Werkinstructie : HSEW Blz. : 1 van 6 INDEX 1 SCOPE 2 DOEL 3 BESCHRIJVING PROCEDURE 3.1 Taken 3.1.1 Coördinerend Stralingsdeskundige (CSD) van de NAM 3.1.2 Begeleidend Stralingsdeskundige (BeSD) van de NAM 3.2 Uitwendige besmetting 3.3 Inwendige besmetting 4 MELDING EN RAPPORTAGE 5 REFERENTIE BIJLAGE 1: MAATREGELEN UITWENDIGE BESMETTING BIJLAGE 2: MAATREGELEN INWENDIGE BESMETTING NAAM & HANDTEKENING DATUM OPGESTELD: HSEW Advisor W. Workum GECONTROLEERD: Area Lead M. Scholten GOEDGEKEURD: Execution Manager P. Van der Ree WIJZIGING: 01-01-2017 Update BMS Begeleidend Stralingsdeskundige vervangen dor Toezichthoudend Stralingsdeskundige
Werkinstructie : HSEW Blz. : 2 van 6 1 SCOPE Het is van het grootste belang dat ontsmetting zo spoedig mogelijk plaatsvindt en dat in een zo vroeg mogelijk stadium informatie wordt verzameld om de opgelopen persoonsdosis te kunnen bepalen. Het voorval moet terstond worden gemeld. Zie hiervoor de locatie noodplan schema s van de betreffende asset. Geconstateerde besmettingen moeten worden aangetekend op het registratieformulier LSAwerkzaamheden. 2 Doel Het doel van deze werkinstructie is beschrijving van de wijze waarop personen, die besmet zijn met radioactieve stoffen, dienen te worden ontsmet. 3 beschrijving PROCEDURE Ontsmetten van personen dient bij voorkeur te worden uitgevoerd door een stralingsdeskundige van de NAM, zo mogelijk na telefonisch overleg met de CSD (of indien niet beschikbaar een niveau-3 deskundige en de ARBO-dienst. 3.1 Taken 3.1.1 Coördinerend Stralingsdeskundige (CSD) van de NAM Beoordeelt de meet- en analyseresultaten en onderhoudt de contacten met de Algemeen Coördinerend Stralingsdeskundige, de ARBO-dienst en het Bevoegd Gezag 3.1.2 Toezichthoudend Stralingsdeskundige (TSD) van de NAM Bepaalt de vereiste maatregelen, verzamelt en registreert de relevante metingen. Voert melding uit conform locatie noodplan schema en informeert bij eerste gelegenheid de Coördinerend Stralingsdeskundige. Voert zo nodig de ontsmetting ter plaatse uit. 3.2 Uitwendige besmetting In bijlage 1 wordt gedetailleerd beschreven hoe te handelen bij uitwendige besmetting zowel bij intacte huid als bij wondbesmetting. De relevante risico s bij uitwendige besmetting zijn: verspreiding van de besmetting, besmetting van derden, risico op inwendige besmetting. 3.3 Inwendige besmetting In bijlage 2 wordt in detail beschreven hoe te handelen bij inwendige besmetting. Het risico bij inwendige besmetting: oplopen van stralingsschade 4 Melding en rapportage Een incident waarbij een in- en/of uitwendige besmetting heeft plaatsgevonden dient zo spoedig mogelijk gemeld te worden aan de betreffende Coordinerend Stralingsdeskundige van de NAM en de ARBOdienst van de partner. Buiten kantooruren via de HSE-geconsigneerde. Voor details, zie locatie noodplan schema. 5 referentie EPE.RADIATION.WI.01.12 200102101360 Werkinstructie: Ontsmetting van personen (LSA, NORM, straling)
Werkinstructie : HSEW Blz. : 3 van 6 Algemeen Actieniveau BIJLAGE 1: MAATREGELEN UITWENDIGE BESMETTING De werkzaamheden dienen direct te worden veilig gesteld zodat geen verdere besmetting en/of verspreiding plaats kan vinden. De besmette persoon dient gerust te worden gesteld. Voorkom panieksituaties Elke significante verhoging boven het achtergrondniveau houdt een potentiële oppervlaktebesmetting in. Voorzorgsmaatregelen Onderstaande acties alleen uitvoeren na overleg met medisch deskundige. De besmette persoon moet buiten het besmet gebied worden gebracht. Voorkom hierbij zoveel mogelijk verspreiding van radioactieve stoffen. Help de persoon zich te ontdoen van besmette kleding. Zorg er hierbij voor dat de besmette kleding geen overige huiddelen kan besmetten en dat hulpverleners, omstanders en omgeving niet besmet raken. Begeleid de persoon naar een plaats waar gewassen of gedoucht kan worden. Richt op deze plaats een speciaal gebied in. Bij lokalisatie en reiniging van het besmette huidgedeelte is het zaak om verdere besmetting en verspreiding te voorkomen. (Plaatselijk wassen heeft dus de voorkeur boven douchen). Beschadiging van de huid door te ruw poetsen of toepassing van agressieve middelen moet worden voorkomen. Een intacte huid is in het algemeen een goede barrière tegen opname van radioactieve stoffen. Inwendige besmetting dient te worden voorkomen (niet eten, drinken of roken en niet met besmette kleding en/of handen aan andere huiddelen of wonden komen). Het slachtoffer moet op voor hem begrijpelijke wijze geïnformeerd worden over alle stralingshygiënische aspecten van de besmettingssituatie. Ontsmetten intacte huid Wasvoorschrift Gebruik tissue papier om zoveel mogelijk afveegbare besmetting te verwijderen. Niet afveegbare besmette huiddelen wassen met zeep De zeep aanbrengen op nat gemaakte huid en wrijven totdat een schuimlaag is ontstaan. Daarna minstens één minuut stevig doorwassen zonder de huid te beschadigen. Hierna goed met water afspoelen. NB. Streef naar een zo gering mogelijke verspreiding van de besmetting en voorkom besmetting van een eventuele hulpverlener. Na afdrogen (bijv. met tissue papier) controleren op restbesmetting en procedure eventueel 3x herhalen.
Werkinstructie : HSEW Blz. : 4 van 6 Ontsmetten niet intacte huid (wonden) Algemeen Als er een wond is, is er kans op inwendige besmetting. Bij wonden gaat EHBO voor eventuele ontsmetting. Onderstaande acties alleen uitvoeren na overleg met medisch deskundige. Wondspoeling Huidreiniging rondom de wond Een besmette wond moet worden uitgespoeld met lauw water, dit is dus afwijkend van de gebruikelijke EHBO-procedure. Het spoelen met lauw water bevordert de bloeding, zodat de besmetting zoveel mogelijk uit de wond wordt verwijderd. Indien nodig is het mogelijk met een steriel gaasje de wond te deppen. Daarna op activiteit meten. - Wond steriel afdekken. - Bewaar al het uit de wond verzamelde en/of bij de behandeling gebruikte materiaal om de activiteit te kunnen bepalen Bij lichte verwonding kan ter plekke de huid rondom een wond worden gereinigd. De wond dient eerst steriel te worden afgedekt, waarna de behandeling met zeep zoals hierboven beschreven kan worden uitgevoerd. Bij wonden die verdere medische aandacht vergen dient de huid rondom te worden gereinigd van afwrijfbare besmetting. Gebruik hiervoor tissue papier. I.o.m. gealarmeerd medisch personeel wordt bepaald waar verdere behandeling van de wond(en) wordt uitgevoerd. Bovengenoemde handelingen moeten worden gezien als eerste hulp. Wanneer deze handelingen zijn uitgevoerd is er geen noemenswaardige kans op verspreiding of inwendige besmetting van/door radioactieve stoffen. Het slachtoffer kan vervoerd worden voor een aanvullend onderzoek naar een door de ARBO-dienst nader aangegeven plaats.
Werkinstructie : HSEW Blz. : 5 van 6 BIJLAGE 2: MAATREGELEN INWENDIGE BESMETTING Maatregelen inwendige besmetting Algemeen Onderstaande acties alleen uitvoeren na overleg met medisch deskundige. Belangrijk bij een inwendige besmetting is: Vaststellen welk radionuclide (radioactieve stof) is opgenomen, in welke vorm en in welke hoeveelheid. In de regel zal het slechts mogelijk zijn om een ruwe schatting te geven, bijv. aan de hand van de toedracht en de aanwezige hoeveelheid activiteit. Deze informatie kan worden verkregen via de SBD en aan de hand van analyse van verwijderde besmetting, neusslijm en/of urine. De emotionele betekenis van inwendige besmetting voor de betreffende persoon verdient speciale aandacht. In de praktijk blijkt dat inwendige besmetting door de mensen als meer belastend wordt ervaren dan met de volgdosis overeenkomt. Het slachtoffer moet op voor hem begrijpelijke wijze geïnformeerd worden over alle stralingshygiënische aspecten van de besmettingssituatie. De stralingsaspecten van het incident moeten direct na het voorval worden geëvalueerd door de BeSD i.c. de betreffende CSD, het hoofd van de stralingsbeschermingsdienst en de ARBO-dienst i.c. de stralingsarts. Het slachtoffer zal te allen tijde voor nacontrole worden afgevoerd naar een door de medische dienst aangegeven locatie. Onderstaande acties dienen derhalve als Eerste Hulp worden beschouwd. Neus snuiten Mondspoeling Direct de neus snuiten in een papieren zakdoek of tissue. Stop deze in een plastic potje en plak daarop een sticker waarop vermeld staat de naam van de persoon, de datum, de tijd van afname en indien bekend de soort radioactieve stof. Voorkom het opsnuiven van LSA materiaal. Probeer, indien nog mogelijk, binnengekregen stoffen uit de mond van slachtoffer te verzamelen. Laat hiervoor het slachtoffer spugen op tissue papier. Spoel de mond met water en vang dit op in een potje of laat het uitspugen in tissue papier. Verzamel al het tissue papier in een plastic zak of pot en voorzie deze van naam van de persoon, de datum, de tijd van afname en indien bekend de soort radioactieve stof. Urine Voor een nultelling dient de eerste urine binnen een uur na het incident verzameld te worden in bijv. monsterpotten. Voorzie deze van naam van de persoon, de datum, de tijd van afname en indien bekend de soort radioactieve stof. NB. Indien, in afwachting van afvoer, bij het slachtoffer nog stoffen vrijkomen (urine, neusslijm, speeksel/braaksel) dienen deze te worden verzameld en zoals boven aangegeven te worden behandeld
Werkinstructie : HSEW Blz. : 6 van 6