Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Vergelijkbare documenten
34000 VII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2015

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus EA DEN HAAG

Onderhandelaarsovereenkomst LOONRUIMTE-OVEREENKOMST PUBLIEKE SECTOR

2. Inhoud van de loonruimte-overeenkomst publieke sector

Ledenraadpleging loonruimteakkoord. vakcentrales met kabinet. 6 augustus 2015

NIEUWSBRIEF. 14 juli Loonruimteovereenkomst. publieke sector Adres: Ametisthorst HN DEN HAAG

LEDENBRIEFNCF. 14 juli Loonruimteovereenkomst Telefoon: optie 2

Veelgestelde vragen Onderhandelaarsakkoord loonruimte publieke sector

Pensioenovereenkomst (inclusief pensioenovereenkomst voor beroepsmilitairen)

XRcise. Trivizier. Centraal loonakkoord Extra - editie

ECLI:NL:RBDHA:2015:11274

In 2015 is een eenmalige uitkering afgesproken van 500. Is dit een bruto- of nettobedrag? Dit is een brutobedrag.

2 1 JAN CLnr. AFD. Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad. Vereniging van Nederlandse Gemeenten /BW/RAAD

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Pensioenovereenkomst (inclusief pensioenovereenkomst voor beroepsmilitairen)

(070) Kern van de afspraken: De pensioenrichtleeftijd stijgt naar 67 jaar Het opbouwpercentage daalt met 0,1% De pensioenpremie gaat omlaag

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Pensioenovereenkomst (inclusief pensioenovereenkomst voor beroepsmilitairen)

FAQ s over vastgelopen pensioenonderhandelingen en herziening ABP-pensioenregeling December 2012

Tweede Kamer der Staten-Generaal

LEDENBRIEF. 24 juli Veelgestelde vragen Loonruimteovereenkomst

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA 's GRAVENHAGE

LEDENBRIEFNCF. 25 augustus AANVULLING Veelgestelde vragen Loonruimteovereenkomst

LEDENBRIEF. 25 augustus AANVULLING veelgestelde vragen Loonruimteovereenkomst Telefoon: optie 2

Trends Cijfers &Werken in de overheid- en onderwijssectoren

7. Hoe zit het met eventuele negatieve effecten op het pensioen?

De VNG en de vakbonden FNV en CNV hebben op 28 juni 2019 een onderhandelaarsakkoord bereikt over de Cao voor de sociale werkvoorziening (Cao SW) 2019.

ECWGO/U Lbr. 15/057 CVA/ LOGA 15/11

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus EA Den Haag

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA 'S-GRAVENHAGE

WAT U ALS WERKNEMER WILT WETEN OVER DE ABP-PENSIOENREGELING

Raad voor het Overheidspersoneelsbeleid. Overeenkomst inzake de Raad voor het Overheidspersoneelsbeleid

Onderhandelaarsakkoord. CAO sector onderwijs (PO)

Openbaar. Eenmalige uitkeringen. Alleen ter besluitvorming door het College. Collegevoorstel. Onderwerp. Programma Bestuur & Middelen.

Aanpassing pensioenregeling zorginstellingen per voor bestuurders

De Minister van Binnenlandse Zaken

Datum 5 augustus 2015 Onderwerp Reactie op uw brief van 30 juli 2015 over de loonruimteovereenkomst

Eén nieuw pensioen voor de Techniek

Tweede Kamer der Staten-Generaal

ECWGO/U Lbr: 16/009

NIEUWE PENSIOENREGELING VOOR MILITAIREN.

Deze factsheet gaat over het waarom en hoe van de herziening van de pensioenregeling in de Swsector.

ECWGO/U Lbr. 16/009

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA 'S GRAVENHAGE

Pensioenregeling 2015 en nieuw FTK

Pensioenactualiteiten

NIEUWE PENSIOENREGELING VOOR MILITAIREN.

Circulaire. Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

uw kenmerk ons kenmerk ECWGO/U Lbr. 14/093 CvA/LOGA 14/06

College voor Arbeidszaken

College voor Arbeidszaken

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus EA Den Haag

Doorwerken na 65 jaar

Trends Cijfers. Werken in de publieke sector % 30% 93,5% % 32,7% 22,8% 12% 7% 85% 2,5% 23% 11% 8,1% 63,4%

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Circulaire toepassen Arbeidsvoorwaardenovereenkomst sector Rijk 2017

Notitie. 11 juni Datum. Onderwerp De meest gestelde vragen over het principe-akkoord AOW-pensioen. 1 Gemiddelde op basis van het verleden

De nieuwe CAO kent een looptijd van één jaar, van 1 februari 2006 tot 1 februari 2007.

2Werken Werken in de publieke sector. Feiten en cijfers

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Circulaire. cc ; Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

1. Opnemen van samenwerkingsverbanden in het primair onderwijs en het voortgezet onderwijs als overheidswerkgever

Sector in beeld: kostenontwikkelingen 2016 juli 2015

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Advies Verkenner. 0. Samenvatting

ci rcu 1a i re Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties De commissaris van de Koning, gedeputeerde staten, DGBK/Directie

ci rcu 1aire Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus EA DEN HAAG

De raam-cao 2005 loopt van 1 april 2005 tot en met 31 maart Deze looptijd blijft ongewijzigd.

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

circulaire KT 2015 Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en het hoofd van de salarisadminisļtiţlţfjcļ^erschap PEEL S Ü/ NO.

Brief van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Trends & Cijfers. Deel: Trends

ci rcu 1aire Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Wet normalisering rechtspositie ambtenaren

Trends & Cijfers. Deel: Trends

D A G V A A R D I N G i n k o r t g e d i n g

GEMEENTE LANGEDIJK 2 1 OKT Jntofo. ons kenmerk. ECCVA/U Lbr. 13/082

1.B. Jouw Cosun pensioen. Informatiebijeenkomsten voor pensioengerechtigden mei 2014

Datum 14 mei Betreft Inzet Defensie Arbeidsvoorwaarden. Collega s,

Tijden veranderen, uw pensioen verandert mee. Meer weten?

circulaire GESCAND OP -6 OKT Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Gemeente Oostzaan

Arbeidsvoorwaardenovereenkomst sector Rijk ( )

Tweede Kamer der Staten-Generaal

circulaire (3/vi//f7W Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Vergelijking op hoofdlijnen van de pensioenregelingen van SPMS en PFZW

Datum: 12 december 2014 Betreft: Effecten aanpassing pensioenregels 2015: een toelichting

Effect van maximaal fiscaal gefaciliteerd pensioengevend inkomen

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage

Cao akkoord sociale werkvoorziening

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST DIERENPARK EMMEN 1 JANUARI DECEMBER 2013

De fiscale aspecten van het pensioenakkoord: het is lastiger dan het lijkt. Workshop 9 mei 2012

Tweede Kamer der Staten-Generaal

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

circulaire IIMil II III IIIIIIlllll Mill II I 15ink14843 Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Gemeente Oude IJsselstreek

Stuknummer: AI

Pensioennieuwsbrief AC Rijksvakbonden. Februari Ferry Pereboom Angelique Kansouh

CONCEPT Principeakkoord tot wijziging van de pensioenregeling van de CAO voor Uitzendkrachten

ci rcu 1a i re Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Sector in beeld: kostenontwikkelingen 2016 september 2015

Transcriptie:

> Retouradres Postbus 20011 2500 EA Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Arbeidszaken Publieke Sector Turfmarkt 147 Den Haag Postbus 20011 2500 EA Den Haag Datum 23 juli 2015 Betreft Bovensectorale overeenkomst loonruimte publieke sector Bijlage De onderhandelaarsovereenkomst loonruimte publieke sector 2015 2016 Vrijdag 10 juli jl. is tussen drie centrales van overheidspersoneel en werkgevers in de publieke sector een onderhandelingsresultaat bereikt over loonruimte voor de publieke sector. De Minister van BZK heeft namens het kabinet de onderhandelingen gevoerd, vanuit de sectoroverstijgende verantwoordelijkheid voor het overheidspersoneel. De overheid kent verschillende werkgevers: een aantal bewindslieden binnen het kabinet - zoals de minister voor Wonen en Rijksdienst voor de sector Rijk en bestuurders van koepels voor decentrale overheden en onderwijssectoren. Via deze brief informeer ik u mede namens de ministers van Veiligheid en Justitie, van Defensie en voor Wonen en Rijksdienst over het onderhandelingsresultaat. Met de onderhandelaarsovereenkomst over loonruimte voor de publieke sector is een (soms) jarenlange impasse aan veel sectorale onderhandelingstafels doorbroken. Tevens is hiermee invulling gegeven aan de motie van het lid Slob c.s. van 2 juli 2015, waarmee het kabinet verzocht wordt, zo spoedig mogelijk de onderhandelingen met de bonden te hervatten met als doel te komen tot cao s die van respect getuigen voor de betrokken ambtenaren én aansluiten bij de in de Troonrede aangekondigde verdwijning van de nullijn. Door deze overeenkomst voor de jaren 2015 en 2016 kunnen de inkomens van leraren, politieagenten, militairen en ander overheidspersoneel weer gaan stijgen in lijn met de loonontwikkeling in de markt. 1 Op 16 juli 2015 heb ik naar aanleiding van deze overeenkomst vragen ontvangen van de vaste commissies Sociale Zaken en Werkgelegenheid en Binnenlandse Zaken. Deze brief geeft op hoofdlijnen de informatie over de inhoud van deze overeenkomst en het verdere proces. Hoewel deze brief een aantal van deze vragen geheel of gedeeltelijk beantwoordt, worden deze vragen op korte termijn in samenhang en volledig beantwoord. 1 Kamerstukken II 2014/15, 34 000 XVIII, nr. 23. Pagina 1 van 5

Overwegingen voor een bovensectorale overeenkomst Als gevolg van de crisis was de budgettaire ruimte voor arbeidsvoorwaarden beperkt en enige jaren zelfs nihil. Daarnaast dreigde de stijgende pensioenpremie de arbeidsvoorwaardenruimte flink te beperken. Beide vraagstukken konden in het verleden nooit in samenhang worden besproken en opgelost, omdat de sociale partners over het ABP-pensioen elkaar in de pensioenkamer treffen en er over het primaire loon en overige arbeidsvoorwaarden op de afzonderlijke sectorale onderhandelingstafels wordt gesproken. Dit probleem is met de centrales van overheidspersoneel besproken. Hier is geconcludeerd dat met een bovensectorale overeenkomst dit vraagstuk oplosbaar zou zijn. Tevens is geconstateerd dat sectoren zodanig van elkaar verschillen, zowel in de aard van de werkzaamheden, de bestandsopbouw van het personeel als in arbeidsvoorwaardelijke ontwikkeling (niet alle sectoren die onder dit akkoord vallen hebben een nullijn gekend), dat er slechts een overeenkomst op een beperkt aantal hoofdlijnen realiseerbaar zou zijn. Anders zou het eenvoudigweg te complex worden. Verder was er sprake van een impasse bij diverse overheidssectoren. Mede gelet op de ook in uw Kamer gevoelde urgentie heeft het kabinet zich ervoor ingezet om spoedig een akkoord te bereiken. Vervolgens hebben onderhandelingen plaatsgevonden, die hebben geleid tot bijgevoegde onderhandelaarsovereenkomst. Het kabinet waardeert het zeer dat mede door de inzet van de sociale partners deze overeenkomst tot stand is gekomen. Deze overeenkomst spreekt waardering uit voor de medewerkers in de publieke sector en deze waardering wordt kracht bijgezet door een substantiële loonsverhoging. Loonafspraken De overeenkomst die is gesloten tussen de drie centrales van het overheidspersoneel (het Ambtenarencentrum, de Christelijke Centrale van Overheids- en Onderwijspersoneel en de Centrale van Middelbare en Hogere Functionarissen bij Overheid, Onderwijs, Bedrijven en Instellingen) en de overheidswerkgevers, geldt voor medewerkers van de kabinetssectoren (Rijksoverheid, Politie, Defensie en Rechterlijke Macht) en de onderwijssectoren (Primair Onderwijs, Voortgezet Onderwijs, Middelbaar Beroepsonderwijs, Hoger Beroepsonderwijs, Universiteiten en Onderzoeksinstellingen). Deze personeelsleden ontvangen over 2015-2016 een totale loonsverhoging van 5,05% en in 2015 een incidentele uitkering van 500 euro. 2 De overeenkomst geeft aan dat de andere sectoren, namelijk Gemeenten, Provincies, Waterschappen, en Universitair Medische Centra vanaf 1 januari 2016 in ieder geval een loonsverhoging van 1,4% krijgen. Dit is de loonruimte die beschikbaar komt door de aanpassing van de pensioenregeling van het ABP. Afgesproken is dat zodra deze gelden beschikbaar komen, zij bestemd zijn voor primair loon. Er is onderscheid gemaakt tussen deze twee groepen, enerzijds omdat dit, met het oog op de sectorale autonomie en wijze van financiering, de wens van de betreffende sectoren zelf was en anderzijds omdat deze andere sectoren geen nullijn hebben gekend. 2 De in de sectoren HBO en WO reeds afgesproken loonstijging in 2016 is onderdeel van de totale loonstijging van 5,05% en 500 bruto. Pagina 2 van 5

Pensioenafspraken Onderdeel van de overeenkomst is de overgang van loon- naar prijsindexatie. Zowel de werkgevers als de ondertekenende vakcentrales hebben kenbaar gemaakt dat zij waarde hechten aan een goed ABP-pensioen. Daarbij hoort een haalbare, heldere indexatieambitie. De huidige financiële situatie bij het ABP maakt het met de nu geldende rekensystematiek onmogelijk om de aanspraken de komende jaren te indexeren. Zo is de dekkingsgraad langdurig onvoldoende om de huidige indexatieambitie waar te kunnen maken. Daarom hebben partijen besloten per 1 januari 2016 het ouderdomspensioen van de ABP-regeling voortaan te indexeren op basis van prijsinflatie in plaats van looninflatie. Daarmee wordt koopkrachtbehoud de ambitie. In de geldende rekensystematiek is bovendien volledige prijsindexatie eerder te bereiken dan volledige loonindexatie. Door een overgang naar prijsindexatie wordt naar de mening van kabinet, werkgevers- en werknemersvertegenwoordiging de haalbaarheid en helderheid van de ABPregeling vergroot. Het aanpassen van de indexatieambitie heeft meerdere effecten. Ten eerste leidt het aanpassen van de indexatieambitie naar prijsniveau tot een lagere pensioenpremie. Deze lagere pensioenpremie betekent dat zowel de overheidswerkgevers als -werknemers minder premie hoeven af te dragen. De vrijval van het werkgeversdeel bedraagt 1% van de loonsom, deze wordt volledig ingezet voor een verhoging van het (pensioengevend) loon. 3 De vrijval van het werknemersdeel van de premie leidt ertoe dat het nettoloon van werknemers met circa 0,5% stijgt (afhankelijk van de hoogte van het inkomen). Ten tweede leidt het aanpassen van de indexatieambitie van loonindexatie naar prijsindexatie ertoe dat er op een eerder moment volledige indexatie kan plaatsvinden. Dit komt omdat voor volledige prijsindexatie een lager dekkingsgraadniveau vereist is dan voor volledige loonindexatie. De structurele verhoging van het primair loon leidt niet alleen tot een directe koopkrachtstijging van overheidswerknemers, maar ook tot een structureel hoger pensioengevend loon. Vooral jongeren hebben hier lang baat bij aangezien zij het langste dit hogere loon zullen ontvangen. Aan de andere kant leidt het aanpassen van de indexatieambitie naar prijsinflatie naar verwachting tot een lager pensioenresultaat, omdat de prijsinflatie gemiddeld lager is dan looninflatie. Ook dit effect is het grootst voor jongere deelnemers. Volgens een nieuwsbericht op de website van het ABP Onderhandelaarsakkoord ambtenaren leidt tot versobering pensioenregeling (bericht van 15 juli 2015 ) zijn de gevolgen van deze overeenkomst voor de pensioenen van 65-plussers naar verwachting beperkt. Het ABP bericht dat de versobering van de pensioenregeling als gevolg van deze overeenkomst op termijn het sterkst doorwerkt voor jongeren. Het ABP verwacht dat deze versobering leidt tot een daling van het pensioenresultaat van de jongeren. De partijen die deze overeenkomst hebben gesloten hebben in de afweging tussen loon nu en uitgesteld loon in de vorm van pensioen een bewuste keuze gemaakt voor een loonstijging nu en daarmee 3 In totaal valt als gevolg van de in de onderhandelaarsovereenkomst afgesproken aanpassingen van de pensioenregelingen 1,4% loonsom vrij. Van deze 1,4% is 1% het gevolg van het aanpassen van de indexatieambitie, 0,4% is het gevolg van het niet heffen van de premieopslag. Pagina 3 van 5

koopkrachtverbetering. Hierbij geldt dat loonstijging nu een pensioenverlies voor een significant deel repareert; een hoger loon werkt immers structureel door in de pensioenopbouw. Financieringsbronnen loonafspraken De salarisverhoging van 5,05% en de aanvullende eenmalige 500 bruto worden gefinancierd uit verschillende bronnen. Onderstaande tabel geeft een overzicht van de financieringsbronnen voor de loonafspraken. Financieringsbron Vanuit werkgevers Eenmalige bruto uitkering in 2015 500 Vanuit verlaging pensioenpremies 1,25% structureel vanaf 1/9/2015 1,25% 1,6% structureel vanaf 1/1/2016 1,60% 0,4% structureel door voorkomen premieopslag 0,40% Vrijval door aanpassing indexatieambitie 1,00% 0,8% structureel a.g.v. Witteveen II 0,80% Totaal Totaal 3,25% + 500 1,80% 5,05% Vanuit werknemers Vrijval werknemerspremie ABP 0,50% 0,50% Zoals uit de tabel blijkt komt het grootste deel van de 5,05% (3,25%, ongeveer tweederde deel) van werkgevers. De 500 bruto wordt volledig door werkgevers gefinancierd. De overige 1,8% komt vanuit verlaging van de werkgeverspremies door het doorvoeren van het Witteveenkader (verlaging pensioenopbouw) en het aanpassen van de indexatieambitie. Dit zijn middelen die werkgevers zonder het akkoord aan pensioenpremies hadden afgedragen. Naast de verhoging van het brutoloon leidt de verlaging van de werknemerspremies tot een netto loonstijging van circa 0,5% met ingang van 2016, afhankelijk van de hoogte van het loon van de werknemer. Het verdere proces In de komende periode zal over deze overeenkomst beraad met de achterban worden gehouden. Verwacht wordt dat na het zomerreces de uitkomst hiervan bekend zal worden. Bij een positief resultaat van dit beraad, worden de pensioenafspraken uit de overeenkomst in de pensioenkamer bevestigd. Het pensioenfonds ABP geeft vervolgens uitvoering aan de pensioenafspraken. Na bekrachtiging van de pensioenafspraken in de pensioenkamer moet het akkoord verwerkt worden aan de sectorale cao-tafels. Pagina 4 van 5

Tot slot Deze overeenkomst is een unieke prestatie van de betrokken partijen. Het kabinet realiseert zich dat een dergelijke overeenkomst niet tot stand had kunnen komen zonder de constructieve medewerking van de drie centrales van het overheidspersoneel (het Ambtenarencentrum, de Christelijke Centrale van Overheids- en Onderwijspersoneel en de Centrale van Middelbare en Hogere Functionarissen bij Overheid, Onderwijs, Bedrijven en Instellingen) en de overheidswerkgevers. Hiervoor spreekt het kabinet haar oprechte waardering uit. De FNV wilde zich in ieder geval op deze korte termijn (nog) niet achter de overeenkomst scharen, het kabinet is bereid op dit punt in gesprek te blijven met de FNV. De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, dr. R.H.A. Plasterk Pagina 5 van 5