WBO: essentiële begrippen belicht. Aan: de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Nr. 2017/03, Den Haag 7 maart 2017

Vergelijkbare documenten
WBO: onderzoek naar online leefstijladvies om het risico op dementie te verlagen. Nr. 2018, Den Haag 12 juni Samenvatting

Samenvatting. Het behandelbaarheidscriterium in de WBO

Voedingsnormen voor vitamines en mineralen voor volwassenen. Nr. 2018/19. Samenvatting

Alcohol en hersenontwikkeling bij jongeren. Nr. 2018/23, Den Haag, 17 december Samenvatting

De ouder-kindrelatie en jeugdtrauma s. Nr. 2018/11, Den Haag, 22 mei Samenvatting

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Beschikking van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en PG

Beweegrichtlijnen Nr. 2017/08. Samenvatting

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 27 juni 2016 Betreft nader standpunt health checks

Gezondheidsrisico s door nachtwerk. Nr. 2017/17. Samenvatting

Vaccinatie tegen gordelroos. Nr. 2019/12, Den Haag, 15 juli Samenvatting

Vaccinatie van ouderen tegen pneumokokken. Nr. 2018/05. Samenvatting

Vaccinatie tegen meningokokken. Nr. 2018/28, Den Haag 19 december Samenvatting

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 25 mei 2012 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Samenvatting. Gevolgen van health checks voor het individu

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Vaccinatie tegen rotavirus. Nr. 2017/16. Samenvatting

Maat houden met medisch handelen. Nr. 2017/06. Samenvatting

VWS beleid screening & bevolkingsonderzoek

Samenvatting. Huidig programma en criteria voor screening

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 27 maart 2013 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

wijziging van de Wet op het bevolkingsonderzoek in verband met actuele ontwikkelingen op het terrein van preventief medisch onderzoek

NIPT: dynamiek & ethiek van prenatale screening Vumc-AMC maart dr Wybo Dondorp, Health, Ethics & Society

Memorie van toelichting. Algemeen

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Di- en triisocyanaten. Nr. 2018/20, Den Haag, 28 november Samenvatting

Hoogspanningslijnen en gezondheid deel I: kanker bij kinderen. Nr. 2018/08. Samenvatting

Vlaamse werkgroep Bevolkingsonderzoek

Bevolkingsonderzoeken. baarmoederhalskanker, borstkanker en darmkanker naar kanker

Gezondheidswinst door schonere lucht. Nr. 2018/01. Samenvatting

Centrum voor Bevolkingsonderzoek Principes van screening

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op... (datum);

Toezicht op preventief medisch onderzoek

PrenataleScreening in Nederland. TRIDENT-1 & TRIDENT-2 studies. Marian Bakker SPSNN

Prenataal testen met de NIPT

DE SCREENING OP DOWN, EDWARDS EN PATAUSYNDROOM EN DE 20 WEKENECHO PUBLIEKSMONITOR 2017

Inputparameters voor de kosteneffectiviteitanalyse

ME/CVS Nr. 2018/07. Samenvatting

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Inzetbaarheid op hogere leeftijd

Wet bevolkingsonderzoek: de reikwijdte (5) epidemiologisch bevolkingsonderzoek

Voor het eerst is er een vaccin dat baarmoederhalskanker kan voorkomen

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Advies Gezondheidsraad

Prenataal testen met de NIPT

Scholingsbijeenkomst NIPT

Nascholing Counseling NIPT. Prof. Dr. Eva Pajkrt

A De adviesaanvraag. De adviesaanvraag 145

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Prenataal testen met de NIPT

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 1 maart 2016 Betreft stand van zaken prenatale screening

WBO: onderzoek naar risicomodel bij screening op darmkanker

DE PRENATALE SCREENING OP DOWNSYNDROOM EN HET STRUCTUREEL ECHOSCOPISCH ONDERZOEK

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Samenvatting. De ziekte en het bevolkingsonderzoek

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Dik-Faber (CU) over het testen van erfelijke ziekten via de huisarts (2018Z09228).

Tweede Kamer der Staten-Generaal

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal 2500 EA DEN HAAG Postbus Datum 4 maart 2016 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

NIPT: dynamiek & ethiek van prenatale screening. 31 maart 2014 SPSZN - Rotterdam dr mr Antina de Jong - Health, Ethics & Society

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 10 oktober 2018 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Bezoekadres Kenmerk Bijlage(n) Samenvatting

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 8 april 2019 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Samenvatting. Samenvatting 7

Samenvatting. Achtergrond van de aanvraag

Nascholing Counseling Niet Invasieve Prenatale Test (NIPT) J. Toet, directeur SPSRU

Samenvatting. Adviesvragen

Aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

De Gezondheidsraad T.a.v. de Voorzitter Postbus BB DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 28 januari 2019 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Er blijft gezondheidswinst liggen doordat vaccins onvoldoende benut worden

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Total Body Scan Je hoeft niet ziek te zijn om beter te worden. René Sprangers Cardioloog

Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu T.a.v. mevrouw programmamanager bevolkingsonderzoek borstkanker Postbus BA BILTHOVEN

NIPT De niet-invasieve prenatale test voor trisomie

Echo onderzoek tijdens de zwangerschap De termijnecho, combinatietest en de 20 weken echo

STICHTING OPSPORING FAMILIAIRE HYPERCHOLESTEROLEMIE (StOEH) BEVOLKINGSONDERZOEK ERFELIJK VERHOOGD CHOLESTEROLGEHALTE IN FAMILIES

Direct-to-consumer testing: Van autonomie naar keurmerk

Samenvatting. Samenvatting 8. * COgnitive Functions And Mobiles; in dit advies aangeduid als het TNO-onderzoek.

NIPT De niet-invasieve prenatale test voor trisomie

De introductie van NIPT als eerste screeningstest in Nederland. Lidewij Henneman, senior onderzoeker Community Genetics

IMPROVE. Helpt u mee het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker vrouwvriendelijker te maken?

In het kort. Welke testen zijn er mogelijk bij prenatale screening? Wat is prenatale screening?

A Adviesaanvraag (brief dd 22 maart 1999)

Beroepsgeheim Ontwerp tot wijziging van artikel 458bis van het Strafwetboek

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Water in wijn: de wijziging van passende arbeid in bedongen arbeid

HET GEZONDHEIDSONDERZOEK

Vernieuwd bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker. Wat zijn de veranderingen?

Samenvatting. Nieuwe vormen van screening roepen nieuwe vragen op

Omdat PGD voorafgaand aan de zwangerschap plaatsvindt, kan het gezien worden

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Subsidieregeling publieke gezondheid wordt gewijzigd als volgt:

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 4 februari 2016 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Samenvatting. Een complex beeld

Bevolkingsonderzoeken naar kanker: stand van zaken in Tremelo

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Arib (PvdA) over het nut van de griepprik (2011Z20885).

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 27 augustus 2018 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Transcriptie:

WBO: essentiële begrippen belicht Aan: de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Nr. 2017/03, Den Haag 7 maart 2017

WBO: essentiële begrippen belicht pagina 2 van 18 inhoud Samenvatting 3 01 Inleiding 5 1.1 aanleiding 5 1.2 Wet op het bevolkingsonderzoek 5 1.3 Opzet van het advies 6 02 Aanbod 6 2.1 Individuele hulpvraag ontbreekt 6 2.2 Medische indicatie is afwezig 7 3.3 Bedoeling van de wetgever 12 3.4 Interpretatie van het vergunningcriterium 13 04 Conclusie en advies 14 4.1 Interpretatie aanbod 14 4.2 Interpretatie ernstige ziekten of afwijkingen waarvoor geen behandeling of preventie mogelijk is 14 4.3 Advies bij herziening van de WBO 15 Literatuur 15 2.3 Benadering kan individueel of algemeen zijn 8 2.4 Doel informatie is doorslaggevend 8 2.5 Ongerichte screening is ook bevolkingsonderzoek 9 2.6 Getrapte screening is bevolkingsonderzoek 9 2.7 Waar het aanbod van screening ophoudt verschilt per bevolkingsonderzoek 10 03 Ernstige ziekten of afwijkingen waarvoor geen behandeling of preventie mogelijk is 11 3.1 Inleiding 11 3.2 Wetsgeschiedenis 12

WBO: essentiële begrippen belicht pagina 3 van 18 samenvatting Om mensen te beschermen tegen bevolkingsonderzoek dat schadelijk kan zijn voor hun Volgens de commissie moet het begrip aanbod Gezondheidsraad. gezondheid, is in bepaalde gevallen een vergunning nodig. Dit is geregeld in de Wet op het aanbod van bevolkingsonderzoek wanneer ruim uitgelegd worden. Er is sprake van een bevolkingsonderzoek (WBO). Er bestaat onduidelijkheid over de interpretatie van enkele indicatie door een (zorg)aanbieder worden mensen zonder hulpvraag en zonder medische begrippen in deze wet. Dit betreft vooral de uitgenodigd of aangemoedigd om deel te nemen reikwijdte van het begrip aanbod (bepalend aan een geneeskundig onderzoek dat gericht is voor de vraag of er sprake is van bevolkingsonderzoek) en van het criterium ernstige ziekten ziekten of afwijkingen. Dit geldt ook wanneer op het opsporen van (risico-indicatoren voor) of afwijkingen waarvoor geen behandeling of een individu zelf daartoe het uiteindelijke initiatief neemt (bijvoorbeeld na een advertentie voor preventie mogelijk is (bepalend voor de vraag of er een vergunning vereist is of niet). De een total body scan). Commissie Bevolkingsonderzoek van de Er is ook sprake van bevolkingsonderzoek als Gezondheidsraad geeft in dit advies aan hoe de opsporing niet gericht is op een specifieke deze begrippen tot nu toe worden uitgelegd en aandoening ( ongerichte screening ) of als er wat hiervan de beperkingen zijn. Bovendien sprake is van een voorselectie van personen doet zij aanbevelingen voor de wetstekst en de door middel van bijvoorbeeld een vragenlijst, daarbij behorende toelichting voor de herziening een interview of een meting van lichaamskenmerken, zoals gewicht of lengte ( getrapte van de WBO. De commissie baseert zich op de wetsgeschiedenis en eerdere adviezen van de screening ). Waar het aanbod van bevolkingsonderzoek ophoudt en overgaat naar diagnostiek hangt af van het doel, de opzet en de organisatie van het bevolkingsonderzoek. Juridisch gezien is het vergunningcriterium in de WBO ernstige ziekten of afwijkingen waarvoor geen behandeling of preventie mogelijk is een alles-of-niets-criterium. Gezien het beschermingsdoel van de wet adviseert de commissie niet te snel aan te nemen dat een aandoening behandelbaar is. Bij twijfel dient de kwalificatie behandelbaar of niet gebaseerd te worden op de stand van de wetenschap over het te verwachten gunstig effect op de klinische uitkomst van de beschikbare behandelingen voor een aandoening. Bij de beoordeling van het vergunningcriterium ernstige ziekten of afwijkingen waarvoor geen behandeling of preventie mogelijk is speelt ook de ernst van de aandoening en de ernst van de mogelijke gevolgen van de aandoening een belangrijke rol. Een vergunning is immers volgens de wet pas vereist als een niet te voorkomen aandoening niet alleen onbehandelbaar is, maar ook ernstig. De commissie adviseert de minister om bij de

WBO: essentiële begrippen belicht pagina 4 van 18 herziening van de WBO in de wet of de toelichting daarop duidelijk te maken dat ook ongerichte screening en getrapte screening onder aanbod in de zin van de wet vallen. Verder adviseert zij in de toelichting op te nemen dat in geval van twijfel een aandoening niet te snel als behandelbaar moet worden gekwalificeerd. Bij bevolkingsonderzoek naar onbehandelbare en niet te voorkomen ziekten en afwijkingen is pas sprake van een vergunningplicht als de aandoening of de gevolgen van de aandoening voor de betrokkenen ernstig (kunnen) zijn. Ook geeft de commissie de minister in overweging het criterium ernstig een ruimere en explicietere uitleg te geven, zo nodig in de wetstekst, dan in de huidige wet en de toelichting daarop. Een aandoening kan ook ernstig zijn vanwege de ingrijpendheid van de handelingsopties, zoals het afbreken van de zwangerschap.

WBO: essentiële begrippen belicht pagina 5 van 18 01 inleiding 1.1 Aanleiding Op 1 juli 1996 trad de Wet op het bevolkingsonderzoek (WBO) in werking. 1 Deze wet beoogt mensen te beschermen tegen bevolkingsonderzoeken die een gevaar kunnen vormen voor hun gezondheid. 2 Vooral over het begrip aanbod (bepalend voor de vraag of er sprake is van bevolkingsonderzoek) en het vergunningcriterium ernstige ziekten of afwijkingen waarvoor geen behandeling of preventie mogelijk is (bepalend voor de vraag of er een vergunning vereist is of niet) bestaat nog onduidelijkheid. Helderheid over de interpretatie van deze begrippen is nodig voor het toezicht op en de handhaving van de WBO, en daarmee voor het realiseren van de doelstelling van de wet: bescherming van burgers tegen (fysieke en psychische) schade waarmee deelname aan bevolkingsonderzoek gepaard kan gaan. Als een bevolkingsonderzoek niet vergunningplichtig is, kunnen er op grond van de WBO geen (kwaliteits)eisen aan gesteld worden. De Commissie Bevolkingsonderzoek (hierna: commissie) heeft eerder reikwijdteadviezen uitgebracht over de WBO. 3-7 Deze hebben de onduidelijkheid over genoemde begrippen maar ten dele kunnen wegnemen. 8-11 Zo bestaat er soms nog onduidelijkheid over wanneer nu sprake is van een aanbod van bevolkingsonderzoek en wanneer sprake is van het informeren over een preventief geneeskundig onderzoek of een preventieve test. Dit is voor de commissie de aanleiding om enkele begrippen opnieuw onder de loep te nemen. Daarbij komt dat de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) heeft aangekondigd de WBO te willen herzien. 12 De minister is voornemens de vergunningplicht te handhaven voor screening op ernstige aandoeningen waarvoor geen preventie of behandeling mogelijk is. Dit advies van de Commissie Bevolkingsonderzoek beoogt de begrippen te verduidelijken ten behoeve van zowel de huidige praktijk als van de wetgever. De vicevoorzitter van de Gezondheidsraad heeft het advies aangeboden aan de minister van VWS. 1.2 Wet op het bevolkingsonderzoek De WBO heeft tot doel mensen te beschermen tegen bevolkingsonderzoek dat in uitvoering of uitkomst schadelijk kan zijn voor de lichamelijke en geestelijke gezondheid van (potentiële) deelnemers. Daarom geldt momenteel een vergunningplicht voor het aanbieden en verrichten van drie categorieën bevolkingsonderzoek die de wetgever risicovol acht voor de gezondheid: het aanbieden en verrichten van bevolkingsonderzoek met ioniserende straling, bevolkingsonderzoek naar kanker en bevolkingsonderzoek naar ernstige ziekten of afwijkingen waarvoor geen behandeling of preventie mogelijk is (art. 2, eerste lid, WBO en art. 3, eerste lid, WBO). Het uitvoeren van vergunningplichtig bevolkingsonderzoek zonder vergunning is strafbaar (art. 13 WBO). De wet verplicht de minister de Gezondheidsraad te horen alvorens te beslissen over vergunningverlening (art. 6 WBO). Artikel 7, eerste lid,

WBO: essentiële begrippen belicht pagina 6 van 18 WBO geeft de criteria op grond waarvan een vergunning wordt geweigerd. Dit gebeurt als het bevolkingsonderzoek wetenschappelijk ondeugdelijk is, als het niet in overeenstemming is met de wettelijke regels voor het medisch handelen of als het te verwachten nut van het onderzoek niet opweegt tegen de risico s ervan voor de gezondheid. Voor vergunningplichtig bevolkingsonderzoek dat tevens wetenschappelijk onderzoek is, geldt bovendien dat een vergunning kan worden geweigerd als het belang van de volksgezondheid een dergelijk onderzoek niet vordert (art. 7, tweede lid, WBO). 1.3 Opzet van het advies Voor de toepassing van de WBO zijn twee vragen van belang. Om te beginnen: betreft het een bevolkingsonderzoek? Mede bepalend hiervoor is of er sprake is van een aanbod in de zin van de WBO. En vervolgens: is op grond van de wet een vergunning vereist? Bij de vergunningplicht richt de commissie zich in dit advies op het vergunningcriterium ernstige ziekten of afwijkingen waarvoor geen behandeling of preventie mogelijk is. Het begrip aanbod behandelt de commissie in hoofdstuk 2 en het vergunningcriterium in hoofdstuk 3. De commissie baseert zich op de wetsgeschiedenis en eerdere adviezen van de raad. Zij gebruikt in dit advies voorbeelden waar deze helpen de begrippen te verduidelijken. Deze zijn bedoeld ter illustratie en beogen geen limitatieve opsommingen te geven. Hoofdstuk 4 bevat de conclusies en een advies hoe de reikwijdte van de begrippen bij de herziening van de WBO verduidelijkt kan worden. 02 aanbod Uit de wetsgeschiedenis komt naar voren dat het begrip aanbod uit de definitie van bevolkingsonderzoek ruim geïnterpreteerd moet worden. In dit hoofdstuk laat de commissie zien dat sprake kan zijn van een aanbod van bevolkingsonderzoek als mensen zonder individuele hulpvraag en zonder medische indicatie door een (zorg)aanbieder worden uitgenodigd om deel te nemen aan een geneeskundig onderzoek voor het opsporen van (risicofactoren voor) aandoeningen. Dit geldt ook als het uiteindelijk het individu is dat het initiatief neemt om van het aanbod gebruik te maken. Bepalend is de aard van de informatie en de bedoeling van de (zorg)aanbieder. Ook ongerichte en getrapte screening vallen onder de wet. Waar het bevolkingsonderzoek ophoudt en overgaat in diagnostiek hangt onder meer af van het doel, de opzet en de organisatie van het bevolkingsonderzoek. 2.1 Individuele hulpvraag ontbreekt Het begrip aanbod is een van de kernelementen in de definitie van bevolkingsonderzoek. Bevolkingsonderzoek wordt in de wet in artikel 1 onder c gedefinieerd als: geneeskundig onderzoek van personen dat wordt verricht ter uitvoering van een aan de gehele bevolking of aan een categorie daarvan gedaan aanbod dat gericht is op het ten behoeve of mede ten behoeve van de te onderzoeken personen opsporen van ziekten van een bepaalde aard of van bepaalde risico-indicatoren. Juist omdat het

WBO: essentiële begrippen belicht pagina 7 van 18 geneeskundige onderzoek plaatsvindt zonder dat er een concrete hulpvraag is bij de betrokkenen, gelden voor het aanbieden en verrichten van bevolkingsonderzoeken nadere zorgvuldigheidseisen. 2,8,13,14 Uit de wetsgeschiedenis blijkt dat de wetgever, via een ruime omschrijving van het begrip aanbod in de memorie van toelichting bij de WBO, heeft willen voorkomen dat bepaalde bevolkingsonderzoeken niet onder de WBO zouden vallen terwijl dat wel aangewezen is gezien het beschermingsdoel van de wet. 2,15 Volgens de wetgever is het aantal te onderzoeken personen, het al dan niet wetenschappelijke karakter (proefbevolkingsonderzoek) en de positie en functie van degene die het geneeskundig onderzoek aanbiedt niet bepalend bij het vaststellen of sprake is van geneeskundig onderzoek dat valt binnen de werkingssfeer van de WBO. 2 Een bevolkingsonderzoek kan dus net zo goed worden aangeboden door een arts of een ziekenhuis als door een werkgever, bedrijf of particuliere instelling. 16 Daarbij kan het aanbod zowel gericht zijn tot één individu als tot een groep. Volgens de wetgever is een essentiële vraag bij de vaststelling of sprake is van aanbod van wie het initiatief voor het geneeskundig onderzoek uitgaat. 2,15 Bij bevolkingsonderzoek komt dat initiatief primair van de (zorg) aanbieder. 2,14 Deze nodigt mensen zonder voor zover tot dan vastgestelde gezondheidsklachten uit om deel te nemen aan geneeskundig onderzoek. Dit in tegenstelling tot individuele hulpverlening waar geneeskundig onderzoek volgt op een hulpvraag van een (eventueel doorverwezen) patiënt. 6 In dat geval ligt het initiatief bij de patiënt en diens hulpvraag. 2.2 Medische indicatie is afwezig Een ander criterium dat zich in de praktijk soms moeilijk laat toepassen, is of er voor het onderzoek een medische indicatie aanwezig is. Als dat het geval is, gaat het om diagnostiek, als dat niet het geval is om bevolkingsonderzoek. Bij hulpverlening naar aanleiding van een individuele hulpvraag is sprake van een medische indicatie. 7 Daarbij gaat het om situaties waarin er een diagnose bij de patiënt of zijn verwanten is gesteld op basis waarvan bijvoorbeeld (periodiek) onderzoek plaatsvindt bij erfelijke en familiaire aanleg voor kanker (cascadescreening). 7,17-19 Ook kan het gaan om een reeds gestelde diagnose die een risico meebrengt op een andere aandoening, op grond waarvan bijvoorbeeld periodiek oogheelkundig onderzoek plaatsvindt bij diabetespatiënten of een herhaalde coloscopie bij mensen bij wie eerder hoogrisicoadenomen waren gevonden. In deze gevallen bestaat er dus een medische indicatie om het (preventief) geneeskundig onderzoek bij de patiënt uit te voeren. 7 Bij bevolkingsonderzoek ontbreekt zo n medische indicatie en is er op het niveau van het individu geen directe aanleiding om bij hem of haar geneeskundig onderzoek uit te voeren. Op groepsniveau kan er wel aanleiding zijn om mensen voor een bevolkingsonderzoek uit te nodigen. Bijvoorbeeld alle vrouwen tussen 30 en 60 jaar voor deelname aan het baarmoederhalskankeronderzoek, omdat in die leeftijdsgroep deze vorm van kanker het meest voorkomt. De commissie vindt het van belang hier te benadrukken dat zwangerschap op zichzelf geen medische indicatie is. 20,21

WBO: essentiële begrippen belicht pagina 8 van 18 2.3 Benadering kan individueel of algemeen zijn Mensen kunnen actief en individueel worden benaderd om deel te nemen aan een bevolkingsonderzoek, bijvoorbeeld met een uitnodigingsbrief zoals bij het bevolkingsonderzoek naar borstkanker. Het aanbieden van bevolkingsonderzoek kan ook minder individueel gericht gebeuren onder andere via advertenties en reclames in kranten, tijdschriften en op televisie, via internetwebsites en in brochures. 2,6 Bij een dergelijk aanbod worden mensen aangemoedigd om preventief medisch onderzoek te ondergaan. Hierbij kan worden gedacht aan de advertenties en televisiereclame over de total body scan en aan uitnodigende teksten op websites van bedrijven om een genetische test te (laten) verrichten. 2,6,22 In beide benaderingen gaat het volgens de wetsgeschiedenis om een aanbod van bevolkingsonderzoek. 2,6 2.4 Doel informatie is doorslaggevend Of er sprake is van een aanbod in de zin van de wet hangt ook af van de aard van de informatie en van wat de aanbieder beoogt met die informatie. Hierbij zijn de toon van de tekst en de feitelijke gedragingen van de informatieverstrekker van belang. In de memorie van toelichting bij de wet wordt hierover het volgende opgemerkt: (..)In het algemeen zal een praktijkbord van huisartsen, specialisten en andere hulpverleners een mededeling zijn waarmee zij beogen hun vestiging kenbaar te maken; het kenbaar maken van vestiging is er op gericht dat patiënten zich (met klachten) tot de betrokken artsen of andere hulpverleners kunnen wenden (..) Een dergelijke aankondiging is niet een aanbod dat gericht is op de opsporing van ziekten van een bepaalde aard of van bepaalde risico-indicatoren als bedoeld in dit voorstel (..) ( )Een bord dat is aangebracht ter aanduiding van een ter plaatse gevestigd onderzoeksinstituut dat zich bezig houdt met de opsporing van bepaalde ziekten of met het «medisch doormeten» van personen (ook wel aangeduid met periodiek gezondheidsonderzoek, check-up of multiphasic screening), zal daarentegen wel aangemerkt kunnen worden als een onderzoeksaanbod in de zin van de onderhavige wetsbepaling, ook al wordt op dat bord niet met zoveel woorden een aanbod tot opsporing gedaan. Met andere woorden: de aard van bepaalde kennisgevingen of aankondigingen die worden gedaan, is bepalend of sprake is van een aanbod als bedoeld in het onderhavige artikelonderdeel. Het aanbod door artsen, specialisten en andere hulpverleners dat wordt gedaan aan hun eigen patiënten, vormt daarop geen uitzondering. (..). 2 Op grond van de wetsgeschiedenis kan een informatieavond over een (nieuwe) screeningsmethode of een test dus vallen binnen de reikwijdte van de WBO. Dit is naar het oordeel van de commissie in ieder geval aan de orde wanneer op die bijeenkomst direct gebruikgemaakt kan worden van de screening of de test waarover betrokkenen zijn geïnformeerd, en de informatieverstrekker een aandeel heeft in de uitvoering ervan, zoals het afnemen en versturen van een bloedmonster naar het laboratorium. 2,6,7,22 Een informatieavond over een screeningsmethode enkel en alleen gericht op (na)scholing van zorgprofessionals is geen aanbod in de zin van de wet. Ook is sprake van een aanbod bij een folder over preventief geneeskundig onderzoek, bestemd voor een concrete doelgroep (bijvoorbeeld

WBO: essentiële begrippen belicht pagina 9 van 18 sporters, werknemers, verzekerden of mannen van middelbare leeftijd), met vermelding van een specifieke persoon of firma en met uitleg hoe gebruikgemaakt kan worden van het geneeskundig onderzoek. 6,7 Er is daarentegen geen sprake van aanbod van bevolkingsonderzoek bij algemene publieksvoorlichting (via advertenties, brochures of websites) over het belang van tijdige onderkenning van bepaalde aandoeningen, voorstadia daarvan of risicofactoren daarvoor. Dit wordt anders zodra er sprake is van werving en mensen worden aangemoedigd om zich op deze aandoeningen of risico s te laten onderzoeken. 6,7 Zo is een algemene brochure van bijvoorbeeld het Nederlands huisartsengenootschap (NHG) over een ziektebeeld of medische handelingen bij een bepaald diagnostisch onderzoek of een (vervolg)behandeling geen aanbod van bevolkingsonderzoek. Een folder in de wachtkamer over een medische checkup bij het diagnostisch centrum in de buurt kan dat wel zijn. 2.5 Ongerichte screening is ook bevolkingsonderzoek Volgens de wettelijke definitie moet het bij bevolkingsonderzoek gaan om opsporing van ziekten of afwijkingen van een bepaalde aard of van bepaalde risico-indicatoren. Bij het gebruik van sommige screeningsmethoden (zoals de total body scan of het opmaken van het genetisch profiel) is het niet altijd even duidelijk naar welke aandoeningen wordt gezocht. Bovendien bestaat er bij sommige screeningsmethoden een gerede kans op bevindingen waarop het onderzoek niet primair gericht is (nevenbevindingen). Dit geldt bijvoorbeeld voor beeldvormende technieken en genetische testen. Bij toepassing van dergelijke technieken kan het bovendien gaan om bevindingen die wijzen op kanker en/of op aandoeningen waarvoor geen behandeling of preventie mogelijk is. Op grond van de wetsgeschiedenis is aannemelijk dat ongerichte screening en screening met een gerede kans op het vinden van bepaalde vormen van kanker of ernstige onbehandelbare aandoeningen onder de definitie van bevolkingsonderzoek vallen. 2 De Gezondheidsraad heeft zich in een eerder advies dan ook op het standpunt gesteld dat de WBO individuen ook moet beschermen tegen deze (ongerichte) vormen van screening, vanwege de lichamelijke en/of psychische schade die dit bij de betrokkenen kan veroorzaken. 23 De raad heeft de minister aanbevolen de WBO zodanig aan te passen dat dit ook duidelijk uit de wet blijkt. 23 2.6 Getrapte screening is bevolkingsonderzoek Bij getrapte screening bestaat het bevolkingsonderzoek uit twee of meer stappen, waarbij (in ieder geval) de eerste stap een voorselectie behelst. Het kan bijvoorbeeld gaan om een vragenlijst, een interview of om op selectie gerichte handelingen, zoals meting van gewicht, buikomvang of lengte. De voorselectie leidt vervolgens tot een advies om preventief (vervolg)onderzoek te laten doen. In hoeverre is hier sprake van een aanbod van bevolkingsonderzoek? Uit de parlementaire geschiedenis lijkt te kunnen worden afgeleid dat de wetgever vragenlijsten niet onder de reikwijdte van de wet wilde laten vallen:

WBO: tuberculosescreening pagina 10 van 18 In de omschrijving van bevolkingsonderzoek in artikel 1, onderdeel c, wordt nog slechts gesproken van <geneeskundig> onderzoek, om te vermijden dat allerlei vormen van onderzoek met behulp van interviews of vragenlijsten onder de reikwijdte van het wetsvoorstel zouden vallen. 14 De bedoeling van de wetgever was echter niet om alle vragenlijsten uit te sluiten, maar om te vermijden dat psychosociaal onderzoek met interviews en vragenlijsten niet gericht op opsporing van ziekten onder de reikwijdte van de wet zouden vallen. In het oorspronkelijk wetsontwerp uit 1977 stond namelijk geneeskundig of psychosociaal onderzoek in de definitie van bevolkingsonderzoek. 23,24 De commissie vindt in tegenstelling tot sommige aanbieders dat na voorselectie met vragenlijsten of interviews sprake kan zijn van een medische indicatie. 7,23 Zij adviseert het aanbieden van een vragenlijst die is bedoeld om de gezondheidsrisico s van een individu boven water te krijgen, als eerste stap van getrapte screening te blijven zien en derhalve te beschouwen als aanbod van bevolkingsonderzoek. Dat roept de vraag op waar screening ophoudt en overgaat in diagnostiek; daarover gaat de volgende paragraaf. 2.7 Waar het aanbod van screening ophoudt verschilt per bevolkingsonderzoek Om te bepalen of op grond van de WBO een vergunning nodig is, is bij alle vormen van screening van belang om vast te stellen waar het bevolkingsonderzoek eindigt en de diagnostiek begint, oftewel waar er sprake is van een medische indicatie. Waar bevolkingsonderzoek overgaat in diagnostiek, hangt onder meer af van de opzet en organisatie van het onderzoek. Bij de bepaling waar screening overgaat in (medisch geïndiceerde) diagnostiek is volgens de commissie het (uiteindelijke) doel van het aangeboden bevolkingsonderzoek belangrijk. Van geval tot geval zal bekeken moeten worden tot waar het bevolkingsonderzoek precies reikt. Enkele voorbeelden: vanaf dit jaar krijgen vrouwen die niet reageren op de oproep voor het bevolkingsonderzoek naar baarmoederhalskanker een thuistest toegestuurd. Vrouwen kunnen deze test doen om te kijken of bij hen het Humaan Papillomavirus (HPV) aanwezig is. Bij een positieve HPVtest bestaat er een verhoogd risico op baarmoederhalskanker. In dat geval volgt een cytologisch onderzoek bij de huisarts (een uitstrijkje van cellen van de baarmoedermond), om vast te stellen of er afwijkende cellen zijn in het baarmoederslijm die kunnen wijzen op baarmoederhalskanker. Pas als dat het geval is, dan is er sprake van een medische indicatie en wordt de vrouw doorverwezen naar de gynaecoloog voor definitieve diagnostiek (op basis van pathologie) en behandeling. In dit geval bestaat het screeningsaanbod uit de HPV-thuistest plus het daarop volgende cytologische onderzoek bij de huisarts. Het doel van het bevolkingsonderzoek is immers niet om HPV-draagsters te vinden, maar om vrouwen te vinden met een waarschijnlijkheidsdiagnose van baarmoederhalskanker of een voorstadium. Het omslagpunt ligt hier bij de verwijzing naar de gynaecoloog. Bij het bevolkingsonderzoek naar borstkanker ligt het omslagpunt direct na de mammografie (röntgenfoto van de borst). Daarmee wordt gezocht

WBO: essentiële begrippen belicht pagina 11 van 18 naar verdachte afwijkingen die kunnen wijzen op borstkanker. Als deze er zijn, wordt de betrokken vrouw door haar huisarts doorverwezen naar het ziekenhuis voor de definitieve diagnostiek. 03 ernstige ziekten of afwijkingen waarvoor geen behandeling of preventie mogelijk is Uit de wetsgeschiedenis komt geen definitie naar voren van de begrippen uit het vergunningcriterium ernstige ziekten of afwijkingen waarvoor geen behandeling of preventie mogelijk is. De behandelbaarheid van een aandoening kan afgeleid worden uit de stand van de wetenschap door in kaart te brengen in hoeverre medisch ingrijpen tot een gunstig effect zou leiden op klinische uitkomsten (gezondheidswinst of kwaliteit van leven). Om vast te kunnen stellen of een aandoening zo ernstig is dat voor het bevolkingsonderzoek een vergunning is vereist, spelen de mogelijke gevolgen en de prognose van de aandoening een rol. Bij de herziening van de wet zou daarin opgenomen moeten worden dat het bij de gevolgen ook kan gaan om handelingsopties, zoals het afbreken van de zwangerschap. 3.1 Inleiding De WBO vereist een vergunning voor bevolkingsonderzoek naar ernstige ziekten of afwijkingen waarvoor geen behandeling of preventie mogelijk is. Hiermee worden mensen ervoor behoed dat zij worden geconfronteerd met de wetenschap een ernstige onbehandelbare aandoening te hebben, een boodschap die niet alleen belastend is, maar ook ingrijpende gevolgen kan hebben. In het algemene en medisch spraakgebruik zijn er veel betekenissen te geven aan de term behandelbaar. Voor sommigen is een aandoening alleen behandelbaar als deze te genezen is. Voor anderen is een aandoening al behandelbaar als er enige vorm van medische zorg kan worden verleend. Behandelbaarheid is bovendien in medisch opzicht een dynamisch begrip waarover de opvattingen in de loop der tijd en in relatie tot een aandoening kunnen veranderen. 13 Juridisch gezien is het vergunningcriterium een alles-of-niets-criterium : een aandoening is wel of niet behandelbaar, er is wel of geen preventie mogelijk en het is wel of niet ernstig. 13 Bevolkingsonderzoek naar onbehandelbare en niet te voorkomen ziekten en afwijkingen is alleen vergunningplichtig als ze ernstig zijn, zo niet dan vervalt de wettelijke bescherming tegen gezondheidsrisico s op grond van de WBO de wettelijke bescherming tegen gezondheidsrisico s.

WBO: essentiële begrippen belicht pagina 12 van 18 3.2 Wetsgeschiedenis Bevolkingsonderzoek naar ernstige ziekten of afwijkingen waarvoor geen behandeling of preventie mogelijk is kwam in het oorspronkelijke wetsvoorstel niet in aanmerking voor een vergunning; voor dergelijke bevolkingsonderzoeken zou een algeheel verbod gaan gelden. Daarbij werd expliciet gedacht aan bevolkingsonderzoek naar de erfelijke aanleg voor bepaalde ongeneeslijke ziekten. De wetgever vond uiteindelijk een algeheel verbod voor bevolkingsonderzoeken naar ziekten die niet te genezen zijn niet goed te rechtvaardigen, omdat niet alle ongeneeslijke ziekten gepaard gaan met ernstige klachten of een sombere levensverwachting. 2,14,26 Daarom is tijdens de parlementaire behandeling van de wet de derde categorie vergunningplichtig bevolkingsonderzoek toegevoegd: ernstige ziekten of afwijkingen waarvoor geen behandeling of preventie mogelijk is. 14,26 Ook werd hiermee ruimte gecreëerd om prenatale screening op afwijkingen onder voorwaarden toe te staan. Vanwege de belasting die gepaard gaat met de wetenschap een ernstige onbehandelbare aandoening te hebben of in de toekomst te krijgen, geldt er een extra voorwaarde voor dit criterium. Een vergunning wordt slechts verleend indien bijzondere omstandigheden daartoe aanleiding geven (art.7, derde lid, WBO). begrippen ernstige ziekten en afwijkingen en geen uitleg wat werd bedoeld met geen behandeling en geen preventie mogelijk. 2,14,26 Toch geven de parlementaire behandeling van het wetsvoorstel en de kamerstukken wel richting aan de invulling ervan. Uit de wetsgeschiedenis valt het volgende af te leiden. 1. De term onbehandelbaar is niet synoniem met ongeneeslijk. Het ging volgens de wetgever bij het toestaan van bevolkingsonderzoeken naar onbehandelbare ziekten primair om de vraag of de confrontatie met een aandoening de psychische gezondheid van de betrokkene onevenredig zou schaden. Dat risico wordt volgens de wetgever onder meer bepaald door de veronderstelde ernst van de ziekte en de verwachting van genezing of verlichting. 14 2. Er is in elk geval vergunning vereist voor: prenatale screening op open neurale buisdefecten en op chromosoomafwijkingen zoals het syndroom van Down; bevolkingsonderzoek bij zuigelingen naar de spierziekte van Duchenne; bevolkingsonderzoek naar de ziekte van Huntington en naar de ziekte van Alzheimer. 3. Het beperken van complicaties of de verlenging van de levensduur maakt een ziekte of afwijking nog niet behandelbaar in de zin van de wet. De behandeling moet medisch zinvol zijn. 14 Overigens wordt niet verder geconcretiseerd wat een medisch zinvolle behandeling inhoudt. 3.3 Bedoeling van de wetgever Het wetsvoorstel en de kamerstukken bevatten geen definities van de Uit het voorgaande kan worden afgeleid dat het de wetgever bij de formulering van het vergunningscriterium gaat om bevolkingsonderzoek naar

WBO: essentiële begrippen belicht pagina 13 van 18 ziekten en afwijkingen die onbehandelbaar zijn, dat wil zeggen waarvoor geen (zinvolle) behandelopties voorhanden zijn, en die ernstig zijn, dat wil zeggen waarvan de gevolgen van de aandoening of de wetenschap de aandoening te hebben of in de toekomst te krijgen, voor de betrokkene ernstig (kunnen) zijn. 3.4 Interpretatie van het vergunningcriterium De WBO en de wetsgeschiedenis geven geen uitsluitsel over de precieze interpretatie van de begrippen ernst en behandelbaarheid van het vergunningcriterium. De commissie heeft zich afgevraagd of een nadere omschrijving van de begrippen in de wet kan zorgen voor een duidelijke juridische afbakening. 13 Zo is bijvoorbeeld in de Wet medische keuringen aangegeven hoe behandelbaar moet worden uitgelegd. Een ziekte is volgens deze wet niet behandelbaar als de ziekte niet kan worden genezen, niet door medische ingrijpen valt te voorkomen of niet door medisch ingrijpen in evenwicht kan worden gehouden. Ook bij deze wet laat de invulling van het begrip ruimte voor discussie over het omslagpunt van geen naar wel medisch evenwicht. 13 Een wettelijke uitleg van het criterium kan daarnaast leiden tot verlies van nuances bij de beoordeling van vergunningaanvragen. 13,25 In de Wet publieke gezondheid worden sommige infectieziekten specifiek in de wet genoemd. Volgens de commissie lenen ernstige aandoeningen waarvoor geen behandeling of preventie mogelijk is zich daar niet goed voor. Het gaat bij ernstige aandoeningen waarvoor geen behandeling of preventie mogelijk is om een veel groter aantal aandoeningen dan bij infectieziekten. Bovendien blijven bij een infectieziekte de mate van besmettingsgevaar en de gevolgen van een (mogelijke) uitbraak voor de volksgezondheid min of meer gelijk, terwijl een ernstige onbehandelbare en niet te voorkomen aandoening als begrip dynamisch is. Er zal dus steeds opnieuw een beoordeling moeten plaatsvinden of de in de wet aangewezen aandoeningen nog steeds als ernstige onbehandelbare en niet te voorkomen aandoeningen moeten worden beoordeeld. Het opstellen van een dergelijke lijst kan daarom leiden tot een (nog) inflexibel(er) vergunningsysteem. Dat lijkt niet wenselijk. Duidelijk is dat de wetgever wettelijke bescherming heeft willen bieden aan deelnemers van bevolkingsonderzoek naar aandoeningen met voor de betrokkenen (verondersteld) ernstige consequenties. De commissie is dan ook van oordeel dat de beschermingsdoelstelling van de WBO het perspectief vormt waaruit de vraag naar de betekenis van de begrippen beantwoord moet worden. 13 Dit betekent volgens de commissie dat niet te snel tot behandelbaarheid geconcludeerd moet worden. 13 In een eerder advies heeft de Gezondheidsraad het begrip niet-behandelbaar als volgt gedefinieerd: een ziekte moet als niet-behandelbaar worden beschouwd zolang de wetenschappelijke literatuur geen betrouwbare conclusies toelaat over een bij medisch ingrijpen te verwachten gunstig effect van relevante omvang op klinische uitkomstmaten. Dat wil zeggen op sterfte, ziekte of kwaliteit van leven. 4,13 De commissie kan zich in deze definitie nog steeds goed vinden.

WBO: essentiële begrippen belicht pagina 14 van 18 Als er een uitspraak ligt op basis van de stand van wetenschap in hoeverre medisch ingrijpen leidt tot een gunstig effect op klinische uitkomst, kan bepaald worden of een aandoening juridisch gekwalificeerd moet worden als behandelbaar. Daarmee is nog niet gegeven of een vergunning vereist is voor een bevolkingsonderzoek naar een aandoening. Dat is alleen het geval als het gaat om onbehandelbare en niet te voorkomen ernstige aandoening. De vaststelling of er sprake is van een ernstige aandoening is volgens de commissie complex. Hierbij spelen diverse elementen een rol: de mogelijke gevolgen voor de betrokkene, zoals of de aandoening ingrijpende gevolgen heeft voor de ontwikkeling, het dagelijks leven of dat het ernstig lijden met zich meebrengt en de prognose van de aandoening, bijvoorbeeld of het (on)verenigbaar is met het leven. 04 conclusie en advies 4.1 Interpretatie aanbod De commissie concludeert dat van een aanbod van bevolkingsonderzoek sprake is als mensen zonder individuele hulpvraag en zonder medische indicatie door een (zorg)aanbieder worden uitgenodigd of aangemoedigd om deel te nemen aan een geneeskundig onderzoek voor het opsporen van (risico-indicatoren voor) aandoeningen. Daarvan is ook sprake als men door de wijze waarop het bevolkingsonderzoek is georganiseerd het redelijkerwijs als een aanbod kan ervaren. Ook wanneer het individu zelf het uiteindelijke initiatief neemt kan sprake zijn van een aanbod. Bepalend is de aard van de informatie en de bedoeling van de (zorg)aanbieder om individuen te informeren over de screening. Ook ongerichte en getrapte screening vallen onder de wet. Waar aanbod van bevolkingsonderzoek ophoudt en medisch geïndiceerde diagnostiek begint hangt af van het doel van het onderzoek en onvermijdelijk moeten de complexe afwegingen daarover van geval tot geval worden beoordeeld. 4.2 Interpretatie ernstige ziekten of afwijkingen waarvoor geen behandeling of preventie mogelijk is Juridisch gezien is het vergunningcriterium in de WBO ernstige ziekten of afwijkingen waarvoor geen behandeling of preventie mogelijk is een alles-of-niets-criterium. Verdere wettelijke afbakening leidt volgens de commissie al snel tot nuanceverlies of inflexibiliteit. Dat vindt zij onwenselijk. Gezien het beschermingsdoel van de wet adviseert de commissie niet te snel aan te nemen dat een ziekte of afwijking behandelbaar is. Bij twijfel dient de kwalificatie behandelbaar gebaseerd te worden op de stand van de wetenschap over het te verwachten gunstig effect op klinische uitkomst van de beschikbare behandelingen voor een ziekte of afwijking. Als tot onbehandelbaar en niet te voorkomen aandoeningen geconcludeerd wordt, dan moet voor een eventuele vergunningplicht vastgesteld worden of sprake is van een ernstige afwijking. De vaststelling of er sprake is van

WBO: essentiële begrippen belicht pagina 15 van 18 1 2 een ernstige aandoening is complex. Hierbij spelen volgens de commissie diverse elementen een rol: of de aandoening op zichzelf ernstig is en wat de mogelijke gevolgen zijn en de prognose van de aandoening. 4.3 Advies bij herziening van de WBO Bij een eventuele herziening van de WBO adviseert de commissie in de wet of in de toelichting daarop: een nieuwe definitie op te nemen van het begrip aanbod. Deze zou als volgt kunnen luiden: van een aanbod is sprake als individuen zonder hulpvraag en zonder medische indicatie worden uitgenodigd of geworven om deel te nemen aan een geneeskundig onderzoek voor het opsporen van (risico-indicatoren voor) aandoeningen. Met deze definitie wordt duidelijk dat ook ongerichte screening onder de reikwijdte van de wet valt. Dat is van belang om mensen te kunnen beschermen tegen vormen van ongerichte screening waarbij een gerede kans bestaat dat er ernstige onbehandelbare en niet te voorkomen ziekten aan het licht komen te verduidelijken dat ongerichte screening en getrapte screening in de vorm van vragenlijsten en/ of selectiehandelingen en het daaropvolgende onderzoek onder de de initie van bevolkingsonderzoek vallen te verduidelijken dat bij de vergunningplicht voor aandoeningen die niet te behandelen of te voorkomen zijn er niet te snel moet worden aangenomen dat ze behandelbaar zijn te verduidelijken dat een vergunning pas is vereist als een niet te behandelen of te voorkomen aandoening ernstig is. De vaststelling of verondersteld mag worden dat een aandoening ernstig is, is een complexe afweging. Hierbij spelen diverse elementen een rol: de mogelijke gevolgen voor de betrokkene, zoals of de aandoening ingrijpende gevolgen heeft voor de ontwikkeling, voor het dagelijks leven of dat het ernstig lijden met zich meebrengt en de prognose van de aandoening, bijvoorbeeld of het (on)verenigbaar is met het leven. Ook zijn de gevolgen voor de betrokkene van de wetenschap een aandoening te hebben of in de toekomst te krijgen van belang. De commissie adviseert de minister verder het criterium ernstig een ruimere en explicietere uitleg te geven dan tot nu toe zou blijken uit de wet en de toelichting daarop. Een aandoening kan ook ernstig zijn vanwege de ingrijpendheid van de handelopties, zoals het afbreken van de zwangerschap. literatuur Besluit van 5 juni 1996 tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet op het bevolkingsonderzoek alsmede van het besluit bevolkingsonderzoek. Staatsblad 1996; nr 335. Den Haag. SDU Uitgeverij, Den Haag; 1996. Tweede Kamer der Staten-Generaal. Regels betreffende bevolkingsonderzoek (Wet op het bevolkingsonderzoek). Memorie van toelichting. Den Haag: SDU, 1989. Vergaderjaar 1988-1989, 21264, nr. 3.

WBO: essentiële begrippen belicht pagina 16 van 18 3 4 5 6 7 8 9 10 Gezondheidsraad. Proeve toepassing Wet bevolkingsonderzoek: cystische fibrose. Den Haag: Gezondheidsraad, 1996; publicatienr.1996/20. Gezondheidsraad. Wet bevolkingsonderzoek: de reikwijdte (4) : de begrippen behandeling en bevolkingsonderzoek dat tevens wetenschappelijk onderzoek is. Den Haag: Gezondheidsraad, 1997; publicatienr. 1997/21. Gezondheidsraad. Wet bevolkingsonderzoek: de reikwijdte (5) : epidemiologisch bevolkingsonderzoek. Den Haag: Gezondheidsraad, 1999; publicatienr. 1999/02WBO. Gezondheidsraad. Wet bevolkingsonderzoek: de reikwijdte (6) : het begrip aanbod. Den Haag: Gezondheidsraad, 2000; publicatienr. 2000/01WBO. Gezondheidsraad. Wet bevolkingsonderzoek: de reikwijdte (7),de begrippen aanbod en medische indicatie. Den Haag: Gezondheidsraad, 2007; publicatienr. 2007/02WBO. Inspectie voor de Gezondheidszorg. Toezicht op preventief medisch onderzoek. Den Haag: 2008. Verweij EJT, Oepkes D, van den Akker ESA, de Boer MA, van Hellemondt RE, Engberts DP. Déjà vu? Discussie over de non-invasieve test (NIPT) voor Nederlandse zwangeren. Ned Tijdschr Obstet Gynaecol; 2013: 126(8): 382-7. Inspectie voor de Gezondheidszorg. Rapportage naar aanleiding van de melding over de NIPT in het OLVG. Utrecht: 2016. 11 Jong A de. Verwarring door invoering NIPT. Medisch Contact; 2014: 17: 12 13 14 15 16 17 18 19 1470-2. Brief van de Minister van VWS 27 juni 2016 aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal over nader standpunt health checks. Den Haag: SDU. Vergaderjaar 2015-2016, 32793, nr. 228. Gezondheidsraad. Behandelbaarheid. Den Haag: Gezondheidsraad, 2006; publicatienr. 2006/02. Tweede kamer der Staten-Generaal. Wet bevolkingsonderzoek. Memorie van Antwoord. Den Haag: SDU, 1991. Vergaderjaar 1990-1991, 21264, nr. 5. Gezondheidsraad. Wet bevolkingsonderzoek: de toetsing van vergunningaanvragen. Rijswijk: Gezondheidsraad, 1996; publicatienr. 1996/09. Levi M. Check-up. Medisch Contact; 2017: 13. Brief van de Minister van VWS 30 september 2016 aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal over opsporing familiaire hypercholesterolemie. Den Haag: SDU, 2017. Vergaderjaar 2016-2017, 32793, nr. 239. Brief van de Minister van VWS 18 september 2015 aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal over beantwoording Kamervragen over delen informatie over erfelijke ziekten. Den Haag: SDU. Vergaderjaar 2015-2016, nr. 77. Brief van de Minister van VWS 18 september 2015 aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal over Kamervragen over het informeren van familie bij erfelijke aanleg voor kanker. Den Haag: SDU. Vergaderjaar 2015-2016, nr. 76.

WBO: essentiële begrippen belicht pagina 17 van 18 20 21 22 23 24 25 26 Gezondheidsraad. Wet op het bevolkingsonderzoek: niet-invasieve prenatale test bij verhoogd risico op trisomie. Den Haag: Gezondheidsraad, 2013; publicatienr. 2013/35. Gezondheidsraad. Wet op het bevolkingsonderzoek: NIPT als eerste test voor de syndromen van Down, Patau en Edwards. Den Haag: Gezondheidsraad, 2016; publicatienr. 2016/10. Gezondheidsraad. Genetische screening. Den Haag: Gezondheidsraad, 1994; publicatienr. 1994/22. Gezondheidsraad. Wet bevolkingsonderzoek: knelpunten in de toepassing - voorstellen ter verbetering. Den Haag: Gezondheidsraad 2009; publicatienr. 2009/04WBO. Centrale Raad voor de Volksgezondheid. Het ontwerp van een wet op het bevolkingsonderzoek. Leidschendam: Ministerie van Volksgezondheid en Milieuhygiëne; 1978. 52. Maas PJ van der, Baan CA, Korfage IJ, Gevers JKM, Roscam Abbing HDC. Evaluatie Wet op het bevolkingsonderzoek. Den Haag: 2000: Reeks evaluatie regelgeving: deel 5. Tweede Kamer der Staten-Generaal. Regels betreffende bevolkingsonderzoek. Gewijzigde amendementen van het lid Vriens-Auerbach ter vervanging van die gedrukt onder Nr. 13. 21 264 19. Den Haag: SDU. Vergaderjaar 1991-1992, 21264, nr. 13.

De Gezondheidsraad, ingesteld in 1902, is een adviesorgaan met als taak de regering en het parlement voor te lichten over de stand der wetenschap ten aanzien van vraagstukken op het gebied van de volksgezondheid en het gezondheids(zorg)onderzoek (art. 22 Gezondheidswet). De Gezondheidsraad ontvangt de meeste adviesvragen van de bewindslieden van Volksgezondheid, Welzijn en Sport; Infrastructuur en Milieu; Sociale Zaken en Werkgelegenheid en Economische Zaken. De raad kan ook op eigen initiatief adviezen uitbrengen, en ontwikkelingen of trends signaleren die van belang zijn voor het overheidsbeleid. De adviezen van de Gezondheidsraad zijn openbaar en worden als regel opgesteld door multidisciplinaire commissies van op persoonlijke titel benoemde Nederlandse en soms buitenlandse deskundigen. U kunt het advies downloaden van www.gr.nl. Deze publicatie kan als volgt worden aangehaald: Gezondheidsraad. WBO: essentiële begrippen belicht. Den Haag: Gezondheidsraad, 2017; publicatienr. 2017/03. auteursrecht voorbehouden