Orde van Dienst 3 september 2017 Welkom en mededelingen Zingen Psalm 116: 1, 2, 3 en 4 God heb ik lief, want die getrouwe Heer nam, toen ik riep, met toegenegen oren mijn woorden aan. Hij zal mij blijven horen en levenslang ben ik niet eenzaam meer. Hij is goedgunstig in gerechtigheid, Hij wil zich altijd over ons ontfermen. Zijn kracht kwam mij, eenvoudige, beschermen. Rust nu, mijn ziel, de Heer heeft u bevrijd. Stil gebed God heb ik lief want die getrouwe Heer Toen de benauwdheid dreigend op mij viel en angsten voor het doodsrijk mij bekropen, heb ik de naam des Heren aangeroepen en weende; Heer mijn God, bewaar mijn ziel! 4. O God, mijn God, die van de dood mij redt, mijn tranen afwist! Voor het oog des Heren mag ik weer vrij in 's levens land verkeren, geen steen die stoot waar ik mijn voeten zet. Bemoediging en groet Zingen Psalm 116: 7 en 8 7. De dood van een die Hem is toegewijd staat God te duur. O Heer, mijns levens hoeder, uw dienstknecht ben ik, dienstmaagd was mijn moeder. Uw eigen ben ik, Gij hebt mij bevrijd! vervolg intochtslied 8. Voor 't oog van al de zijnen zal ik Hem offers van dank naar mijn beloften brengen, in 's Heren voorhof mijn gejubel mengen met uw lofprijzingen, Jeruzalem. Verootmoediging en genade verkondiging Wetslezing Zingen Liedbundel 40: 1, 2, 3 God roept ons, broeders, tot de daad NB. Het lied roept broeders op tot de daad, maar daar begrijpen wij uiteraard broeders èn zusters.
God roept ons, broeders, tot de daad; Zijn werk wacht, treedt dan aan En weest gereed om elke weg, Die Hij u wijst, te gaan. Wij weten dat, wat komen mag, Toch hij slechts wint die waagt, En wie zich zelve geven wil Door t donker vlammen draagt. God roept, en in Hem is de kracht, Die onze zwakheid staalt. Dit is de vreugd, dat Hij het doel En onze vaart bepaalt. Dat Hij ons over grenzen heen Laat zien het groot gezicht Van aller mensen broederschap In t ene, Godlijk licht. God roept, en wat de mensen scheidt Dat zij geen scheiding meer; Zijn liefde houde ons allen saam En samen met de Heer. Want wat er in de wereld woed, Toch is het God die wint En in een elk die Hem behoort Het nieuwe rijk begint. Dienst van het Woord Gebed bij de opening van het Woord Schriftlezingen 1e schriftlezing Exodus 24: 12-18 12 De HEER zei tegen Mozes: Kom naar Mij toe, de berg op, en wacht daar; dan zal Ik je de stenen platen geven waarop Ik de wetten en geboden heb geschreven om het volk te onderrichten. 13 Samen met zijn dienaar Jozua ging Mozes de berg van God op. 14 Tegen de oudsten zei hij: Wacht hier tot wij terugkomen, Aäron en Chur blijven bij u. Mocht iemand een uitspraak in een geschil willen, dan kan hij zich tot hen wenden. 15 Terwijl Mozes de berg op ging, werd deze overdekt door een wolk: 16 de majesteit van de HEER rustte op de Sinai. Zes dagen lang bedekte de wolk de berg. Op de zevende dag riep de HEER Mozes vanuit de wolk. 17 En terwijl de Israëlieten de majesteit van de HEER zagen, als een laaiend vuur op de top van de berg, 18 ging Mozes de wolk binnen en klom hij verder omhoog. Veertig dagen en veertig nachten bleef hij op de berg. 2e schriftlezing Mattheus 17: 1-8 1 Zes dagen later nam Jezus Petrus, Jakobus en diens broer Johannes met zich mee een hoge berg op, waar ze alleen waren. 2 Voor hun ogen veranderde Hij van gedaante, Zijn gezicht straalde als de zon en Zijn kleren werden wit als het licht. 3 Plotseling verschenen aan hen Mozes en Elia, die met Jezus in gesprek waren. 4 Petrus nam het woord en zei tegen Jezus:
Heer, het is goed dat wij hier zijn. Als U wilt zal ik hier drie tenten opslaan, een voor U, een voor Mozes en een voor Elia. 5 Hij was nog niet uitgesproken, of de schaduw van een stralende wolk gleed over hen heen, en uit de wolk klonk een stem: Dit is mijn geliefde Zoon, in hem vind ik vreugde. Luister naar hem! 6 Toen de leerlingen dit hoorden, wierpen ze zich neer en verborgen uit angst hun gezicht. 7 Jezus kwam dichterbij, raakte hen aan en zei: Sta op, jullie hoeven niet bang te zijn. 8 Ze keken op en zagen niemand meer, Jezus was alleen. Zingen Lied 632: 1, 2 en 3 Dit is de dag die de Heer heeft gemaakt en gegeven. Laat ons Hem loven en danken, verheugd dat wij leven. Diep in de nacht heeft Hij verlossing gebracht, heeft Hij ons licht aangeheven. Dit is de dag die de Heer heeft gemaakt Waren wij dood door de zonde, verminkt en verloren, doven van harte, verhard om zijn woord niet te horen, Hij is zo groot, Hij overmande de dood. Wij zijn in Jezus herboren. Nu zend uw Geest, als een vuur, als een stem in ons midden. Dat wij van harte elkander verstaan en beminnen en zo voortaan eren uw heilige naam en U in waarheid aanbidden. Verkondiging Meditatief orgelspel Zingen Lied 213: 1, 2, 3, 4 en 5 Morgenglans der eeuwigheid, licht aan 't eeuwig Licht onttogen, stel ons deze ochtendtijd uwe heerlijkheid voor ogen, en verdrijf door uwe macht onze nacht! Morgenglans der eeuwigheid Laat als milde morgendauw uw genade tot ons komen en de dorstige landouw van ons leven overstromen, ja, verkwik ons door uw troost onverpoosd.
Laat uw heilge liefdegloed onze koude werken doden en versterk in ons de moed om, de eeuwge nacht ontvloden, voordat wij tenondergaan, op te staan. 4. Breekt de jongste morgen aan, geef, o Opgang uit den hoge, dat wij met U opgestaan alle leed vergeten mogen, doe ons opgaan tot uw feest onbevreesd. 5. Overstroom ons met uw licht, klare Zon van trouw en goedheid. Treed niet met ons in 't gericht, maar verblijd ons met de zoetheid van des hemels zaligheid voor altijd. Dankgebed Collecte Zingen Liedbundel 69: 1, 2 en 3 Geprezen zij de Heer die eeuwig leeft. Die vol ontferming ieder troost en alle schuld vergeeft. Die heel het aards gebeuren vast in handen heeft. Geprezen zij de Heer Verdreven is de schaduw van de nacht. En wie Hem wil aanvaarden wordt eens veilig thuisgebracht. Voor hem geldt ook dit wonder: alles is volbracht. Hij doet ons dankbaar schouwen in het licht, dat uitstraalt van het kruis, dat eens voor ons werd opgericht. En voor ons oog verrijst een heerlijk vergezicht.
Zegen Respons Amen, amen, amen. Dat wij niet beschamen. Jezus Christus, onze Heer. Amen, God, Uw naam ter Eer.