ECLI:NL:RBSGR:2004:AO4120,

Vergelijkbare documenten
Uitspraak RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE SECTOR STRAFRECHT MEERVOUDIGE KAMER (VERKORT VONNIS)

ECLI:NL:RBDHA:2014:1284

ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012

ECLI:NL:RBROT:2017:6331

ECLI:NL:RBASS:2007:BB8355

ECLI:NL:RBSGR:2003:AN7090

ECLI:NL:RBDHA:2014:1006

ECLI:NL:GHDHA:2016:935

ECLI:NL:RBAMS:2011:BU5011

Uitspraak RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE SECTOR STRAFRECHT. MEERVOUDIGE KAMER (VERKORT VONNIS) parketnummer 09/ rolnummer 0003

ECLI:NL:RBASS:2011:BQ1377

ECLI:NL:OGEAA:2016:411

ECLI:NL:RBSGR:2001:AD3928

ECLI:NL:GHSGR:2009:BH2061

ECLI:NL:RBSGR:2004:AO6236

ECLI:NL:RBSGR:2008:BC3704

ECLI:NL:RBAMS:2007:AZ9968

ECLI:NL:GHARL:2017:2188

ECLI:NL:RBUTR:2011:BT1675

ECLI:NL:RBARN:2001:AD4391

ECLI:NL:GHLEE:2011:BP4388

ECLI:NL:RBUTR:2010:BN2158

ECLI:NL:GHARN:2011:BQ0420

ECLI:NL:GHARN:2007:208

ECLI:NL:GHDHA:2015:84

ECLI:NL:RBMNE:2016:7744

ECLI:NL:GHSGR:2011:BQ1116

ECLI:NL:GHLEE:2011:BU1518

ECLI:NL:GHLEE:2010:BO7907

ECLI:NL:RBUTR:2004:AR8109

ECLI:NL:RBUTR:2005:AU7293

ECLI:NL:GHAMS:2016:5635 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

Uitspraak. Afdeling strafrecht. Parketnummer: Uitspraak d.d.: 1 december 2015 TEGENSPRAAK. Promis

ECLI:NL:RBUTR:2011:BR2992

ECLI:NL:RBZUT:2010:BL3511

ECLI:NL:RBMAA:2011:BP5002

ECLI:NL:RBROT:2017:2554

ECLI:NL:RBSGR:2005:AT2478

ECLI:NL:RBHAA:2006:AY6694

ECLI:NL:GHSHE:2012:BW5999

ECLI:NL:RBZUT:2004:AO7273

ECLI:NL:GHLEE:2010:BO8408 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

[verdachte], geboren [adres] op [geboortedatum], wonende [adres] thans gedetineerd in de penitentiaire inrichting Utrecht, P.I.V. HvB Nieuwersluis.

ECLI:NL:GHLEE:2009:BK2993

ECLI:NL:RBROT:2016:10161

ECLI:NL:RBZLY:2008:BD7184

ECLI:NL:RBUTR:2011:BQ9715

ECLI:NL:RBALK:2010:BO9234

ECLI:NL:GHLEE:2009:BH4974 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHSGR:2000:AD9850

ECLI:NL:RBNNE:2013:4953

ECLI:NL:RBASS:2011:BR5599

ECLI:NL:RBZUT:2005:AU3810

ECLI:NL:RBNNE:2017:1473

Uitspraak. Parketnummer: Datum uitspraak: 17 november 2016 VERSTEK

Strafprocesrecht Bijzondere kenmerken: Hoger beroep Wetsverwijzingen: Wetboek van Strafrecht 197a, geldigheid:

Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht.

ECLI:NL:RBBRE:2006:AZ2981

ECLI:NL:GHDHA:2013:CA2264

ECLI:NL:RBUTR:2008:BC6472

ECLI:NL:GHSHE:2015:2029

ECLI:NL:GHAMS:2014:3775

ECLI:NL:RBZUT:2008:BG8054

ECLI:NL:RBHAA:2006:AZ2894

ECLI:NL:RBHAA:2006:AX9578

ECLI:NL:RBMAA:2010:BN4824

ECLI:NL:GHLEE:2010:BO3296

ECLI:NL:RBAMS:2012:BZ3733

ECLI:NL:RBROT:2005:AT7197


Uitspraak. parketnummer: datum uitspraak: 29 november 2016 TEGENSPRAAK

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van 24 augustus 2016.

ECLI:NL:GHAMS:2016:3674

ECLI:NL:GHLEE:2010:BL7457 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:RBMAA:2006:AY6572

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN BONAIRE, SINT EUSTATIUS EN SABA ZITTINGSPLAATS BONAIRE STRAFVONNIS

ECLI:NL:GHAMS:2016:1483 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:RBZUT:2003:AH9598

ECLI:NL:RBUTR:2010:BN9578

ECLI:NL:RBMAA:2007:BB2790

Uitspraak. parketnummer: datum uitspraak: 3 november 2016 TEGENSPRAAK

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 26 maart 2013 in de zaak tegen: thans gedetineerd in de.

ECLI:NL:RBOVE:2013:320

ECLI:NL:RBZUT:2004:AR5554

ECLI:NL:GHAMS:2015:5213 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

De zaak is gelijktijdig, doch niet gevoegd, behandeld met de zaken van[medeverdachte 1], [medeverdachte 4], [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3].

ECLI:NL:RBOVE:2016:1480. Datum uitspraak: Datum publicatie: Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg - meervoudig.

ECLI:NL:GHSGR:2009:BK5211

ECLI:NL:GHLEE:2011:BQ2356

ECLI:NL:RBUTR:2010:BL4830

ECLI:NL:RBROT:2017:4588

ECLI:NL:RBAMS:2015:10201

ECLI:NL:RBHAA:2006:AZ5994

ECLI:NL:RBGEL:2014:2835

ECLI:NL:RBZUT:2007:BB4499

ECLI:NL:GHARN:2004:AQ5960

ECLI:NL:RBUTR:2009:BM1222

Verkort vonnis van de rechtbank 's-hertogenbosch, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:

ECLI:NL:GHLEE:2011:BQ0508

Transcriptie:

ECLI:NL:RBSGR:2004:AO4120, Rechtbank 's-gravenhage, 18-02-2004, 09/900687-03 Inhoudsindicatie Gegevens Instantie Rechtbank 's-gravenhage Datum 18-02-2004 uitspraak Datum 19-02-2004 Publicatie Zaaknummer 09/900687-03 Bijzondere Eerste aanleg - meervoudig kenmerken Rechtsgebied Straf(proces)recht <div class="parablock">(...) Geconcludeerd wordt dat vanuit psychiatrisch oogpunt plaatsing in een psychiatrisch ziekenhuis noodzakelijk geacht wordt. Verdachte heeft in eerste instantie een gedwongen behandelkader nodig waarbij een behandeltraject gestart kan worden in samenwerking met de reclassering, dan wel overige Inhoudsindicatie maatschappelijke dienstverlening. Een terbeschikkingstelling wordt niet geïndiceerd geacht. Verdachte is goed behandelbaar en staat vooralsnog open voor begeleiding. De termijn die staat voor de geadviseerde maatregel van opname in een psychiatrisch ziekenhuis moet ruimschoots voldoende zijn om het dreigende gevaar af te wenden en verdachte weer spoedig te resocialiseren. (...)</div> Vindplaats rechtspraak-nl Uitspraak RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE SECTOR STRAFRECHT MEERVOUDIGE KAMER (VERKORT VONNIS) parketnummer 09/900687-03 rolnummer 0003 's-gravenhage, 18 februari 2004 De rechtbank 's-gravenhage, rechtdoende in strafzaken, heeft het navolgende vonnis gewezen in de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte: [verdachte], geboren op [geboortedatum] te district [district] (Suriname) wonende te [adres], thans gedetineerd te P.I. Haaglanden P.C.S. De Kantelberg, Unit 4 te 's-gravenhage. De terechtzitting. Het onderzoek is gehouden ter terechtzitting van 4 februari 2004. De verdachte, bijgestaan door zijn raadsman mr A.B. Baumgarten, is verschenen en gehoord. Er hebben zich vijf benadeelde partijen gevoegd. De officier van justitie mr M.M. Jansen heeft gevorderd dat verdachte terzake van het hem bij -gewijzigde- dagvaarding onder feit 1 primair, 2, 3 primair, 4 primair, 5 primair en 6 primair telastgelegde wordt ontslagen van alle rechtsvervolging en tevens dat verdachte wordt geplaatst in een psychiatrisch ziekenhuis voor de termijn van een jaar. De officier van justitie heeft voorts gevorderd dat de blijkens de lijst van inbeslaggenomen, niet teruggegeven voorwerpen - hierna te

noemen beslaglijst, waarvan een fotokopie, gemerkt C, aan dit vonnis is gehecht - onder verdachte inbeslaggenomen voorwerpen genummerd 1, 2 en 3 zullen worden verbeurdverklaard, en dat het blijkens de beslaglijst inbeslaggenomen voorwerp genummerd 4 zal worden teruggegeven aan de rechtmatige eigenaar, [betrokkene]. De officier van justitie heeft geconcludeerd tot toewijzing van de vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 1] tot een bedrag van 300,=, bij wijze van voorschot en tot niet-ontvankelijk verklaring van deze benadeelde partij voor het overige. een bedrag groot 300,= subsidiair 6 dagen hechtenis ten behoeve van het slachtoffer genaamd [benadeelde partij 1]; Daarnaast heeft de officier van justitie geconcludeerd tot toewijzing van de vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 2] tot een bedrag van 100,=, bij wijze van voorschot en tot niet-ontvankelijk verklaring van deze benadeelde partij voor het overige 1400,=. een bedrag groot 100,= subsidiair 2 dagen hechtenis ten behoeve van het slachtoffer genaamd [benadeelde partij 2]; Tevens heeft de officier van justitie geconcludeerd tot toewijzing van de vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 3] tot een bedrag van 100,=, bij wijze van voorschot en tot niet-ontvankelijk verklaring van deze benadeelde partij voor het overige 1400,=. een bedrag groot 100,= subsidiair 2 dagen hechtenis ten behoeve van het slachtoffer genaamd [benadeelde partij 3]; De officier van justitie heeft geconcludeerd tot toewijzing van de vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 4] tot een bedrag van 250,=, bij wijze van voorschot en tot niet-ontvankelijk verklaring van deze benadeelde partij voor het overige 370,50. een bedrag groot 250,= subsidiair 5 dagen hechtenis ten behoeve van het slachtoffer genaamd [benadeelde partij 4]; Tenslotte heeft de officier van justitie geconcludeerd tot toewijzing van de vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 5] tot een bedrag van 500,=, bij wijze van voorschot en tot niet-ontvankelijk verklaring van deze benadeelde partij voor het overige. een bedrag groot 500,= subsidiair 10 dagen hechtenis ten behoeve van het slachtoffer genaamd [benadeelde partij 5]; De telastlegging. Aan verdachte is telastgelegd - na wijziging van de telastlegging ter terechtzitting - hetgeen is vermeld in de ingevoegde fotokopie van de dagvaarding, gemerkt A, en van de vordering wijziging telastlegging, gemerkt A1. Overweging t.a.v. feit 3 en 4. Naar het oordeel van de rechtbank heeft de officier van justitie bedoeld de poging tot de bovenstaande delicten aan verdachte telast te leggen. De officier van justitie heeft echter verzuimd de zinsnede "terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid" toe te voegen. De rechtbank is van mening dat gezien het feit dat noch verdachte en zijn raadsman in hun verdediging, noch de officier van justitie in haar vordering, er blijk van hebben gegeven dat zij uit zijn gegaan van het voltooide delict, zij allen begrepen hebben wat de strekking is geweest van de dagvaarding en hebben beseft dat verdachte voor "poging tot doodslag" en niet "doodslag" vervolgd werd. Nu de behandeling van de zaak ter terechtzitting ook heeft plaatsgevonden op de grondslag van een telastlegging strekkende tot poging tot doodslag is de rechtbank van oordeel dat sprake is van een kennelijke misslag waardoor verdachte niet in zijn processuele positie is benadeeld. De rechtbank zal derhalve deze omissie passeren. De bewijsmiddelen. P.M. De bewezenverklaring. Door de voormelde inhoud van vorenstaande bewijsmiddelen -elk daarvan, ook in zijn onderdelen, gebruikt voor het bewijs van datgene waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft- staan de daarin genoemde feiten en omstandigheden vast en is de rechtbank op grond daarvan tot de overtuiging gekomen en acht zij wettig bewezen, dat verdachte de bij dagvaarding onder 1 primair, 2, 3 primair, 4 primair, 5 primair en 6 primair vermelde feiten heeft begaan, met dien verstande, dat de rechtbank bewezen acht -en als hier ingelast beschouwt, zulks met verbetering van eventueel in de telastlegging voorkomende type- en taalfouten, zoals weergegeven in de bewezenverklaring, door welke verbetering verdachte niet in de verdediging is geschaad- de inhoud van de telastlegging, zoals deze is vermeld in de fotokopie daarvan, gemerkt B. Strafbaarheid van het bewezenverklaarde.

Het bewezenverklaarde is volgens de wet strafbaar, omdat het na te melden misdrijven oplevert. Beoordeling van de strafbaarheid van verdachte en motivering van de daarmee verband houdende beslissing. Omtrent de persoon van de verdachte is op 10 november 2003 een rapport uitgebracht door C. ten Noever de Brauw, psychiater en op 3 november 2003 is een rapport uitgebracht door drs. L. van de Sande, psycholoog. De rapporteurs hebben overlegd over onderzoek, conclusie en advies. Uit het psychiatrisch onderzoek blijkt dat verdachte al jaren lijdt aan een ernstige vorm van schizofrenie. Ten tijde van het telastgelegde gebruikte verdachte geen medicatie meer en in combinatie met werk- en relatiestress en cannabisgebruik heeft dit er toe geleid dat verdachte ernstig psychotisch decompenseerde. Er bestond een ernstige actieve episode van zijn ziekelijke stoornis der geestvermogens namelijk een floride paranoïde schizofrenie. Verdachte dient op grond hiervan ten tijde van de telastgelegde misdrijven als volledig ontoerekeningsvatbaar te worden beschouwd. Zodra verdachte zijn medicatie neemt, abstinent blijft van de cannabis en voldoende rust en regelmaat aanwezig is, herstelt hij snel van zijn psychose en zijn bovengenoemde paranoïde belevingen niet meer aanwezig. Schizofrenie is een ernstige chronische, op den duur ook invaliderende psychiatrische stoornis welke vooralsnog niet te genezen is, maar wel te behandelen. Geconcludeerd wordt dat vanuit psychiatrisch oogpunt plaatsing in een psychiatrisch ziekenhuis noodzakelijk geacht wordt. Verdachte heeft in eerste instantie een gedwongen behandelkader nodig waarbij een behandeltraject gestart kan worden in samenwerking met de reclassering, dan wel overige maatschappelijke dienstverlening. Een terbeschikkingstelling wordt niet geïndiceerd geacht. Verdachte is goed behandelbaar en staat vooralsnog open voor begeleiding. De termijn die staat voor de geadviseerde maatregel van opname in een psychiatrisch ziekenhuis moet ruimschoots voldoende zijn om het dreigende gevaar af te wenden en verdachte weer spoedig te resocialiseren. Uit het psychologisch onderzoek komen dezelfde conclusies naar voren als bovenstaande: verdachte was volledig ontoerekeningsvatbaar ten tijde van het bewezenverklaarde als gevolg van een ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens (paranoïde schizofrenie en een floride psychose). Gezien de kans op herhaling van soortgelijke delicten is ook het advies van de psycholoog verdachte op te nemen in een psychiatrisch ziekenhuis, mogelijk in het Psychiatrisch Centrum Nijmegen, alwaar verdachte eerder werd behandeld. De rechtbank neemt deze conclusies over en maakt die tot de hare. De rechtbank, van oordeel dat de veiligheid van anderen zulks vereist, zal de maatregel plaatsing in een psychiatrisch ziekenhuis opleggen. Inbeslaggenomen voorwerpen. De rechtbank zal de blijkens de beslaglijst inbeslaggenomen voorwerpen genummerd 1, 2 en 3 verbeurdverklaren, zijnde deze voorwerpen voor verbeurdverklaring vatbaar, aangezien met betrekking tot deze aan verdachte toebehorende voorwerpen het onder 2 bewezenverklaarde feit is begaan; De rechtbank zal voorts de teruggave aan [betrokkene] gelasten van het blijkens de beslaglijst inbeslaggenomen voorwerp genummerd 4, te weten een personenauto kenteken [kenteken], type FIAT Uno, kleur: grijs. De vordering van de benadeelde partijen. 1. [benadeelde partij 1], wonende te [woonplaats], heeft zich als benadeelde partij gevoegd ter zake van de vordering tot immateriële schadevergoeding, groot 1200,=. 2. [benadeelde partij 2], wonende te [woonplaats], heeft zich als benadeelde partij gevoegd ter zake van de vordering tot immateriële schadevergoeding, groot 1500,=. 3. [benadeelde partij 3], wonende te [woonplaats], heeft zich als benadeelde partij gevoegd ter zake van de vordering tot immateriële schadevergoeding, groot 1500,=. 4. [benadeelde partij 4], wonende te [woonplaats], heeft zich als benadeelde partij gevoegd ter zake van de vordering tot materiële schadevergoeding, groot 620,50. 5. [benadeelde partij 5], domicilie kiezende te 's-gravenhage, heeft zich als benadeelde partij gevoegd ter zake van de vordering tot immateriële schadevergoeding, groot 500,=. Deze vorderingen zijn door de verdediging deels weersproken. De vorderingen van [benadeelde partij 1], [benadeelde partij 4] en [benadeelde partij 5] zijn door de bij het Voegingsformulier gevoegde bescheiden gestaafd, terwijl de vorderingen, die gedeeltelijk eenvoudig van aard zijn, rechtstreeks - naar uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken - hun grondslag vinden in de bij dagvaarding respectievelijk onder feit 1 primair, 2, 3 primair, 4 primair, 5 primair en 6 primair aan verdachte telastgelegde en bewezenverklaarde

feiten. De rechtbank zal derhalve bepalen dat de benadeelde partijen gedeeltelijk ontvankelijk zijn in hun vorderingen en zal deze vorderingen deels toewijzen bij wijze van voorschot. De benadeelde partij [benadeelde partij 1] wordt een bedrag toegekend van 300,=. De benadeelde partijen [benadeelde partij 2] en [benadeelde partij 3] wordt ieder een bedrag toegekend van 100,=. De benadeelde partijen [benadeelde partij 4] en [benadeelde partij 5] wordt ieder een bedrag toegekend van 250,=. Voorts verklaart de rechtbank de vijf benadeelde partijen voor het overige niet ontvankelijk in hun vordering tot schadevergoeding, aangezien dat gedeelte van hun vordering niet van zo eenvoudige aard is dat zij zich leent voor behandeling in het strafgeding. Dit brengt mee, dat de verdachte dient te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partijen tot aan deze uitspraak in verband met hun vorderingen hebben gemaakt, welke kosten de rechtbank begroot op nihil, en de kosten die de benadeelde partijen ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moeten maken. De rechtbank wijst de vordering tot het opleggen van de schadevergoedingsmaatregel ex artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht af. De toepasselijke wetsartikelen. De artikelen: - 33, 33a, 37, 45, 57, 285, 287, 302, 304 en 350 van het Wetboek van Strafrecht; Beslissing. De rechtbank, verklaart in voege als overwogen wettig en overtuigend bewezen, dat verdachte de bij dagvaarding onder 1 primair, 2, 3 primair, 4 primair, 5 primair en 6 primair telastgelegde feiten heeft begaan en dat het bewezene uitmaakt: feit 1 primair, 3 primair en 4 primair: poging tot doodslag, meermalen gepleegd; feit 2: bedreiging met zware mishandeling; feit 5 primair: poging tot zware mishandeling, gepleegd tegen een ambtenaar gedurende en ter zake van de rechtmatige uitoefening van haar bediening; feit 6 primair: opzettelijk en wederrechtelijk een dier dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort beschadigen; verklaart het bewezene strafbaar; verklaart verdachte niet strafbaar; ontslaat verdachte ter zake van alle rechtsvervolging; gelast de plaatsing van verdachte in een psychiatrisch ziekenhuis voor de termijn van een jaar; wijst de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partijen gedeeltelijk toe en veroordeelt verdachte voorts: om tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan: - [benadeelde partij 1], wonende te [adres], een bedrag van 300,=; - [benadeelde partij 2], wonende te [adres], een bedrag van 100,=; - [benadeelde partij 3], wonende te [adres], een bedrag van 100,=; - [benadeelde partij 4], wonende te [adres], een bedrag van 250,=; - [benadeelde partij 5], domicilie kiezende te [adres], een bedrag van 250,=;

met veroordeling tevens in de proceskosten door de benadeelde partijen gemaakt, tot deze uitspraak begroot op nihil, en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken; bepaalt dat de benadeelde partijen allen voor het overige niet ontvankelijk zijn in de vorderingen tot schadevergoeding, en dat zij deze vorderingen bij de burgerlijke rechter kunnen aanbrengen; verklaart verbeurd de blijkens de aan dit vonnis gehechte beslaglijst inbeslaggenomen voorwerpen, genummerd 1, 2 en 3, te weten: 1. 1.00 STK Schaar Kl: zwart, merk fiskar, materiaal=metaal; 2. 1.00 STK Hamer Kl: zwart, merk STANLEY, materiaal=ijzer; 3. 1.00 STK Hamer; gelast de teruggave aan [betrokkene] van het blijkens de aan dit vonnis gehechte beslaglijst inbeslaggenomen voorwerp, genummerd 4, te weten: 1.00 STK Personenauto [kenteken], FIAT Uno, Kl: grijs; verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte bij dagvaarding meer of anders is telastgelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij. Dit vonnis is gewezen door mrs A.H.Th. de Boer, voorzitter, A.C.M. van Wesenbeeck en M. Moussault, rechters, in tegenwoordigheid van mr F.W. Hertzberger, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 18 februari 2004. Bron: http://www.ndfr.nl/link/ecli:nl:rbsgr:2004:ao4120 Datum: 9-11-2017 16:45:40 Alle rechten voorbehouden. Alle auteursrechten en databankrechten van deze tekst worden uitdrukkelijk voorbehouden. Deze rechten berusten bij Sdu Uitgevers. Niets uit NDFR mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch,mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. All rights reserved. No part of this publication may be reproduced, stored in a retrieval system, or transmitted in any form or by any means, electronic, mechanical, photocopying, recording or otherwise, without the publisher s prior consent.