Landschappelijk booronderzoek Schoten - Eksterdreef

Vergelijkbare documenten
Schoten Afkoppeling RWA Bloemendaal-DWA Jozef Jennesstraat (23.126) Programma van Maatregelen. Amsterdam 2017 VUhbs archeologie

Archeologie Deventer Briefrapport 27. November Controleboringen Cellarius - De Hullu (project 494)

Archeologisch booronderzoek voor het plangebied Ringbaan Noord-Maasstraat te Tilburg. Koen Hebinck

Archeologisch booronderzoek voor het plangebied Utrechtseweg 82 te Zeist. K oen Hebinck

Verkennend archeologisch booronderzoek voor Koningin Julianalaan 19 te Waalre. Koen Hebinck

Boutersem Kerkom Collector Molendries (21.021) Programma van Maatregelen. Amsterdam 2017 VUhbs archeologie

Ranst Vaartstraat, Pomuni Trade (gemeente Ranst)

RAAP België - Rapport 027 Rupelmonde Kleine Gaanweg, aanleg visvijver (gemeente Kruibeke)

Programma van maatregelen: Sint-Kwintens-Lennik (Lennik) Veldstraat

N76, Zwartberg, gemeente Genk

Averboodse Baan (N165), Laakdal

De Lusthoven 96, Kruisberghoeve, Arendonk

Poperinge - Afkoppeling Vleterbeek HB Programma van Maatregelen

Locatie OPZ, Stelenseweg, Geel

Beulakerweg 127 te Giethoorn, gem. Steenwijkerland (Ov.)

Programma van maatregelen: Londerzeel - Bloemstraat

Programma van maatregelen: Ekeren Bredestraat 57

Oude Amersfoortseweg 99 te Hilversum rapport 2022

Adviesdocument 768. Oranjerie landgoed Mattemburgh, gemeente Woensdrecht. Project: Projectcode: HOOM2. Opdrachtgever: Brabants Landschap

Programma van maatregelen: Waasmunster - Schrijbergstraat

Schiervelde te Roeselare (gem. Roeselare) Programma van Maatregelen

Toekomststraat, Hasselt

Kamerstraat te Hechtel (gem. Hechtel- Eksel) Programma van Maatregelen

Bijlage 1 Aanvullend advies archeologisch onderzoek, Wozoco Giessenburg, Neerpolderseweg 19, Giessenburg, Gemeente Giessenlanden

Bodemkundig onderzoek Meierend, Retie (B) J. Wijnen

Archeologisch booronderzoek Burgemeester De la Saussaye Briëtweg, De Wijk, gemeente De Wolden

Archeo-rapport 194 Het archeologisch vooronderzoek aan de Nachtegaalstraat te Koersel

6500 voor Chr. RAAP-NOTITIE 4478 Plangebied Noorderweg 27 te Noordwijk 3750 voor Chr. Gemeente Marum Archeologisch vooronderzoek: een verkennend veldo

Bouw van opslagtanks aan de Leon Bonnetweg te Antwerpen. Archeologienota. Programma van Maatregelen. E.N.A. Heirbaut M.J. Nicasie

Programma van maatregelen: Turnhout - Hoveniersstraat

Programma van maatregelen: Aalter Sint-Jozefstraat

Ede, Roekelse Bos (gem. Ede)

Dennenstraat te Eksel (gem. Hechtel-Eksel) Programma van Maatregelen

PROGRAMMA VAN MAATREGELEN AARTSELAAR LINDENBOSLAAN

Stationsplein (Beveren-Waas, Oost-Vlaanderen)

Plattebaan 2, Schijf gemeente Rucphen (NB).

Gegevens terrein 74 Id. Excel database 228, 227 en 226

Figuur 1. Resultaten onderzoek geprojecteerd op het Actueel Hoggtebestand Nederland (AHN).

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

30 sept OU

Programma van maatregelen: Muizen (Mechelen) - Spreeuwenhoek

ARCHEOLOGIENOTA. KNOKKE- HEIST KRAAIENNESTPLEIN (prov. WEST-VLAANDEREN) VERSLAG VAN RESULTATEN BUREAUONDERZOEK

Aanleg van parkeerplaats en regularisatie van tennisvelden. T.C. Wingfield, Vrouwvlietstraat 65, Mechelen. Programma van maatregelen. E.N.A.

HS Facilitair T.a.v. de heer H. Smits Pegbroekenlaan MP Veldhoven Utrecht, 11 februari 2016

Programma van maatregelen: Muizen (Mechelen) - Leemputstraat

Wildemanstraat te Elst. rapport 2766

Plangebied kapschuur aan de Holte 17 te Onstwedde

Boerderijstraat, Venetiëlaan, Spoor- Wegstraat en Politieke gevangenenstraat (gem. Harelbeke) Programma van maatregelen

Koning Albert I-laan 293 (Brugge, West-Vlaanderen)

Bouwen van een magazijn en regularisatie van parkeerplaatsen aan de Drijhoek 44 te Rijkevorsel. Programma van Maatregelen

Archeo-rapport 19 Het archeologische vooronderzoek aan de Herstappelstraat te Lauw

Vernieuwbouw WZC Zonnewende, Kapellen. Programma van Maatregelen. E.N.A. Heirbaut Met bijdrage van M.J. Nicasie

Archeo-rapport 4 Archeologisch vooronderzoek aan de Oude Tramweg te Munsterbilzen

Archeo-rapport 45 Het archeologisch vooronderzoek aan de Heibloemstraat te Meerhout

Transect-rapport Sevenum, Vinkepas 16. Gemeente Horst aan de Maas (L)

Aldi-Kattestraat te Sint-Truiden (gem. Sint-Truiden) Programma van Maatregelen

Archeologisch booronderzoek Eefselerweg 13a te Lievelde, gemeente Oost Gelre (GLD)

Nieuw Delft veld 3 en 8 (westelijk deel)

Archeologisch inventariserend veldonderzoek door middel van boringen bij Groot Bronswijk, Wagenborgen, gemeente Delfzijl (Gr.)

Bouw van opslagtanks aan de Beliweg te Antwerpen. Programma van Maatregelen. E.N.A. Heirbaut M.J. Nicasie

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

ARC HAEO LOG I CAL SOLUTIONS

Lijn 50A Brussel-Gent: verbetering waterhuishouding en langswerken, KP 34,6-36,8 Gemeente Lede en Sint-Lievens-Houtem

Archeologienota Baron Descampslaan 44 te Wijgmaal (Vlaams-Brabant).

Archeologienota:! de! bouw! van! een! stal! te! Groesaard! in! Poederlee!(gemeente!Lille)!! !!!!!!!!!!!!!!!!!!!

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

Programma van maatregelen: Kampenhout - Haachtsesteenweg

Advies Bouwlocatie Oranjestraat te Tubbergen, gem. Tubbergen

Zwijndrecht site INEOS, Project HUB. Programma van Maatregelen. E.N.A. Heirbaut M.J. Nicasie

ARCHEOLOGIENOTA. MELLE ROOTPUTTE (prov. 00ST-VLAANDEREN) PROGRAMMA VAN MAATREGELEN VOOR UITGESTELD VOOR- ONDERZOEK MET INGREEP IN DE BODEM

8 QUICKSCAN 2017 ARCHEOLOGIE KLAVER Gemeente Horst aan de Maas

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

Archeologienota: Het archeologisch bureauonderzoek aan de Hermansstraat te Werchter Annelies De Raymaeker

Programma van maatregelen: Gent Nieuwewandeling

Quick scan archeologie, gemeente Loon op Zand, Kaatsheuvel Van Heeswijkstraat / Horst

-Rapporten. Een archeologisch inventariserend veldonderzoek door middel van boringen aan de Glanerbruggeweg 75 te Enschede (O) ARC-Rapporten

Papendrecht, Westeind 25, gemeente Papendrecht (ZH). Archeologisch en cultuurhistorisch bureauonderzoek. Transect-rapport 528 (concept 1.

Plangebied Wytsmastraat te Burdaard Gemeente Ferwerderadiel Archeologisch vooronderzoek: een bureau- en inventariserend veldonderzoek

RAAP België - Rapport 85 Bouw twee handelspanden aan de Hendrik Consciencelaan (Waarschoot)

Programma van maatregelen: Bouwel (Grobbendonk) Vrijheidsstraat 5

Archeo-rapport 171 Het archeologisch vooronderzoek aan de Hazelereik te Tongeren

ARCHEOLOGIENOTA. KORTRIJK DRIE HOFSTEDEN (prov. WEST-VLAANDEREN) PROGRAMMA VAN MAATREGELEN

Heenvliet, Steenhoeck-Welleweg Gem. Bernisse (ZH.) Een Inventariserend Archeologisch Veldonderzoek. Steekproefrapport /11Z

ARCHEOLOGIENOTA PROGRAMMA VAN MAATREGELEN WUUSTWEZEL NOORDWATERINGSWEG

Macieberg (Oostkamp, West-Vlaanderen)

Colofon. ARC-Rapporten ARC-Projectcode 2009/741

Verkaveling De Bos te Heist-op-den- Berg (gem. Heist-op-den-Berg) Programma van Maatregelen

-Rapporten. Een archeologisch inventariserend veldonderzoek door middel van boringen voor het plangebied De Slaag te Maurik, gemeente Buren (Gld)

Archeo-rapport 51 Het archeologisch vooronderzoek aan de Heerstraat te Lovenjoel

Gemeente Bernheze Plangebied Ter Weer te Heeswijk-Dinther

RAPPORTEN VAN ERFPUNT CEL ONDERZOEK 26

Plan van Aanpak. PvA A I / Johan de Wittlaan 13 te Woerden (gemeente Woerden) 1

ARCHEOLOGIENOTA. MOERBEKE-WAAS FAZANTENLAAN (prov. OOST-VLAANDEREN) PROGRAMMA VAN MAATREGELEN

-Rapporten. Een waarderend archeologisch inventariserend veldonderzoek door middel van boringen aan de Wienboomweg 1 te Haelen, gemeente Leudal (L)

ARCHEOLOGIENOTA. ZOTTEGEM LEEUWERGEMSTRAAT (prov. OOST-VLAANDEREN) PROGRAMMA VAN MAATREGELEN

xxx Archeologisch Inventariserend Veldonderzoek door middel van verkennende boringen voor de locatie Oogenlust aan de Hees te Eersel, gemeente Eersel.

Heesch - Beellandstraat

PROGRAMMA VAN MAATREGELEN ZAVENTEM KLEINENBERGSTRAAT

Plan van Aanpak. Archeologisch vooronderzoek, bureau- en inventariserend veldonderzoek. gemeente Nieuwkoop

Transcriptie:

Landschappelijk booronderzoek Schoten - Eksterdreef Koen Hebinck Zuidnederlandse Archeologische Notities 482 Amsterdam 2017 VUhbs archeologie

De serie Zuidnederlandse Archeologische Notities is een uitgave van VUhbs archeologie, Amsterdam COLOFON Opdrachtgever: Aquafin Project: Schoten - Eksterdreef (23.126) Uitvoerder: VUhbs archeologie (OE/ERK/Archeoloog/2015/00004) Plaats documentatie: VUhbs archeologie Projectcode: 2017H154 Erkend archeoloog: Martijn Bink (OE/ERK/Archeoloog/2015/00005) Coördinaten: west: 159.485 / 217.370 noord: 159.536 / 217.420 oost: 159.574 / 217.377 zuid: 159.412 / 217.230 Provincie, gemeente: Antwerpen, Schoten Uitvoering: 28 juli 2017 Auteur: drs. K.A. Hebinck Illustraties: drs. K.A. Hebinck ISBN: 978-90-8614-449-5 Relevante thesaurithermen: landschappelijk booronderzoek VUhbs archeologie, Amsterdam, augustus 2017 De Boelelaan 1105 1081 HV Amsterdam 2

INHOUD 1 INLEIDING (BESCHRIJVEND GEDEELTE) 4 1.1 Kader en motivatie 4 1.2 Plangebied en geplande werkzaamheden 5 1.3 Archeologische voorkennis 5 1.4 Doelstelling van het onderzoek 7 1.5 Methode 7 2 ONDERZOEK (ASSESSMENT) 8 2.1 Methode en technieken 8 2.2 Resultaten 9 2.2.1 Bodemopbouw 9 2.2.2 Landschappelijke en archeologische betekenis 10 2.3 Conclusie en advies 10 2.4 Beantwoording onderzoeksvragen 11 2.5 Potentieel op kennisvermeerdering 11 2.6 Samenvatting gericht op een gespecialiseerd publiek 11 2.7 Samenvatting gericht op een niet-gespecialiseerd publiek 12 3 LITERATUUR 12 4 FIGURENLIJST 12 BIJLAGEN 1 Overzicht van archeologische perioden 2 Boorlijst projectcode 2017H154 3 Boorstaten projectcode 2017H154 4 Fotolijst projectcode 2017H154 5 Dagrapport 2017H154 28-7-2017 3

1 INLEIDING (BESCHRIJVEND GEDEELTE) 1.1 KADER EN MOTIVATIE In opdracht van waterzuiveringsbedrijf Aquafin heeft VUhbs archeologie een landschappelijk booronderzoek uitgevoerd voor een deel van het perceel B247m aan de Eksterdreef in Schoten (fig. 1.1. en 1.2). Dit terrein maakt onderdeel uit van het project Afkoppeling RWA Bloemendaal-DWA Jozef Jennesstraat (23.126) en zal in gebruik genomen worden voor grondverbetering. Tevens zal er een tijdelijke toegangsweg worden aangelegd. Door deze werken zullen de bodem en eventueel aanwezige archeologische resten worden verstoord. Het onroerend erfgoed decreet van 12 juli 2013, artikel 5.4.1 stelt dat bij de aanvraag van een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen met ingreep in de bodem in een plangebied dat niet gelegen is in een archeologische zone, opgenomen in de vastgestelde inventaris van archeologische zones of in een beschermde archeologische site, een archeologienota wordt toegevoegd wanneer de totale oppervlakte van de ingreep in de bodem 1000 m² of meer beslaat en de totale oppervlakte van de kadastrale percelen waarop de vergunning betrekking heeft 3000 m² of meer bedraagt. De oppervlakte van het terrein voor grondverbetering bedraagt 4.200 m 2 en de toegangsweg nog eens ca. 800 m 2. Hiermee worden de genoemde criteria overschreden. Het plangebied is niet gelegen in een zone waarin geen archeologische erfgoed meer te verwachten valt. Fig. 1.1. Schoten - Eksterdreef (23.126). Locatie van het plangebied op de topografische kaart. In inzet de locatie van Schoten in Vlaanderen. A Plangebied 4

1.2 PLANGEBIED EN GEPLANDE WERKZAAMHEDEN Het plangebied is gelegen in het bosgebied ten noorden van Schoten (fig. 1.1). Het betreft een onbebouwd terrein ten noorden van de Eksterdreef dat in gebruik is als grasland. De kadastrale gegevens zijn opgenomen in tabel 1.1 en figuur 1.2 Kadastrale gegevens Gemeente Schoten Afdeling 2, Sectie B Perceelnummer 247M (deel) Tabel 1.1. Schoten - Eksterdreef (23.126). Kadastrale gegevens. Aan de Eksterdreef zal een terrein voor grondverbetering worden ingericht met een oppervlakte van 4200 m 2. In deze zone zal de teelaarde verwijderd worden (diepte: ca. 30 à 40 cm). Daarna wordt geotextiel aangebracht. Het volledige pakket teelaarde wordt opzij gezet. Het terrein zal gebruikt worden voor het tijdelijk stockeren van gronden die uit de rioleringswerken voortvloeien. Vanaf de Eksterdreef zal een verbindingsweg naar dit terrein worden aangelegd met een lengte van ca. 150 meter en een oppervlakte van ca. 800 m 2. Het gebruik van deze zone als toegangsweg zal de top van de bodem ook verstoren. Voor een uigebreide beschrijving en tekeningen van de werkzaamheden voor het gehele project 23.126 wordt verwezen naar het bureauonderzoek. 1 1.3 ARCHEOLOGISCHE VOORKENNIS Het onderzoeksgebied aan de Eksterdreef is onderdeel van het project 23.126: Afkoppeling RWA Bloemendaal-DWA Jozef Jennesstraat. Hiervoor is in januari 2017 een bureauonderzoek uitgevoerd. 2 Uit dit bureauonderzoek is gebleken dat de ondergrond van het perceel aan de Eksterdreef wordt gevormd door de vroeg-pleistocene getijdenafzettingen die zijn afgedekt door eolische afzettingen uit het Weichselien behorende tot de Formatie van Gent. In deze afzettingen is een natte zandbodem met duidelijke ijzer en/of humus B horizont (Zeg) gevormd. Verder komen in de directe omgeving vooral matig droge tot matig natte zandbodems met duidelijke ijzer en/of humus B horizont (Zcg en Zdg) voor. Dit geeft aan dat het terrein voor grondverbetering in een relatief nat deel van het landschap ligt. Het plangebied zelf maakt geen deel uit van een CAI-locatie. In de directe nabijheid van het plangebied zijn wel meerdere meldingen bekend, voornamelijk van hoeves, lusthoven een kapel en een klooster uit de Middeleeuwen en Nieuwe Tijd. Het terrein aan de Eksterdreef staat op de Ferrariskaart geheel als bos aangegeven, dat systematisch door paden wordt doorsneden. Op de Popp-kaart, de Vandermaelenkaart en de Atlas der Buurtwegen zijn geen specificaties voor dit terrein aangegeven, maar het lijkt erop dat de parkachtige omgeving uit de 18de eeuw in de eeuwen daarna omgevormd wordt tot agrarisch (gras)land. Het terrein aan de Eksterdreef heeft potentie op archeologische kennisvermeerdering voor alle periodes. De eventueel aanwezige archeologische waarden worden hier bedreigd door de geplande werkzaamheden (impact). Verder onderzoek wordt dan ook nodig geacht, in eerste instantie in de vorm van een landschappelijk booronderzoek. Hieruit zal moeten blijken wat de beste vervolgstrategie is (archeologische boringen, proefsleuven of geen vervolg). 1 Pape/Hebinck 2017. 2 Pape/Hebinck 2017. 5

Fig. 1.2. Schoten - Eksterdreef (23.126). Het onderzoeksgebied op de kadasterkaart. 6

1.4 DOEL EN VRAAGSTELLING VAN HET ONDERZOEK Om de archeologische verwachting uit het bureauonderzoek te toetsen en met veldwaarnemingen te completeren, is onderzoek uitgevoerd om de bodemopbouw van het plangebied in kaart te brengen. De doelstellingen van dit onderzoek zijn: - de kartering van de aard, topografie, morfologie en conservering van het onderliggende pleistocene substraat, met inbegrip van de aanwezigheid van paleobodems; - de reconstructie van de sedimentaire en geomorfologische opbouw van de afdekkende Laatglaciale en Holocene sedimenten; - een reconstructie van de geomorfologische / sedimentaire ontwikkeling van het studiegebied. De vraagstellingen die centraal staan in dit onderzoek zijn: - hoe is de bodemopbouw? In hoeverre is er sprake van een intacte bodemopbouw? - is er een potentieel voor steentijdvindplaatsen? Op welk niveau bevinden deze zich en worden ze bedreigd door geplande werkzaamheden? - is er een potentieel voor sporensites? Op welk niveau kunnen deze zich bevinden en worden ze bedreigd door de geplande werkzaamheden? - is een vervolgonderzoek zinvol/noodzakelijk? En zo ja, in welke vorm? 1.5 METHODE De ideale methode om meer inzicht te krijgen in de actuele bodemopbouw binnen het plangebied is een landschappelijk booronderzoek. Deze methode is niet overdreven schadelijk en relatief snel uit te voeren (kosten-baten). Voorts is het zinvol aangezien dit informatie oplevert over de actuele bewaringstoestand van de bodem en daarmee de actuele archeologische verwachting. Op basis van de resultaten kan inzicht verkregen worden in de kans op aanwezigheid van steentijd artefactensites of sporensites uit latere perioden en kan uitspraak gedaan worden over welke zones in aanmerking komen voor vervolgonderzoek en welke niet. 7

2 ONDERZOEK ( ASSESSMENT) 2.1 METHODEN EN TECHNIEKEN Voor het landschappelijk booronderzoek zijn vijftien boringen gezet. De boringen zijn zoveel mogelijk geplaatst in een verspringend driehoeksgrid van 25 meter. Ter plaatse van de toegangsweg zijn de boringen gezet in één raai met een afstand van 25 meter tussen de boringen. De ligging van de boringen is weergegeven in figuur 2.1. De positie van de boringen is ingemeten met behulp van GPS. Voor het boren is gebruik gemaakt van een edelmanboor met een diameter van 7 cm. De boringen zijn doorgezet tot minimaal 25 cm in de onverstoorde afzettingen (C-horizont), tot een diepte van 100 tot 170 cm mv. De boringen zijn beschreven op basis van kleur, lithologie, bodemhorizonten en overige bodemkundige kenmerken en in het veld doorzocht op de aanwezigheid van archeologische indicatoren zoals aardewerkfragmenten, houtskool, natuursteen, verbrand leem en bot. Alle boorkernen zijn gefotografeerd. De beschrijving van de boorgegevens is digitaal vastgelegd met gebruikmaking van het software pakket Deborah2 v2.7b. 3 De boorstaten zijn weergegeven in bijlage 3. Fig. 2.1. Schoten - Eksterdreef (23.126). Boorpuntenkaart. A. Grens onderzoeksgebied; B. Boring met volgnummer (zwart) en dikte van de geroerde bovenlaag in cm (rood); C. Bebouwing; D. Wegen; E. Kadastrale perceelsgrenzen. 3 RAAP 2006. 8

2.2 RESULTATEN 2.2.1 BODEMOPBOUW De bodem ter plaatse van de geplande toegangsweg (boring 1 t/m 6) bestaat aan de top uit een 70 tot 105 cm dik geroerd pakket dat vooral bestaat uit donkergrijsbruin, zwak humeus, fijn zand. In boring 1 is tussen 20 en 40 cm mv een laag opgebracht geel zand aanwezig. De basis van dit geroerde pakket is veelal lichter en gevlekt (fig. 2.2). In boring 5 en 6 zijn aan de basis lichtgrijze en donkerbruine vlekken/brokken te zien. Dit zijn de restanten van een vergraven humuspodzolbodem. In de boringen aan de oostelijke rand van het terrein dat in gebruik genomen zal worden voor het tijdelijk stockeren van gronden en vervolgens grondverbetering (boring 7-9 en 12) is de top van het bodemprofiel vergelijkbaar met de boringen ter plaatse van de toegangsweg. De geroerde bovengrond heeft hier een dikte van 80 tot 110 cm en bestaat ook uit donkergrijs tot Fig. 2.2. Schoten - Eksterdreef (23.126). Boring 5. donkergrijsbruin, zwak humeus zand met daaronder een lichtere, gevlekte laag. In de overige boringen op het terrein voor grondverbetering (boring 10, 11 13-15) heeft de geroerde bovengrond een iets andere opbouw. Hier is aan de tot een 45 tot 80 cm dikke laag opgebracht, matig fijn, grijs zand met schelpenfragmenten aanwezig (fig. 2.3). Hieronder is nog een gevlekte, verstoorde laag aanwezig. De geroerde bovengrond heeft daarmee in dit deel van het plangebied een dikte die ligt tussen de 90 (boring 15) en 135 cm (boring 14). Fig. 2.3. Schoten - Eksterdreef (23.126). Boring 13. 9

Onder de geroerde bovengrond is in boring 7 nog een geelbruine laag aanwezig die naar onderen toe geleidelijk geler wordt (fig. 2.4). Dit betreft nog een restant van een ijzer-b-horizont (Bs-horizont). In de overige boringen gaan de geroerde bovenlagen met een scherpe grens abrupt over in de C- horizont die bestaat uit licht(grijs)groen tot donkergeel zand. Vooral ter plaatse van de toegangsweg in het zuidelijke deel van het onderzoeksgebied is het zand onder de geroerde bovenlagen geler en zijn hierin ook roestvlekken te zien. In het noordelijke deel is dit grijzer en is al dicht onder de bovengrond groen(grijs) zand aanwezig. Fig. 2.4. Schoten - Eksterdreef (23.126). Boring 7. 2.2.2 LANDSCHAPPELIJKE EN ARCHEOLOGISCHE BETEKENIS Uit de boringen blijkt dat binnen het onderzoeksgebied sprake is van een 70 tot 135 cm dikke geroerde bovengrond. Dit pakket bestaat deels uit opgebrachte grond. Dit is vooral duidelijk het geval in het grootste deel van het terreindeel dat in gebruik genomen zal worden voor grondverbetering, waar een pakket scherp zand met schelpengruis aanwezig is. Dis zal dan ook een recent opgebracht pakket grond zijn. Echter, ook in het oosten van het terrein voor grondverbetering en ter plaatse van de geplande toegangsweg bestaat de geroerde bovengrond uit deels opgebrachte grond. Alleen in boring 2 is hierin een geringe hoeveelheid baksteen aangetroffen. Hierdoor kan geen goed beeld verkregen worden van de aard en ouderdom van dit pakket. Er is echter geen sprake van een plaggendek en het betreft waarschijnlijk een pakket dat is ontstaan is na de 18 de eeuw toen het gebied is omgevormd van bos naar agrarisch (gras)land. Alleen in boring 7 is onder de geroerde bovengrond nog een restant van een ijzer-b-horizont waargenomen. In de overige boringen gaat de bovengrond direct over in de C-horizont. In boring 5 en 6 zijn nog wel de restanten van een vergraven humuspodzolbodem waargenomen. Hieruit is af te leiden dat waarschijnlijk in een groter deel van het onderzoeksgebied een dergelijk bodemtype aanwezig was, maar dat deze geheel is opgenomen in de geroerde bovenlagen. Dit betekent dat niet gesproken kan worden over een volledig intact natuurlijk bodemprofiel en dat daarmee de kans dat er nog archeologische resten uit de steentijden in situ aanwezig is, laag wordt geacht. De aanwezigheid van resten van sporensites uit de latere perioden kan niet geheel worden uitgesloten. Deze worden verwacht direct onder de geroerde bovenlaag verwacht. De grootste kans hierop is aanwezig rondom boring 7 en ook boring 5 en 6, waar de bodem iets minder diep verstoord is. In het zuidelijke en vooral noordelijke deel van het onderzoeksgebied lijkt het oorspronkelijke bodemprofiel verder afgetopt te zijn en zullen, voor zover aanwezig, alleen de diepere sporen nog bewaard gebleven zijn. 10

De natuurlijke afzettingen bestaan aan de top uit een laag goed gesorteerd, fijn zand. Dit zijn de eolische afzettingen uit het Laat-Glaciaal (de laatste fase van het Weichselien). De aanwezigheid van de (groen)grijze zanden direct onder bovenlagen in het noordelijke deel van het onderzoeksgebied in vergelijking met de gele zanden met roestvlekken in het zuidelijke deel, duidt op nattere omstandigheden in dit noordelijke deel. Hiermee zal het noorden van het onderzoeksgebied waarschijnlijk minder geschikt/aantrekkelijk geweest zijn voor bewoning ten opzichte van het zuidelijke deel. 2.3 CONCLUSIE EN ADVIES Voor het plangebied is een landschappelijk booronderzoek uitgevoerd om een beter zicht te krijgen op de landschappelijke situatie en bodemopbouw ter plaatse en het op basis van het bureauonderzoek opgestelde verwachtingsmodel met veldwaarnemingen te completeren. Dit landschappelijk booronderzoek is uitgevoerd voor het deel van perceel B247m waar grondverbetering zal plaatsvinden en ter plaatse van de toegangsweg. Uit het landschappelijk booronderzoek is gebleken dat het plangebied ligt op de eolische dekzanden uit het Weichselien, waarin waarschijnlijk binnen het gehele plangebied een humuspodzolbodem is gevormd. Het natuurlijke bodemprofiel is echter in belangrijke mate afgetopt en in slechts één boring (boring 7) is nog een restant van deze bodem aanwezig in de vorm van een ijzer-b-horizont. Hierdoor zullen binnen het plangebied geen artefactenvindplaatsen uit de Steentijd in situ aanwezig zijn. De aanwezigheid van resten van sporensites uit de periode vanaf het Neolithicum onder de geroerde bovenlagen kan echter niet uitgesloten worden. De grootste kans hierop is aanwezig ter plaatse van de toegangsweg en in het zuidelijke deel van het terrein voor grondverbetering door de relatief drogere omstandigheden. Echter ook in het noordelijke deel van het plangebied kan de aanwezigheid van archeologische sporen in de ondergrond niet geheel worden uitgesloten. Een deel van het perceel B247m aan de Eksterdreef zal in gebruik genomen worden voor grondverbetering en het tijdelijk stockeren van gronden. Hiervoor zal de bodem tot een diepte van 30 à 40 cm worden verstoord Tevens zal een tijdelijke toegangsweg worden aangelegd. De mogelijk aanwezige archeologische sporen en/of resten worden verwacht direct onder de geroerde bovengrond, vanaf een diepte van 70 à 135 centimeter onder het huidige maaiveld. Rekening houdend met een bufferzone van 30 cm betekent dit dat de geplande werken geen impact hebben op de mogelijk aanwezige archeologische sporen en/of resten. Hierdoor wordt vervolgonderzoek niet noodzakelijk geacht. 2.4 BEANTWOORDING ONDERZOEKSVRAGEN - Hoe is de bodemopbouw? In hoeverre is er sprake van een intacte bodemopbouw? De bodem binnen het plangebied bestaat uit een 70 tot 135 cm dikke, geroerde en deels opgebracht bovengrond. De natuurlijke ondergrond wordt gevormd door de eolische afzettingen uit het Weichselien. In slechts één boring (boring 7) is nog een restant van een humuspodzolbodem aanwezig in de vorm van een ijzer-b-horizont. In de overige boringen gaat de bovengrond direct over in de C- horizont, waarbij in twee boringen nog wel de restanten van een vergraven podzolbodem in het vergraven pakket waarneembaar zijn. Hieruit blijkt dat het natuurlijke bodemprofiel waarschijnlijk is afgetopt en dat de top is opgenomen in de bovengrond. 11

- Is er een potentieel voor steentijdvindplaatsen? Op welk niveau bevinden deze zich en worden ze bedreigd door geplande werkzaamheden? Doordat de top van het natuurlijke bodemprofiel is verdwenen en opgenomen in de recent verstoorde bovenlaag, worden binnen het plangebied geen resten van steentijdvindplaatsen in situ (meer) verwacht. - Is er een potentieel voor sporensites? Op welk niveau kunnen deze zich bevinden en worden ze bedreigd door de geplande werkzaamheden? Binnen het plangebied kunnen nog wel resten van sporensites aanwezig zijn. De mogelijk aanwezige resten en/of sporen kunnen direct onder de recent geroerde bovenlagen, in de top van de onverstoorde, natuurlijke afzettingen verwacht worden. Doordat de top van de onverstoorde afzettingen en daarmee de mogelijk aanwezige archeologische resten en/of sporen op een diepte van 70 tot 135 cm onder het huidige maaiveld aanwezig zijn en de geplande verstoringen een diepte hebben van 30 à 40 cm, worden de archeologische waarden, rekening houdend met een bufferzone van 30 cm, niet bedreigd door de voorgenomen werken. - Is een vervolgonderzoek zinvol/noodzakelijk? En zo ja, in welke vorm? Doordat de mogelijk aanwezige archeologische resten en/of sporen niet bedreigd worden door de voorgenomen werken, wordt vervolgonderzoek niet noodzakelijk geacht. 2.5 POTENTIEEL OP KENNISVERMEERDERING Het landschappelijk booronderzoek heeft aangetoond dat in het plangebied geen potentieel aanwezig is op kennisvermeerdering met betrekking tot resten van steentijd artefactensites. Het gehele plangebied heeft nog wel een potentieel voor restanten van sporensites uit latere perioden. Doordat deze resten niet bedreigd worden door de voorgenomen werken, zal vervolgonderzoek niet noodzakelijk zijn. 2.6 SAMENVATTING Een deel van perceel D247m aan de Eksterdreef te Schoten met een oppervlakte van ca. 4200 m² zal gebruikt worden voor het tijdelijk stockeren van gronden die uit de rioleringswerken voortvloeien en in gebruik genomen worden voor grondverbetering. Daarnaast zal vanaf de Eksterdreef over een lengte van ca. 150 m en een oppervlakte van 800 m 2 een toegangsweg worden aangelegd. In aanvulling op het bureauonderzoek is een landschappelijk booronderzoek uitgevoerd om de bodemopbouw en de verstoringen in kaart te brengen. Hieruit is gebleken dat sprake is van een 70 tot 135 cm dikke geroerde bovengrond en dat het natuurlijke bodemprofiel tot beperkte diepte is afgetopt. In slechts één boring is een restant van een ijzer-b-horizont aangetroffen. Dit betekent dat binnen het plangebied geen resten van artefactenvindplaatsen uit de Steentijd in situ verwacht worden. Onder de geroerde bovenlagen kunnen nog wel resten van sporensites uit de periode vanaf het Neolithicum verwacht worden. Doordat de geplande bodemverstoringen beperkt blijven tot een diepte van 30 à 40 cm, worden de mogelijk aanwezige archeologische resten en/of sporen niet bedreigd door de voorgenomen werken en wordt vervolgonderzoek niet noodzakelijk geacht. 12

3 LITERATUUR RAAP, 2007: Deborah2, v2.7, Amsterdam. Pape, H/K.A. Hebinck, 2017: Schoten Afkoppeling RWA Bloemendaal-DWA Jozef Jennesstraat (23.126); Bureauonderzoek/Archeologienota, Amsterdam (Zuidnederlandse Archeologische Notities 422). 4 FIGURENLIJST Figuur Type Onderwerp Aanmaakschaal Aanmaakwijze Datum nummer 1.1 topografische kaart ligging onderzoeksgebied 1:50.000 digitaal 10-8-2017 1.2 kadasterkaart locatie onderzoeksgebied 1:2.500 digitaal 10-8-2017 2.1 boorpuntenkaart ligging van boringen 1:2.000 digitaal 10-8-2017 2.2 foto boorkern boring 5 - digitaal 28-7-2017 2.3 foto boorkern boring 13 - digitaal 28-7-2017 2.4 foto Boorkern boring 7 - digitaal 28-7-2017 13

BIJLAGE 1 OVERZICHT VAN ARCHEOLOGISCHE PERIODEN begin einde periode 1789 na Chr. - heden Nieuwste Tijd 1500 na Chr. - 1789 na Chr. Nieuwe Tijd 1200 na Chr. - 1500 na Chr. Late Middeleeuwen 900 na Chr. - 1200 na Chr. Volle Middeleeuwen 430/450 na Chr. - 900 na Chr. Vroege Middeleeuwen 275 na Chr. - 430/450 na Chr. laat-romeinse tijd 69 na Chr. - 275 na Chr. midden-romeinse tijd 57 voor Chr. - 69 na Chr. vroeg-romeinse tijd 250 voor Chr. -57 voor Chr. Late IJzertijd 475/450 voor Chr. -250 voor Chr. Midden IJzertijd 800 voor Chr. -475/450 voor Chr. Vroege IJzertijd 1050 voor Chr.-800 voor Chr. Late Bronstijd 1800/1750 voor Chr.-1050 voor Chr. Midden Bronstijd 2000/2100 voor Chr.-1800/1750 voor Chr. Vroege Bronstijd 5300 voor Chr. -2000 voor Chr. Neolithicum 9500 voor Chr. -5300 voor Chr. Mesolithicum tot 9500 voor Chr. Paleolithicum 14