Intrekken van de Leegstandsverordening 2011 en vaststellen van de Leegstandsverordening Amsterdam 2016 (nr. 353/1410)

Vergelijkbare documenten
Datum ondertekening Bron bekendmaking Gemeenteblad , nr

Model Leegstandverordening

Leegstandverordening Maassluis 2017.

Leegstandverordening. Leegstandverordening gemeente Schiedam 2017

GEMEENTEBLAD. Nr

Naar aanleiding van de discussie zegt de wethouder het volgende toe: - hij zal na twee jaar een tussenevaluatie uitvoeren;

Datum vergadering Omschrijving agendapunt Voorstel tot vaststellen van de Leegstandverordening Sluis Portefeuillehouder

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Gezien de voordracht van burgemeester en wethouders van 6 juni 2017 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 648);

Verordening doelgroepen woningbouw Amsterdam 2019 Datum van publicatie: 24 mei 2019, Gemeenteblad 2019,

op 13 december 2016 heeft het college de ontwerp Leegstandsverordening Schiedam vastgesteld en

VAN ELKAAR LEREN ELKAAR INSPIREREN SAMEN INNOVEREN

Wijziging Uitvoeringsinstructie 12 Tijdelijke Verhuur naar aanleiding van de wijzigingen in de Leegstandwet d.d. 1 juli 2013(3B, 2014, 179)

CONCEPT Verordening doelgroepen woningbouw Diemen 2019

Concept verordening doelgroepen woningbouw Uithoorn 2019

Uitvoeringsinstructie 12

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

VERORDENING INDIVIDUELE INKOMENSTOESLAG 2015

Aanvraag vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte. (Lees voor u dit formulier invult eerst de toelichting)

Vaststellen van de bijzondere subsidieverordening ondersteuning stadsdeelcommissies. (2017, nr. 362/1455)

wetten.nl - Regeling - Regeling formulieren Leegstandwet - BWBR

Uitvoeringsbesluit kamerverhuur Hellevoetsluis 2012:

Uitvoeringsbesluit kamerverhuurpanden Voorne Putten 2014

Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2018

Aanvraag vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte. Plaatselijk bekend: Naam en voorletters: Straat en huisnummer:

Gemeenteblad van Zaltbommel 2010 Nr. 6.1

Gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a. en b. van de Gemeentewet en artikel van de Wet Milieubeheer; b e s l u i t:

CVDR. Nr. CVDR614888_1

huisvestingsverordening kamerbewoning Lith Dienst/afdeling SLWE

Verordening Individuele inkomenstoeslag 2015 gemeente Woudenberg. gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 11 november 2014;

GEMEENTEBLAD. Vastgestelde verordening - Verordening Individuele Inkomenstoeslag Participatiewet gemeente Zoeterwoude 2015

Subsidieverordening duurzaam bouwen op bedrijventerreinen gemeente Borsele 2014

GEMEENTEBLAD. Officiële uitgave van gemeente Staphorst. gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 4 november 2014;

Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Smallingerland gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 12 november 2014;

GEMEENTEBLAD. gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 8 november 2016;

Verordening individuele inkomenstoeslag

Gemeente Zwolle, bekendmaking verordening Bedrijveninvesteringszone Binnenstad 2017

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zutphen,

Aanvraag vergunning tijdelijke verhuur leegstaande woonruimte

BELEIDSREGEL NIET-ZELFSTANDIGE WOONRUIMTEN (KAMERVERHUUR)

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 11 november 2014;

Verordening op de heffing en de invordering van belastingen op roerende woon- en

Hoofdstuk 1. Begripsomschrijvingen en informatieverstrekking

Verordening op de heffing en invordering van reclamebelasting Prinsenbeek.

Budget: Hiervoor is in de programmabegroting van 2018 een bedrag opgenomen van ,-.

Sector : III Nr. : 98

AANVRAAG VERGUNNING TOT TIJDELIJKE VERHUUR VAN LEEGSTAANDE WOONRUIMTE

Toelichting op de Brandbeveiligingsverordening 2010

Aanvraag vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte

Jaar: 2009 Nummer: 107 Besluit: B&W 24 november 2009 Gemeenteblad BELEIDSREGEL AANPAK ILLEGAAL PLAKKEN HELMOND 2009

AANVRAAG VERGUNNING TOT TIJDELIJKE VERHUUR VAN LEEGSTAANDE WOONRUIMTE AMERSFOORT. 1 Betreft Woning Gebouw. Burger service nummer:

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van: 11 november 2014;

Beleidsregels Leegstandwet

AANVRAAG VERGUNNING TOT TIJDELIJKE VERHUUR VAN LEEGSTAANDE WOONRUIMTE

nieuwsbrief onroerend goed jaargang 2010, nr. 2

gelet op artikel 24, zesde lid, van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme;

Gemeente Amsterdam Gemeenteraad Gemeenteblad Raadsbesluit R

Datum Van Steller Aan. Verordening op de heffing en de invordering van rioolheffing /306654

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

De voorliggende modelregeling is, gezien het tijdelijk karakter (tot de inwerkingtreding van de amvb) terughoudend van aard.

AANVRAAG VERGUNNING TOT TIJDELIJKE VERHUUR VAN LEEGSTAANDE WOONRUIMTE. In te vullen door Gemeente Gemeentenummer :

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam,

2. Aanwijzing van beschermde gemeentelijke cultuurgoederen en verzamelingen

o Onderwerp: Beleidsregel verkoop en verhuur reststroken gemeente Overbetuwe gemeente Overbetuwe 2016

Geconsolideerde Verordening individuele inkomenstoeslag participatiewet gemeente Oegstgeest 2015

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 21 november 2017 b e s l u i t : Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Subsidieregeling Onderwijs en Kinderopvang Weert 2017

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

*Z033732B8C5* gelet op artikel 8, eerste lid, aanhef en onderdeel b, en tweede lid, van de Participatiewet;

Raadsvoorstel. HERZIENE VERSIE: zie toegevoegde tekst onder Nota van Wijziging

Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Midden-Delfland 2015

Aanwijzing tijdelijke algemene overlastgebieden

BELEIDSREGELS BESTUURLIJKE BOETE WWB, IOAW EN IOAZ GEMEENTE ZEEVANG

Beleidsregels WWB/IOAW/IOAZschriftelijke. verminderde verwijtbaarheid gemeente Tholen 2013

Huisvestingsverordening Papendrecht 2005

Reclameverordening gemeente Utrecht 2017

1. Betreft Woning Gebouw Adres: Postcode en plaats:

Gemeenteblad van Zaltbommel 2009 Nr. 4.13

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Breda houdende regels omtrent taxi s Taxiverordening Breda

Rectificatie Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Enkhuizen 2015

Naam Verordening verbetering toegankelijkheid openbare gebouwen 2013

Artikel 2 De informatieverstrekking aan inburgeringsplichtigen en vrijwillige inburgeraars

Krimpen en snel een beetje! Tips, tricks en tools. Iskander Haverkate Anneke Franken van Bloemendaal Hans Koolen

besluit van de gemeenteraad

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 28 november 2017, nr.; 46/4, reg. nr. INTB ;

gelet op artikel 24, zesde lid, van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme;

Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Beverwijk Documentnummer INT

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van [datum en nummer];

Dienst en afd. Beleidsontwikkeling / Maatschappelijke ontwikkeling / Team Cultuur, Wonen en Diversiteit

gelet op het bepaalde in artikel 8, eerste lid, aanhef en onderdeel b en tweede lid van de Participatiewet;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 27 oktober 2015, met kenmerk AP020, raadsstuk 15bb8495;

Raadsbesluit. vast te stellen de volgende. Verordening op de woning- en kamerbemiddelingsbureaus Hoofdstuk 1. Algemeen. 1. Begripsbepalingen.

Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuur Gemeente Krimpen aan den IJssel 2016

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d ;

Gelet op het bepaalde in de artikelen 147 en 149 van de Gemeentewet en titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht;

Handhavingsverordening PARTICIPATIEWET, IOAW, IOAZ en Bbz gemeente Groesbeek gemeente Groesbeek 2015

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 24 maart 2015 ; Subsidieverordening Maatschappelijk Innovatiefonds gemeente Ommen

Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Oldambt 2016

Transcriptie:

GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Amsterdam. Nr. 166114 28 november 2016 Intrekken van de Leegstandsverordening 2011 en vaststellen van de Leegstandsverordening Amsterdam 2016 (nr. 353/1410) Nummer 353/1410 Agendapunt 24 Onderwerp Intrekken van de Leegstandsverordening 2011 en vaststellen van de Leegstandsverordening Amsterdam 2016 De gemeenteraad van Amsterdam Gezien de voordracht van burgemeester en wethouders van 27 september 2016 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1410); Gezien het Beleidsnotitie Leegstand een ongewenste situatie, Gezien de Nota van beantwoording met daarin opgenomen de inspraakreacties naar aanleiding van het vrijgeven voor inspraak met tevens daarbij de reacties van de bestuurscommissies; Gelet op de Leegstandswet; Mede gezien de aangenomen moties van de raadsleden: de heer Nuijens (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1470); de heer Vink en de heer Flentge (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1471), Besluit: I. In te trekken de Leegstandverordening 2011; II. Vast te stellen de navolgende Leegstandverordening Amsterdam 2016. Artikel 1 Begripsomschrijvingen In deze verordening wordt verstaan onder: a. Eigenaar: degene die bevoegd is tot het in gebruik geven van een gebouw als bedoeld in artikel 1, onder c, van de Leegstandwet; b. Gebouw: een gebouw als bedoeld in artikel 1, eerste lid van de Woningwet; c. Kantoorgebouw: een gebouw dat voor 70% of meer voor administratieve werkzaamheden wordt gebruikt; d. Leegstaan: het niet of niet krachtens een zakelijk of persoonlijk recht in gebruik zijn dan wel een gebruik dat de kennelijke strekking heeft afbreuk te doen aan de werking van de Leegstandwet of deze verordening; e. Wet: de Leegstandwet. f. Woning: een gebouwde onroerende zaak of een gedeelte daarvan, die een zelfstandige woongelegenheid vormt. Artikel 2 Werkingsgebied van deze verordening 1. Deze verordening is van toepassing op: a. kantoorgebouwen of gedeelten daarvan gelegen in aangewezen gebieden in de gemeente overeenkomstig het tweede lid; 1

b. kantoorgebouwen of gedeelten daarvan gelegen in de gemeente met een totaal verhuurbaar vloeroppervlak groter dan 5.000 m2; c. woningen gelegen in de gemeente; 2. Deze verordening is van toepassing op kantoorgebouwen of gedeelten daarvan gelegen in het gebied a. Amstel III, (zie de kaartbijlage 1 bij deze verordening). Dit gebied in stadsdeel Zuidoost wordt begrensd aan de: - noordzijde door de Holterbergweg (richting De Entree), De Entree (inclusief torens A, B en C aan de Noordzijde van De Entree), het gedeelte van de Haaksbergweg tot De Corridor en De Corridor tot Bijlmer ArenA; - oostzijde door de teen van het oostelijk talud van het spoor Amsterdam-Utrecht; - zuidzijde door de Meibergdreef; - westzijde door de oostelijke zijde van Holterbergweg en de Muntbergweg; b. Teleport (zie de kaartbijlage 2 bij deze verordening). Dit gebied wordt begrensd aan de: - noordzijde door de Basisweg tussen de A10 en de Kastrupstraat en deel ten zuiden van het spoor tot aan de Seineweg; - oostzijde door de teen van talud van de A10; - zuidzijde door de Haarlemmervaart vanaf de A10 tot aan sportpark Spieringhorn en dan verder langs de zuidzijde bebouwing Naritaweg tot de Seineweg; - westzijde door de Seineweg en de Kastrupstraat; c. Het Rieker Business Park (zie de kaartbijlage 3 bij deze verordening) wordt begrensd aan de: - noordzijde door de Vlaardingenlaan, de Henk Sneevlietweg; - oostzijde door de Ringweg West A10; - zuidzijde door de A4; - westzijde door het Siegerpark, de Sloterweg en de Johan Huizingalaan. Artikel 3 Meldingsplicht 1. De eigenaar is verplicht de leegstand van een in artikel 2 bedoeld kantoorgebouw, een gedeelte daarvan of een woning bij burgemeester en wethouders te melden zodra de leegstand langer duurt dan zes maanden. 2. De eigenaar maakt voor de in het eerste lid genoemde melding gebruik van door burgemeester en wethouders vast te stellen formulieren. 3. In afwijking van het eerste lid, is de eigenaar verplicht de leegstand van het kantoorgebouw of een gedeelte daarvan of de woning binnen vier weken te melden, wanneer het (kantoor)gebouw, een gedeelte daarvan of de woning, na een verplichtende voordracht als bedoeld in artikel 6, binnen één jaar weer leeg komt te staan. Artikel 4 Leegstandoverleg Binnen 3 maanden na ontvangst van de leegmelding voeren burgemeester en wethouders overleg met de eigenaar over het gebruik van het gebouw, een gedeelte daarvan, of over het gebruik van de woning. Artikel 5 Leegstandbeschikking 1. Burgemeester en wethouders kunnen na het overleg bedoeld in artikel 4 een leegstandbeschikking vaststellen. 2. Burgemeester en wethouders kunnen ook indien de eigenaar geen medewerking verleent aan het overleg bedoeld in artikel 4, een leegstandbeschikking vaststellen. 3. In de leegstandbeschikking wordt bepaald of het kantoorgebouw, een gedeelte daarvan dan wel de woning geschikt is voor gebruik. Artikel 6 Voordracht 1. Indien in de leegstandbeschikking is vastgesteld dat het kantoorgebouw, een gedeelte daarvan of de woning geschikt is voor gebruik en indien sprake is van meer dan twaalf maanden leegstand, kunnen burgemeester en wethouders aan de eigenaar daarvan een gebruiker voordragen. 2. De eigenaar is verplicht de gebruiker als bedoeld in het eerste lid binnen drie maanden na de voordracht, een overeenkomst aan te bieden tot ingebruikname van het kantoorgebouw, een gedeelte daarvan, of de woning. 2

3. Het tweede lid is niet van toepassing indien de eigenaar binnen drie maanden na de voordracht bedoeld in het eerste lid, een overeenkomst is aangegaan met een andere gebruiker, die het kantoorgebouw een gedeelte daarvan of de woning binnen een redelijke termijn in gebruik neemt. 4. Burgemeester en wethouders kunnen, indien het kantoorgebouw of de woning noodzakelijke voorzieningen behoeft om weer op redelijke wijze tot gebruik te kunnen dienen, de eigenaar verplichten om binnen een door hen te bepalen termijn de door hen aan te geven voorzieningen te treffen. 5. Burgemeester en wethouders kunnen andere voorwaarden stellen aan de uitvoering van het eerste lid. Artikel 7 Leegstandbeheer Burgemeester en wethouders kunnen kwalitatieve eisen stellen aan een leegstandbeheerder waar de eigenaar als bedoeld in artikel 1, onder c, een kantoorgebouw of woning als bedoeld in artikel 2 door laat beheren. Artikel 8 Bestuurlijke boete Burgemeester en wethouders kunnen een bestuurlijke boete opleggen bij overtreding van artikel 3, eerste lid en artikel 7, derde lid van de wet overeenkomstig de tabel in bijlage 1. Artikel 9 Inwerkingtreding Deze verordening treedt op 1 december 2016 in werking. Artikel 10 Overgangsbepaling 1. De in artikel 3, eerste lid, genoemde termijn geldt vanaf de datum van inwerkingtreding van deze verordening voor woningen als bedoeld in artikel 2, eerste lid onder c en kantoorgebouwen in artikel 2 eerste lid onder b en tweede lid onder c. 2. De in artikel 6 genoemde termijn geldt vanaf de datum van inwerkingtreding van deze verordening voor woningen als bedoeld in artikel 2, eerste lid onder c en kantoorgebouwen als bedoeld in artikel 2, eerste lid onder b en tweede lid onder c. Artikel 11 Citeertitel Deze verordening wordt aangehaald als Leegstandverordening Amsterdam 2016. Kaartbijlage 1 3

4

Kaartbijlage 2 5

6

Kaartbijlage 3 Bijlage 1 Boete leegmelding ex artikel 3, eerste lid en 7, derde lid van de wet Hoogte Woning Particuliere verhuurder of eigenaar-bewoner 2500 Professionele verhuurder (meer dan één woning) 5000 Gebouw Professionele verhuurder 7500 III. Kennis te nemen van de toelichting op de leegstandverordening Amsterdam 2016 Aldus besloten door de gemeenteraad voornoemd in zijn vergadering op 9 november 2016. De plv. voorzitter 7

E.Ünver De raadsgriffier mr. M. Pe Toelichting op de leegstandverordening Amsterdam 2016 Inleiding Leegstand is een ongewenst maatschappelijk verschijnsel. Het wettelijk kader voor leegstandbestrijding is gewijzigd, waardoor ook leegstand van woningen kan worden bestreden met een leegstandverordening. Het college acht het, gelet op de grote vraag naar woningen, wenselijk dat leegstand van woningen zoveel mogelijk wordt beperkt. Daarom wordt de huidige leegstandverordening uit 2011 aangepast, waardoor ook leegstand van woningen met deze verordening kan worden tegengegaan. Reikwijdte verordening De leegstandverordening heeft betrekking op alle zelfstandige woningen in de gemeente. Onzelfstandige woningen vallen niet onder de reikwijdte van deze verordening. De verordening blijft voor (gedeeltelijk) leegstaande kantoorgebouwen gelden; het werkingsgebied voor kantoren is aangepast aan de huidige marktsituatie. De verordening geeft hiervoor gebiedsafbakeningen. Verder vallen kantoorgebouwen in de hele stad met een totaal verhuurbaar vloeroppervlak van meer dan 5000 m² onder de verordening. Wanneer is sprake van leegstand? Van leegstand is sprake als een woning, kantoorgebouw of gedeelte daarvan niet door een huurder of andere gebruiker feitelijk wordt gebruikt. Dat is ook het geval als geen sprake is van gebruik krachtens zakelijk of persoonlijk recht. Tot slot is sprake van leegstand als het gebruik de kennelijke strekking heeft afbreuk te doen aan de werking van de Leegstandwet of deze verordening. Instrumentarium op grond van de Leegstandwet De wet geeft een samenhangend instrumentarium om leegstand te bestrijden. Om dit te kunnen effectueren is het nodig dat de gemeente een leegstandverordening opstelt. In de eerste plaats is er de meldingsplicht voor eigenaren na zes maanden leegstand. Dit is de eerste stap naar de getrapte besluitvorming die daarop kan volgen. Na de melding gaat de gemeente binnen drie maanden in overleg met de eigenaar van het gemelde pand. Dit leegstandoverleg kan uit meerdere gesprekken bestaan. Na het leegstandoverleg kunnen burgemeester en wethouders in een leegstandbeschikking vaststellen dat een woning of gebouw geschikt is voor gebruik. Tot slot kunnen burgemeester en wethouders, als de leegstand langer duurt dan tenminste twaalf maanden, een verplichtende voordracht doen aan de eigenaar, waarbij een gebruiker wordt voorgedragen. Deze voordracht heeft voor de eigenaar een verplichtend karakter, dat wil zeggen dat de eigenaar uiteindelijk een overeenkomst moet sluiten voor ingebruikname van het pand. Op het niet-naleven van de meldingsplicht en de voordracht kunnen sancties worden gesteld. Leegmelding door eigenaren Eigenaren van woningen en van kantoorgebouwen moeten op grond van deze verordening leegstand melden bij de gemeente. Onder eigenaar valt niet alleen de privaatrechtelijke eigenaar maar ook degene die een pand in gebruik mag geven. Dit kan een (leegstand)beheerder of makelaar zijn. De leegmeldingsplicht betreft alle woningen in de stad en alle kantoorgebouwen in aangewezen gebieden of alle kantoorpanden in de stad buiten de aangewezen gebieden vanaf 5000 m ² die langer dan zes maanden leegstaan. Ook panden die door een leegstandbeheerbedrijf (anti-kraakbedrijf) worden beheerd, moeten worden gemeld in het kader van deze meldingsplicht. Dit omdat (een deel van) een pand dat op basis van anti-kraak wordt beheerd, dikwijls nog als gedeeltelijk leegstaand kan worden gekwalificeerd. De leegmelding vindt plaats aan de hand van hiervoor ontwikkelde formulieren. De eigenaar wordt onder meer gevraagd de reden van de leegstand aan te geven, zoals bijvoorbeeld renovatie. Hiermee krijgt de gemeente inzicht in de redenen van leegstand. Renovatie kan een reden van leegstand zijn. Dit kan de eigenaar op het formulier melden. 8

Er bestaat ook een meldingsplicht voor eigenaren als een pand dat in gebruik genomen is met een voordracht van de gemeente of een eigen kandidaat, wederom leeg komt. Dan moet de eigenaar de leegmelding binnen vier weken doen. Deze termijn geldt niet als het pand na de voordracht langer dan één jaar in gebruik is geweest. In die gevallen moet weer na zes maanden leegstand worden gemeld. Leegstandoverleg Wanneer een eigenaar voldoet aan de meldingsplicht wordt binnen drie maanden na de melding van de leegstand een leegstandoverleg gehouden met de eigenaar (of een beheerder namens hem) van het kantoorgebouw of een woning. Een dergelijk overleg vindt eveneens plaats wanneer de eigenaar een leegstaand kantoorgebouw of gedeelte of een woning daarvan niet meldt terwijl hij daartoe wel verplicht is. Het leegstandoverleg kan meerdere gesprekken omvatten. Tijdens het leegstandoverleg worden alle omstandigheden van de leegstand besproken. In ieder geval zal aan de orde komen hoe het pand weer in gebruik kan worden genomen. Van belang hierbij is onder meer de weging van het publieke belang van de leegstandbestrijding en de last die het opheffen van leegstand voor de eigenaar met zich meebrengt. Hierbij kan gedacht worden aan de investeringen die redelijkerwijs van de eigenaar kunnen worden gevraagd om het pand overeenkomstig de bestemming opnieuw te gebruiken. Leegstandbeschikking Na het leegstandoverleg kunnen burgemeester en wethouders in een leegstandbeschikking vaststellen of het (gedeeltelijk) leegstaande kantoorgebouw dan wel de leegstaande woning geschikt is voor gebruik. Een leegstandbeschikking kan ook worden vastgesteld als de eigenaar geen medewerking verleent aan het overleg. In een leegstandbeschikking wordt vastgesteld of een pand overeenkomstig de bestemming kan worden gebruikt. Als dat niet het geval blijkt, kan de vraag aan de orde komen of het wellicht wenselijk is om de bestemming te wijzigen. Het kan zijn dat er investeringen nodig zijn om weer tot gebruik te komen overeenkomstig de bestemming. Van de eigenaar mogen investeringen die binnen het redelijke noodzakelijk zijn om het leegstaande (gedeelte van het) gebouw of de leegstaande woning overeenkomstig de bestemming te kunnen gebruiken worden gevraagd. Bij woningen gaat het om de mogelijkheid weer te komen tot gebruik als woning. Daarvoor dienen de voor wonen wezenlijke voorzieningen aanwezig te zijn en te functioneren of functionerend te kunnen worden gemaakt. Als woningen die ernstig verwaarloosd of beschadigd zijn, kan het zijn dat bevorderen van herstel buiten deze verordening valt. Het ligt dan voor de hand om in het kader van de woningwetgeving op te treden. Verplichtende voordracht Burgemeester en wethouders kunnen aan de eigenaar van een leegstaand kantoorgebouw of een gedeelte daarvan of aan de eigenaar van een woning, een gebruiker voordragen zodra die leegstand langer duurt dan twaalf maanden en in de leegstandbeschikking is vastgesteld dat de woning of het kantoorgebouw of een gedeelte daarvan geschikt is voor gebruik overeenkomstig de bestemming. Bovendien geldt dat de voordracht pas wordt gedaan als de eigenaar geen medewerking verleent aan het leegstandoverleg dan wel hetgeen is overeengekomen tijdens een dergelijk overleg niet nakomt. Een gebruiker kan één of meer natuurlijke personen of een rechtspersoon zijn. Als voor gebruik van het gebouw voorzieningen nodig zijn om weer op redelijkerwijze tot gebruik te kunnen dienen, kunnen burgemeester en wethouders bij de voordracht een termijn aangeven waarbinnen de eigenaar door hen aan te geven voorzieningen moet treffen. De verplichtende voordracht vervalt indien de eigenaar binnen drie maanden een overeenkomst is aangegaan met een andere huurder of gebruiker, die de woning, het gebouw of gedeelte ervan binnen een redelijke termijn, dat wil zeggen twee maanden nadat die overeenkomst tot stand is gekomen, in gebruik neemt. De eigenaar bepaalt binnen redelijke grenzen zelf de vorm en inhoud van de overeenkomst met de nieuwe gebruiker. Wanneer een gebruiker wordt voorgedragen die het gebouw niet overeenkomstig de bestemming gaat gebruiken en als hiervoor extra voorzieningen nodig zijn, dan zal in redelijkheid worden beoordeeld wie de kosten (van deze investeringen) hiervan moet dragen. De financiële positie van de eigenaar en de voorgedragen gebruiker alsmede de hoogte van de overeen te komen huurprijs worden hierbij meegewogen. Sancties 9

De Leegstandwet biedt de mogelijkheid om in de leegstandverordening een bestuurlijke boetebevoegdheid voor het college van burgemeester en wethouders op te nemen. De boete kan worden opgelegd als een eigenaar de leegstand niet of niet op tijd meldt. De boetebevoegdheid was in de vorige verordening reeds opgenomen voor eigenaren van gebouwen. In deze verordening is wederom een boetebevoegdheid opgenomen. Doordat woonruimte ook onder de werking van de Leegstandwet is gebracht kunnen nu ook boetes worden opgelegd aan woningeigenaren. Een boete heeft een onvoorwaardelijk karakter. Dit wil zeggen dat als de boete is opgelegd, de eigenaar deze moet betalen. Naast een boete kan de gemeente ook een last onder dwangsom opleggen op grond van artikel 125 Gemeentewet in samenhang met artikel 5:32 van de Algemene wet bestuursrecht. De last onder dwangsom heeft een voorwaardelijk karakter; de overtreder krijgt gedurende een termijn de gelegenheid om de overtreding ongedaan te maken. Wordt daaraan voldaan, dan hoeft hij de dwangsom niet te betalen. In de Leegstandwet is de boete gemaximeerd op 7.500,-. In de tabel is een differentiatie aangebracht in de hoogte van de boetes. Dit is gebaseerd op het type eigenaar die de overtreding begaat. Hieraan ligt het evenredigheidsbeginsel ten grondslag. Er is onderscheid gemaakt tussen een particuliere en een professionele verhuurder. Ook bij het opleggen van een last onder dwangsom speelt het evenredigheidsbeginsel een rol. Dit betreft zowel de hoogte van de dwangsom als de termijn waarbinnen de overtreding ongedaan moet worden gemaakt. Het dwangsombeleid is uitgewerkt in de Algemene beleidsregels bij deze verordening. De boete bij het niet-leegmelden kan worden opgelegd in combinatie met een last onder dwangsom. Ook kan bij niet leegmelden alleen een last onder dwangsom worden opgelegd. Bij het niet voldoen aan de verplichtende voordracht kan geen boete worden opgelegd. In dat geval kan alleen een last onder dwangsom worden opgelegd. Artikelsgewijze toelichting Artikel 1 Begripsomschrijvingen Eigenaar Onder eigenaar wordt verstaan degene die bevoegd is een pand in gebruik te geven. Dat kan naast de eigenaar ook een beheerder zijn. Gebouw Het begrip gebouw verwijst naar artikel 1 onder b van de Leegstandwet. Kantoorgebouw De verordening ziet voor wat betreft gebouwen uitsluitend op het tegengaan van leegstand in kantoorgebouwen. Daarom is hiervoor een afzonderlijke definitie opgenomen. Als 70% van een gebouw wordt gebruikt voor administratieve werkzaamheden, spreken we van een kantoorgebouw. Leegstaan Hieronder wordt verstaan het niet of niet krachtens een zakelijke of persoonlijk recht in gebruik zijn dan wel een gebruik dat de kennelijke strekking heeft afbreuk te doen aan de werking van de Leegstandwet of deze verordening. Anders dan bij woningen kan bij kantoorgebouwen sprake zijn van gedeeltelijke leegstand als een gebouw niet voldoende intensief wordt gebruikt. Woning In de verordening is onderscheid gemaakt tussen kantoorgebouwen en woningen. Onder woning wordt verstaan een zelfstandige woning. Artikel 2 Werkingsgebied 10

De gemeente moet in de leegstandverordening het werkingsgebied bepalen. De verordening kent verschillende werkingsgebieden. Voor kantoorgebouwen zijn drie gebieden afgebakend. Daarnaast vallen ook kantoorgebouwen vanaf 5000 m² in de gemeente die leegstaan onder de verordening. Voor woningen is geen bijzonder deelgebied afgebakend; de verordening strekt zich derhalve uit over alle zelfstandige woningen in gemeente. Artikel 3 Meldingsplicht Na zes maanden leegstand moeten eigenaren van woningen en kantoorgebouwen die onder de verordening vallen, de leegstand melden bij burgemeester en wethouders. De melding vindt plaats aan de hand van daarvoor bestemde formulieren, die door burgemeester en wethouders zijn vastgesteld. In deze formulieren is beschreven welke gegevens nodig zijn voor een melding. De melding wordt geregistreerd. Artikel 4 Leegstandbeschikking Met een leegstandbeschikking wordt vastgesteld of een pand geschikt is voor gebruik. Artikel 5 leegstandoverleg Binnen 3 maanden na een leegmelding wordt de eigenaar uitgenodigd voor een overleg. Dit overleg kan uit meerdere gesprekken bestaan. Artikel 6 Voordracht Burgemeester en wethouders kunnen na 12 maanden leegstand een voordracht aan de eigenaar doen als zij hebben vastgesteld dat een leeg pand geschikt is voor gebruik. De eigenaar is verplicht deze voordracht na 3 maanden op te volgen, tenzij hij zelf binnen 3 maanden na de voordracht een gebruiker of huurder heeft gevonden voor zijn pand. Artikel 7 Leegstandbeheer Burgemeester en wethouders kunnen beleidsregels opstellen voor leegstandbeheer van woningen of gebouwen, om een maatschappelijk verantwoorde wijze van leegstandbeheer om de positie van de gebruikers (bewoners en andersoortige gebruikers) te versterken. Artikel 8 Bestuurlijke boete In de verordening is opgenomen dat voor het overtreden van de meldingsplicht een bestuurlijke boete kan worden opgelegd van 7500,-. De Leegstandwet maximeert de boete op 7500,-. Artikel 9 Inwerkingtreding Op grond van dit artikel treedt de verordening in werking op 1 oktober 2016. Artikel 10 Overgangsbepaling Dit artikel regelt overgangsrecht voor eigenaren van kantorengebouwen in Amstel III en Teleport, die vielen onder de Leegstandverordening 2011. Het aanvangsmoment voor de termijn van zes maanden leegstand wordt gerekend vanaf het moment dat er onder de Leegstandverordening 2011 sprake van was. Dit geldt ook voor de aanvang van de termijn van 12 maanden leegstand, voor het kunnen doen van een voordracht. Voor eigenaren van woningen gaat de meldingsplicht zes maanden na de inwerkingtreding van deze verordening in. Dit geldt ook voor eigenaren van kantorengebouwen van 5000 m² en voor de kantoorgebouwen in het Rieker Business Park. Ook voor deze eigenaren is de meldingsplicht nieuw; daarom is voor hen geen overgangsbepaling nodig. is. Artikel 11 Citeertitel Deze verordening kan worden aangehaald als Leegstandverordening Amsterdam 2016. 11