- bijdragen Registratienr. 1589856 Nadere regels en beleidsregel incidentele subsidie voor culturele activiteiten vanaf 5.000 Het college van burgemeester en wethouders van Vlaardingen, overwegende dat het wenselijk is om op grond van artikel 4 van de Algemene Subsidieverordening Vlaardingen 2011 nadere regels vast te stellen voor incidentele subsidies voor culturele activiteiten; overwegende dat het voorts wenselijk is om op grond van artikel 4:81 e.v. van de Algemene wet bestuursrecht een beleidsregel vast te stellen voor het verstrekken van incidentele subsidies voor culturele activiteiten; overwegende dat het artikel 2 van onderstaand besluit een beleidsregel bevat en de overige artikelen nadere regels bevatten; gelet op de bepalingen in de Algemene subsidieverordening Vlaardingen 2011; BESLUIT de volgende nadere regels en beleidsregel vast te stellen: Artikel 1 Begripsomschrjving In deze nadere regels en beleidsregel wordt onder een incidentele subsidie voor culturele activiteiten verstaan: eenmalige subsidie voor culturele activiteiten? zoals evenementen, manifestaties, optredens, opvoeringen, exposities, performances, die een toegevoegde waarde hebben voor het leven, wonen en werken in Vlaardingen. Artikel 2 Subsidiecriteria 1. De subsidie voor culturele activiteiten wordt geweigerd indien sprake is van één van de weigeringsgronden zoals neergelegd in artikel 10 van de Algemene subsidieverordening 2011. 2. Om voor subsidie in aanmerking te komen moet de te subsidiëren activiteit: aan een goede en prettige stad, het leefklimaat, de woonomgeving en de sociale samenhang; - vernieuwend, creatief, artistiek en/of stimulerend zijn, - openbaar toegankelijk zijn. 3. De activiteiten waarvoor de subsidie wordt gevraagd behoren niet tot de reguliere gesubsidieerde activiteiten. 4. Het publiceren en opleveren van producten als websites, boeken en ander drukwerk, beelden, schilderijen en andere fysieke kunstwerken komen niet voor subsidie in aanmerking. Artikel 3 De subsidieaanvrager Subsidie kan worden verstrekt aan organisaties met rechtspersoonlijkheid naar burgerlijk recht, zonder winstoogmerk. Het college kan in bijzondere gevallen hiervan afwijken. Artikel 4 De subsidieaanvraag 1. De incidentele subsidies kunnen voor 1 november van het jaar voorafgaand aan het jaar waarin de activiteiten plaatsvinden, worden aangevraagd. 1
- een 2. De aanvragen moeten in ieder geval bevatten: - een beschrijving van de activiteit; - de doelstelling van de activiteit; - een omschrijving van de doelgroep; - een begroting van de inkomsten en uitgaven; Artikel 5 Beslistermijn Burgemeester en wethouders beslissen uiterlijk 31 december van het jaar waarin de subsidie is aangevraagd. Artikel 6 Subsidiepla tand 1. De hoogte van het totale bedrag dat kan worden besteed aan incidentele subsidies voor culturele activiteiten bedraagt 145.000. 2. De subsidieaanvragen worden met elkaar vergeleken teneinde de aanvragen, naast de toetsing aan de in artikel 2 genoemde criterïa, ook in relatie tot elkaar te kunnen beoordelen. 3. Indien er meerdere aanvragen binnenkomen en na berekening van het totale bedrag waarop de aanvragers aanspraak kunnen maken, het subsidieplafond wordt overschreden, worden slechts de aanvragen gehonoreerd die het meest bijdragen aan de doelstellingen van het kunst- en cultuurbeleid, zodat het subsidieplafond niet wordt overschreden. 4. Onafhankelijk van de hoogte van het in lid 1 genoemde subsidieplafond is de hoogte van een subsidie maximaal 50.000,= per subsidie. Artikel 7 Inhoudelijk en financieel verslag Binnen 12 weken nadat de activiteit heeft plaatsgevonden dient een inhoudelijk en financieel verslag te worden ingediend. Het verslag bevat in ieder geval: beschrijving van het verloop van de activiteit; - een indicatie van de mate waarin de doelstelling is bereikt; - een vermelding van het aantal deelnemers / bezoekers, eventueel uitgesplitst naar doelgroep; - een overzicht van de uitgaven en inkomsten; Artikel 8 Inwerkingtreding Deze nadere regels en beleidsregel treden in werking op de dag na die waarop zij zijn bekend gemaakt. Artikel 9 Citeeflitel Deze nadere regels en beleidsregel kunnen worden aangehaald als: Nadere regels en beleidsregel incidentele subsidie voor culturele activiteiten vanaf 5.000. Aldus door burgemeester en wethouders van Vlaardingen, de mr. drs. A.G. Knc MSc 2
Registratienr. 1589854 Nadere regels en beleidsregel incidentele subsidie voor culturele activiteiten tot 5.000 Het college van burgemeester en wethouders van Vlaardingen, overwegende dat het wenselijk is om op grond van artikel 4 van de Algemene Subsidieverordening Vlaardingen 2011 nadere regels vast te stellen voor incidentele subsidies voor culturele activiteiten tot 5.000; overwegende dat het voorts wenselijk is om op grond van artikel 4:81 e.v. van de Algemene wet bestuursrecht een beleidsregel vast te stellen voor het verstrekken van incidentele subsidies voor culturele activiteiten; overwegende dat het artikel 2 van onderstaand besluit een beleidsregel bevat en de overige artikelen nadere regels bevatten; gelet op de bepalingen in de Algemene subsidieverordening Vlaardingen 2011; BESLUIT de volgende nadere regels en beleidsregel vast te stellen: Artikel 1 Begripsomschrijving In deze nadere regels en beleidsregel wordt onder een incidentele subsidie voor culturele activiteiten verstaan: eenmalige subsidie voor culturele activiteiten, zoals evenementen, manifestaties, optredens, opvoeringen, exposities, performances, die een toegevoegde waarde hebben voor het leven, wonen en werken in Vlaardingen. Artikel 2 Subsidiecriteria 1. De subsidie voor culturele activiteiten wordt geweigerd indien sprake is van één van de weigeringsgronden zoals neergelegd in artikel 10 van de Algemene subsidieverordening 2011. 2. Om voor subsidie in aanmerking te komen moet de te subsidiëren activiteit: - bijdragen aan een goede en prettige stad, het leefklimaat, de woonomgeving en de sociale samenhang; - vernieuwend, creatief, artistiek en/of stimulerend zijn, - openbaar toegankelijk zijn. 3. De activiteiten waarvoor de subsidie wordt gevraagd behoren niet tot de reguliere gesubsidieerde activiteiten. 4. Het publiceren en opleveren van producten als websites, boeken en ander drukwerk, beelden, schilderijen en andere fysieke kunstwerken komen niet voor subsidie in aanmerking. Artikel 3 De subsidieaanvrager Subsidie kan worden verstrekt aan organisaties met rechtspersoonlijkheid naar burgerlijk recht, zonder winstoogmerk. Het college kan in bijzondere gevallen hiervan afwijken. 1
- een - een Artikel 4 De subsidieaanvraag 1. De incidentele subsidies kunnen tot maximaal 6 weken voor aanvang van de activiteiten worden aangevraagd, in twee perioden: - Eerste periode: vanaf 15 oktober 12:00 uur van het jaar vooratgaand aan het jaar waarin de activiteiten plaatsvinden, worden aangevraagd, indien de start, niet zijnde de voorbereiding, van de activiteiten in de periode 1januari tot en met 30juni plaatsvinden. Aanvragen die voor deze datum worden ingediend worden niet in behandeling genomen. - Tweede periode: vanaf 15april 12:00 uur van het jaar waarin de activiteiten plaatsvinden, indien de start, niet zijnde de voorbereiding, van de activiteiten in de periode 1juli tot en met 31 december plaatsvinden. Aanvragen die voor deze datum worden ingediend worden niet in behandeling genomen. 2. De aanvragen moeten in ieder geval bevatten: - een beschrijving van de activiteit; - de doelstelling van de activiteit; omschrijving van de doelgroep; - een begroting van de inkomsten en uitgaven; - een publiciteitsplan. Artikel 5 Beslistermijn Burgemeester en wethouders beslissen binnen 6 weken op de aanvragen. Artikel 6 Subsidieplatond 1. De hoogte van het totale bedrag dat jaarlijks kan worden besteed aan incidentele subsidies voor culturele activiteiten bedraagt 17.500 per periode als bedoeld in artikel 4 lid 1. 2. De subsidieaanvragen worden in volgorde van binnenkomst afgehandeld. Indien met de toekenning van een subsidieaanvraag het subsidieplafond wordt overschreden, wordt de subsidie geweigerd. 3. Onafhankelijk van de hoogte van het in lid 1 genoemde subsidieplafond is de hoogte van de subsidie maximaal 5.000,= per subsidie. Artikel 7 Inhoudelijk en financieel verslag Binnen 12 weken nadat de activiteit heeft plaatsgevonden dient een inhoudelijk en financieel verslag te worden ingediend. Het verslag bevat in ieder geval: beschrijving van het verloop van de activiteit; - een overzicht van de uitgaven en inkomsten. Artikel 8 Inwerkingtreding Deze nadere regels en beleidsregel treden in werking op de dag na die waarop zij zijn bekend gemaakt. 2
Artikel 9 Citeertitel Deze nadere regels en beleidsregel kunnen worden aangehaald als: Nadere regels en beleidsregel incidentele subsidie voor culturele activiteiten tot 5.000. Aldus op 4juli 2017 vastgesteld door burgemeester en wethouders van Vlaardingen, de seci de burgemeester, mr. drs. A.G MM. Jetten MSc 3