huurovereenkomst zou kunnen worden bijgevoegd. Omdat reactie van verzoeker uitbleef heeft de KvK op 24 september 2009 een herinnering aan verzoeker gezonden om alsnog de adreswijziging met een bewijsstuk in te dienen. Daar verzoeker nog steeds niet had gereageerd, heeft de KvK verzoeker op 30 oktober 2009 nogmaals verzocht om het wijzigingsformulier in te sturen. Verzoeker heeft hierop gereageerd door het wijzigingsformulier in te dienen. Verzoeker heeft daarbij aangegeven dat hij geen koop- of huurovereenkomst kan overleggen, omdat er geen overeenkomst is. Daarnaast wil de eigenaar van het pand niet verklaren dat verzoeker ruimte bij hem huurt. Op 16 november 2009 heeft de KvK de aanvraag opnieuw retour gestuurd omdat er geen bewijs van het nieuwe adres was bijgevoegd. In alle hierboven genoemde brieven van de KvK staat aangegeven dat indien verzoeker vragen heeft, hij gerust contact met de KvK kan opnemen of een afspraak kan maken om

3 langs te komen. Op 9 februari 2010 heeft verzoeker per e-mail een klacht naar de KvK gezonden. Daarin heeft verzoeker samengevat aangegeven dat hij tot tweemaal toe een adreswijziging heeft verzonden en dat hij daar eenmaal een brief heeft bijgevoegd, waarin verzoeker uitlegt dat hij geen koop- of huurovereenkomst heeft en dat de eigenaar van het pand geen schriftelijke verklaring op wil stellen. In dit e-mailbericht geeft hij bovenstaande opnieuw aan. Tevens gaf verzoeker aan dat hij geen jaarbijdrage meer aan de KvK betaalt zolang zijn adres niet is gewijzigd. De KvK heeft toen telefonisch contact opgenomen met de eigenaar van het pand. Deze eigenaar heeft toen toegezegd dat hij een korte verklaring zou opstellen, waarin hij verklaarde dat hij verzoeker toestemming heeft gegeven om het pand te gebruiken. Deze verklaring is op 23 februari 2010 opgesteld. Kort daarop heeft de KvK het adres van het bedrijf van verzoeker in het register gewijzigd. Bij brief van 22 februari 2010 heeft de KvK op de klacht gereageerd. Zij hebben verzoeker er in die brief nogmaals op gewezen dat het aan verzoeker is om een bewijsstuk van de adreswijziging over te leggen. Bij brief van 8 maart 2010 heeft verzoeker op de klachtafhandeling van de KvK van 22 februari 2010 gereageerd. Op 16 maart 2010 heeft de KvK op deze brief gereageerd. Verzoeker heeft bij brief van 28 juni 2010 te kennen gegeven zich niet geheel in het verslag van bevindingen te kunnen vinden. Verzoeker stelt daarbij dat hij in 2008 al een verhuisbericht aan de KvK had gezonden. Bij het indienen van het adreswijzigingformulier, zoals onder punt 2 van de bevindingen genoemd, zou verzoeker al hebben aangegeven dat hij niet beschikt over een huurovereenkomst. Hiervan heeft verzoeker echter geen bewijs. Verzoeker zou daarnaast in september en oktober 2009 verscheidene malen telefonisch contact hebben gehad met de KvK. Gevolg van de gang van zaken was dat twee jaar lang een foutief adres van verzoeker in het handelsregister stond vermeld. De KvK heeft op 6 juli 2010 telefonisch laten weten zich volledig in het verslag van bevindingen te kunnen vinden. Beoordeling I. Ten aanzien van de klacht dat de KvK niet tijdig de adresgegevens van verzoeker heeft gewijzigd Verzoeker klaagt erover dat de KvK niet tijdig de adresgegevens van hem heeft veranderd, ondanks dat hij daar verscheidene malen om had verzocht.

4 Het vereiste van voortvarendheid houdt in dat een bestuursorgaan slagvaardig en met voldoende snelheid moet optreden. Niet is gebleken dat verzoeker uit zichzelf in 2008 een adreswijziging naar de KvK heeft gestuurd en indien dit zou zijn gebeurd dat deze door de KvK zou zijn ontvangen. Zodoende gaat de Nationale ombudsman ervan uit dat pas nadat een factuur van de KvK onbestelbaar retour kwam bij de KvK en de KvK als gevolg hiervan een adreswijzigingformulier naar het huisadres van verzoeker heeft gezonden, verzoeker pas de adreswijziging aan de KvK bekend heeft gemaakt. Dit heeft begin 2009 plaatsgevonden. Eén en ander valt ook af te leiden uit het e-mailbericht van verzoeker aan de KvK van 12 februari 2010, waarin verzoeker aangeeft dat hij tot tweemaal toe adreswijzigingformulieren heeft ingevuld. Omdat verzoeker, ondanks daartoe door de KvK verzocht, geen bewijs had meegezonden, heeft de KvK het wijzigingsformulier teruggezonden aan verzoeker met het verzoek om bewijs bij te voegen. Maanden later, eerst nadat de KvK verscheidene herinneringen aan verzoeker had gestuurd, heeft verzoeker opnieuw het wijzigingformulier naar de KvK gestuurd. Bij dit formulier zat een brief waarop verzoeker uitlegde dat hij geen bewijs kon leveren van de adreswijziging. Dit formulier is wederom teruggestuurd naar verzoeker. Het was op zich beter geweest indien de KvK op dat moment met verzoeker telefonisch contact had opgenomen om te onderzoeken of er nog andere mogelijkheden waren voor het leveren van bewijs. Dit is echter niet gebeurd. Mogelijk had dit geleid tot een iets snellere wijziging. Nadien heeft verzoeker tot februari 2010 ook niets meer van zich laten horen. Gelet op bovenstaande is de lange duur van het niet wijzigen van het adres niet aan de KvK te wijten De gedraging is voor wat betreft dit punt behoorlijk. II. Ten aanzien van de klacht dat verzoeker niet is gehoord door de KvK over zijn klacht Verzoeker klaagt erover dat hij niet is gehoord door de KvK naar aanleiding van de door hem ingediende klacht over de KvK. Het vereiste van hoor en wederhoor houdt in dat een bestuursorgaan de betrokkenen in staat stelt te worden gehoord naar aanleiding van een klacht. Dit vereiste is met zoveel woorden vastgelegd in artikel 9:10 Awb. dat ziet op klachtbehandeling door bestuursorganen (zie: Achtergrond).

5 De KvK stelt zich op het standpunt dat zij verzoeker niet hoefde te horen omdat er geen nieuwe feiten waren en er al zeer uitvoerig met verzoeker was gecorrespondeerd over deze klacht. De reden waarom verzoeker niet is gehoord is geen reden als genoemd in artikel 9:10 lid 2 Awb. Verzoeker had dus in de gelegenheid moeten worden gesteld om te worden gehoord. Nu dat niet is gebeurd, heeft de KvK in strijd gehandeld met het vereiste van hoor en wederhoor. De onderzochte gedraging van de KvK is niet behoorlijk. Conclusie De klacht over de onderzochte gedraging van de Kamer van Koophandel Noord-Nederland uit Leeuwarden is niet gegrond ten aanzien van het niet tijdig wijzigen van de adresgegevens van het bedrijf van verzoeker. De klacht over de onderzochte gedraging van de Kamer van Koophandel Noord-Nederland uit Leeuwarden is gegrond ten aanzien van het horen van verzoeker over zijn klacht wegens schending van het vereiste van hoor en wederhoor. Onderzoek Op 6 april 2010 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de heer V. te Drachten, met een klacht over een gedraging van de Kamer van Koophandel Noord-Nederland te Leeuwarden. Naar deze gedraging werd een onderzoek ingesteld. In het kader van het onderzoek werd de Kamer van Koophandel Noord-Nederland (KvK) verzocht op de klacht te reageren en een afschrift toe te sturen van de stukken die op de klacht betrekking hebben. In het kader van het onderzoek werd betrokkenen verzocht op de bevindingen te reageren. Het resultaat van het onderzoek werd als verslag van bevindingen gestuurd aan betrokkenen. De Kvk deelde mee zich met de inhoud van het verslag te kunnen verenigen. De reactie van verzoeker gaf geen aanleiding het verslag te wijzigen. Informatieoverzicht De bevindingen van het onderzoek zijn gebaseerd op de volgende informatie.

6 De klacht met bijlagen van 6 april 2010. Brief van de KvK aan de Nationale ombudsman met bijlagen van 15 april 2010. Brief van de KvK aan de Nationale ombudsman met bijlagen van 21 mei 2010. Brief van verzoeker van 28 juni 2010. Bevindingen Zie onder Beoordeling. Achtergrond Artikel 9:10 Awb luidt: "1) Het bestuursorgaan stelt de klager en degene op wiens gedraging de klacht betrekking heeft, in de gelegenheid te worden gehoord. 2) Van het horen van de klager kan worden afgezien indien de klacht kennelijk ongegrond is dan wel indien de klager heeft verklaard geen gebruik te willen maken van het recht te worden gehoord. 3) Van het horen wordt een verslag gemaakt." De Nationale ombudsman, dr. A.F.M. Brenninkmeijer