Medezeggenschapsstatuut 2012

Vergelijkbare documenten
Medezeggenschapsstatuut 2012

Statuut medezeggenschap bestuur met diverse scholen in het Primair Onderwijs

Medezeggenschapstatuut van het Openbaar Primair Onderwijs Noordenveld

MEDEZEGGENSCHAPSSTATUUT

Medezeggenschapsstatuut van de Stichting Openbaar Onderwijs a/d Amstel

Statuut medezeggenschap bestuur met meerdere scholen in het primair onderwijs

Medezeggenschapsstatuut van de Stichting Confessioneel Onderwijs Leiden

Medezeggenschapsstatuut van stichting Onderwijsgroep Galilei te Spijkenisse.

Medezeggenschapsstatuut van de Samenwerkingsstichting voor Voortgezet Onderwijs Uden te Uden 2011

Medezeggenschapsstatuut van Stichting voor Voortgezet Onderwijs Kennemerland te Beverwijk

Medezeggenschapsstatuut van SPO Wij De Venen te Alphen aan den Rijn

MEDEZEGGENSCHAPSSTATUUT VAN DE VERENIGING TOT STICHTING EN INSTANDHOUDING VAN SCHOLEN MET DE BIJBEL TE OVERWOUD BIJ LUNTEREN

Medezeggenschapsstatuut GMR

Medezeggenschapsstatuut. van CSG Liudger te Drachten

Medezeggenschapsstatuut (vastgesteld door CvB d.d , na verkregen instemming GMR d.d )

Medezeggenschapsstatuut

Gemeenschappelijke medezeggenschapsraad

Statuut medezeggenschap bestuur met meerdere scholen in het primair onderwijs

Statuut voor bevoegd gezag met meerdere scholen voortgezet onderwijs (vo)

Statuut voor bevoegd gezag met meerdere scholen primair onderwijs (po) Medezeggenschapsstatuut van Stichting MONTON te Amersfoort

Statuut voor bevoegd gezag met meerdere scholen voortgezet onderwijs (vo) Medezeggenschapsstatuut van de Gooise Scholen Federatie te Bussum

Statuut medezeggenschap bestuur met meerdere scholen in het primair onderwijs

Medezeggenschapsstatuut

Medezeggenschapsstatuut van het samenwerkingsbestuur stichting Swalm en Roer te Roermond

MR statuut Medezeggenschapsraad

Medezeggenschapsstatuut van de Stichting voor Katholiek Basisonderwijs Gelderland

Medezeggenschapsstatuut van Stichting Kronenburgh te Rijswijk.

Medezeggenschapsstatuut stichting Katholiek Primair Onderwijs Oost-Veluwe te Apeldoorn. Augustus 2018

Medezeggenschapsstatuut van de Onderwijsstichting Zelfstandige Gymnasia te Haarlem 2018

Medezeggenschapsstatuut

Medezeggenschapsstatuut van LMC-VO te Rotterdam

Medezeggenschapsstatuut van de Stichting ROOBOL te Buitenpost.

DEF Medezeggenschapsstatuut van de Stichting Openbare Scholen Groep Sevenwolden

Statuut Medezeggenschap van

Statuut Medezeggenschap Openbare ScholenGroep Schoonoord

Medezeggenschapsstatuut van de Samenwerkingsstichting Primair Onderwijs te Venray en regio januari 2010, aangepast 1 december 2017.

Medezeggenschapsstatuut van de Stichting Vitus-Zuid te Eindhoven

Statuut medezeggenschap bestuur met meerdere scholen in het primair onderwijs

Statuut Medezeggenschap. van. Stichting Gewoon Speciaal te Maarssen

Statuut Medezeggenschap

Medezeggenschapsstatuut van de Stichting ROOBOL te Buitenpost.

Statuut Medezeggenschap van Stichting voor confessioneel onderwijs Jong Leren te Heemstede.

Statuut. Medezeggenschap. Stichting Westerwijs

GMR statuut Resonans

Medezeggenschapsstatuut

Medezeggenschapsstatuut van stichting Scholengroep Spinoza te Voorburg.

STATUUT MEDEZEGGENSCHAP LEERRIJK!

Medezeggenschapsstatuut NUOVO Scholengroep

Medezeggenschapsstatuut, versie 2.2,

Medezeggenschapstatuut Stroomm

MEDEZEGGENSCHAPS- STATUUT. 1 januari januari 2017

Dit statuut is gebaseerd op het voorbeeldstatuut van de Stichting Onderwijsgeschillen (infowms.nl)

Medezeggenschapsstatuut Winkler Prins 2017

Medezeggenschapsstatuut

Medezeggenschapsstatuut van Stichting "Het Rijnlands Lyceum" te Wassenaar, primair onderwijs

Medezeggenschapsstatuut Stichting openbare scholengemeenschap Piter Jelles

Medezeggenschapsstatuut

Medezeggenschapsstatuut 2017

Statuut medezeggenschap

Statuut medezeggenschap bestuur met meerdere scholen in het primair onderwijs

Medezeggenschapsstatuut. van de scholen. vallend onder de. Onderwijsstichting Esprit. te Amsterdam

Statuut voor bevoegd gezag met meerdere scholen primair onderwijs (po)

MEDEZEGGENSCHAPSSTATUUT

(G)MR Statuut SSOL. Medezeggenschapsstatuut van Stichting Speciaal Onderwijs Leiden e.o.

Medezeggenschapsstatuut OPR en MR-P

Medezeggenschapsstatuut. Esprit Scholen

MEDEZEGGENSCHAPSSTATUUT SWV Passend Onderwijs PO te Apeldoorn

Het bevoegd gezag van Stichting Basisonderwijs Gooi en Vechtstreek en de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad, GMR, van de volgende scholen:

Statuut Medezeggenschap Stichting Het Stedelijk Lyceum Enschede 2015

Het bevoegd gezag van Stichting Basisonderwijs Gooi en Vechtstreek en de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad, GMR, van de volgende scholen:

Medezeggenschapsstatuut VCBO Kollumerland c.a.

Medezeggenschapsstatuut VGPO Accretio

Medezeggenschapsstatuut VGPONN

Medezeggenschapsstatuut van de Stichting Haagsche Schoolvereeniging te Den Haag

MEDEZEGGENSCHAPSSTATUUT

Medezeggenschapsreglement van de medezeggenschapsraad van openbare basisschool Het Bolwerk te Sassenheim

Medezeggenschapsstatuut Verenigde Scholen J.A. Alberdingk Thijm Primair Onderwijs

Reglement Medezeggenschap Openbare ScholenGroep Schoonoord

Werkveld Datum Instemming/Advies GMR Vastgesteld CvB Werkveld 1 januari 2011 I/A-datum 1 januari Managementstatuut GMR. /Managementstatuut GMR

Medezeggenschapsreglement voor medezeggenschapsraden van de scholen van de Stichting openbaar Primair Onderwijs (SPO) Utrecht.

Inrichting van de medezeggenschap

Medezeggenschapsreglement. Brinnummer 27 YZ De Groote Wielen Kindcentrum De Sprong concept 2

Openbaar Onderwijs Zwolle en regio. Statuut Medezeggenschap

Medezeggenschapsstatuut van de stichting Bestuur Openbaar Onderwijs Rotterdam (BOOR)

Medezeggenschapsstatuut

MEDEZEGGENSCHAPSSTATUUT

Medezeggenschapsreglement Winkler Prins 2017

Statuut Medezeggenschap. Scholengroep Katholiek Onderwijs Flevoland en Veluwe

MEDEZEGGENSCHAPSTATUUT SCHOLENGROEP RIJK VAN NIJMEGEN

Medezeggenschapsstatuut Ons Middelbaar Onderwijs

MEDEZEGGENSCHAPSSTATUUT CS VINCENT VAN GOGH TE ASSEN & BEILEN

Medezeggenschapsreglement van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR) van het Voortgezet Onderwijs van Amsterdam (VOvA).

Medezeggenschapsstatuut Stichting BRAVOO

15 Ondersteuningsplanraad: de leden,

Medezeggenschapsreglement van de MR van OBS De Pionier en De Mei

Reglement voor de locatieraden van ISW. Paragraaf 1 Algemeen

1. Begripsbepaling. Blz 2 Artikel Medezeggenschapsraad Blz 3 Artikel 2 t/m artikel De Verkiezingen.. Blz 4 Artikel 6 t/m artikel 14

Paragraaf 1 Algemeen... 2 Artikel 1 Begripsbepalingen... 2

Medezeggenschap statuut VO

Transcriptie:

Medezeggenschapsstatuut 2012 gemeenschappelijke medezeggenschapsraad

pagina 2 / 10 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen... 3 Artikel 1 Begripsbepalingen... 3 Hoofdstuk 2 Inrichting van de medezeggenschap... 4 Artikel 2 De gemeenschappelijke medezeggenschap... 4 Artikel 3 Medezeggenschapsraden... 4 Artikel 4 Overige raden... 4 Hoofdstuk 3 Informatievoorziening... 5 Artikel 5 Informatie van het bevoegd gezag aan de raden... 5 Artikel 6 Wijze waarop het bevoegd gezag informatie verschaft... 6 Artikel 7 Wijze waarop de raden informatie verschaffen en ontvangen... 6 Artikel 8 Communicatie binnen de organisatie... 6 Hoofdstuk 4 Faciliteiten... 7 Artikel 9 Faciliteiten afgesproken in onderling overleg... 7 Hoofdstuk 5 Overige bepalingen... 7 Artikel 10 Vertrouwenspersoon... 7 Artikel 11 Wijziging medezeggenschapsstatuut... 8 Artikel 12 Citeertitel en inwerkingtreding..8 Toelichting... 9

pagina 3 / 10 Het College van Bestuur van de Stichting Kind en Onderwijs Rotterdam (stichting voor christelijk primair onderwijs) en de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad van de onder dit bevoegd gezag vallende scholen, hebben hun medezeggenschapsstatuut geëvalueerd en aangepast. Het College van Bestuur en de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad leggen hierbij hun visie op de medezeggenschap met inachtneming van de Wet medezeggenschap op scholen (WMS)vast en maken concrete afspraken over de wederzijdse communicatie en over de informatieverstrekking aan alle bij de scholen betrokken personen, zoals hierna vermeld. De gemeenschappelijke medezeggenschapsraad heeft opnieuw ingestemd met dit medezeggenschapsstatuut, waarvan de basis in 2007 is gelegd. Het gewijzigde medezeggenschapsstatuut is ingegaan op 1 januari 2012. Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen In dit statuut wordt verstaan onder: a. de wet : de Wet medezeggenschap op scholen (WMS); b. het bevoegd gezag : het College van Bestuur van de Stichting Kind en Onderwijs Rotterdam (stichting voor christelijk primair onderwijs); c. school : de scholen als bedoeld in de Wet op het primair onderwijs die vallen onder de verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag: Albert Plesmanschool (10MO); Arentschool (14HY); Van Asch Van Wijckschool (15FO01); Ds. J.J. Buskesschool (11OS); Cornelis Haak School (11BY); De Boei (09EB); De Driemaster (07ZC) De Fontein (14PY); De Stelberg (24PA); Eben Haëzer / H.J. van Wijlenschool (13DM); Het Plein (14FG); Het Spectrum (27XK); Johan de Graaffschool (20OB); Juliana van Stolbergschool (14KP); Koningin Wilhelminaschool (15FO); Dr. J.C. Logemannschool (06RV); Dr. Martin Luther Kingschool (09TC); Mozaïek (12XS); Nieuwe Park Rozenburgschool / De watertoren (06NO); Onze Wereld (08UY); Prinses Julianaschool (04FI); A.S. Talmaschool (05SR); Waalseschool (14CL); Willem van der Veldenschool (03AF); Dr. J. Woltjerschool (13NX)

pagina 4 / 10 d. gemeenschappelijke medezeggenschapsraad: de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad als bedoeld in artikel 4 van de wet; e. medezeggenschapsraad : medezeggenschapsraad als bedoeld in artikel 3 van de wet; f. leerlingen : leerlingen in de zin van de Wet op het primair onderwijs; g. ouders : ouders, voogden of verzorgers die ouderlijk gezag hebben over leerlingen; h. personeel : het personeel dat in dienst is dan wel ten minste 6 maanden te werk gesteld is zonder benoeming bij het bevoegd gezag; i. geleding : de groep van leden die uit en door het personeel worden gekozen en de groep van leden die uit en door de ouders worden gekozen; j. de organisatie : de gehele scholenorganisatie die onderdeel uitmaakt van de Stichting Kind en Onderwijs Rotterdam (stichting voor christelijk primair onderwijs). Hoofdstuk 2 Inrichting van de medezeggenschap Artikel 2 De gemeenschappelijke medezeggenschap 1. Aan de stichting is een gemeenschappelijke medezeggenschapsraad verbonden. 2. De gemeenschappelijke medezeggenschapsraad wordt door de medezeggenschapsraden gezamenlijk gekozen en bestaat uit acht leden die gekozen zijn uit het personeel van de onder het bestuur vallende scholen en uit acht leden die gekozen zijn uit de ouders van de onder het bestuur vallende scholen (totaal 16 leden). 3. In de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad kan slechts één personeelslid en één ouderlid die zijn verbonden aan dezelfde school zitting hebben. 4. Namens het bevoegd gezag voert het College van Bestuur de besprekingen met de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad of met een geleding van die raad. 5. Het bevoegd gezag kan deze besprekingen met de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad namens hem laten voeren door een daartoe gemandateerde functionaris. Deze functionaris kan niet tevens lid zijn van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad. Artikel 3 Medezeggenschapsraden 1. Aan elke school vallend onder het bevoegd gezag is een medezeggenschapsraad verbonden. 2. De medezeggenschapsraad bepaalt het aantal leden van de medezeggenschapsraad. De medezeggenschapsraad bestaat minimaal uit twee leden die rechtstreeks uit en door het personeel en uit twee leden die rechtstreeks uit en door de ouders zijn gekozen. 3. Namens het bevoegd gezag voert de schooldirecteur dan wel diens plaatsvervanger de besprekingen met de medezeggenschapsraad of met een geleding van die raad. Artikel 4 Overige raden

pagina 5 / 10 1. De gemeenschappelijke medezeggenschapsraad en elk van de medezeggenschapsraden is bevoegd werkgroepen in het leven te roepen, die kunnen bestaan uit zowel leden van de betreffende raad als andere personen, en die de raad voor bepaalde of onbepaalde tijd kunnen adviseren over vooraf door de raad bepaalde onderwerpen. 2. Het is de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad en elk van de medezeggenschapsraden toegestaan om themaraden, deelraden of groepsdeelraden in te stellen. 3. Indien dit wenselijk wordt geacht is het de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad toegestaan om in te stemmen met de instelling van een bovenbestuurlijke medezeggenschapsraad voor bepaalde specifieke onderwerpen. Hoofdstuk 3 Informatievoorziening Artikel 5 Informatie van het bevoegd gezag aan de raden 1. De raden ontvangen van het bevoegd gezag, al dan niet gevraagd, tijdig alle inlichtingen die deze voor de vervulling van hun taken redelijkerwijze nodig hebben. 2. De raden ontvangen in elk geval: a. jaarlijks de begroting en bijbehorende beleidsvoornemens op financieel, organisatorisch en onderwijskundig gebied; b. jaarlijks voor 1 mei informatie over de berekening die ten grondslag ligt aan de middelen uit s Rijkskas die worden toegerekend aan het bevoegd gezag; c. jaarlijks voor 1 juli een jaarverslag als bedoeld in artikel 171 van de Wet op het primair onderwijs; d. de uitgangspunten die het bevoegd gezag hanteert bij de uitoefening van zijn bevoegdheden; e. terstond informatie over elk oordeel van de klachtencommissie, bedoeld in artikel 14 van de Wet op het primair onderwijs, waarbij de commissie een klacht gegrond heeft geoordeeld en over de eventuele maatregelen die het bevoegd gezag naar aanleiding van dat oordeel zal nemen, een en ander met inachtneming van de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van het personeel, ouders en leerlingen; f. ten minste eenmaal per jaar schriftelijk gegevens over de hoogte en inhoud van de arbeidsvoorwaardelijke regelingen en afspraken per groep van de in de school werkzame personen en de leden van het bevoegd gezag, waarbij inzichtelijk wordt gemaakt met welk percentage deze arbeidsvoorwaardelijke regelingen en afspraken zich verhouden tot elkaar en tot die van het voorafgaande jaar; g. ten minste eenmaal per jaar schriftelijk gegevens over de hoogte en inhoud van de arbeidsvoorwaardelijke regelingen en afspraken met het orgaan van de rechtspersoon dat is belast met het toezicht op het bevoegd gezag, waarbij inzichtelijk wordt gemaakt met welk percentage deze arbeidsvoorwaardelijke regelingen en afspraken zich verhouden tot elkaar en tot die van het voorafgaande jaar; h. aan het begin van het schooljaar schriftelijk de gegevens met betrekking tot de samenstelling van het bevoegd gezag, de organisatie binnen de scholen, het managementstatuut en de hoofdpunten van het reeds vastgestelde beleid. 3. Indien het bevoegd gezag een voorstel voor advies of instemming voorlegt aan een geleding van de raad, wordt het voorstel gelijktijdig aan de andere geleding van de raad ter kennisneming gebracht. Daarbij verstrekt het bevoegd gezag de beweegredenen van het voorstel, alsmede de gevolgen die de uitwerking van het voorstel naar verwachting zal hebben voor het personeel, ouders en leerlingen en van de naar aanleiding daarvan genomen maatregelen. 4. Bij de voorgaande bepalingen gaat het om schoolspecifieke informatie waarover iedere

pagina 6 / 10 schooldirecteur, namens het bevoegd gezag, de medezeggenschapsraad van zijn school informeert en schooloverstijgende informatie van een gemeenschappelijk belang waarover het College van Bestuur de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad informeert. Artikel 6 Wijze waarop het bevoegd gezag informatie verschaft 1. Het bevoegd gezag stelt de aan de raden voorgelegde informatie in elk geval langs digitale weg ter beschikking. In overleg met de raden kan worden overeengekomen dat bepaalde stukken daarnaast ook schriftelijk ter beschikking worden gesteld. 2. Alle verkregen informatie is in principe openbaar. In het reglement voor de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad en de reglementen voor elk van de medezeggenschapsraden is een regeling opgenomen met bepalingen over geheimhouding. Artikel 7 Wijze waarop de raden informatie verschaffen en ontvangen 1. De raden en zijn geledingen informeren hun achterban in de regel binnen twee weken na de vergadering over hetgeen er is besproken in de raad of in het overleg met het bevoegd gezag. 2. De secretaris van de raad informeert de overige leden over alle binnengekomen voorstellen, brieven, mails en reacties, en beslist in overleg met de voorzitter of hierop een reactie moet worden gegeven. 3. De vergaderingen van de raden zijn in principe openbaar. 4. Alle informatie wordt door de raden in elk geval langs digitale weg verstrekt. In overleg met de raden kan worden overeengekomen dat bepaalde stukken daarnaast ook schriftelijk worden verstrekt. Artikel 8 Communicatie binnen de organisatie 1. De medezeggenschapsraden en de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad, en de geledingen van deze raden, informeren elkaar desgevraagd volledig en helder over hun standpunten, werkwijzen en procedure afspraken met het bevoegd gezag. 2. De gemeenschappelijke medezeggenschapsraad verzendt de verslagen van bijeenkomsten, zonodig onder voorbehoud van goedkeuring, ongevraagd aan de medezeggenschapsraden, voor zover deze niet onderhevig zijn aan afspraken over geheimhouding. Ook worden de vastgestelde verslagen op intranet geplaatst. 3. Informatie wordt in principe verstrekt aan de secretaris van de raad en in afschrift aan de voorzitter van de raad. De secretaris stelt voor de leden van de raad een overzicht op van de verstrekte informatie. Eenieder heeft de mogelijkheid de informatie bij de secretaris in te zien en bespreking ervan te vragen in de raad. 4. Eenmaal per jaar organiseert de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad een informatie/studieavond voor de verschillende raden.

pagina 7 / 10 Hoofdstuk 4 Faciliteiten Artikel 9 Faciliteiten afgesproken in onderling overleg 1. De raden kunnen gebruik maken van voorzieningen waarover het bevoegd gezag beschikt en die de raden redelijkerwijs nodig hebben voor de vervulling van hun taak. 2. De redelijkerwijs noodzakelijk te maken kosten voor de medezeggenschapsactiviteiten met inbegrip van het bijwonen van vergaderingen van de raden zelf, worden gedragen door het bevoegd gezag. Onder deze activiteiten worden mede begrepen: - scholing van de leden van de raden en de raden als geheel; - het inhuren van deskundigen; - het voeren van rechtsgedingen; - het informeren en raadplegen van de achterban. 3. Voorwaarde voor het gestelde in het voorgaande lid is, dat het bevoegd gezag vooraf in kennis wordt gesteld van het activiteitenplan of het concrete voornemen van de raad. Zowel het activiteitenplan als een concreet voornemen dienen vergezeld te gaan van een realistische begroting die de voorafgaande goedkeuring van het bevoegd gezag behoeft en die slechts na voorafgaande goedkeuring van het bevoegd gezag door de raad kan worden overschreden. 4. De personeelsleden in de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad hebben vrijstelling van hun reguliere taken voor 60 uur, tot uitdrukking komend in het taakbeleid. 5. De personeelsleden in een medezeggenschapsraad hebben vrijstelling van hun reguliere taken voor 60 uur, tot uitdrukking komend in het taakbeleid. 6. De personeelsleden in een medezeggenschapsraad en de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad hebben vrijstelling van hun reguliere taken voor 100 uur, tot uitdrukking komend in het taakbeleid. 7. Aan ouderleden zal geen vacatievergoeding worden verstrekt, maar door het bevoegd gezag worden gezocht naar een passende beloning waaruit de waardering voor de inzet van deze leden blijkt. 8. Aan de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad wordt door het bevoegd gezag een professioneel notulist voor het notuleren en het uitwerken van de notulen ter beschikking gesteld. Hoofdstuk 5 Overige bepalingen Artikel 10 Vertrouwenspersoon 1. Andere geschillen dan genoemd in artikel 31 van de wet worden na bespreking met het bevoegd gezag voorgelegd aan een onafhankelijk vertrouwenspersoon, die het geschil zoveel als mogelijk is in overeenstemming met het eigen reglement behandelt en een nietbindend advies uitbrengt. 2. Als onafhankelijk vertrouwenspersoon wordt aangewezen dezelfde onafhankelijk vertrouwenspersoon die in het managementstatuut wordt aangewezen voor behandeling van andere klachten en geschillen.

pagina 8 / 10 Artikel 11 Wijziging medezeggenschapsstatuut 1. Het medezeggenschapsstatuut heeft een werkingsduur van twee jaar. 2. Drie maanden voordat de termijn in het voorgaande lid is afgelopen treden de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad en het bevoegd gezag in overleg over het evalueren, actualiseren en bijstellen van het statuut. 3. Het bevoegd gezag en de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad kunnen voorstellen doen tot wijziging van het medezeggenschapsstatuut ongeacht het verloop van de in het eerste lid genoemde termijn. 4. Het bevoegd gezag stelt het gewijzigde statuut slechts vast voor zover een na overleg al dan niet gewijzigd voorstel de instemming van ten minste twee derde deel van het aantal leden van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad heeft verworven. Artikel 12 Citeertitel en inwerkingtreding 1. Dit reglement kan worden aangehaald als medezeggenschapsstatuut Stichting Kind en Onderwijs Rotterdam (2012) ; 2. Dit reglement treedt in werking met ingang van 1 januari 2012.

pagina 9 / 10 Toelichting Artikel 1 Begripsbepalingen De meeste van de genoemde begrippen en de betekenis daarvan spreken voor zichzelf. Onder een school wordt verstaan een school als bedoeld in de Wet op het primair onderwijs. Om als school in het kader van dit medezeggenschapsstatuut te worden aangemerkt dient de school dus te beschikken over een eigen BRIN nummer (Basisregistratie instellingen nummer). Het BRIN nummer is een viercijferig nummer dat een instelling onderscheidt van een andere, aangevuld met een tweecijferige locatiecode (waarbij '00' meestal staat voor de hoofdlocatie). Deze BRIN nummers worden in dit artikel tussen haakjes vermeld achter de naam van de scholen die onderdeel uitmaken van de stichting. Artikel 2 De gemeenschappelijke medezeggenschapsraad In dit artikel wordt het bestaan van de raad geregeld. Ook wordt het aantal leden van deze raad geregeld. Er is gekozen voor een systematiek waarbij in principe elk lid van de ouders of het personeel zich verkiesbaar kan stellen voor lidmaatschap van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad. Het is dus niet verplicht om lid te zijn van een medezeggenschapsraad om lid te kunnen zijn van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad. Om te voorkomen dat er van dezelfde school meerdere personeelsleden of meerdere ouderleden zitting hebben in de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad is een bepaling opgenomen dat van elke school slechts één personeelslid en / of één ouderlid zitting kan hebben in de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad. Formeel is het toegestaan dat een schooldirecteur plaats kan nemen in de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad. Dit wordt echter niet wenselijk geacht, mede omdat een schooldirecteur namens het bevoegd gezag overleg voert met de medezeggenschapsraad van zijn school. Artikel 3 De medezeggenschapsraad Aan elke school moet een medezeggenschapsraad verbonden zijn. Deze raden kunnen zelf hun omvang vaststellen. Deze omvang dient te worden vastgelegd in het medezeggenschapsreglement. De wet schrijft alleen een minimum aantal leden van de raad voor. Dat minimum is 4 leden. Men heeft dus de vrijheid te bepalen, dat de raad uit een groter aantal leden bestaat. Zo kan men het aantal leden afstemmen op de grootte van de organisatie. Er moet daarbij wel sprake zijn van een even aantal leden. Artikel 4 Overige raden Artikel 20 sub 4 van de WMS maakt het mogelijk een themaraad in te stellen. Tweederde van de raadsleden moet instemmen en het bevoegd gezag dient ook akkoord te gaan. Rechten en bevoegdheden worden overgedragen aan de themaraad. Onderwerpen voor een themaraad dienen van wezenlijk belang te zijn, bijvoorbeeld fusie of nieuwbouw. Er is dan gelegenheid gebruik te maken van deskundigen die geen raadslid zijn. Het instellen van een (groeps)deelraad kan zinvol zijn wanneer scholen binnen de stichting of locaties binnen een school veel van elkaar verschillen. Artikel 5 Informatie van het bevoegd gezag aan de raden De inhoud van dit artikel is gelijk aan de inhoud van artikel 15 van de medezeggenschapsreglementen. Vanwege het essentiële karakter en de duidelijkheid zijn ze hier nogmaals opgenomen. Aanvullend ten opzichte van de reglementsbepaling is het vierde lid, waarin nogmaals wordt benadrukt dat de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad schooloverstijgende onderwerpen met een gemeenschappelijk belang behandelt. Hiervan is sprake als een onderwerp alle of een meerderheid van de scholen betreft.

pagina 10 / 10 Artikel 8 Communicatie binnen de organisatie Omdat leden van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad in de hier beschreven medezeggenschapsstructuur niet langer lid van een medezeggenschapsraad hoeven te zijn, is communicatie tussen de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad en elk van de medezeggenschapsraden van groot belang. Dit artikel bepaalt dat de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad alle medezeggenschapsraden actief op de hoogte houdt van haar handelen. De gemeenschappelijke medezeggenschapsraad kan in voorkomende gevallen nadere informatie inwinnen bij een medezeggenschapsraad. In dit artikel is tevens bepaald dat eenmaal per jaar er een overleg wordt georganiseerd over de verbetering van de communicatie tussen de verschillende raden binnen de stichting. Artikel 10 Vertrouwenspersoon De wet biedt de mogelijkheid (naast de reeds in de wet geregelde geschillen) zogenoemde andere geschillen tussen bevoegd gezag en raad in het reglement op te nemen. In artikel 5 van de reglementen is in deze mogelijkheid voorzien. De daarbij bedoelde geschillen hebben met name betrekking op termijnen waarbinnen het bevoegd gezag reageert en de aard van die reactie. Er is gekozen voor een geschillenregeling waarbij in eerste instantie een geschil voor een niet bindend advies wordt voorgelegd aan een onafhankelijk vertrouwenspersoon. Hiermee wordt zoveel mogelijk de (zwaardere) gang naar de Landelijke commissie voor geschillen voorkomen. In dit artikel wordt deze bepaling herhaald en wordt tevens de onafhankelijk vertrouwenspersoon aangewezen.