BIV (2003-2004) Nr. 3 VERENIGDE VERGADERING VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE Bulletin van de interpellaties en mondelinge vragen Commissie voor de gezondheid VERGADERING VAN DONDERDAG 15 JANUARI 2004 Verenigde Vergadering van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie - Bulletin van de interpellaties en mondelinge vragen - Gewone zitting 2003-2004
2 VERENIGDE VERGADERING VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE BULLETIN VAN DE INTERPELLATIES EN MONDELINGE VRAGEN INHOUD MONDELINGE VRAGEN van de heer Dominiek Lootens-Stael (N) aan de heren Jos Chabert en Didier Gosuin, leden van het Verenigd College, bevoegd voor het gezondheidsbeleid, betreffende de houding van de heer Jos Chabert op het interministerieel overleg omtrent de instelling van een taalmeldpunt voor de Brusselse ziekenhuizen. (Sprekers: de heer Dominiek Lootens-Stael en de heer Jos Chabert, lid van het Verenigd College bevoegd voor het gezondheidsbeleid). van de heer Erik Arckens (N) aan de heren Jos Chabert en Didier Gosuin, leden van het Verenigd College, bevoegd voor het gezondheidsbeleid, betreffende de invulling door het Verenigd College van de preventie van rituele sexuele verminkingen bij vrouwen. (Sprekers: de heer Erik Arckens en de heer Jos Chabert, lid van het Verenigd College bevoegd voor het gezondheidsbeleid). Verenigde Vergadering van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie - Gewone zitting 2003-2004
VERGADERING VAN DONDERDAG 15 JANUARI 2004 3 Voorzitter: mevrouw Françoise BERTIEAUX. - De vergadering wordt om 14.45 uur geopend. MONDELINGE VRAGEN De houding van de heer Jos Chabert op het interministerieel overleg omtrent de instelling van een taalmeldpunt voor de Brusselse ziekenhuizen. De heer Dominiek Lootens-Stael.- Eén jaar geleden, op 15 oktober 2002, verklaarde toenmalig minister Jef Tavernier in de Kamer over het meldpunt voor taaldiscriminatie in de Brusselse ziekenhuizen: Er werd een meldpunt voorgesteld en een protocol opgemaakt dat door de interministeriële conferentie op 24 juni 2002 bekrachtigd is, maar dat nog moet ondertekend worden. Het meldpunt zal alle klachten rond onthaal van patiënten in de Brusselse instellingen voor gezondheidszorg ontvangen, het zal die inventariseren en overmaken aan de bevoegde gemeenschaps- en gewestadministraties. In de term onthaal zit ook de taalproblematiek vervat. In dat kader werd reeds een 0800-nummer aangevraagd. Een perscommuniqué terzake is in voorbereiding.. Deze week werd in de Kamer echter antwoord gegeven op een vraag van Bart Laeremans, die vroeg waarom er intussen nog steeds geen enkel initiatief werd genomen om tot de concrete invulling van dit meldpunt te komen. Eén Franstalige Brusselse minister ligt dwars omdat de bevoegdheid van dit meldpunt beperkt zou blijven tot het grondgebied van het Brussels Gewest. Dit is uiteraard de wereld op zijn kop: een Brussels minister die iets blokkeert omdat het over Brussel gaat. Uit het antwoord op de vraag van de heer Laeremans blijkt dat het gaat om uw collega Gosuin. Hij is het die ervoor zorgt dat Vlamingen verder ongestraft kunnen worden gediscrimineerd in de Brusselse ziekenhuizen. Uzelf werd op dat interministerieel overleg vertegenwoordigd door één of enkele medewerkers. Welk standpunt heeft uw kabinet daar ingenomen? Wat vindt U van de houding van de heer Gosuin? Bent U bereid de nodige maatregelen te nemen om de boycot vanwege de heer Gosuin ongedaan te maken? Waarom wel/ niet? Welke concrete maatregelen overweegt U? bevoegd voor het gezondheidsbeleid.- In een werkgroep van de Interministeriële Conferentie Volksgezondheid, werd voorgesteld een meldpunt op federaal niveau te organiseren met betrekking tot de onthaalproblematiek in de verzorgingsinstellingen, hierbij inbegrepen het onthaal in de taal van de patiënt, omwille van volgende redenen: 1. Op federaal niveau werden reeds wettelijke initiatieven genomen in het kader van de patiëntenrechten in het algemeen, onder meer de ombudsfunctie, het charter voor de rechten van de patiënt; 2. De betrokkenheid van verschillende overheden, bv. klachten van patiënten die in unicommunautaire universitaire instellingen gevestigd op het grondgebied van Brussel worden verzorgd, het territoriaal rekruteringsgebied van bepaalde MUG-diensten dat verschillende regio's kan bestrijken. In dit voorstel werd gemakkelijkheidhalve het secretariaat van de Nationale Raad voor Ziekenhuisvoorzieningen belast met het inventariseren van de klachten, het doorgeven naar de betrokken overheden en het opstellen van een jaarverslag van de opvolging van de klachten door de respectievelijke bevoegde overheden. Eén enkel meldpunt voor het hele land zou immers zichtbaarder zijn voor de gebruiker die zich dan niet meer moet afvragen wie bevoegd is. Uiteindelijk werd het protocolakkoord voor de oprichting van dit meldpunt niet ondertekend. Het komt aan de nieuwe federale Minister toe om de draad hiervan terug op te nemen. Van onze kant is er de bereidheid om tot een constructieve oplossing te komen. Het spreekt echter vanzelf dat wij als Ministers bevoegd voor het gezondheidsbeleid van de GGC onze verantwoordelijkheid nemen ten aanzien van de Brusselse ziekenhuizen in het kader van het onthaal waarvan de taal een onlosmakelijk onderdeel is. Daarom werden op dit vlak steunmaatregelen voorzien voor de vorming van het personeel en functioneert op dit ogenblik de GGC reeds als meldpunt van de klachten voor de bicommunautaire ziekenhuizen. De heer Dominiek Lootens-Stael.- De minister zegt wij zijn bereid. Mag ik daaruit afleiden dat u het heeft over uzelf en Mijnheer Gosuin en dat u beiden met de federale minister wil samenwerken? Volgens minister Demotte, heeft de heer Gosuin het protocol niet willen ondertekenen. Waarom niet? bevoegd voor het gezondheidsbeleid.- Wij hebben ons meldpunt in Brussel. Het is een meldpunt voor klachten m.b.t. de bicommunautaire ziekenhuizen en het werkt. De universitaire ziekenhuizen staan hierbuiten aangezien ze afhangen van de beide gemeenschappen. Wij zijn niet bevoegd voor de problemen die op andere gezagsniveaus rijzen. - Het incident is gesloten. De invulling door het Verenigd College van de preventie van rituele sexuele verminkingen bij vrouwen. De heer Erik Arckens.- De problematiek van de rituele verminking van de vrouwelijke geslachtsorganen is in de antropologische literatuur uitvoerig beschreven. Ook in de sociologische, medische en welzijnsliteratuur heeft deze thematiek een belangrijke plaats verworven, vooral sinds de vrouwen zelf het heikele punt op de agenda hebben geplaatst, ondermeer naar aanleiding van internationale congressen. Het zal dus niet nodig zijn om hier de problematiek nogmaals uiteen te zetten. BIV (2003-2004) Nr. 3
4 VERENIGDE VERGADERING VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE BULLETIN VAN DE INTERPELLATIES EN MONDELINGE VRAGEN Het moge volstaan erop te wijzen dat de tradities die hier ter sprake komen, vooral betrekking hebben op een aantal Afrikaanse volkeren. - De vergadering wordt om 15.10 uur gesloten. Het Brussels Gewest is de Belgische ankerplaats bij voorkeur voor azielzoekers en migranten zonder onderscheid van statuut uit het Afrikaanse werelddeel. Alles laat dus vermoeden dat alhier het fenomeen de hoogste incidentie bereikt binnen de grenzen van het Brussels Gewest. Heeft het Collegelid reeds betrouwbare cijfergegevens hierover, zelfs maar door middel van extrapolatie? Heeft het Verenigd College het voornemen, al dan niet in samenwerking met de Franstalige en de Vlaamse Gemeenschap in dit domein initiatieven te ontwikkelen in 2004, eventueel ook in samenwerking met het Commissariaat-Generaal voor de Vluchtelingen en de statenlozen? Heeft het Verenigd College over het geheel van de problematiek van deze rituele verminkingen reeds projecten opgestart of steunt het projecten die thans lopen? Zal het Verenigd College in 2004 initiatieven nemen om synergieën te ontwikkelen ondermeer met de Brusselse universitaire ziekenhuizen en de talrijke gezondheidsinstellingen, waarvan velen zich tot de bicommunautaire sector hebben bekend? bevoegd voor het gezondheidsbeleid.- Wij betreuren en veroordelen uiteraard krachtig dat seksuele verminkingen worden uitgevoerd op vrouwen. Deze kunnen immers gepaard gaan met schadelijke neveneffecten voor de gezondheid van de vrouw zoals infecties, littekenvorming of problemen bij zwangerschap of bevalling. Wij beschikken niet over cijfers met betrekking tot de omvang van dit fenomeen te Brussel, gezien het gaat om illegale praktijken welke niet worden geregistreerd behalve ingeval strafrechtelijke vervolgingen worden ingesteld. Eventuele verwikkelingen welke door de Brusselse gezondheidszorgvoorzieningen zouden vastgesteld worden, vallen onder het medisch beroepsgeheim. Geen enkele dienst of instelling heeft ons tot op heden gesignaleerd dat dit probleem door zijn omvang en zijn ernst een optreden vergt van de Brusselse overheden. Doch, meerdere gezondheidsvoorzieningen, ziekenhuizen of ambulante instellingen, zijn ongetwijfeld in de mogelijkheid om dit soort praktijk te ondervangen en zelfs te voorkomen. De heer Erik Arckens.- Ik weet dat die praktijken bestaan. Ze zijn echter onwettelijk, wat verklaard waarom er geen gegevens over bestaan. Wat zou u doen op het vlak van de bicommunautaire gezondheidsinstellingen mocht u wel gegevens over deze praktijken hebben, zelfs al blijven ze onwettelijk? bevoegd voor het gezondheidsbeleid.- Ik zou het parket onmiddellijk van die onwettelijke praktijken op de hoogte brengen. - Het incident is gesloten. BIV (2003-2004) Nr. 3
BIV (2003-2004) Nr. 3 VERENIGDE VERGADERING VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE Bulletin van de interpellaties en mondelinge vragen Commissie voor de gezondheid VERGADERING VAN DONDERDAG 15 JANUARI 2004 Verenigde Vergadering van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie - Bulletin van de interpellaties en mondelinge vragen - Gewone zitting 2003-2004
2 VERENIGDE VERGADERING VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE BULLETIN VAN DE INTERPELLATIES EN MONDELINGE VRAGEN INHOUD MONDELINGE VRAGEN van de heer Dominiek Lootens-Stael (N) aan de heren Jos Chabert en Didier Gosuin, leden van het Verenigd College, bevoegd voor het gezondheidsbeleid, betreffende de houding van de heer Jos Chabert op het interministerieel overleg omtrent de instelling van een taalmeldpunt voor de Brusselse ziekenhuizen. (Sprekers: de heer Dominiek Lootens-Stael en de heer Jos Chabert, lid van het Verenigd College bevoegd voor het gezondheidsbeleid). van de heer Erik Arckens (N) aan de heren Jos Chabert en Didier Gosuin, leden van het Verenigd College, bevoegd voor het gezondheidsbeleid, betreffende de invulling door het Verenigd College van de preventie van rituele sexuele verminkingen bij vrouwen. (Sprekers: de heer Erik Arckens en de heer Jos Chabert, lid van het Verenigd College bevoegd voor het gezondheidsbeleid). Verenigde Vergadering van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie - Gewone zitting 2003-2004
VERGADERING VAN DONDERDAG 15 JANUARI 2004 3 Voorzitter: mevrouw Françoise BERTIEAUX. - De vergadering wordt om 14.45 uur geopend. MONDELINGE VRAGEN De houding van de heer Jos Chabert op het interministerieel overleg omtrent de instelling van een taalmeldpunt voor de Brusselse ziekenhuizen. De heer Dominiek Lootens-Stael.- Eén jaar geleden, op 15 oktober 2002, verklaarde toenmalig minister Jef Tavernier in de Kamer over het meldpunt voor taaldiscriminatie in de Brusselse ziekenhuizen: Er werd een meldpunt voorgesteld en een protocol opgemaakt dat door de interministeriële conferentie op 24 juni 2002 bekrachtigd is, maar dat nog moet ondertekend worden. Het meldpunt zal alle klachten rond onthaal van patiënten in de Brusselse instellingen voor gezondheidszorg ontvangen, het zal die inventariseren en overmaken aan de bevoegde gemeenschaps- en gewestadministraties. In de term onthaal zit ook de taalproblematiek vervat. In dat kader werd reeds een 0800-nummer aangevraagd. Een perscommuniqué terzake is in voorbereiding.. Deze week werd in de Kamer echter antwoord gegeven op een vraag van Bart Laeremans, die vroeg waarom er intussen nog steeds geen enkel initiatief werd genomen om tot de concrete invulling van dit meldpunt te komen. Eén Franstalige Brusselse minister ligt dwars omdat de bevoegdheid van dit meldpunt beperkt zou blijven tot het grondgebied van het Brussels Gewest. Dit is uiteraard de wereld op zijn kop: een Brussels minister die iets blokkeert omdat het over Brussel gaat. Uit het antwoord op de vraag van de heer Laeremans blijkt dat het gaat om uw collega Gosuin. Hij is het die ervoor zorgt dat Vlamingen verder ongestraft kunnen worden gediscrimineerd in de Brusselse ziekenhuizen. Uzelf werd op dat interministerieel overleg vertegenwoordigd door één of enkele medewerkers. Welk standpunt heeft uw kabinet daar ingenomen? Wat vindt U van de houding van de heer Gosuin? Bent U bereid de nodige maatregelen te nemen om de boycot vanwege de heer Gosuin ongedaan te maken? Waarom wel/ niet? Welke concrete maatregelen overweegt U? bevoegd voor het gezondheidsbeleid.- In een werkgroep van de Interministeriële Conferentie Volksgezondheid, werd voorgesteld een meldpunt op federaal niveau te organiseren met betrekking tot de onthaalproblematiek in de verzorgingsinstellingen, hierbij inbegrepen het onthaal in de taal van de patiënt, omwille van volgende redenen: 1. Op federaal niveau werden reeds wettelijke initiatieven genomen in het kader van de patiëntenrechten in het algemeen, onder meer de ombudsfunctie, het charter voor de rechten van de patiënt; 2. De betrokkenheid van verschillende overheden, bv. klachten van patiënten die in unicommunautaire universitaire instellingen gevestigd op het grondgebied van Brussel worden verzorgd, het territoriaal rekruteringsgebied van bepaalde MUG-diensten dat verschillende regio's kan bestrijken. In dit voorstel werd gemakkelijkheidhalve het secretariaat van de Nationale Raad voor Ziekenhuisvoorzieningen belast met het inventariseren van de klachten, het doorgeven naar de betrokken overheden en het opstellen van een jaarverslag van de opvolging van de klachten door de respectievelijke bevoegde overheden. Eén enkel meldpunt voor het hele land zou immers zichtbaarder zijn voor de gebruiker die zich dan niet meer moet afvragen wie bevoegd is. Uiteindelijk werd het protocolakkoord voor de oprichting van dit meldpunt niet ondertekend. Het komt aan de nieuwe federale Minister toe om de draad hiervan terug op te nemen. Van onze kant is er de bereidheid om tot een constructieve oplossing te komen. Het spreekt echter vanzelf dat wij als Ministers bevoegd voor het gezondheidsbeleid van de GGC onze verantwoordelijkheid nemen ten aanzien van de Brusselse ziekenhuizen in het kader van het onthaal waarvan de taal een onlosmakelijk onderdeel is. Daarom werden op dit vlak steunmaatregelen voorzien voor de vorming van het personeel en functioneert op dit ogenblik de GGC reeds als meldpunt van de klachten voor de bicommunautaire ziekenhuizen. De heer Dominiek Lootens-Stael.- De minister zegt wij zijn bereid. Mag ik daaruit afleiden dat u het heeft over uzelf en Mijnheer Gosuin en dat u beiden met de federale minister wil samenwerken? Volgens minister Demotte, heeft de heer Gosuin het protocol niet willen ondertekenen. Waarom niet? bevoegd voor het gezondheidsbeleid.- Wij hebben ons meldpunt in Brussel. Het is een meldpunt voor klachten m.b.t. de bicommunautaire ziekenhuizen en het werkt. De universitaire ziekenhuizen staan hierbuiten aangezien ze afhangen van de beide gemeenschappen. Wij zijn niet bevoegd voor de problemen die op andere gezagsniveaus rijzen. - Het incident is gesloten. De invulling door het Verenigd College van de preventie van rituele sexuele verminkingen bij vrouwen. De heer Erik Arckens.- De problematiek van de rituele verminking van de vrouwelijke geslachtsorganen is in de antropologische literatuur uitvoerig beschreven. Ook in de sociologische, medische en welzijnsliteratuur heeft deze thematiek een belangrijke plaats verworven, vooral sinds de vrouwen zelf het heikele punt op de agenda hebben geplaatst, ondermeer naar aanleiding van internationale congressen. Het zal dus niet nodig zijn om hier de problematiek nogmaals uiteen te zetten. BIV (2003-2004) Nr. 3
4 VERENIGDE VERGADERING VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE BULLETIN VAN DE INTERPELLATIES EN MONDELINGE VRAGEN Het moge volstaan erop te wijzen dat de tradities die hier ter sprake komen, vooral betrekking hebben op een aantal Afrikaanse volkeren. - De vergadering wordt om 15.10 uur gesloten. Het Brussels Gewest is de Belgische ankerplaats bij voorkeur voor azielzoekers en migranten zonder onderscheid van statuut uit het Afrikaanse werelddeel. Alles laat dus vermoeden dat alhier het fenomeen de hoogste incidentie bereikt binnen de grenzen van het Brussels Gewest. Heeft het Collegelid reeds betrouwbare cijfergegevens hierover, zelfs maar door middel van extrapolatie? Heeft het Verenigd College het voornemen, al dan niet in samenwerking met de Franstalige en de Vlaamse Gemeenschap in dit domein initiatieven te ontwikkelen in 2004, eventueel ook in samenwerking met het Commissariaat-Generaal voor de Vluchtelingen en de statenlozen? Heeft het Verenigd College over het geheel van de problematiek van deze rituele verminkingen reeds projecten opgestart of steunt het projecten die thans lopen? Zal het Verenigd College in 2004 initiatieven nemen om synergieën te ontwikkelen ondermeer met de Brusselse universitaire ziekenhuizen en de talrijke gezondheidsinstellingen, waarvan velen zich tot de bicommunautaire sector hebben bekend? bevoegd voor het gezondheidsbeleid.- Wij betreuren en veroordelen uiteraard krachtig dat seksuele verminkingen worden uitgevoerd op vrouwen. Deze kunnen immers gepaard gaan met schadelijke neveneffecten voor de gezondheid van de vrouw zoals infecties, littekenvorming of problemen bij zwangerschap of bevalling. Wij beschikken niet over cijfers met betrekking tot de omvang van dit fenomeen te Brussel, gezien het gaat om illegale praktijken welke niet worden geregistreerd behalve ingeval strafrechtelijke vervolgingen worden ingesteld. Eventuele verwikkelingen welke door de Brusselse gezondheidszorgvoorzieningen zouden vastgesteld worden, vallen onder het medisch beroepsgeheim. Geen enkele dienst of instelling heeft ons tot op heden gesignaleerd dat dit probleem door zijn omvang en zijn ernst een optreden vergt van de Brusselse overheden. Doch, meerdere gezondheidsvoorzieningen, ziekenhuizen of ambulante instellingen, zijn ongetwijfeld in de mogelijkheid om dit soort praktijk te ondervangen en zelfs te voorkomen. De heer Erik Arckens.- Ik weet dat die praktijken bestaan. Ze zijn echter onwettelijk, wat verklaard waarom er geen gegevens over bestaan. Wat zou u doen op het vlak van de bicommunautaire gezondheidsinstellingen mocht u wel gegevens over deze praktijken hebben, zelfs al blijven ze onwettelijk? bevoegd voor het gezondheidsbeleid.- Ik zou het parket onmiddellijk van die onwettelijke praktijken op de hoogte brengen. - Het incident is gesloten. BIV (2003-2004) Nr. 3