14T968DC. Gebruiksaanwijzing

Vergelijkbare documenten
INHOUDSOPGAVE ONDERDELEN ACCESSOIRES GRIJPERDEKSEL OPENEN DRADEN VERWISSELEN NAAIEN VOORBEREIDEN STEEKLENGTE AANPASSEN NAADBREEDTE AANPASSEN

Handleiding KEEPING THE WORLD SEWING

Snijbreedte S/C Instelling voor bovenmesje, koppelingshendel en gebruik van de bedekking van mesje S of deksteektabel C

Veiligheidsvoorschriften Belangrijke veiligheidsvoorschriften GEVAAR Om het risico van een elektrische schok te vermijden:

STEKEN & NAAITECHNIEKEN

INHOUD 1. VOOR GEBRUIK Belangrijke veiligheidsinstructies NAMEN VAN DE ONDERDELEN VOORBEREIDING VOOR HET NAAIEN...

INHOUDSOPGAVE AANDUIDING VAN DE ONDERDELEN 7 DE DRADEN VERWISSELEN 26 ACCESSOIRES 9 INSTELLING 27 OPENEN VAN HET GRIJPERDEKSEL 10 VOORBEREIDINGEN 10

H a n d l e i d i n g

Naden. overlaten! die niets te wensen dradensysteem. Optimaal naaien. Met een. Professional 5 TM

Handleiding KEEPING THE WORLD SEWING

H a n d l e i d i n g

CV3440 & CV3550 CV3440 & CV3550. Coverlock machines NIEUW


760 GEBRUIKSAANWIJZING

Tip: Schuif de stof en de sierrand met behulp van een pincet in de juiste positie onder de naalden.

NAALD/STOF/GAREN AFSTEMMEN

coverlocktm 4.0 Handleiding

Bediening Handwiel...12 Frontklep...12 Vrije arm...12

H a n d l e i d i n g

naaimachine BASISTECHNIEKEN Verschil in eigenschappen ten opzichte van de select 2.2 naaimachine Inclusief extra naaivoeten: 0, 1, 3, 4, 5

RECHTE STEKEN. Voor de versterkte drievoudige rechte steek, zet u het steeklengtewieltje op de stand S1.

Inhoudsopgave ONDERDELEN DIFFERENTIEEL TRANSPORT ACCESSOIRES KETTINGSTEEK NAAIEN GRIJPERDEKSEL OPENEN COVERSTEEK NAAIEN NAAIEN VOORBEREIDEN

HUSKYLOCK. Model 936, 910 en 905

Belangrijke

coverlocktm 4.0 Handleiding

BASISTECHNIEKEN. naaimachine. 150 jaar ongelimiteerde creativiteit! FUNCTIES VAN DE SELECT 150 NAAIMACHINE

Handleiding KEEPING THE WORLD SEWING

Just SEW It! Machinaal zomen

Handleiding KEEPING THE WORLD SEWING

HANDLEIDING Alfa Next 20

NV1800Q NV1800Q. SFDS Square Feed Drive System ICAPS Volledig automatische draadspanning Zijwaarts transport Draaifunctie Inclusief grote werktafel

Just SEW It! Oplossingen voor naai-uitdagingen

overlock line Ontdek het geheim van een perfecte afwerking.

Montagehandleiding Screens screenstotaalshop.nl 1. Instructie plaatsen screen. 1.1 Aftekenen montage gaten

Gebruikershandleiding

Telefoonhoesje. Patroon 1 Patroon 2 Patroon voor zelfhechtende voering

INSTRUCTIES M.B.T. SYMBOLEN. Breng de naai voet omhoog. Breng de naald omhoog. Breng de naai voet omlaag

NV1100 & NV1300 NV1100 & NV1300

Daarom hebben we een stappenplan opgesteld, zodat u de meest voorkomende eenvoudige problemen zelf kunt oplossen.

Lockmachine MD Handleiding

Spoel opspoelen. 1: garen op de houder. 2: spoel op de spoelopwinder. 3: draad door de geleider heen. (afbeelding 2)

INNOVATIEF. van binnen

Bijgeleverde extra naaivoeten: 0A, 1A, 2A, 3, 4, 5A, 5M, vrije quiltvoet/stopvoet

overlock line Naai als een professional! hobbylock 2.0 coverlock coverlock 3.0 Ontdek het geheim van een perfecte afwerking.

INLEIDING VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN SYMBOLEN. De symbolen in deze gebruiksaanwijzing. Symbolen op het apparaat

Naaibenodigdheden. Patroon. HUSQVARNA VIKING accessoires

De nieuwe BRILLIANCE 75Q vervangt de SAPPHIRE 965Q

INHOUDSOPGAVE. Instellingen...16 Instellen van de draadspanning...16 Controleren van de draadspanningen...17

Voor naden in tricot en elastische stof. 12 Afwerksteek B In één stap randen naaien en afwerken. Voor normale elastische stoffen.

Inleiding.. 3. Productoverzicht.4. Belangrijke aanwijzingen voor uw veiligheid 5. Bewaar deze gebruiksaanwijzing.5

KRUPS F380. Gebruiksaanwijzing

MONTAGE HANDLEIDING ROLLUIK

BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES

Deel 1: Gebruiksaanwijzing

Gourmet Recipe Guide & Instructions

Montage-instructie. Rolluik RV40 - RV41

Uw gebruiksaanwijzing. TOYOTA SP20

DE JUISTE NAALD VOOR ELK MATERIAAL. Naaimachinenaalden. Advies en assortiment

Deel 2: Montagevoorschriften Kl. N291

hobby line Kent u het magazine van Pfaff al? Eenvoudig in gebruik, innovatief design en vele mogelijkheden! Alles in één!

~ ~ Just SEW It! Knoopsgaten

Gebruiksaanwijzing. Staafmixer. Lees deze instructies zorgvuldig door en bewaar ze voor toekomstig gebruik.

Just SEW It! Paspel Principes

A4, A5, A6 - Elastische steek, naald in linker-, midden- en rechterpositie Voor naden in tricot en elastische stoffen.

Overlock-naaimachine

GEBRUIKSAAN- WIJZING

Messenslijper - Art.nr Gebruiksaanwijzing

Jane. Montage instructie. Montage instructie... 1 Het inklappen van Jane Tips en aandachtspunten Wat er mis kan gaan...

Kies & naai! Met de originele. Ultieme Eenvoud Hoge Kwaliteit PFAFF design

Basistechnieken. TOPFUNCTIES VAN DE passport 2.0 NAAIMACHINE. Bijgeleverde accessoires:

AEG OVERLOCKMACHINE. Model: 300 Model: 320 GEBRUIKERSHANDLEIDING

Acclaim. Net iets meer aan overlock.

*

Voor naden in tricot en elastische stof. 10 Afwerksteek A/B In één stap randen naaien en afwerken. Voor normale elastische stoffen.

Rond opzetstuk. Circular attachment NEDERLANDS

Montage-instructie. Screens. V599R Ritz V599 Ritz XL

Click wheel ipod Classic Installatie handleiding

NAAIMACHINE VOOR HUISHOUDELIJK GEBRUIK GEBRUIKS- AANWIJZING

Montage-instructie. Ritzscreen V540 V599 V599R V599 L V599 XL

Benodigdheden. HICLASS 100Q naaimachine van Husqvarna Viking. 88 x 140 cm Dikke beige katoen voor de tas en de voering. 14 x 140 cm roze imitatieleer

Steek Steeknaam/Toepassing Naaivoet

Cirkels naaien. Just SEW It!

GEBRUIKERSHANDLEIDING E10

Kies & naai! Ultieme Eenvoud Hoge Kwaliteit Typisch Pfaff. Met de originele Pfaff-functie! Duitse kwaliteit! Innovatief design!

Coverlock Quilt. Met deze overlocktechniek worden uw quilttop, quiltvoering en achterkant in één stap gequilt. Benodigdheden

GEBRUIKERSHANDLEIDING E20

STEKEN. Uw machine leren kennen 1:11. Steeknummer. Steek. Steeknaam Naaivoet Toepassing

Achterkant ipod Classic Installatie handleiding

Montage-instructie. Screens. V599 Ritz V599R Ritz V599 Ritz XL

Accu ipod Classic Installatie handleiding

Gebruikershandleiding

Rode jurk. Maten 34-46

Lcd scherm ipod Classic Installatie handleiding

Meisjessweater. Knip. Benodigdheden. Naaien. De manchet decoreren. Husqvarna Viking naaimachines en accessoires

Tijdschakelklok. Bestnr.: (groen) (oranje) (transparant) (blauw) Omwille van het milieu 100% recyclingpapier

Handleiding LIMITED EDITION. KeepIng The WoRld sewing

Tips: Was alle stoffen vóór het knippen, omdat stof kan krimpen. Neem alle markeringen (streepjes en figuurnaden) van het patroon over op de stof.

Bedieningshandleiding

S T A P P E N P L A N - K A T O E N E N R O K Benodigdheden: 1. Opmeten. Rokrand: cm : 2 = cm. Heupwijdte: cm : 2 = cm

Gebruikershandleiding

Transcriptie:

14T968DC Gebruiksaanwijzing

14T968DC VOORWOORD Hartelijk dank dat u heeft gekozen voor deze gecombineerde overlock-, kettingsteek- en coversteeknaaimachine. Deze naaimachine voor huishoudelijk gebruik, naait voor u door dik en dun. U kunt de meest uiteenlopende materialen, van batist tot spijkerstof, uitstekend verwerken. In de handleiding staat beschreven hoe u de machine het beste kunt gebruiken en onderhouden. Voor een optimaal gebruik van de mogelijkheden van deze machine, raden wij u aan de gebruiksaanwijzing voor ingebruikname helemaal te lezen. Om echt vertrouwd te raken met de machine kunt u de gebruiksaanwijzing vervolgens het beste pagina voor pagina doorlopen. Om ervoor te zorgen dat u constant over de modernste naaimogelijkheden beschikt, behoudt de fabrikant zich te allen tijde het recht voor wijzigingen aan te brengen in het design, de constructie of de accessoires. Deze SINGER naaimachine, model 14T968DC, is door GS getest (Certification of Electrotechnical Materials) volgens de Europese normen en voldoet aan de richtlijnen voor elektrische veiligheid, radiostoring en ongevoeligheid voor overspanningsimpulsen. Door het KEMA- en CE-logo wordt aangetoond dat het apparaat conform de richtlijnen is gefabriceerd. SINGER is een geregistreerd handelsmerk van The Singer Company Limited of bijbehorende dochterondernemingen. 2009 The Singer Company Limited of bijbehorende dochterondernemingen. Alle rechten voorbehouden.

BELANGRIJKE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN Tijdens het gebruik van deze machine, moet u constant de onderstaande veiligheidsmaatregelen in acht nemen. Lees alle aanwijzingen aandachtig door voor u de machine gebruikt. WAARSCHUWING - ter voorkoming van stroomstoten: Laat de machine nooit onbeheerd achter als de machine nog is verbonden met het stroomnet. U dient meteen na het gebruik en ook altijd voordat u de machine schoonmaakt de stekker uit het stopcontact te trekken. WAARSCHUWING ter voorkoming van brand, stroomstoten en persoonlijk letsel: De netspanning (de spanning van het stopcontact) moet overeenkomen met de nominale gelijkstroom van de motor. De machine mag alleen worden gebruikt voor de in deze handleiding beschreven doeleinden. Maak alleen gebruik van accessoires die door de fabrikant in deze gebruiksaanwijzing worden aanbevolen. Voor werkzaamheden in de buurt van de naald, zoals het inrijgen van de naald of de grijper; of voor het wisselen van de naald, steekplaten, naaivoetjes, etc., moet u de stekker uit het stopcontact trekken of de machine uitschakelen. U moet de stekker uit het stopcontact trekken indien u: afdekkingen verwijdert, de machine smeert of andere onderhoudswerkzaamheden verricht die in deze gebruiksaanwijzing worden beschreven. Het zelfstandig instellen van de motorriem is niet toegestaan. Moeten de instellingen toch worden aangepast, dan dient u contact op te nemen met de verantwoordelijke Singer dealer. Trek niet aan het snoer als u de stekker uit het stopcontact haalt, maar pak de stekker beet. De voetweerstand voorzichtig behandelen en niet op de grond laten vallen. Er mogen absoluut geen voorwerpen op de voetweerstand worden gezet. Gebruik altijd de correcte steekplaat, een verkeerde steekplaat kan leiden tot naaldbreuk. Gebruik geen verbogen naalden. Tijdens het naaien moet u uw vingers weghouden van alle bewegende delen. U moet vooral voorzichtig zijn in de buurt van de naald. U mag tijdens het naaien niet aan de stof trekken of met de stof schuiven. Hierdoor kan de naald verbuigen of breken. De machine uitsluitend aan de handgreep oppakken en verplaatsen. U mag de machine onder geen enkele voorwaarde gebruiken, indien het snoer of de stekker zijn beschadigd, de machine niet correct werkt, op de grond is gevallen, of als deze is beschadigd of nat is geworden. Indien uw machine moet worden nagekeken of gerepareerd, of als elektrische of mechanische aanpassingen noodzakelijk zijn, dan dient u uw machine naar de dichtstbijzijnde Singer dealer te brengen. U mag de machine niet gebruiken, indien een ventilatieopening wordt geblokkeerd. Houd de ventilatieopeningen van de machine en de voetweerstand vrij van vloeistoffen, stof en losse stofdelen. 2

Steek niets c.q. laat niets vallen in de openingen van de machine. De machine mag niet in de buitenlucht worden gebruikt. De machine niet gebruiken in een ruimte waar met aerosols (sprays) of zuurstof wordt gewerkt. De machine mag niet als speelgoed worden gebruikt. Uiterste waakzaamheid is geboden, indien de machine door kinderen of in het bijzijn van kinderen wordt gebruikt. Stel de machine noch de koffer aan direct zonlicht of zeer warme of vochtige ruimten bloot. De machine, voetweerstand en snoer mogen niet met natte handen, natte doeken of andere natte voorwerpen worden aangeraakt. De stekker niet aansluiten op verlengkabels, waarop meerdere andere apparaten zijn aangesloten. De machine alleen op een vlakke en stabiele tafel gebruiken. Voor ieder gebruik de vrije-arm- en grijperdeksel van de machine sluiten. Naaivoet en naalden bewaren op een voor kinderen ontoegankelijke plaats. De machine niet zelfstandig uit elkaar nemen of veranderen. Voor u onderhoud pleegt aan de machine, moet u zich verzekeren dat de netschakelaar is uitgeschakeld en de stekker uit het stopcontact is getrokken. Indien het snoer is beschadigd, moet het door de fabrikant of een ander bevoegd persoon worden verwisseld om zo een potentiële bron van gevaar te elimineren. Dit apparaat is niet geschikt voor gebruik door personen (inclusief kinderen) met psychische, zintuiglijke of geestelijke beperkingen of die niet genoeg ervaring en/of kennis bezitten voor het gebruik, behalve wanneer zij onder toezicht staan van een voor hun veiligheid verantwoordelijke persoon of werken op aanwijzing van een dergelijke persoon. Schakel de machine altijd uit, als u deze onbeheerd achterlaat. Trek voor het onderhoud de stekker uit het stopcontact. Indien de lichtunit is beschadigd, moet deze door een geautoriseerde handelaar worden vervangen. 3

INHOUDSOPGAVE Pagina Pagina 1. Steekkeuze & automatische draadspanning... 21. Afkanten en proefnaden... 2. Overzichtstabel... 22. Instellingen en naaihandleiding... 3. Accessoires... 1) Dubbele kettingsteek... 4. Aanwijzing voor de naalden... 2) Tweedraads-overhandsesteek... 5. De belangrijkste onderdelen... 3) Tweedraads-overlocknaad... 6. Openen van het grijperruimtedeksel... 4) 3-draads-overlocknaad... 7. De belangrijkste onderdelen in de grijperruimte.. 5) 3-draads-flatlocknaad... 8. Naaivoorbereiding... 6) 3-draads-stretch-veiligheidsnaad... 9. Afvalbakje inzetten en afhalen... 7) 4-draads-stretch-veiligheidsnaad... 10. Voorbereiding voor het inrijgen... 8) 4-draads-veiligheidsnaad... *Montage van de garenstandaard... 9) 5-draads-veiligheidsnaad... *Netjes voor garenklosjes... 23. Covernaden *Garenafrolschijven... 24. Rolzomen naaien. 11. Uitnemen en inzetten van naalden... 1) 3-draads-standaardrolzoom... *Naaldpositie... 2) 3-draads-bovengrijper-overhandserolzoom *Naald(en) verwijderen... 3) 2-draads-standaardrolzoom... *Naald(en) inzetten... 4) 2-draads-ondergrijper-overhandserolzoom 12. Inrijgen... 25. Naadvariaties en naaitechnieken... *Inrijgdiagram... *Decoratieve flatlocksteken... *Kleurcode... *Overlock-blindzomen... *Correct inrijgen van de machine... *Sierplooien... 1) Bovengrijpen inrijgen (groen)... *Om de hoek naaien... 2) Ondergrijper inrijgen (rood)... *Spelden plaatsen... 3) Ketting-/coversteekgrijper inrijgen (bruin)... *Ketting vastmaken... 4) Rechter overlocknaald inrijgen (blauw)... *Naadversterking... 5) Linker overlocknaald inrijgen (oranje)... *Afkanten voor het herstellen van boorden... 6) Linker coversteeknaald inrijgen (oranje)... 26. Onderhoud van de machine... Linker coversteeknaald inrijgen (oranje)... *Machine schoonmaken... Middelste coversteeknaald & *Machine oliën... kettingsteeknaald inrijgen (blauw)... *Ondermes verwisselen... Rechter coversteeknaald inrijgen (groen)... *Nieuw lampje inzetten... 13. Garen wisselen (door aanknopen)... 27. Speciale accessoires... 14. Instellen van de steeklengte... *Klikvoetjes... 15. Instellen van de steekbreedte... *Extra... *Instelling van de breedte voor verandering van de 1) Elastiekvoet... naaldpositie... 2) Blindsteekvoet... *Instelling breedte d.m.v. breedte-instelknop... 3) Rimpelvoet... 16. Instelling van de naaivoetdruk... 4) Parelvoet... 17. Differentieeltransport... 5) Paspel-/cordonvoet... *Gerimpelde overlocknaad... 6) Bandaanzetvoet... *Elastische overlocknaad... 28. Naaistoringen en hoe deze te verhelpen... 18. Uitschakelen van het beweegbare bovenmes... 29. Materiaal-, draad- en naaldtabel... 19. Bovengrijper veranderen in een blindgrijper... 30. Technische gegevens... *Blindgrijper gebruiken... *Bovengrijper gebruiken... 20. Normale overlocknaden en rolzomen... *Normale overlocknaden naaien... * Rolzomen naaien...

1. STEEKKEUZE & AUTOMATISCHE DRAADSPANNING Door middel van de instelling van de automatische draadspanning en naaldpositie, net als via het inrijgen en door het inzetten van de verwisselbare rechter grijper/spreider kunt u veel verschillende typen steken naaien met deze naaimachine. Steektype ATD: Automatische draadspanning instellen Pagina 1. Dubbele kettingsteek Deze 1-naalds-2-draadsrechtsteek wordt gebruikt om materialen aan elkaar te naaien en als siernaad. De naden kunnen op de gewenste afstand van de rand worden gezet, door de rechter grijpers en de bewegelijke messen te verschuiven. 2. Tweedraadsoverhandsesteek 3. Tweedraadsoverlocknaad Deze 1-naalds-2-draadssteek wordt gebruikt voor het naaien van lichte of elastische materialen. Ideaal voor smalle rol- en blindzomen. Afhankelijk van de gekozen naaldpositie kunt u een overhandsesteekbreedte kiezen van 4,0 mm of 6,0 mm. Deze 1-naalds-2-draadssteek wordt gebruikt voor het afwerken van al het normale naaigoed. Hij is ook ideaal voor flatlocknaden (constructiesteek) en blindzomen. Afhankelijk van de gekozen naaldpositie kunt u een overlocknaadbreedte kiezen van 4,0 mm of 6,0 mm. 4. Driedraadsoverlocknaad Deze 1-naalds-3-draadssteek wordt gebruikt voor het afwerken en zomen van al het normale naaigoed. Afhankelijk van de gekozen naaldpositie kunt u een overlocknaadbreedte kiezen van 4,0 mm of 6,0 mm. 5. Driedraadsflatlocknaad Deze 1-naalds-3-draadssteek is voor constructiesteken en siersteken met decoratief garen. Afhankelijk van de gekozen naaldpositie kunt u ook een overlockbreedte kiezen van 4,0 mm of 6,0 mm. 6. Driedraadsstretchveiligheidsnaad Deze 2-naalds-3-draadssteek is ideaal voor lichte, extreem elastische stoffen, zoals tricot en spandex. 7. Vierdraadsstretchveiligheidsnaad Deze 2-naalds-4-draadssteek is ideaal voor middel tot zware stretchstoffen, zoals gebreid goed en badkleding.

Steektype ATD: Automatische draadspanning instellen Pagin a 8. Vierdraadsveiligheidsnaad Deze 4-draadssteek is een veiligheidssteek die uit een 2-draads-overlocksteek en een dubbele kettingsteek bestaat. 9. Vijfdraadsveiligheidsnaad breed Deze 5-draadssteek is een veiligheidssteek die uit een 3-draads-overlocksteek en een dubbele kettingsteek bestaat. Wanneer de linker naald wordt gebruikt, ontstaat een brede zoom. Afwerken en zomen van niet elastische stoffen in één naaihandeling. 10. Vijfdraadsveiligheidsnaad smal Deze 5-draadssteek is een veiligheidssteek die uit een 3-draads-overlocksteek en een dubbele kettingsteek bestaat. Wanneer de rechter naald wordt gebruikt, ontstaat een smalle zoom. Afwerken en zomen van nietelastische stoffen in één naaihandeling. 11 Covernaad smal (2,8mm) Deze 2-naalds-3-draadscovernaad is geschikt voor elastische stoffen zoals breigoed, etc. Wanneer u de linker en de middelste naald gebruikt, ontstaat een smallere zoom. 12.Covernaad breed (5,6 mm) Deze 2-naalds-3-draadscovernaad is geschikt voor elastische stoffen zoals breigoed, etc. Wanneer u de linker en rechter naald gebruikt, ontstaat een brede zoom. 13. Drievoudigecover naad (5,6 mm) Deze 3-naalds-4-draadscovernaad is geschikt voor elastische stoffen zoals breigoed, etc. Wanneer u de linker, rechter en middelste naald gebruikt, ontstaat er een driedubbele naad. 14. Driedraadsrolzoom Deze 1-naald-3-draadssteek wordt gebruikt voor het naaien van smalle rolzomen.

*Afhankelijk van de gekozen naaldpositie, kan de machine met een 2- of 3-draadsoverlocknaad een breedte van 4 mm en 6 mm naaien. Voor overlocknaden op zware stoffen kan de naad nog worden verbreed door aan de naaibreedte-instelknop te draaien (zie pagina 31). Overlockbreedte 4.0 mm 6.0 mm Gebruikte naald Rechter overlocknaald Linker overlocknaald Bovendraadspanninginstelwiel blauw oranje 7

2. OVERZICHTSTABEL Steektype naaldpositie Correct inrijgen/spanning: als u de automatische draadspanning (ATD) gebruikt, wordt automatisch de correcte draadspanning ingesteld. Pagina oranje blauw groen rood bruin Dubbele kettingsteek Tweedraadsoverhandsesteek Tweedraadsoverlocknaad Driedraadsoverlocknaad Driedraadsflatlocknaad Driedraadsstretchveiligheidsnaad Vierdraadsstretchveiligheidsnaad Vierdraadsveiligheidsnaad Vijfdraadsveiligheidsnaad breed Vijfdraadsveiligheidsnaad smal Covernaad smal Covernaad breed Drievoudigecovernaad Driedraads -rolzoom ATD: automatische draadspanning DF: differentieeltransport *Indien u optie 2 3 6 8 gebruikt, moet u de spreider gebruiken. * Als u optie 1, 11, 12, 13 kiest, draai dan het bovenmes naar beneden, zet u de naadbreedteschuifknop op R en vervangt u de grijperafdekking (A) door de grijperafdekking (B). * De automatische draadspanning is bedoeld voor middelzware stoffen en normaal polyestergaren nr. 60. Hij is geschikt voor de meeste naaiuitdagingen. Als u andere garens of stoffen gebruikt, kan het resultaat misschien anders dan gewenst uitvallen. In dit geval moet u de draadspanning in kleine stappen aanpassen. 8 SL: steeklengte L / C: Positie van de rechter grijper

3. ACCESSOIRES De accessoires zitten in de accessoirebox. 1. Schroevendraaier (groot) 2. Mes (vast) 3. Garenafrolschijf 4. Netjes voor garenklosjes 5. Olieflesje 6. Zeskantschroevendraaier (klein) 7. Pincet 8. Set naalden 9. Borsteltje 10. Spoelhouder 11. Afvalbakje 12. Afdekkap 13. Afdekking voor de messen (aan de machine) in het doosje in het doosje 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 4. AANWIJZINGEN VOOR DE NAALDEN Deze overlockmachine maakt gebruik van een industriële naald met een vlakke schaft. Hierdoor wordt verhinderd dat de naald verkeerd om wordt ingezet. Gebruik voor deze overlockmachine geen normale naainaalden, ongeacht grootte of type. Bij de machine wordt een Singer-naald nr. 2022, dikte14/90 meegeleverd. Gebruik alleen de naalden met nr. 2022, dikte 14/90 en 11/80 uit de accessoirebox. 12 #2022 Overlocknaald 13 9

5. DE BELANGRIJKSTE ONDERDELEN 1. Telescoopstandaard met garenrek 2. Handgreep 3. Instelhevel voor de draadspanning van de linker naald (oranje) 4. Instelhevel voor de draadspanning van de rechter naald (blauw) 5. Instelhevel voor de draadspanning van de rechter grijper (groen) 6. Instelhevel voor de draadspanning van de linker grijper (rood) 7. Draadspanningsinstelwiel kettingsteekgrijper (bruin) 8. Steekplaat 9. Werktafel 10. Grijperdeksel 11. Aan-/uitknop en lichtknop 12. Afstelknop steeklengte 13. Handwiel 14. Spoelstandaard 15. Garenpencentrering 16. Garenpen 17. Afvalbakje voor stofresten 18. Instellingswiel voor automatische draadspanning 19. Werktafel 3 4 5 6 7 2 1 18 16 15 8 19 14 9 12 13 10 11 10

DE BELANGRIJKSTE ONDERDELEN 20. Persvoet- en spanningshevel 21. Afstelhendel voor het differentieeltransport 22. Instellingswiel voor de snijbreedte 23. Afstelhendel voor de naaivoetdruk 23 20 21 22

6. OPENEN VAN HET GRIJPERRUIMTEDEKSEL Let op Voor het openen van het grijperruimtedeksels 1 altijd de stroom uitschakelen! Schuif het deksel zo ver mogelijk naar rechts (1). Trek het deksel naar beneden en naar u toe (2) Let op 2 Het grijperruimtedeksel moet tijdens het naaien gesloten zijn! Wanneer de grijperafdekking open is, functioneert de machine niet. 7. DE BELANGRIJKSTE ONDERDELEN IN DE GRIJPERRUIMTE 7 3 2 1 8 1. Bovengrijper 5 2. Bewegelijk bovenmes 3. Naaivoet 6 4. Vrijliggend ondermes 4 5. Ondergrijper 6. Ketting-/coversteekgrijper 7. Rolzoomhevel 8. Blindgrijper 9. Bovengrijperkoppeling 8. NAAIVOORBEREIDING Steek de contra-stekker in het stekkerhuis van de machine. 9 Steek de stekker in het stopcontact. Aan-/uitknop: Druk op "I" om de machine aan te zetten. Druk op "0" om de machine uit te zetten. Met de voetweerstand regelt u de snelheid waarmee u naait. Hoe harder u het pedaal intrapt, des te sneller de machine naait. aan uit Neem uw voet van de weerstand als u wilt ophouden met naaien. OPGELET: Gebruik alleen de voetweerstand die bij deze machine is meegeleverd. Lees bovendien aandachtig de waarschuwingen op de volgende pagina:

OPGELET VEILIGHEIDSWAARSCHUWING: De netspanning (de spanning van het stopcontact) moet overeenkomen met de nennspanning van de motor. Ga voorzichtig om met de voetweerstand, laat hem niet op de grond vallen en zet er geen voorwerpen op. Trek de stekker uit het stopcontact als u naalden, de naaivoet of steekplaat verwisselt of de machine onbeheerd achterlaat. Zo voorkomt u dat de machine per ongeluk in werking treedt door een druk op het voetpedaal. 9. AFVALBAKJE INZETTEN EN AFHALEN Inzetten: Plaats het afvalbakje voor stofresten onder het grijperruimtedeksel. 1 Zorg ervoor dat de van het afvalbakje daar zit, waar de stofresten van het mes vallen. 2 Afhalen: Trek het afvalbakje voor stofresten in de richting van de pijl weg om het te verwijderen. 3

10. VOORBEREIDING VOOR HET INRIJGEN Montage van de garenstandaard Haal de garenstandaard uit de piepschuim verpakking. Monteer de garenstandaard uitsluitend zoals in de afbeelding wordt aangegeven. De machine wordt geleverd met een in elkaar geschoven garenstandaard. Trek de garenstandaard volledig uit. In de juiste positie sluiten de beide beweegbare delen van de telescoopstandaard hoorbaar in elkaar. Plaats de garenstandaard in het midden over de garenpennen. Plaats het garen op de garenpencentreringen van de garenpennen. Uw nieuwe machine is zo ingeregen dat deze een drievoudige coversteek naait. Meer informatie over het aanknopen van de draden vindt u op bladzijde 30. Netjes voor garenklosjes Bij synthetische garens die gemakkelijk van de rol afwikkelen, schuift u het netje voor garenklosjes uit de accessoirebox van onder af over de klos, zodat de draden aan de bovenkant vrij van de klos kunnen lopen (zoals in de afbeelding). Netjes voor garenklosjes Garenafrol schijf Garenafrolschijf Als u normale klosjes gebruikt, plaatst u de garenafrolschijf uit de accessoirebox zoals afgebeeld op het klosje. Plaats er boven op Klosje

11. UITNEMEN EN INZETTEN VAN NAALDEN Naaldpositie Zoals u kunt zien in de afbeelding rechts, passen er maximaal vijf naalden in de naaldklem. U kunt echter maar naaien met een, twee of drie naalden tegelijkertijd. Probeer niet met vijf naalden te naaien. In de gebruiksaanwijzing zijn de verschillende naaldposities in een schematische afbeelding van de naaldklem te zien (zie afbeelding rechts). Als u zowel de rechter als de linker overlocknaald gebruikt, staat de linker naald iets hoger dan de rechter. Wanneer alle coversteeknaalden in gebruik zijn, staat de linker naald iets hoger dan de andere. Naald(en) verwijderen Let op Voor het verwijderen van de naald(en) de stekker uit het stopcontact trekken! Draai het handwiel naar u toe tot de naald in de hoogste positie staat. Leg een dik stuk stof (bijv. vilt) onder de naaivoet. Laat de naald zover zakken tot deze de stof licht aanraakt. Draai de naaldklemschroef met de kleine zeskantschroevendraaier los, zonder de schroef helemaal te verwijderen. Houd de naalden tussen uw vingers en til de naaldstang op. De naalden blijven in de stof steken. A. Rechter overlocknaald B. Linker overlocknaald C. Linker coversteeknaald D. Middelste coversteeknaald E. Rechter coversteeknaald Linker, middelste en rechter coversteeknaalddraden Rechter overlocknaalddr aad Linker overlocknaald Rechter overlocknaald Rechter coversteeknaald Middelste coversteeknaald / kettingsteeknaald Linker coversteeknaald Kettingsteek naalddraad De platte kant naar achteren Linker en rechter overlocknaalddraad Naalden inzetten Houd de naald met de platte kant naar achteren. Schuif de naald tot aan de verdikking in de naaldklem. Als u de naald bij het inbrengen eerst in het het gat van de steekplaat steekt, kunt u deze direct naar boven in de naaldklem steken. Als de naalden in de naaldklemmen A en B worden gezet, moeten eerst de beide naaldklemschroeven A en B worden losgedraaid. Nadat u de naalden hebt ingezet, moet u ze weer vastdraaien. Voor deze machine hebt u Singer naalden nr. 2022 nodig. Standaard huishoudnaalden mogen niet worden gebruikt! Vastdraaien Losdraaien

12. INRIJGEN Inrijgdiagram: Overlock- en veiligheidsnaad Kettingsteek Overlock In het grijperruimtedeksel staat een kleurcodeschema waarmee u snel kunt zien hoe de machine moet worden ingeregen. Rijg de machine in zoals in de afbeelding rechts in de volgorde 1 tot 5. Voor overlock- en covernaden worden de draden door de grijperdraadinrijger geregen. Kleurcode: Overlock- en veiligheidsnaad 1. Bovengrijperdraad... groen 2. Ondergrijperdraad... rood 3. Kettingsteekgrijperdraad... bruin 4. Draad van de rechter naald... blauw 5. Kettingsteeknaaldraad... oranje Inrijgdiagram: Covernaad In het grijperruimtedeksel staat een kleurcodeschema waarmee u snel kunt zien hoe de machine moet worden ingeregen. Rijg de machine in zoals in de afbeelding rechts in de volgorde 1 tot 4. Voor covernaden worden de draden door de grijperdraadinrijger geregen. Kleurcode: Covernaad 1. Coversteekgrijperdraad... bruin 2. Draad van de rechter naald... groen 3. Draad van de middelste naald... blauw 4. Draad van de linker naald... oranje

Correct inrijgen van de machine 1 Voorzichtig: De machine moet uitgeschakeld zijn! 2 De aanwijzingen op deze en de volgende pagina zullen u helpen bij het correct inrijgen van de machine via een kleurig inrijgschema. Voor u met het inrijgen begint, moet u in het 4 sneloverzicht de belangrijke informatie over typen steken, instellingen, naald inzetten en kleur van het 9 5 betreffende inrijgschema opzoeken. 8 1) Bovengrijpen inrijgen (groen) 7 3 Rijg de bovengrijper in, in de volgorde 1 tot 9. 6 Licht de naaivoet op om de spanningsschijven vrij te maken. De naaivoet gaat omhoog door de naaivoethevel naar beneden te brengen. Hierdoor kunt u beter inrijgen en bij het naaien de stof beter bewegen. 1 Rijg de draad van achter naar voren in door de draadgeleider 1. Rijg de bovenste draadgeleider in 2 door de draad naar links te trekken tot hij onder de 2 draadgeleider 2 glijdt. Leid de draad dan zoals afgebeeld langs de van de knop. Houd de draad tussen uw vingers vast, leid de draad tussen de spanningsschijven en trek de draad omlaag om er zeker van te zijn dat hij goed tussen de spanningsschijven 3 zit. 3 3 17

Rijg het grijpergedeelte volgens de groene markering door de draadgeleider (4-9) in. Rijg het oogje in de bovengrijper 9 van voren naar achteren in. 9 8 4 9 * Gebruik de pincet uit de accessoirebox 5 om het inrijgen van de grijper te vergemakkelijken. * Controleer dat de draad achter de ondergrijper liggen. 7 6 8 Trek ca. 10 cm draad door de grijper en leg deze naar achter over de steekplaat. 2) Ondergrijper inrijgen (rood) 1 Rijg de ondergrijper in, in de volgorde 1 tot 10. 3 2 4 Licht de naaivoet op om de spanningsschijven vrij te maken. 9 10 8 7 5 6 Rijg de draad van achter naar voren in door de draadgeleider 1. 1 Rijg de bovenste draadgeleider in 2 door de draad naar links te trekken tot hij onder de draadgeleider 2 2 glijdt. Leid de draad dan zoals afgebeeld langs de van de knop. 18

Houd de draad tussen uw vingers vast, leid de draad tussen de spanningsschijven en trek de draad omlaag om er zeker van te zijn dat hij goed tussen de spanningsschijven 3 zit. 3 3 Draai het handwiel zover naar u toe, totdat de ondergrijper 5 tot 10 mm onder de rand van de steekplaat uitsteekt. 10 4 Rijg het grijpergedeelte volgens de rode markering door de draadgeleider (4-10) in. 8 Gebruik de pincet uit de accessoirebox om het inrijgen van de grijper 6 te vergemakkelijken. 9 7 5 Leg de draad met de pincet lichtelijk scheef van links naar rechts in de draadgeleider 4. 4 8 Trek de draad met de pincet van voor naar achter door de draadgeleider 5. 5 7 6 9 10 Rijg het grijperoogje (A) van voor naar achter in. Trek ca. 10 cm draad door de grijper. Leg de draad in de v-vormige groef van de draadinrijger. Houd het draadeinde goed vast met uw linker hand en breng de inrijghevel (C) in de juiste positie (D). A B D C 19

3) Ketting-/coversteekgrijper inrijgen (bruin) 1 Rijg de ketting-/coversteekgrijper in, in de volgorde 1 tot 11. 2 3 10 11 5 4 Doe de naaivoet omhoog door de naaivoethevel omlaag te brengen om de spanningsschijven 9 6 vrij te maken. 7 8 Rijg de draad van achter naar voren door de draadgeleider 1. 1 Rijg de bovenste 2 draadgeleider in, door de draad naar links te trekken tot hij onder de draadgeleider 2 glijdt. Leid de draad dan zoals 2 afgebeeld langs de van de knop. Houd de draad tussen uw vingers vast, leid de draad tussen de spanningsschijven en trek de draad omlaag om er zeker van te zijn dat hij goed tussen de spanningsschijven 3 zit. 3 3 20

Draai het handwiel zover naar u toe, totdat de kettingsteekgrijper 10 mm onder de rand van de steekplaat uitsteekt. Rijg het grijpergedeelte volgens de bruine markering door de draadgeleider (4-11) in. Gebruik de pincet uit de accessoirebox om het inrijgen van de grijper te vergemakkelijken. 4 5 Trek de draad met de pincet door draadgeleider 4. Leg de draad met de pincet door de gleuf aan de voorkant van draadgeleider 5. 9 6 7 8 10 11 Rijg het grijperoogje (A) van voor naar achter in. Trek ca. 10 cm draad door A D de grijper. Leg de draad in de v- vormige groef (B) van de draadinrijger. Houd het B draadeinde goed vast met uw linker hand en breng de inrijghevel (C) in de juiste positie (D). C 4) Rechter overlocknaald inrijgen (blauw) (B op de naaldklem) Rijg de rechter naald in, in de volgorde 1 tot 9. 1 2 3 Doe de naaivoet omhoog door de naaivoethevel omlaag te brengen om de spanningsschijven vrij te maken. 6 7 8 5 4 9 21

Rijg de draad van achter naar voren in door draadgeleider 1. 1 Rijg de bovenste draadgeleider in 2 door de draad naar links te trekken, tot hij onder de 2 draadgeleider 2 glijdt. Leid de draad dan zoals afgebeeld langs de van de knop. Houd de draad tussen uw vingers vast, leid de draad tussen de spanningsschijven en trek de draad omlaag. om er zeker van te zijn dat hij goed tussen de spanningsschijven 3 zit. 3 3 Rijg de punten 4 tot en met 8 in. Trek de draden eerst door de achterste draadinrijgsysteem van de draadgeleider 5 en in de onderste gleuf van draadbeschermer 6. Rijg 7 dan de draden in, in het rechter draadinrijgsysteem 6 op de draadgeleider 7 en daarna in het rechter gareninrijgsysteem op de draadgeleider 8. 8 4 Trek de draad achter de garenstandaard 5 langs die onder de naaldklem ligt, voor u de draad door het oog van de naald steekt. 9 22

Rijg het oog van naald 9 van de rechter naald in. Met het pincet uit de accessoirebox is het makkelijker de draad in de naald te krijgen. De draad moet achter de draadgeleider liggen. Trek ca. 10 cm draad door het oog van de naald. Leg de draad naar achter onder de naaivoet. 5) Kettingsteeknaald inrijgen (oranje) (D op de naaldklem) Rijg de linker naald in, in de volgorde 1 1 tot 9. Doe de naaivoet omhoog door de naaivoethevel omlaag te brengen om de spanningsschijven vrij te maken. 2 3 6 7 8 5 4 9 Rijg de draad van achter naar voren in door draadgeleider 1. 1 Rijg de bovenste draadgeleider in 2 door de draad 2 naar links te trekken, tot hij onder de draadgeleider 2 glijdt. Leid de draad dan zoals afgebeeld langs de van de knop. 23

Houd de draad tussen uw vingers vast, leid de draad tussen de spanningsschijven en trek de draad omlaag om er zeker van te zijn dat hij goed tussen de spanningsschijven 3 zit. 3 3 Rijg de punten 4 tot en met 8 in. Leid de draad door de middelste gleuf van draadgeleider 5, 7 dan in de gleuf van de draadhevel 6. Daarna leidt u de draden ieder door de middelste gleuf van de 6 draadgeleider 7 en 8. Gebruik bij de 4-draads-overlocknaad 8 4 naald A voor de linker naald. Voor u de draad door het oog van de naald steekt, moet u de draad eerst achter de draadgeleider, die onder de naaldklem zit. Gebruik voor de kettingsteek naald D. 9 5 Trek de draad achter de draadgeleider die onder de naaldklem ligt, voor u de draad door het oog van de naald steekt. Rijg het oog van naald 9 van de linker naald in. Met het pincet uit de accessoirebox is het makkelijker de draad in de naald te krijgen. 9 De draad moet achter de draadgeleider liggen. Trek ca. 10 cm draad door het oog van de naald. Leg de draad naar achter onder de naaivoet. 24

6) Coversteeknaald inrijgen (oranje) (1) Linker coversteeknaald inrijgen (oranje) (C op de naaldklem) 1 Rijg de linker coversteeknaald/kettingsteeknaald in, in de volgorde 1 tot 9. 2 3 6 Doe de naaivoet omhoog door de naaivoethevel omlaag te brengen om de spanningsschijven vrij te maken. 7 8 5 4 9 Rijg de draad van achter naar voren in door draadgeleider 1. 1 Rijg de bovenste draadgeleider in, door de draad 2 naar links te trekken, tot hij onder de draadgeleider 2 glijdt. Leid de draad dan zoals afgebeeld langs de van de knop. 2 Houd de draad tussen uw vingers vast, leid de draad tussen de spanningsschijven en trek de draad omlaag om er zeker van te zijn dat hij goed tussen de spanningsschijven 3 zit. 3 3 25

Rijg de punten 4 tot en met 8 in. Leid de draad door de voorste gleuf van 7 draadgeleider 5 en dan door de gleuf van de 6 dan in de gleuf van de draadhevel 6. Daarna leidt u de draden ieder door de linker gleuf van de draadgeleider 7 en 8. 8 4 Trek de draad achter de garenstaandaard langs die onder de naaldklem ligt, voor u de draad door het oog van de naald steekt. 9 5 Rijg het oog van naald 9 van de rechter naald in. Met het pincet uit de accessoirebox is het makkelijker de draad in de naald te krijgen. Trek ca. 10 cm draad door het oog van de naald. 9 Leg de draad naar achter onder de naaivoet. (2) Middelste coversteeknaald & kettingsteeknaald inrijgen (blauw) (D op de naaldklem) 1 Rijg de linker coversteeknaald/ 3 kettingsteeknaald in, in de volgorde 1 tot 9. 6 2 Doe de naaivoet omhoog door de naaivoethevel omlaag te brengen om de spanningsschijven vrij te maken. 7 8 5 4 9 26

Rijg de draad van achter naar voren in door draadgeleider 1. 1 Rijg de bovenste draadgeleider in 2 door de draad naar links te trekken, tot 2 hij onder de draadgeleider 2 glijdt. Leid de draad dan zoals afgebeeld langs de van de knop. Houd de draad tussen uw vingers vast, leid de draad tussen de spanningsschijven en trek de draad omlaag om er zeker van te zijn dat hij goed tussen de spanningsschijven 3 zit. 3 3 Rijg de punten 4 tot en met 8 in. Leid de draad door de middelste gleuf van 7 draadgeleider 5 en dan door de gleuf van de dan in de gleuf van de draadhevel 6. Daarna leidt u de draden ieder door de middelste gleuf van de draadgeleider 7 en 8. 6 Voor een covernaad moet de draad voor de draadgeleider onder de naaldklem 5 liggen, voor een kettingsteeknaad achter de draadgeleider, voor u de draad door het oog van de naald steekt. 8 9 4 27

Rijg het oog van naald 9 van de middelste naald in. Met het pincet uit de accessoirebox is het makkelijker de draad in de naald te krijgen. Trek ca. 10 cm draad door het oog van de naald. Leg de draad naar achter onder de naaivoet. 9 (3) Rechter coversteeknaald inrijgen (groen) (E op de naaldklem) 1 Rijg de rechter coversteeknaald in, in de volgorde 1 tot 9. 2 3 6 Doe de naaivoet omhoog door de naaivoethevel omlaag te brengen om de spanningsschijven vrij te maken. 7 8 5 4 9 Rijg de draad van achter naar voren in door draadgeleider 1. 1 Rijg de bovenste draadgeleider in door de draad naar links te trekken tot hij onder de 2 draadgeleider 2 glijdt. Leid de draad dan zoals afgebeeld langs de van de knop. 2 28

Houd de draad tussen uw vingers vast, leid de draad tussen de spanningsschijven en trek de draad omlaag om er zeker van te zijn dat hij goed tussen de spanningsschijven 3 zit. 3 3 Rijg de punten 4 tot en met 8 in. 7 Leid de draad door de achterste gleuf 6 van de draadgeleider 5. Leid de draad door de gleuf van de draadhevel 6. Daarna leidt u de draden ieder door de rechter gleuf van de draadgeleider 7 en 8. 8 4 5 Voor een covernaad moet de draad zich voor de draadgeleider bevinden die onder de naaldklem ligt, voor u de draad door het oog van de naald steekt. 9 Rijg het oog van naald 9 van de rechter naald in. Met het pincet uit de accessoirebox is het makkelijker de draad in de naald te krijgen. Trek ca. 10 cm draad door het oog van de naald. 9 Leg de draad naar achter onder de naaivoet. 29

13. Garen wisselen (door aanknopen) Indien u het garen wilt wisselen (andere kleur of type), knip dan de draad zo dicht mogelijk aan de klos af. Zet een nieuwe klos op de garenpen. Knoop de eindjes van de nieuwe en oude draad aan elkaar. Knip de uiteinde van de draad af tot ongeveer 2-3 cm. Knip de draden niet te kort af, want dan kunnen ze los schieten. Trek aan beide draden en controleer of de knoop goed vast zit. Licht de naaivoet op om de spanningsschijven vrij te maken. Trek de draden achtereenvolgens door de machine. Als de draden niet makkelijk door de machine lopen, kijk dan of ze niet in de war zitten in de draadgeleiders of op de grijpers op de garenstandaard. Stop met trekken net voordat de knoop door de naald gaat. Knip de draad af en steek ze door het oog van de naald

14. INSTELLEN VAN DE STEEKLENGTE Voor de meeste naaiwerkzaamheden is de steeklengte N aan te bevelen. Voor het naaien van zware stoffen moet u de steeklengte instellen op N - 4 mm. Bij het naaien van lichtere stoffen stelt u de steeklengte in op 2-N, zodat u probleemloze naden krijgt die niet rimpelen. 15.INSTELLEN VAN DE STEEKBREEDTE De breedte van de overlocknaad kan worden aangepast door verandering van de naaldpositie en door middel van de naadbreedteinstelknop. Instelling van de breedte voor verandering van de naaldpositie De breedte van de overlocknaad kan worden veranderd door de naaldpositie. a) De linker naald wordt gebruikt... 6,0 mm b) Alleen de rechter naald wordt gebruikt. 4,0 mm c) De kettingsteeknaald wordt gebruikt... 8,8 mm 6.0 mm 4.0 mm 8.8 mm (15/64") (10/64") (11/32") Linker naald Rechter naald Kettingsteeknaald Instelling breedte door middel van breedte-instelknop Via de breedte-instelknop kan de naadbreedte worden ingesteld door middel van de hieronder genoemde methodes. a) Gebruik van de linkernaald... 5,0-7,0 mm b) Alleen gebruik van de rechter naald..3,0-5,0 mm c) Gebruik van de kettingsteeknaald... 7,8-9,8 mm 5 mm 3 mm 7.8 mm (13/64") (1/8") (5/16") 7 mm 5 mm 9.8 mm (17/64") (3/16") (3/8") Linker naald Rechter naald Kettingsteeknaald

Breedteinstelknop Voor het vergroten van de snijbreedte draait u de instelknop met de klok mee, voor het verkleinen van de snijbreedte tegen de klok in. 16. INSTELLING VAN DE NAAIVOETDRUK De vooraf ingestelde naaivoetdruk van de machine is geschikt voor middelzware materialen. Voor de meeste materialen hoeft de naaivoetdruk niet te worden veranderd. Mocht 5 u lichtere of zwaardere materialen verwerken, dan kan het af en toe noodzakelijk 4 zijn dat u de druk opnieuw instelt. N N staat voor een normale naaivoetdruk, 1 is 2 de laagste en 5 is de hoogste druk. 1 Voor dunne stoffen: druk Voor dunne stoffen: druk verminderen verminderen.. Voor zware stoffen: druk verhogen

17. DIFFERENTIEELTRANSPORT Door het differentieeltransport wordt het naaigoed uitgerekt of gerimpeld, al naar gelang het verschil in transport tussen de voorste en de achterste transporteur is ingesteld. De differentieeltransportverhouding kan worden ingesteld in een bereik van 1: 0,6 tot 1: 2,0. De instelling vindt plaats via het instelwiel voor het differentieeltransport (zie afbeelding rechts). 2.0 1.5 N 0.8 0.6 Met behulp van het differentieeltransport kunt u mooie effecten creëren bij het naaien van overlocknaden op stretch materiaal en schuin geknipt naaigoed. Als de differentieeltransporthevel op N staat, komt dat overeen met een differentieeltransportverhouding van 1: 1. Gerimpelde overlocknaad De gerimpelde overlocknaad is het beste geschikt voor het rimpelen van mouwen, banen, lijfjes, de bovenkant van rokken, rokzomen, etc. van elastisch materiaal zoals breigoed en jersey. Ze moeten voor het aan elkaar naaien van de delen worden aangebracht. Instellen van de differentieeltransporthevel Stel de differentieeltransporthevel op een lage waarden zoals N in. De instelling van het differentieeltransport hangt af van de te verwerken materialen en van hoe geplooid het moet worden. Vandaar dat u bij de instelling rekening moet houden met de specifieke materiaaleigenschappen. Het is aan te bevelen voor u begint met naaien een proefnaad te naaien. 2.0 1.5 N 0.8 0.6 Voor een normale overlocknaad kunt u de differentieeltransporthevel het beste op N instellen. 33

Elastische overlocknaad De elastische overlocknaad is ideaal voor het naaien van ruches aan kragen, mouwen en rokzomen, etc. bij dunne, elastische weefsels en breigoed. Instellen van de differentieeltransportwiel voor stretchmaterialen Stel het differentieeltransportwiel in op een waarde hogen dan N. 2.0 1.5 N 0.8 0.6 Stel het naaigoed tijdens het naaien bloot aan een lichte spanning. Houd hiervoor de naad voor en achter de naaivoet lichtjes vast. Indien de rekbaarheid van het naaigoed niet goed wordt ingesteld, dan heeft het de neiging van de naald 'weg te lopen', wat leidt tot verkeerd verwerkte overlocknaden. In dit geval moet u het instelwiel voor het differentieeltransport iets dichter bij de middelste markering zetten. Vergeet niet het instelwiel voor het differentieeltransport weer terug op N te zetten, als u weer normale overlocknaden wilt naaien. 34

18. UITSCHAKELEN VAN HET BEWEEGBARE BOVENMES Voorzichtig: De machine moet uitgeschakeld zijn! Bovenmes in ruststand zetten Draai het handwiel naar u toe en breng het bovenmes naar boven in de hoogste positie. Open dan het grijperruimtedeksel ( zie bladzijde 12). Druk de houder van het bovenmes zo ver mogelijk naar rechts. Draai de knop tegen de klop in tot het mes in elkaar schuift. 2 1 Bovenmes in werkstand zetten Open het grijperruimdeksel. Schuif de houder van het bovenmes zo ver mogelijk naar rechts. Draai de knop tegen de klop in tot het mes in de werkstand schuift. 2 1 Voorzichtig: Het grijperruimtedeksel altijd sluiten voor ingebruikname! 35

19. BOVENRIJPER VERANDEREN IN EEN BLINDGRIJPER Voorzichtig: De machine moet uitgeschakeld zijn! Blindgrijper gebruiken Als de bovengrijper niet is ingeregen, wordt de blindgrijper in het oog van de bovengrijper ingeschoven. Pak de blindgrijper op bij de witte greep en schuif hem in het oog van de bovengrijper. Bovengrijper gebruiken Wanneer u de bovengrijper wilt gebruiken, moet u de blindgrijper er weer uit halen. Druk hiervoor de witte greep van de blindgrijper naar beneden. 36

20. NORMALE OVERLOCKNADEN EN ROLZOMEN Normale overlocknaden naaien Zet de hendel van het naadbreedteinstelhaakje op N, zodat het instelhaakje naar voren komt. Aanwijzing: De hendel van het naadbreedte-instelhaakje moet zo ver mogelijk in de richting van de instellingsmarkering N worden geschoven. N R Rolzomen naaien Zet de hendel van het naadbreedteinstelhaakje weer op R, zodat het instelhaakje wordt teruggeschoven en weer geschikt is voor rolzomen. De hendel van het naadbreedte -instelhaakje moet zo ver mogelijk in de richting van de instellingsmarkering R worden geschoven. N R 37

21. AFKANTEN EN PROEFNADEN De volgende aanwijzingen gelden niet voor covernaden. Informatie over het naaien van covernaden vindt u in de sectie "covernaden" op bladzijde 49. Leg bij een volledig ingeregen machine alle draden onder de naaivoet naar achter, licht naar links, over de steekplaat. Houd de draden onder lichte spanning vast. Draai het handwiel 2 tot 3 volle slagen naar u toe om de ketting te starten. Laat de naaivoet zakken. Houd de ketting vast en trap op de voetweerstand, tot de ketting ca. 5-7,5 cm lang is. Leg het naaigoed van voren onder de naaivoet en naai een proefnaad. Trek tijdens het naaien nooit aan het naaigoed, hierdoor kan de naald verbuigen en breken. Laat de machine aan het einde van de proefnaad met de naaivoet naar beneden doorlopen tot de ketting een lengte van 15-20 cm heeft bereikt. Mocht u bij het afkanten van de kettingsteek problemen hebben, trek dan het naaigoed lichtjes naar achteren. Snijd de draden af. Kant iedere keer dat u de machine opnieuw inrijgt af. Naai aansluitend een proefnaad om de draadspanning te controleren en eventueel op nieuw in te stellen. Aanwijzing Aanwijzing: Op de naaivoet staat een markering die de naaldpositie aangeeft. Gebruik deze markering bij het naaien als leidraad. Markering Markering 38

22. INSTELLINGEN EN NAAIHANDLEIDING 1) Dubbele kettingsteek De draadspanning wordt automatisch ingesteld door de automatische draadspanning (ATD) bij het uitkiezen van het gewenste type steek met het instelwiel. Met behulp van de instelhevel is het mogelijk de draadspanning met kleine stapjes bij te stellen volgens de volgende parameters: 1) aard en sterkte van het naaigoed 2) sterkte van de naald 3) sterke, aard en materiaalsamenstelling van de draden *De steeklengte voor de dubbele kettingsteek moet op meer dan 2 mm worden ingesteld. Correcte afstemming Stel het instelwiel voor de automatische draadspanning in op D (zie tabel rechts) en naai een proefnaad op de te gebruiken stof. NAALDPOSITIE NAADBREEDTE-INSTELHAAKJE STEEKLENGTE KOPPELINGSPOSITIE Naalddraad Draden van de kettingsteekgrijpers Draadspanning Materiaal oranje blauw groen rood bruin middelzwaar Draadspanning instellen Ziet u de kettingsteeknaalddraad op de linker kant van het materiaal, dan - zet u het instelwiel voor de naalddraadspanning (oranje) op een grotere waarde - of zet u het instelwiel voor de kettingsteekdraadspanning (bruin) in op een lagere waarde. Naalddraad Draden van de kettingsteekgrijpers

Naaien De dubbele kettingsteek wordt met twee draden genaaid, een naald- en een grijperdraad. Normaal gesproken snijdt de machine de randen van het naaigoed af tijdens het naaien. De kettingsteek kan echter op een door u gekozen afstand van de rand van het naaigoed worden genaaid, wanneer u het mes in ruststand zet, de bovengrijper uitschakelt en de covernaad-werktafel wordt aangebracht. Voorzichtig: De machine moet uitgeschakeld zijn! a) Het mes in ruststand zetten. Meer informatie vindt u op pagina 35 b) Bovengrijper uitschakelen Mesbeveiliging Draai aan het handwiel tot de aandrijfas helemaal naar rechts staat. Druk de koppelingsknop naar links boven voor de kettingsteek/coversteek of naar links onder voor de overlocksteek. c) Bovengrijper weer inschakelen. Draai aan het handwiel tot de aandrijfas helemaal naar rechts staat. Covernaad-werktafel Druk de koppelingsknop naar links boven voor de kettingsteek/coversteek of naar links onder voor de overlocksteek. d) Covernaad-werktafel aanbrengen. Open het grijperruimdeksel. Haal de mesafdekking er af en breng de covernaad-werktafel aan. De schaal op de covernaad-werktafel geeft de afstand aan van de linker coversteeknaald. Hieraan kunt u zich oriënteren als u de afstand tussen de linker coversteeknaald en het naaigoed wilt vaststellen. e) Naadbegin en -einde Kettingsteeknaald Trek de ketting aan het begin van de naad lichtjes naar achter tot de naald in het naaigoed steekt. Heeft u de machine net ingeregen, naai dan 2-3 cm op een restje stof en werk het af, zodat u een ketting krijgt. Trek het naaigoed aan de naadeindes lichtjes naar achteren en werk het af.

2) Tweedraads-overhandsesteek De draadspanning wordt automatisch ingesteld door de automatische draadspanning (ATD) bij het uitkiezen van het gewenste type steek met het instelwiel. Met behulp van de instelhevel is het mogelijk de draadspanning met kleine stapjes bij te stellen overeenkomstig de volgende parameters: 1) aard en sterkte van het naaigoed 2) sterkte van de naald 3) sterke, aard en materiaalsamenstelling van de draad Correcte afstemming NAALDPOSITIE NAADBREEDTE-INSTELHAAKJE Steeklengte BLINDGRIJPER JA Stel het instelwiel voor de automatische draadspanning in op D of G (zie tabel rechts) en naai een proefnaad op de te gebruiken stof. Draadspanning Materiaal oranje blauw groen rood bruin middelzwaar Blindgrijper Draadspanning instellen Draadspanning Materiaal oranje blauw groen rood bruin middelzwaar Blindgrijper Zit de draad van de ondergrijper te strak of de draad van de naald te los, dan - zet u de instelhevel voor de draadspanning van de linker grijper (rood) op een lagere waarde - of zet u de instelhevel voor de naalddraadspanning (blauw of oranje) op een hogere waarde Als de draadspanning van de linker grijper te los is - zet u de instelhevel voor de draadspanning van de linker grijper (rood) op een hogere waarde Naalddraad Ondergrijper

3) Tweedraads-overlocknaad De draadspanning wordt automatisch ingesteld door de automatische draadspanning (ATD) bij het uitkiezen van het gewenste type steek met het instelwiel. Met behulp van de instelhevel is het mogelijk de draadspanning met kleine stapjes bij te stellen overeenkomstig de volgende parameters: 1) aard en sterkte van het naaigoed 2) sterkte van de naald 3) sterke, aard en materiaalsamenstelling van de draad * Informatie hierover en hoe de bovengrijper kan worden omgezet naar een blindgrijper, vindt u op pagina 36. Correcte afstemming Stel het instelwiel voor de automatische draadspanning in op E (zie tabel rechts) en naai een proefnaad op de te gebruiken stof. NAALDPOSITIE NAADBREEDTE-INSTELHAAKJE Steeklengte BLINDGRIJPER Ondergrijperdraad Naalddraad JA Draadspanning instellen Draadspanning Materiaal oranje blauw groen rood bruin middelzwaar Blindgrijper Ziet u de ondergrijperdraad op de linker kant van het materiaal, dan - zet u de instelhevel voor de draadspanning van de linker grijper (rood) op een hogere waarde - of zet u de instelhevel voor de naalddraadspanning (blauw of oranje) op een lagere waarde Naalddraad Ondergrijper Is de draad van de naald te los, dan - zet u de instelhevel voor de naalddraadspanning (blauw of oranje) op een hogere waarde - of zet u de instelhevel voor de draadspanning van de linker grijper (rood) op een lagere waarde. Ondergrijperdraad Naalddraad

4) 3-draads-overlocknaad De draadspanning wordt automatisch ingesteld door de automatische draadspanning (ATD) bij het uitkiezen van het gewenste type steek met het instelwiel. Met behulp van de instelhevel is het mogelijk de draadspanning met kleine stapjes bij te stellen overeenkomstig de volgende parameters: 1) aard en sterkte van het naaigoed 2) sterkte van de naald 3) sterke, aard en materiaalsamenstelling van de draad Correcte afstemming Stel het instelwiel voor de automatische draadspanning in op A of B (zie tabel rechts) en naai een proefnaad op de te gebruiken stof. NAALDPOSITIE NAADBREEDTE-INSTELHAAKJE Steeklengte BLINDGRIJPER nee Bovengrijperdraad Naalddraad Ondergrijperdraad Materiaal middelzwaar Draadspanning oranje blauw groen rood bruin Draadspanning instellen Ziet u de ondergrijperdraad op de van het materiaal, dan - zet u de instelhevel voor de draadspanning van de rechter grijper (groen) op een hogere waarde - of zet u de instelhevel voor de draadspanning van de linker grijper (rood) op een lagere waarde. Draadspanning Materiaal oranje blauw groen rood bruin middelzwaar Naalddraad Bovengrijperdraad Ondergrijperdraad Bovengrijperdraad Ziet u de ondergrijperdraad op de van het materiaal, dan - zet u de instelhevel voor de draadspanning van de linker grijper (rood) op een hogere waarde - of zet u de instelhevel voor de rechter grijper (groen) op een lagere waarde. Naalddraad Ondergrijperdraad Als de naalddraadspanning te los is, zet u de instelhevel voor de naalddraadspanning (blauw of oranje) op een hogere waarde Bovengrijperdraad Naalddraad Ondergrijperdraad

5) 3-draads-flatlocknaad De draadspanning wordt automatisch ingesteld door de automatische draadspanning (ATD) bij het uitkiezen van het gewenste type steek met het instelwiel. Met behulp van de instelhevel is het mogelijk de draadspanning met kleine stapjes bij te stellen overeenkomstig de volgende parameters: 1) aard en sterkte van het naaigoed 2) sterkte van de naald 3) sterke, aard en materiaalsamenstelling van de draad Correcte afstemming Stel het instelwiel voor de automatische draadspanning in op F (zie tabel rechts) en naai een proefnaad op de te gebruiken stof. NAALDPOSITIE NAADBREEDTE-INSTELHAAKJE STEEKLENGTE BLINDGRIJPER nee Naalddraad Naalddraad Bovengrijperdraad Ondergrijprdraad Materiaal Middelzwaar Draadspanning oranje blauw groen rood bruin Draadspanning instellen Materiaal middelzwaar Draadspanning oranje blauw groen rood bruin Is de draad van de ondergrijper te los, dan - zet u de instelhevel voor de draadspanning van de linker grijper (rood) op een hogere waarde - of zet u de instelhevel voor de naalddraadspanning (blauw of oranje) op een lagere waarde Naalddraad Bovengrijperdraad Naalddraad Is de draad van de bovengrijper te los, dan - zet u de instelhevel voor de rechter grijper (groen) op een hogere waarde - of zet u de instelhevel voor de naalddraadspanning (blauw of oranje) op een lagere waarde Naalddraad Bovengrijperdraad Naalddraad Ondergrijperdraad Is de draad van de naald te los, dan - zet u de instelhevel voor de naalddraadspanning (blauw of oranje) op een hogere waarde - of zet u de instelhevel voor de draadspanning van de rechter grijper (groen) op een lagere waarde. Naalddraad Bovengrijperdraad Naalddraad Ondergrijperdraad

6) 3-draads-stretch-veiligheidsnaad De draadspanning wordt automatisch ingesteld door de automatische draadspanning (ATD) bij het uitkiezen van het gewenste type steek met het instelwiel. Met behulp van de instelhevel is het mogelijk de draadspanning met kleine stapjes bij te stellen overeenkomstig de volgende parameters: 1) aard en sterkte van het naaigoed 2) sterkte van de naald 3) sterke, aard en materiaalsamenstelling van de draad Correcte afstemming Stel het instelwiel voor de automatische draadspanning op F zetten (zie tabel rechts) en naai een proefnaad op de te gebruiken stof. NAALDPOSITIE NAADBREEDTE-INSTELHAAKJE STEEKLENGTE BLINDGRIJPER JA Draad van de rechter naald Draad van de linker naald Ondergrijperdraad Draadspanning instellen Materiaal middelzwaar Draadspanning oranje blauw groen rood bruin Blindgrijper Draad van de rechter naald Is de draad van de ondergrijper te los, dan - zet u de instelhevel voor de draadspanning van de linker grijper (rood) op een hogere waarde Draad van de linker naald Ondergrijperdraad Is de draadspanning van de linker naald te los, dan - zet u de instelhevel voor de linker naaldspanning (oranje)op een hogere waarde. Draad van de linker naald Draad van de rechter naald Ondergrijperdraad Is de draad van de rechter naald te los, dan zet u de instelhevel voor de naalddraadspanning (blauw ) op een hogere waarde. Draad van de rechter naald Draad van de linker naald Ondergrijperdraad