Zijne Excellentie Drs. S.A. Blok Ministerie van Veiligheid en Justitie. 31 januari /10.083/SD/Mge

Vergelijkbare documenten
Tweede Kamer der Staten-Generaal

VOOR RECHTSPRAAK NEDERLANDSE VERENIGING. De Minister van Veiligheid en Justitie Drs. S.A. Blok Postbus EH DEN HAAG. Geachte heer Blok,

Netherlands Commercial Court

Netherlands Commercial Court

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Consultatieversie december 2016

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Vastgesteld 10 oktober 2017

Memorie van Toelichting. Algemeen

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Memorie van toelichting. 1. Inleiding

Tweede Kamer der Staten-Generaal

NEDERLANDSE ORDE VAN ADVOCATEN. Ministerie van Veiligheid en Justitie ta.v. de Minister, drs. S.A. Blok Postbus EH DEN HAAG

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Het Besluit proceskosten bestuursrecht wordt als volgt gewijzigd:

Betreft: conceptwetsvoorstel vereenvoudiging en digitalisering procesrecht in hoger beroep en cassatie

KBvG, Cie Wetgeving, subcommissie Griffierecht Wet griffierechten burgerlijke zaken Modellen voor aanzeggingen

Advies Gehoord de gerechten, adviseert de Raad als volgt. 1

Zijne Excellentie mr. G.A. van der Steur Minister van Veiligheid en Justitie Postbus EH DEN HAAG

Rolnummer Arrest nr. 65/2010 van 27 mei 2010 A R R E S T

No.W /II 's-gravenhage, 16 juli 2012

SCHEIDSRECHTERLIJK INCIDENTEEL VONNIS ter zake van het bevoegdheidsincident in een geschil tussen. A., hierna te noemen de adviseur,

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz.

STAATSCOURANT. Nr

ECLI:NL:HR:2018:2305. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 18/01202

Eerste Kamer der Staten-Generaal

1 Het geding in feitelijke instanties

CONSULTATIEVERSIE JULI 2014

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Datum van inontvangstneming : 18/09/2017

Derde nota van wijziging. Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Het Besluit proceskosten bestuursrecht wordt als volgt gewijzigd:

de Rechtspraak Raad voor de rechtspraak Ministerie van Veiligheid en Justitie mr. F. Teeven Postbus ER DEN HAAG

MEMORIE VAN TOELICHTING ALGEMEEN

NOTA VAN WIJZIGING Ontvangen 25 november 2011 HOOFDSTUK 8 BIJZONDERE BEPALINGEN OVER DE WIJZE VAN PROCEDEREN BIJ DE BESTUURSRECHTER

Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat

2017 no. 12 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA

AANZEGGINGEN DAGVAARDING KANTON

B E L A N G E N B E H A R T I G I N G L E D E N O M / Z M K W A L I T E I T R E C H T S P R A A K

Nederlands Arbitrage Instituut ARBITRAGEAANVRAAG

Rolnummer Arrest nr. 200/2006 van 13 december 2006 A R R E S T

Advies van de Raad voor de rechtspraak over het ontwerp-wetsvoorstel tot uitvoering van Verordening (EG) Nr. 1/2003

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Advies Tweede Nota van Wijziging van Wet forensische zorg

de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs Commissie Wetsvoorstellen

Tweede Kamer der Staten-Generaal

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Datum 26 juni 2014 Kenmerk Pagina 1 van 5

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Brief aan de minister van Veiligheid en Justitie Mr. G.A. van der Steur Postbus EH Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

VOOR RECHTSPRAAK. Strekking conceptwetsvoorstel

De minister van Veiligheid en Justitie mr. G.A. van der Steur Postbus EH Den Haag

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Hof van Cassatie van België

26 november

De Minister van Veiligheid en Justitie. Postbus EH DEN HAAG

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid mr. A.J. de Geus Postbus LV Den Haag. Geachte heer De Geus,

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties

Arrest van 19 december 1997 in de zaak A 96/ Arrêt du 19 décembre 1997 dans l affaire A 96/

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Het Besluit proceskosten bestuursrecht wordt als volgt gewijzigd:

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Invoering van een nieuw griffierechtenstelsel in burgerlijke zaken (Wet griffierechten burgerlijke zaken)

Dagvaarding en dagvaarden: wat is het en hoe gaat in zijn werk?

KBvG, Cie Wetgeving, subcommissie Griffierecht Wet griffierechten burgerlijke zaken Modellen voor aanzeggingen, v4 nieuw tarief

Tweede Kamer der Staten-Generaal

ui ii hu ii ii ui ii H n I II

N CW Nederland. Den Haag 21 januari op de consultatie voorontwerp voor de Wet Continuïteit Ondernemingen I

opleiding BOA Wet op de rechterlijke organisatie

Nota naar aanleiding van het verslag

ECLI:NL:GHARL:2017:613

Wijziging van de Wet griffierechten burgerlijke zaken in verband met het introduceren van meerdere griffierechtcategorieën voor lagere geldvorderingen

Minister van Justitie D.t.v. mr. drs. Th.J. van Laar Postbus EH Den Haag. Geachte heer Donner,

Heeft op 11 april 2012 het navolgende arbitrale vonnis gewezen in de zaak van: De partijen worden hierna aangeduid als het ziekenhuis en verweerder.

afspraken die in het Najaarsoverleg 2008 zijn gemaakt. Volstaan wordt dan ook met hiernaar te verwijzen.

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Wet van 22 april 1999 betreffende de beroepstucht voor accountants en belastingconsulenten

ECLI:NL:RBDHA:2017:8005

Wijziging van de Algemene wet bestuursrecht en de Wet griffierechten burgerlijke zaken in verband met de invoering van kostendekkende griffierechten

Tweede Kamer der Staten-Generaal

EEN SCHEIDSGERECHT IN AD HOC ARBITRAGE

BENELUX-BUREAU VOOR DE INTELLECTUELE EIGENDOM BESLISSING inzake OPPOSITIE van 26 juni 2008 Nº

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

ECLI:NL:GHAMS:2016:5140 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

Advies Aanpassingswet normalisering rechtspositie ambtenaren

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Zaaknummer : CBHO 2014/302 Rechter(s) : mrs. Borman, Troostwijk en Kleijn Datum uitspraak : 23 september 2015 Partijen : Appellant en Hogeschool van

De Minister van Veiligheid en Justitie. Postbus EH Den Haag. Advies wetsvoorstel toevoegen gegevens aan procesdossier minderjarige

Tweede Kamer der Staten-Generaal

In beroep in belastingzaken (oktober 2015) In beroep gaan De behandeling van de zaak In beroep gaan Hoe stelt u beroep in cassatie in U stelt beroep

Transcriptie:

mr. J.M. Lammers directeur economische zaken Zijne Excellentie Drs. S.A. Blok Ministerie van Veiligheid en Justitie A d r e s / A d d r e s s 'Malietoren' Bezuidenhoutseweg 12 Den Haag P o s t a d r e s / P o s t a l A d d r e s s Postbus 93002 2509 AA Den Haag T e l e f o o n / P h o n e 070 349 03 79 O n d e r w e r p 17/10.083/SD/Mge D e n H a a g 31 januari 2017 Betreft: voorontwerp van Wet houdende wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en de Wet griffierechten burgerlijke zaken in verband met het mogelijk maken van Engelstalige rechtspraak bij de internationale handelskamers van de rechtbank en het gerechtshof Amsterdam Excellentie, Bijgaand treft u aan het commentaar van VNO-NCW op het in hoofde genoemde voorontwerp. Tot nadere toelichting zijn wij gaarne bereid. Hoogachtend, Mr. J.M. Lammers Bijlage D E V E R E N I G I N G V N O - N C W I S L I D V A N B U S I N E S S E U R O P E E N I C C

1 Reactie VNO-NCW op de internetconsulatie over het voorontwerp van Wet houdende wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en de Wet griffierechten burgerlijke zaken in verband met het mogelijk maken van Engelstalige rechtspraak bij de internationale handelskamers van de rechtbank en het gerechtshof Amsterdam 31 januari 2017 VNO-NCW maakt graag gebruik van de mogelijkheid om te reageren op de consultatie over het in hoofde genoemde voorontwerp. Algemeen Het voorontwerp strekt ertoe om in complexe, internationale handelsgeschillen procederen in de Engelse taal mogelijk te maken als partijen dat onderling uitdrukkelijk zijn overeengekomen. Het voorontwerp regelt daartoe dat een nieuwe internationale handelskamer van de rechtbank Amsterdam (Netherlands Commercial Court, NCC) en van het gerechtshof Amsterdam (Netherlands Commercial Court of Appeal, NCCA) in dit soort geschillen in het Engels uitspraak kan doen. Voor beide gerechten kan ook in het Nederlands worden geprocedeerd. Om de voorziening kostenneutraal te kunnen aanbieden, geldt voor partijen die willen procederen bij de NCC en de NCCA een verhoogd griffierecht, waardoor de kosten niet ten laste van de gewone rechtspraak komen. Behoefte bij bedrijfsleven VNO-NCW onderschrijft dat bij het (internationale) bedrijfsleven behoefte bestaat aan de mogelijkheid om in Nederland in het Engels te kunnen procederen. Zij ondersteunt van harte de gedachte om de beslechting van de grote internationale handelsgeschillen onder te brengen bij een gespecialiseerde voorziening met rechters afkomstig uit diverse Nederlandse gerechten die over de benodigde expertise beschikken. Dat komt de efficiency en snelle afhandeling ten goede en daarmee de aantrekkingskracht van de NCC en de NCCA en ontlast tevens de overige gerechten. VNO-NCW meent dat het een groot voordeel is dat op de procedures bij de NCC en de NCCA het Nederlands procesrecht van toepassing zal zijn en dat sprake is van een gebalanceerde regeling die de Nederlandse rechtspraak als gehele ten goede komt. Het Nederlandse procesrecht wordt door ondernemingen als zeer pragmatisch en effectief ervaren, met procedures die korter zijn dan die voor vergelijkbare buitenlandse gerechten of arbitrage. Daarnaast is het binnen internationaal georiënteerde ondernemingen met vaak veel niet - Nederlands sprekend(e) management en -juristen efficiënt als de interne communicatie over een procedure in het Engels kan plaatsvinden en als die juristen ook kunnen worden ingezet voor de voorbereiding en begeleiding van de procedures. Ook kan aanzienlijk worden bespaard op vertaalkosten. Versterken vestigingsklimaat VNO-NCW meent dat het instellen van de NCC en de NCCA de marktpositie van de Nederlandse rechtspraak en het vestigingsklimaat van Nederland zal versterken. Andere landen kennen reeds commercial courts of bereiden die voor. Internationale handelsgeschillen worden steeds vaker door buitenlandse rechters of door middel van (internationale) arbitrage beslecht. De NCC en de NCCA kunnen een aantrekkelijk alternatief zijn voor - duurdere - 1

2 procedures bij commercial courts in het buitenland of voor arbitrage, ook bij het voorgestelde verhoogde griffierecht. Bovendien wordt de bestaande kennis en ervaring van de Nederlandse rechtspraak met internationale handelsgeschillen zo beter benut en onderhouden. VNO-NCW heeft voorts het in de bijlage opgenomen artikelsgewijze commentaar. 2

3 Bijlage bij reactie VNO-NCW d.d. 31 januari 2017 Wetboek van Burgerlijke rechtsvordering Algemeen De bevoegdheid van de NCC is beperkt tot internationale geschillen. In het NCCprocesreglement, zal nader worden uitgewerkt wanneer daarvan sprake is. VNO-NCW verzoekt ook het conceptprocesreglement ter consulatie beschikbaar te stellen. VNO-NCW vraagt zich voorts af of het voorontwerp niet een delegatiebepaling zou dienen te bevatten om de rechtsmacht van de NCC te regelen, nu het internationale aspect een doorslaggevend criterium is voor de rechtsmacht van de NCC en volgens artikel 116 lid 2 Grondwet de bevoegdheid van de rechterlijke macht bij wet (in formele zin) moet worden geregeld. Artikel 30r Algemeen Artikel 30r lid 1 bepaalt dat partijen - als zij dat uitdrukkelijk overeen zijn gekomen - in het Engels kunnen procederen bij de NCC of de NCCA. Uit lid 4 blijkt dat bij die gerechten ook in het Nederlands geprocedeerd kan worden op verzoek van partijen. VNO-NCW constateert gezien het vorenstaande dat bij de NCC en de NCCA in beide talen geprocedeerd kan worden in internationale geschillen: in het Engels alleen als dat van te voren is overeengekomen, in het Nederlands op verzoek van partijen. Zij vraagt zich af of het de bedoeling is dat in het geval partijen niets uitdrukkelijk zijn overeengekomen daaruit automatisch voortvloeit dat in het Nederlands geprocedeerd wordt? Indien dat het geval is vraagt zich af of het nodig dat voor het in het Nederlands procederen een verzoek voor wordt ingediend? Anderzijds vraagt zij zich af of het - gezien het feit dat het hier toch voornamelijk om Engelstalige geschillen zal gaan - niet meer in de rede zou liggen om te bepalen dat de procedure in het Engels geschiedt als partijen overeenkomen dat zij voor de NCC of de NCCA willen procederen en dat op verzoek de procedure in het Nederlands gevoerd kan worden. VNO-NCW meent dat dat laatste de voorkeur heeft. VNO-NCW vraagt zich af of de rechter het ontbreken van instemming om in het Engels te procederen moet kunnen negeren indien sprake is van misbruik van recht (d.w.z. dat de betrokken partij door het gebruik van het Engels als procestaal niet in zijn belangen wordt geschaad). Lid 1 De laatste volzin bepaalt dat kantongerechtzaken niet voor de NCC of de NCCA kunnen worden gevoerd. Dat betreft dus ook geschillen over (in de regel in het Engels opgestelde) arbeidsovereenkomsten met in Nederland werkzame buitenlandse werknemers, die het Engels beter machtig zijn dan het Nederlands. VNO-NCW vraagt zich af of juist ook dan niet de mogelijkheid van procederen in het Engels toegevoegde waarde heeft en zelfs beter de belangen dient van werknemers dan het procederen in het Nederlands. Met het oog op het 3

4 vorenstaande verzoeken zij nader te bezien of ook over kantongerechtzaken niet voor de NCC of de NCCA zou kunnen worden geprocedeerd. Lid 2 Dit artikellid luidt: 2. Voor de toepassing van artikel 30i, vierde lid, kunnen zij die een beroep willen doen op de exceptie inzake de bevoegdheid of op andere verweren die ertoe strekken dat de zaak niet behandeld moet worden door de internationale handelskamer van de rechtbank of van het gerechtshof Amsterdam, volstaan met deze exceptie of verweren totdat hierover is beslist. Artikel 110 is van overeenkomstige toepassing. Artikel 30i luidt: De verweerder brengt alle excepties en zijn verweer ten principale tegelijk naar voren, op straffe van verval van niet aangevoerde excepties en, indien niet ten principale verweer is gevoerd, van het recht om dat alsnog te doen. VNO-NCW meent dat het hier niet zozeer gaat om de toepassing van artikel 30i, lid 4 maar eerder om de afwijking daarvan namelijk dat juist niet alle weren tegelijk hoeven te worden ingebracht. Zij meent dat de aanhef van het artikel daarom beter zou kunnen luiden: In afwijking van artikel 30i vierde lid kunnen zij die een beroep doen op etc. Dat zou ook aansluiten bij de opzet van artikel 30i lid 5 (In afwijking van het vierde lid kunnen zij die beroep willen doen op de termijn van artikel 104 van Boek 1 of van artikel 185 van Boek 4 van het Burgerlijk Wetboek, hun verweer tot dit beroep beperken.) Lid 5 Dit lid luidt als volgt: 5. Indien de uitspraak in de Engelse taal ingevolge een wettelijk voorschrift in een Nederlands openbaar register moet worden ingeschreven, worden de voor de inschrijving noodzakelijke onderdelen van de uitspraak tevens in het Nederlands gedaan. VNO-NCW vraagt zich af welke taal leidend is bij mogelijke discrepanties tussen de Nederlandse en de Engelse tekst. Wet griffierechten Artikel 9a De eerste volzin van dit artikellid luidt: Indien een verweerder of belanghebbende betwist dat de zaak moet worden behandeld door de internationale handelskamer van de rechtbank Amsterdam of van het gerechtshof Amsterdam als bedoeld in artikel 30r, eerste lid, eerste volzin, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, is de verweerder of belanghebbende het griffierecht verschuldigd dat bij de rechtbank, respectievelijk het 4

5 gerechtshof, wordt geheven voor andere zaken dan kantonzaken, niet zijnde zaken als bedoeld in artikel 30r, eerste lid, eerste volzin, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. VNO-NCW vraagt zich af of de gecursiveerde tekst niet zou kunnen luiden wordt geheven voor zaken als bedoeld in artikel 30r etc.. Wat voegen de woorden voor andere zaken dan kantonzaken toe? Uit de laatste volzin van lid 1 blijkt al dat kantonzaken niet door de NCC of de NCCA kunnen worden behandeld. Memorie van Toelichting Pagina 6 Eerste alinea Hieruit blijkt dat van de beslissingen van de NCC en de NCCA cassatieberoep bij de Hoge Raad mogelijk is. Omdat de uitspraken van de Hoge Raad mede gewezen worden met het oog op rechtseenheid en rechtsontwikkeling, moeten zij voor iedereen in Nederland toegankelijk en begrijpelijk zijn en daarom ligt het volgens de Memorie van Toelichting niet voor de hand dat de Hoge Raad in het Engels uitspraak doet. VNO-NCW leidt uit de tekst voorts af dat de procedure voor de Hoge Raad in het Engels kan worden gevoerd ( De cassatieprocedure zal dan ook in beginsel in de Nederlandse taal moeten worden gevoerd ). De Hoge Raad zal volgens de Memorie van Toelichting wel kennis nemen van de Engelstalige processtukken uit de feitelijke instanties die conform het NCC procesreglement tot stand gekomen zijn, maar kan aan partijen om een Nederlandse vertaling van de processtukken vragen. VNO-NCW vraagt zich af of het niet efficiënter zou zijn als een eventuele cassatieprocedure in het Engels zou kunnen worden gevoerd, wanneer de procedures voor de NCC en de NCCA waarvan beroep in cassatie is ingesteld geheel in het Engels plaatsvonden. Zij verzoekt te verduidelijken dat de procedure voor de Hoge Raad op verzoek van partijen ook in het Engels gevoerd kan worden. Een uitspraak van de Hoge Raad in het Engels zou dan vervolgens in het Nederlands vertaald kunnen worden met het oog op de eerder genoemde vereiste algemene kenbaarheid. Laatste alinea Vermeld wordt dat de extra kosten (aanloopkosten en reguliere kosten) van de Rechtspraak voor het inrichten van de NCC worden betaald uit de hogere inkomsten uit griffierechten en dat het lagere tarief geen extra inkomsten oplevert voor het Ministerie van Veiligheid en Justitie. VNO-NCW vraagt aandacht voor het feit dat aanloopkosten op een gegeven moment zijn terugverdiend en meent dat vanaf dat moment de hoogte van de griffierechten naar beneden zouden dienen te worden bijgesteld. Anders zou er - anders dan de bedoeling is - na het terugverdienen van de aanloopkosten wél sprake zijn van extra inkomsten voor het Ministerie van Veiligheid en Justitie. 5