OPDRACHTFORMULIER Het aanleggen van een onderarm-, een bovenarm-, een onderbeen- en een bovenbeenverband Naam student: Datum: Voordat je gaat oefenen 1 Lees het handelingsformulier van deze vaardigheid en noteer vragen en opmerkingen. Bespreek deze met medestudenten of je docent. 2 Kijk in de bronnen welke informatie je kunt gebruiken bij het oefenen van deze vaardigheid. 3 Beantwoord onderstaande vragen. a Waarom geef je eventueel medicatie vooraf en hoe lang van tevoren geef je die dan? b Welke informatie geef je de zorgvrager als je hem vertelt hoe hij kan meewerken? c Je legt de verbanden in een V of 8-verband. Waarom is dat nodig bij een onderarm, onderbeen, bovenbeen en bovenarm? Aandachtspunten / Persoonlijke leerdoelen Noordhoff Uitgevers bv 1
HANDELINGSFORMULIER Het aanleggen van een onderarm-, een bovenarm-, een onderbeen- en een bovenbeenverband Naam student: Naam observator: Datum: Beoordeling: Voor alle handelingen geldt: Raadpleeg het dossier; Zorg voor voldoende privacy; Was je handen volgens de WIP-procedure; Pas de voorschriften toe; Observeer en controleer de zorgvrager. De student: Goed Fout 1 Informeert: Vertel de zorgvrager dat dat hij verbonden moet worden; Vertel waarom en hoe je hem gaat verbinden en hoe hij kan meewerken. 2 Zet alle benodigdheden klaar: Een onderlegger; Eventueel handschoenen; Nierbekken(s); Pleisters en schaar (knip de pleister van tevoren alvast af); Een gaas voor op de wond; Een hydrofielwindsel van zes, acht of tien centimeter; Een cambric windsel van zes, acht of tien centimeter. 3 Helpt zorgvrager in de juiste houding: Help de zorgvrager in een gemakkelijke houding; Laat de zorgvrager het gekwetste lichaamsdeel ondersteunen. 4 Voert handeling uit: Plaats de onderlegger onder het gekwetste lichaamsdeel (bij alle vier de verbanden volg je dezelfde procedure); Leg de benodigdheden op volgorde van gebruik; Trek eventueel handschoenen aan; Leg een steriel gaasje op de wond; Leg de zwachtel met enige toeren om de pols vast; Ga daarna schuin over het verband heen naar boven, achter de arm langs terug naar beneden, zodat een V ontstaat (8-verband, dat wil zeggen: schuin omhoog, schuin omlaag); Bedek elke voorgaande toer voor twee derde en leg alle V s recht boven elkaar; Eindig met twee circulaire toeren als het gehele verband bedekt is; Trek zo nodig de handschoenen uit en fixeer het windsel met een pleister. Vraag de zorgvrager de vingers voorzichtig te bewegen en controleer of het verband niet te strak of te los zit. Noordhoff Uitgevers bv 3
Goed Fout 5 Past juiste nazorg toe: Vraag de zorgvrager of het verbinden naar tevredenheid is verlopen; Ruim alles op en maak schoon. 6 Rapporteert de bevindingen: Noteer eventuele bijzonderheden. Aandachtspunten / Persoonlijke leerdoelen: 4 Noordhoff Uitgevers bv
TOETSFORMULIER Het aanleggen van een onderarm-, een bovenarm-, een onderbeen- en een bovenbeenverband Naam student: Naam beoordelaar: Datum: Beoordeling: Kruis aan hoe de handelingen zijn uitgevoerd. Kies uit: V = Voldoende; O = Onvoldoende Kruis aan door wie de beoordeling is gedaan. Kies uit: B = BPV; S = School Opdracht Je legt bij de zorgvrager aan: een onderarmverband; een bovenarmverband; een onderbeenverband; een bovenbeenverband. Voorbereiding V O B S 1 Verzamelt de relevante gegevens, met name uit het zorgdossier. 2 Vertelt de zorgvrager wat ze komt doen. 3 Overlegt met de zorgvrager op welke wijze de handeling het beste kan worden uitgevoerd. 4 Zet alle benodigdheden klaar. 5 Wast de handen volgens de WIP-procedure. Uitvoering V O B S 6 Geeft zo nodig vooraf medicatie volgens protocol. 7 Helpt de zorgvrager in de juiste houding. 8 Trekt zo nodig handschoenen aan. 9 Laat de zorgvrager zo mogelijk het gekwetste lichaamsdeel zelf ondersteunen. 10 Legt het voorgeschreven verband volgens protocol aan. 11 Blijft tijdens het verbinden voor de zorgvrager staan. 12 Helpt de zorgvrager in een comfortabele houding. 13 Werkt ergonomisch, hygiënisch, kostenbewust en efficiënt. Noordhoff Uitgevers bv 5
Nazorg V O B S 14 Vraagt de zorgvrager of alles naar wens is. 15 Maakt zo nodig afspraken over een volgende keer. 16 Ruimt alles op de juiste plaats en wijze op. 17 Wast de handen volgens de WIP-procedure. 18 Rapporteert de relevante bijzonderheden in het zorgdossier. 19 Registreert het eventuele medicijngebruik volgens protocol. Aandachtspunten / Persoonlijke leerdoelen: 6 Noordhoff Uitgevers bv