STATUUT MEDEZEGGENSCHAP LEERRIJK! Versie 1-1-2014 In werking 1-3-2014 Geldig tot 1-1-2016
PREAMBULE Het bestuur van Leerrijk! en de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad van de volgende scholen: Het Zilverlicht, s.b.o. Basisschool Teresia Basisschool de Blokkendoos Basisschool Jacinta Basisschool de Hooght Basisschool Besoyen Basisschool de Lage Weijkens Basisschool de Vaert Basisschool KlimOp Basisschool Theresia Basisschool Meerdijk Basisschool Pater van der Geld Basisschool Pieter Wijten Basisschool Baardwijk Basisschool de Kinderboom Basisschool de Vrijhoeve hebben overlegd over de toepassing van de W.M.S. Ze hebben daarbij hun verwachtingen uitgesproken over de mogelijkheden die deze wet biedt ter versterking van de onderlinge communicatie en het formele overleg over alle aangelegenheden in en rond de school die van belang zijn voor directie, ouders, leerlingen en personeelsleden. Het bestuur en de G.M.R. leggen hierbij hun visie op de medezeggenschap vast en maken concrete afspraken over de communicatie over en weer en de informatieverstrekking aan alle bij de school betrokken personen, zoals hierna vermeld. De Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad heeft met tenminste tweederde meerderheid ingestemd met dit medezeggenschapsstatuut. Het medezeggenschapsstatuut ging in op 1-2-2008, deze revisie is vastgesteld op 1-1-2014. Dit statuut is gebaseerd op een door de projectgroep WMS vervaardigd model. VISIE In Leerrijk! is medezeggenschap naast een wettelijke verplichting ook een vanzelfsprekendheid. Het besef dat we samen voor dezelfde zaak staan is sterk aanwezig. Medezeggenschap gaat voor ons dan ook verder dan het op verzoek van het bestuur verlenen van instemming of het geven van advies. Proactief meedenken en actief deelnemen aan beleidsvorming zijn eveneens aan de orde. Daarbij kan het initiatief van beide kanten komen. Het gegeven dat dit voor de formele positie van de g.m.r. lastig kan zijn (je beslist immers over je eigen product) is erkend en daar wordt geen misbruik van gemaakt. Statuut medezeggenschap Leerrijk! 1-1-2014 2
HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN ARTIKEL 1 BEGRIPSBEPALINGEN a. wet: de Wet medezeggenschap op scholen (Stbl 2006, 658) b. bevoegd gezag: het bestuur van Leerrijk! c. G.M.R.: de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad van Leerrijk! d. M.R.: de medezeggenschapsraad van een school e. organisatie: de gehele onderwijsinstelling (bestuur, directie en scholen) f. geleding: de gezamenlijke leden in de G.M.R., behorende tot de groep personeel of de groep ouders g. statuut: het medezeggenschapsstatuut. ARTIKEL 2 AARD EN WERKINGSDUUR 1. Het statuut treedt in werking op 1-1-2014 en heeft een werkingsduur van twee jaar. 2. 4 maanden voordat de termijn in het voorgaande lid is afgelopen treden de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad en het bevoegd gezag in overleg over het evalueren, actualiseren en bijstellen van het statuut. 3. Bevoegd gezag en G.M.R. kunnen voorstellen doen tot wijziging van het statuut ongeacht het verloop van genoemde termijn. 4. Een voorstel van het bevoegd gezag tot wijziging van het statuut behoeft de instemming van tweederde meerderheid van de leden van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad. HOOFDSTUK 2 INRICHTING VAN DE MEDEZEGGENSCHAP ARTIKEL 3 GEMEENSCHAPPELIJK MEDEZEGGENSCHAPSRAAD 1. Bij Leerrijk! is een G.M.R. ingesteld. 2. De G.M.R. bestaat uit 6 leden gekozen uit de personeelsgeledingen van de medezeggenschapsraden van de onder het bestuur staande scholen en 6 leden gekozen uit de oudergeledingen van de medezeggenschapsraden van de onder het bestuur staande scholen. 3. Het bevoegd gezag voert besprekingen met de G.M.R. of met een geleding van de G.M.R. ARTIKEL 3.1 MEDEZEGGENSCHAPSRAAD 1. Aan elke school is een medezeggenschapsraad verbonden. 2. Deze raad wordt rechtstreeks uit en door de geledingen van de desbetreffende school gekozen. 3. Het reglement van de raad bepaalt de samenstelling en de bevoegdheden. HOOFDSTUK 3 INFORMATIEVOORZIENING ARTIKEL 4 INFORMATIE VAN HET BEVOEGD GEZAG AAN DE (G)MR EN DE GELEDINGEN 1. Jaarlijks verschaft het bevoegd gezag schriftelijk ten minste de volgende informatie aan de (G).M.R.: a. de begroting van de organisatie en bijbehorende beleidsvoornemens op financieel, organisatorisch en onderwijskundig gebied. Indien gewenst wordt inzage gegeven in de berekening die ten grondslag ligt aan de overheidssubsidie; b. aan het begin van het schooljaar de gegevens met betrekking tot: de samenstelling van het bevoegd gezag (aan g.m.r.); de organisatie binnen de school (directeur aan m.r.); Statuut medezeggenschap Leerrijk! 1-1-2014 3
het managementstatuut (via beleidsboek); de hoofdpunten van het reeds vastgestelde beleid (via beleidsboek); c. voor 1 juli: het jaarverslag (inclusief de jaarrekening) van de organisatie. 2. Tijdig ontvangt de (G)medezeggenschapsraad, al dan niet gevraagd, alle inlichtingen die deze voor de vervulling van zijn taak redelijkerwijze nodig heeft. Daartoe behoren in ieder geval: a. de uitgangspunten die het bevoegd gezag hanteert bij de uitoefening van zijn bevoegdheden; b. elk oordeel van de klachtencommissie waarbij de commissie een klacht gegrond heeft geoordeeld en over de eventuele maatregelen die het bevoegd gezag naar aanleiding van dat oordeel zal nemen. 3. De informatie wordt conform de toepasselijke bepalingen in de reglementen op een zodanig tijdstip verstrekt, dat alle leden van de (G).M.R. een redelijke tijd voor de vergadering kennis kunnen nemen van de stukken, en zo nodig deskundigen kunnen raadplegen. 4. Indien het bevoegd gezag een voorstel voor advies of instemming voorlegt aan een geleding van de G.M.R., wordt dat voorstel gelijktijdig ter kennisneming aan de andere geleding van de G.M.R. aangeboden. ARTIKEL 5 WIJZE WAAROP HET BEVOEGD GEZAG INFORMATIE VERSCHAFT 1. Het bevoegd gezag stelt de in het voorgaande artikel bedoelde informatie conform het daarover bepaalde in het reglement in ieder geval schriftelijk, en zo mogelijk eveneens langs digitale weg, voorzien van een korte samenvatting van de inhoud (reader) ter beschikking aan de (G).M.R. 2. Alle verkregen informatie is in principe openbaar. ARTIKEL 6 WIJZE WAAROP DE (G)MR INFORMATIE VERSTREKT EN ONTVANGT 1. De (G).M.R. en zijn geledingen informeren hun achterban in de regel binnen 3 weken na de vergadering over hetgeen er is besproken in de (G)MR of in het overleg met het bevoegd gezag. 2. De secretaris van de G.M.R. informeert de overige leden over alle binnengekomen brieven en reacties, en beslist in overleg met de voorzitter of een reactie moet worden gegeven. 3. De vergaderingen van de (G).M.R. zijn in principe openbaar. 4. Alle informatie wordt in principe schriftelijk langs digitale weg verstrekt. 5. De g.m.r. voorzitter nodigt een maal per jaar de voorzitters van de m.r. uit voor overleg. ARTIKEL 7 COMMUNICATIE BINNEN DE ORGANISATIE De volgende uitspraken zijn binnen Leerrijk! van toepassing: 1. De leden van m.r. en g.m.r., de Raad van Toezicht en de leden van het College van Bestuur spannen zich, vanuit het besef dat eenieder vanuit een eigen verantwoordelijkheid werkt aan hetzelfde doel, maximaal in om elkaar gevraagd en ongevraagd te informeren over voor deze geledingen van belang zijnde zaken. 2. De directeur van de school onderhoudt namens het bestuur de contacten met de m.r. Tevens draagt de directeur zorg voor het tijdig verstrekken van de door de m.r. voor de uitvoering van haar taak benodigde stukken en informatie. 3. De voorzitter van het College van Bestuur onderhoudt namens het bestuur het contact met de g.m.r. en indien daarom wordt verzocht het contact met de m.r. Tevens draagt deze zorg voor het tijdig verstrekken van de door de g.m.r. voor de uitvoering van haar taak benodigde stukken en informatie. Gezien de taakverdeling binnen het College van Bestuur zal het tweede lid van het College van Bestuur in de regel tijdens contacten eveneens aanwezig zijn. Statuut medezeggenschap Leerrijk! 1-1-2014 4
4. Op verzoek bespreekt het College van Bestuur zaken met g.m.r. en m.r. 5. Verzoeken om instemming en advies worden schriftelijk aan m.r. en g.m.r. aangeboden. Daarbij wordt geduid welke achtergrond de verzoeken hebben en, indien van toepassing, ook wat de aanpassingen ten opzichte van eerdere versies zijn. 6. Besluitvorming door m.r. en g.m.r. inzake instemming en advies wordt schriftelijk kenbaar gemaakt. 7. M.r. en g.m.r. informeren hun achterban schriftelijk (via de agenda, notulen en bijhorende vergaderstukken) en mondeling (via hun vertegenwoordigers) over in de g.m.r. besproken zaken. Bovendien maakt men een jaarverslag over de ondernomen activiteiten. 8. Daar waar mogelijk wordt informatie digitaal verstrekt. 9. Op het de website van Leerrijk! wordt voor de g.m.r. een afdeling ingericht die gebruikt kan worden als archief en communicatiemogelijkheid. HOOFDSTUK 4 FACILITEITEN ARTIKEL 8 FACILITEITEN AFGESPROKEN IN ONDERLING OVERLEG 1. De (G).M.R. kan gebruik maken van voorzieningen waarover het bevoegd gezag beschikt en die de (G).M.R. redelijkerwijs nodig heeft voor de vervulling van zijn taak. 2. De kosten voor de medezeggenschapsactiviteiten, met inbegrip van het bijwonen van vergaderingen van de (G).M.R. zelf, worden bekostigd uit de jaarlijkse bijdrage aan de m.r. en g.m.r. zoals deze in de CAO vastgesteld is. Onder deze activiteiten worden mede begrepen: a. scholing van de leden van de (G).M.R. b. het inhuren van deskundigen c. het voeren van rechtsgedingen d. het informeren en raadplegen van de achterban 3. De personeelsleden in de G.M.R. krijgen voor het uitvoeren van deze taak het in de CAO vastgestelde aantal uren beschikbaar binnen hun taakbeleid, daarnaast stelt de g.m.r. een onkostenvergoeding vast. 4. Ten aanzien van de faciliteiten voor de ouderleden zijn de volgende afspraken gemaakt: -de g.m.r. stelt een regeling vast waarin onkostenvergoedingen voor bv. reis- en kopieerkosten vastgesteld worden. Statuut medezeggenschap Leerrijk! 1-1-2014 5