BESLUIT. 2 Op 2 juni 2000 en 16 juni 2000 heeft Essent Netwerk Friesland het voorstel van 6 oktober 1999 gewijzigd en aangevuld.

Vergelijkbare documenten
BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit. Openbaar. I. Verloop van de procedure

Dienst uitvoering en toezicht Energie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 51 van de Elektriciteitswet 1998.

BESLUIT. 2. Onderhavig besluit betreft de vaststelling van de nettarieven voor het jaar 2005 voor Essent Netwerk B.V.

BESLUIT. 2. Onderhavig besluit betreft de vaststelling van de nettarieven voor het jaar 2005 voor Intergas Netbeheer B.V.

BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit. Openbaar. I. Verloop van de procedure

Inleiding. Wettelijke context BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 81c, eerste lid van de Gaswet.

Toetsingskader Aansluittarieven

BESLUIT. Inleiding. Gevolgde procedure. Dienst uitvoering en toezicht Energie

BESLUIT. Betreft zaak: Besluit tot het vaststellen van de tarieven 2000 van de landelijke netbeheerder TenneT bv

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 51 van de Elektriciteitswet 1998.

BESLUIT. 3. Bij schrijven van 4 juni 2009 heeft Enexis een ingevuld reactieformulier ingediend.

Standaard elementen per aansluitcapaciteit

BESLUIT. Inleiding. Status van het besluit. Dienst uitvoering en toezicht Energie

Openbaar besluit ACM/UIT/500126

Besluit van de Autoriteit Consument en Markt op het bezwaar van De Graaf Logistics B.V. tegen het besluit van 22 april 2011.

BESLUIT. Directie Toezicht Energie INLEIDING EN PROCEDURE WETTELIJK KADER

BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit. Openbaar. I. Inleiding

1 Inleiding. 2 Wettelijke context BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit

BESLUIT. Besluit inzake geschil als bedoeld in artikel 51 van de Elektriciteitswet 1998; Metrax N.V.

1 Inleiding. 2 Wettelijk kader BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 51 van de Elektriciteitswet 1998.

BESLUIT. Dienst uitvoering en toezicht Energie. van NuonNet i.o.

BESLUIT. I. Juridisch kader. Dienst uitvoering en toezicht Energie

BESLUIT. Juridisch kader

BESLUIT. Dienst uitvoering en toezicht Energie. van Netbeheerder Centraal Overijssel B.V.

BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit

BESLUIT. Juridisch kader

Leeswijzer Tarievencode Elektriciteit

BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit

Ons kenmerk: ACM/DE/2013/ Zaaknummer: Pagina 1/7

BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit

BESLUIT. 2. Bij brief van 15 mei 2012, door de Raad ontvangen op 16 mei 2012, heeft ChipSoft bezwaar gemaakt tegen het bestreden besluit.

BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit. Openbaar. I. Inleiding

Ons kenmerk: ACM/DE/2013/ Zaaknummer: Pagina 1/7

Ons kenmerk: ACM/DE/2013/ Zaaknummer: Pagina 1/7

Ons kenmerk: ACM/DE/2013/ Zaaknummer: Pagina 1/7

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 51 van de Elektriciteitswet 1998.

BESLUIT. Juridisch kader

BESLUIT. I. Juridisch kader

BESLUIT. 2. Bij brief van 19 mei 2005 heeft Essent Netwerk B.V. (hierna: Essent) het reactieformulier ingestuurd.

BESLUIT _6-5 Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van elektriciteit aan

BESLUIT. I. Juridisch kader. Dienst uitvoering en toezicht Energie

4. Dit document heeft slechts betrekking op regionale netbeheerders.

BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit

De bezwaren van RENDO worden in deze beslissing op bezwaar ongegrond verklaard. Dit betekent dat het bestreden besluit in stand blijft.

BESLUIT. Juridisch kader

BESLUIT. Juridisch kader

BESLUIT. Juridisch kader

Besluit. Inkomstenbesluit TenneT 2018 Net op zee. Kenmerk Zaaknummer ACM/UIT/ ACM/17/022706

Pagina 1/9. Besluit. 1 Inleiding. 2 Wettelijk kader

BESLUIT. Juridisch kader

Pagina ONTWERPBESLUIT. Ontwerpbesluit. Ons kenmerk: ACM/DE/2014/ Zaaknummer:

BESLUIT. I. Juridisch kader. Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van elektriciteit aan. Essent Retail Energie b.v.

ELEKTRICITEIT TARIEVEN Aansluiting en Transport voor grootverbruikers

BESLUIT. I. Inleiding II. Feiten. Dienst uitvoering en toezicht Energie

ELEKTRICITEIT TARIEVEN Aansluiting en Transport voor grootverbruikers

BESLUIT. hoogspanningsnetwerk (220 / 380 kv) en het tarief met betrekking tot het verrichten van systeemdiensten voor TenneT B.V. voor het jaar 2006.

BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit

BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit

ONTWERP-METHODEBESLUIT

Besluit tot vaststelling van het meettarief voor kleinverbruikers van elektriciteit per 1 januari 2019

BESLUIT. Besluit van de Minister van Economische Zaken als bedoeld in artikel 95d van de

1 Juridisch kader BESLUIT. Directie Toezicht Energie

BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit

Tarieven Aansluiting en Transport voor grootverbruikers

1 Inleiding Leeswijzer Wettelijke basis van dit besluit Context van dit besluit Inhoudelijke context

Besluit tot vaststelling van het meettarief voor kleinverbruikers van elektriciteit per 1 januari 2018

BESLUIT. 5. Op 2 september 1998 heeft de NMa bij brief een aantal vragen aan partijen voorgelegd, welke bij brief van 15 oktober 1998 zijn beantwoord.

1 Juridisch kader BESLUIT. Directie Toezicht Energie

BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit

Pagina 1/7. Ons kenmerk: ACM/DE/2013/ Zaaknummer:

Tarieven Aansluiting en Transport voor grootverbruikers. Stedin. De nieuwe naam van Eneco NetBeheer

BESLUIT. Inleiding. Gevolgde procedure. Dienst uitvoering en toezicht Energie

Dienst uitvoering en toezicht Energie

ELEKTRICITEIT TARIEVEN Aansluiting en transport voor grootverbruikers

BESLUIT. I. Juridisch kader. Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van elektriciteit aan. DELTA Comfort B.V.

Pagina OPENBAAR BESLUIT. Teunissen + Berendse Vastgoed Projecten B.V. T.a.v. de heer P. Berendse Secretaris Verhoeffweg 19E 2671 HT NAALDWIJK

1 Juridisch kader BESLUIT ENERGIEKAMER

Besluit. Ons kenmerk: ACM/DE/2016/ Zaaknummer: Pagina

TARIEVENBESLUIT ELEKTRICITEIT WESTLAND

BESLUIT. 2. Tegen dit besluit is door de Vereniging voor Energie, Milieu en Water (hierna: VEMW) proforma bezwaar gemaakt d.d. 22 januari 2009.

Besluit tot vaststelling van het meettarief voor kleinverbruikers van gas per 1 januari 2019

BEDRIJFSGEGEVENS AANVRAGER Ontheffingsaanvrager: NS Railinfrabeheer B.V. Postbus GA Utrecht

I. Aanvraag en procedure

Besluit van de Autoriteit Consument en Markt (hierna: ACM) als bedoeld in artikel 40a van de Elektriciteitswet 1998.

Besluit van de Autoriteit Consument en Markt (hierna: ACM) als bedoeld in artikel 40a van de Elektriciteitswet 1998.

ADVIES VAN DE DIRECTEUR DTE AAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN, OP BASIS VAN ARTIKEL 15, TWEEDE LID, VAN DE ELEKTRICITEITSWET 1998.

1 Juridisch kader BESLUIT. Directie Toezicht Energie

BIJLAGE D BIJ ONTWERP METHODEBESLUIT

Besluit tot vaststelling van het meettarief voor kleinverbruikers van gas per 1 januari 2017

Besluit tot vaststelling van het meettarief voor kleinverbruikers van gas per 1 januari 2018

TARIEVENBESLUIT GAS LIANDER

1 Juridisch kader BESLUIT ENERGIEKAMER

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 51 van de Elektriciteitswet 1998.

Besluit van de Autoriteit Consument en Markt (hierna: ACM) als bedoeld in artikel 81e, tweede lid van de Gaswet.

Klankbordgroep Gasaansluiting

Tarieven Aansluiting en Transport voor kleinverbruikers

BESLUIT. I. Juridisch kader. Dienst uitvoering en toezicht Energie

Transcriptie:

Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: 00-032 Betreft: Besluit tot vaststellen van de tarieven die Essent Netwerk Friesland ten hoogste in het jaar 2000 mag berekenen voor een aansluiting op het door hem beheerde net I Voorstel 1 Op 6 oktober 1999 heeft de directeur DTe het voorstel ontvangen van Essent Netwerk Friesland met betrekking tot de tarieven voor het transport van elektriciteit en de aansluiting op het net, als bedoeld in artikel IV van de wet tot wijziging van de Elektriciteitswet 1998 (Stb. 260). Bij besluit van 17 december 1999 heeft de directeur DTe de maximum transporttarieven voor Essent Netwerk Friesland voor het jaar 2000 vastgesteld. 2 Op 2 juni 2000 en 16 juni 2000 heeft Essent Netwerk Friesland het voorstel van 6 oktober 1999 gewijzigd en aangevuld. II Procedure 3 In het besluit tot vaststelling van de maximum transporttarieven voor het jaar 2000 heeft de directeur DTe aangegeven dat hij er vanaf heeft gezien de aansluittarieven vast te stellen, aangezien een aantal bedrijven nog niet in staat was goed onderbouwde voorstellen te leveren. Vanwege het ontbreken van die voorstellen was het onmogelijk de verschillende tariefelementen en de totale kosten van de verschillende standaardaansluitingen te vergelijken, hetgeen nodig is om te komen tot reële starttarieven. 4 De aansluittariefvoorstellen die door Essent Netwerk Friesland op 6 oktober 1999 zijn ingediend hebben betrekking op aansluitingen met een maximale gewenste aansluitcapaciteit van 3 MVA, of de door Essent Netwerk Friesland gekozen grens voor deze categorie (aansluittarieven tot en met 3 MVA). In artikel 2.3.3 A van de TarievenCode is vastgelegd dat voor aansluitingen met een gewenste aansluitcapaciteit van meer dan 3 MVA (aansluitingen boven 3 MVA) tot 30 juni 2000 een aansluittarief geldt dat gebaseerd is op voorcalculatorische projectkosten met betrekking tot een dergelijke aansluiting. 5 De directeur DTe heeft een nader onderzoek uitgevoerd naar de standaardelementen waaruit de diverse aansluitingen bestaan. De resultaten van dit onderzoek zijn vastgelegd in het Toetsingskader Aansluittarieven. Op 4 mei 2000 heeft de directeur DTe dit Toetsingskader Aansluittarieven aan de 1

netbeheerders toegezonden (brief met kenmerk 00030061). De directeur DTe heeft de netbeheerders verzocht voorstellen in te dienen voor aansluittarieven boven 3 MVA. Daarnaast heeft de directeur DTe de netbeheerders de mogelijkheid gegeven de voorstellen voor aansluittarieven tot 3 MVA nader te bekijken aan de hand van de nadere definiëring van aansluitingen in het Toetsingskader Aansluittarieven en eventuele wijzigingen in het voorstel aan te brengen voor 8 juni 2000. 6 Op 31 mei 2000 heeft de directeur DTe de netbeheerders een aanvulling op het Toetsingskader Aansluittarieven gestuurd met name inzake de aansluiting van openbare verlichting. De directeur DTe heeft de netbeheerders verzocht bij nader bekijken van de reeds ingediende voorstellen tot en met 3 MVA rekening te houden met deze aanvulling. 7 Op 2 juni 2000 ontving de directeur DTe het voorstel van Essent Netwerk Friesland voor aansluittarieven boven 3 MVA. Op 16 juni 2000 ontving de directeur DTe het aangepaste voorstel van Essent Netwerk Friesland voor aansluittarieven tot en met 3 MVA. 8 Op 30 juni heeft DTe vragen gestuurd per fax naar aanleiding van de door Essent Netwerk Friesland ingediende voorstellen. Op 5 juli 2000 ontving DTe het antwoord van Essent Netwerk Friesland op de door de directeur DTe gestelde vragen. 9 Op 26 juli heeft de directeur DTe Essent Netwerk Friesland nader geïnformeerd over de beoordeling van de voorstellen en de wijze waarop de aansluittarieven zijn verwerkt in het tarievenreguleringsmodel dat zal worden gebruikt bij de vaststelling van de efficiency kortingen. 10 Op 17 augustus heeft DTe een voorlopige zienswijze gegeven op de voorgestelde tarieven. Op 5 september 2000 heeft Essent Netwerk Friesland hierop gereageerd. openbare voorbereidingsprocedure 11 De directeur DTe heeft besloten de openbare voorbereidingsprocedure van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) toe te passen op de voorstellen voor aansluittarieven. De voorstellen voor aansluittarieven tot 3 MVA hebben tezamen met de voorstellen voor transporttarieven vanaf 19 oktober 1999 voor een periode van 4 weken ter inzage gelegen op het kantoor van DTe. 12 Belanghebbenden hebben de gelegenheid gekregen hun zienswijze te geven op deze voorstellen. Van deze mogelijkheid hebben 14 organisaties gebruik 2

gemaakt. De zienswijzen die betrekking hebben op de voorstellen voor aansluittarieven zijn meegewogen bij het opstellen van dit besluit. 13 De voorstellen voor aansluittarieven met een gewenste aansluitcapaciteit van meer dan 3 MVA zijn vanaf 8 juni voor een periode 4 weken ter inzage gelegd. Hierop hebben een viertal organisaties schriftelijke hun zienswijze gegeven. Het betreft twee zienswijzen op alle voorgestelde tarieven boven 3 MVA en twee specifieke zienswijzen op het voorstel van TenneT. Een van deze vier organisaties heeft gebruik gemaakt van de mogelijkheid om mondeling zijn zienswijze op de voorstellen te geven. Voor zover de zienswijzen geheel of gedeeltelijk aanleiding zijn geweest tot het vaststellen van de tarieven in afwijking van het voorstel, is dit in het navolgende vermeld. 14 Op 17 augustus heeft DTe een voorlopige zienswijze gegeven op de voorstellen voor aansluittarieven van Essent Netwerk Friesland. In zijn reactie geeft Essent Netwerk Friesland aan dat bij de door DTe gehanteerde beoordeling van de voorstellen voor aansluittarieven te weinig rekening wordt gehouden met het Toetsingskader Aansluittarieven. In zijn reactie geeft Essent Netwerk Friesland aan dat bij de beoordeling van de periodieke vergoeding voor de aansluiting wordt teruggekomen op de toetsing van het 1996=2000 principe zoals dat in 1999 is uitgevoerd. Essent Netwerk Friesland is van mening dat hiermee de spelregels achteraf worden gewijzigd. Essent Netwerk Friesland merkt op dat in het Toetsingskader Aansluittarieven wordt aangegeven dat de aansluittarieven boven 10 MVA op maatwerk zijn gebaseerd. Dit moet ook gelden voor de periodieke vergoedingen voor aansluitingen boven 10 MVA. Ten aanzien van de beoordeling van de eenmalige aansluittarieven merkt Essent Netwerk Friesland op dat de beoordeling onvoldoende is onderbouwd. Essent Netwerk Friesland geeft aan de mening van DTe te delen dat er een zeer grote spreiding bestaat bij de tarieven van de verschillende netbeheerders. Een gezamenlijk onderzoek van alle netbeheerders om te komen tot uniforme definities moet tot verder harmonisatie leiden. III Wettelijk Kader 15 In gevolge artikel IV, tweede lid, van de wijzigingswet 1 baseert iedere netbeheerder zijn voorstel op vergelijkbare tarieven die bij afnemers in rekening gebracht werden in 1996. In 1996 hanteerde netbeheerders een systematiek waarbij een afnemer een eenmalige bijdrage leverde aan een nieuwe aansluiting en de kosten van onderhoud en instandhouding voor rekening van de netbeheerder kwamen. 1 Wet tot wijziging van de Elektriciteitswet 1998, Stb.260 3

16 De aansluittarieven bestaan uit ten hoogste de volgende tariefdragers 2 : - een eenmalige bijdrage voor de initiële investeringskosten (het eenmalige aansluittarief), - een periodieke vergoeding ter dekking van de onderhoudskosten (de periodieke vergoeding voor de aansluiting) en - een periodieke vergoeding voor herbruikbare activa (de periodieke vergoeding voor herbruikbare activa). 17 De directeur DTe heeft het voorstel voor aansluittarieven van Essent Netwerk Friesland van 2 juni 2000 en 16 juni 2000 en aanvullingen daarop beoordeeld. De directeur DTe heeft bij de beoordeling van het voorstel apart aandacht besteed aan de tarieven die betrekking hebben op aansluitingen met een maximale gewenste aansluitcapaciteit van meer dan 3 MVA. 18 De vast te stellen aansluittarieven zijn maximumtarieven. Bij de toetsing van het voorstel heeft de directeur DTe bezien of het voldoet aan de formele vereisten van de wet en of het voorstel past binnen de door hem vastgestelde TarievenCode en de nadere interpretatie van DTe neergelegd in het Toetsingskader Aansluittarieven. In het geval er onduidelijkheid was over het naleven van het gestelde in het Toetsingskader Aansluittarieven zijn daar vragen over gesteld en opmerkingen over gemaakt in de fax d.d. 30 juni en de voorlopige zienswijze d.d. 17 augustus. IV Beoordeling aansluitingen met een gewenste aansluitcapaciteit boven 10 MVA 19 De directeur DTe zal voor aansluitingen met een gewenste aansluitcapaciteit van 10 MVA of meer geen standaard aansluittarieven vaststellen. De directeur DTe heeft na nader onderzoek geconcludeerd dat het maken van dit soort grote aansluitingen maatwerk is waarbij het vastleggen van een standaardtarief geen recht zou doen aan de daadwerkelijke kostprijs van de aansluiting. Het aantal aansluitingen wat op dit niveau wordt gemaakt is ook zeer beperkt, wat het niet redelijk maakt een gemiddeld standaardtarief te bepalen. Insprekers geven aan het redelijk te vinden boven 10 MVA geen standaardtarieven vast te stellen. Insprekers geven aan dat zij voor aansluittarieven boven 10 MVA een gedetailleerde opbouw van de kostprijs noodzakelijk vinden en van te voren willen weten welk tarief zij voor een aansluiting moeten betalen. 20 Het aansluittarief voor aansluitingen boven 10 MVA dient door de netbeheerder bepaald te worden op basis van een vooraf te bepalen gespecificeerde kostprijs. Deze kostprijs is gebaseerd op indicatieve tarieven voor de standaardelementen 2 TarievenCode, artikel 2.3.1 4

waaruit de aansluiting bestaat. De netbeheerder dient aan te geven welke componenten hij gaat gebruiken en welke werkzaamheden hij gaat verrichten. Daarbij mag hij alleen de werkzaamheden die betrekking hebben op de aansluiting zoals bedoelde in de wet en uitgewerkt in de TarievenCode en het Toetsingskader Aansluittarieven in rekening brengen. Diepe aansluitkosten worden niet in rekening gebracht voor de aansluiting. 3 De vooraf bepaalde gespecificeerde kostprijs is in principe de prijs waartegen de aansluiting wordt gerealiseerd. De netbeheerder kan echter bepalingen opnemen dat in zeer uitzonderlijke onvoorziene situaties een deel van de eventuele meerkosten van het aanleggen van de verbinding op de afnemer wordt verhaald. Hij dient deze onvoorziene situaties van te voren vast te leggen. Mogelijke situaties zijn het doorkruisen van vervuilde grond of het omleggen van een kabel omdat een bepaalde vergunning niet verkregen wordt. 21 De netbeheerder dient indicatieve tarieven te bepalen voor de standaardelementen waaruit de aansluiting is opgebouwd. 4 De netbeheerder dient deze indicatieve tarieven bekend te maken en actueel te houden. periodieke vergoeding voor herbruikbare activa 22 In de TarievenCode is de mogelijkheid opgenomen een periodieke vergoeding voor de kapitaalslasten van herbruikbare activa te bepalen. Essent Netwerk Friesland heeft geen gebruik gemaakt van deze mogelijkheid. Aangezien slechts een zeer beperkt aantal netbeheerders een vergoeding voor herbruikbare activa gebruikt, stelt de directeur DTe geen periodieke vergoedingen voor herbruikbare activa vast. De netbeheerder kan echter het eenmalige aansluittarief verlagen met de investeringskosten van de herbruikbare activa en deze kosten door middel van een periodieke vergoeding voor herbruikbare activa vergoeden. 23 De directeur DTe stelt geen vergoeding vast voor herbruikbare activa die betrekking heeft op transformatoren. De directeur DTe kan namelijk alleen tarieven vaststellen die betrekking hebben op de onderdelen die deel uitmaken van de standaardaansluiting zoals gedefinieerd in de Elektriciteitswet en uitgewerkt in het Toetsingskader Aansluittarieven. In het Toetsingskader Aansluittarieven wordt aangegeven dat een netbeheerder een transformator bij de aansluiting kan aanbieden, maar dat het aanbieden van zo n transformator moet worden gezien als een vrije activiteit die de netbeheerder in concurrentie met derden mag aanbieden. 5 eenmalige aansluittarieven 3 Elektriciteitswet, Memorie van Toelichting, Tweede Kamer 1998/1999, 26 303, nr. 3 4 Knip, verbinding, beveiliging en een nadere onderverdeling daarvan. 5 Elektriciteitswet 1998, Memorie van Toelichting, Tweede Kamer 1998/1999, 26303, nr. 3. 5

24 Ingevolge de wet dienen voorstellen gebaseerd te zijn op de tarieven die werden gehanteerd in 1996. In 1996 bestond er een aparte eenmalige bijdrage voor de aansluiting. Richtlijnen voor deze bijdrage zijn neergelegd in een aansluitbijdrageregeling. De gehanteerde eenmalige bijdrage verschilde per netbeheerder. In de wet wordt een nieuwe systematiek aangedragen voor het bepalen van het aansluittarief. Deze systematiek verschilt van de in 1996 gehanteerde uitgangspunten. Dit heeft tot gevolg dat de eenmalige aansluittarieven 1996 niet één op één vergeleken kunnen worden met de nu voorgestelde eenmalige aansluittarieven. Om te komen tot een redelijke vergelijking en tot een eenduidige definitie van de aansluiting heeft de directeur DTe het Toetsingskader Aansluittarieven opgesteld, dat tot doel heeft gehad deze eenduidige definitie te geven. De op basis van dit Toetsingskader door de netbeheerders ingediende nieuwe tariefvoorstellen zijn dus, in tegenstelling tot de in het verleden gehanteerde tarieven, vergelijkbaar. 25 De directeur DTe constateert grote verschillen tussen de hoogte van de voorgestelde tarieven. In hun reactie op de voorlopige zienswijze geven netbeheerders ook aan dat zij grote verschillen constateren. Netbeheerders geven aan dat er verschillende methoden voor kostentoerekening worden gehanteerd wat de vergelijkbaarheid verminderd. Een aantal van hen geeft aan voornemens te zijn gezamenlijk een onderzoek te verrichten om tot uniforme definities te komen, die tot een harmonisatie in tarieven zullen leiden. Een tweetal organisaties, die een zienswijze geven, geeft aan dat de verschillen in de voorstellen niet worden onderbouwd en derhalve niet acceptabel zijn. Deze organisaties geven ook aan dat de nu voorgestelde tarieven substantieel hoger zijn dan de in het verleden gehanteerde tarieven. Een van deze organisaties geeft aan dat de voorgestelde tarieven naar beneden bijgesteld moeten worden, naar een gemiddeld niveau. 26 De directeur DTe stelt een totaal tarief vast voor het eenmalige aansluittarief. In de TarievenCode wordt aangegeven dat het eenmalige aansluittarief een van de drie tariefdragers is. 6 Dit totale eenmalige aansluittarief is gebaseerd op een opdeling in knip, verbinding en beveiliging zoals aangegeven in tabel 2.3.3 C van de TarievenCode. Alle netbeheerders hebben hun voorstellen gebaseerd op deze driedeling. 27 De directeur is van oordeel dat de netbeheerders geen deugdelijke verklaring hebben kunnen geven voor de grote spreiding van de tariefvoorstellen. Hij ondersteunt het voorstel van de netbeheerders om een onderzoek te doen naar uniforme definities. Hij acht het echter niet acceptabel nog langer een situatie te laten bestaan waarin er grote verschillen zijn tussen aansluittarieven. Hij neemt 6 TarievenCode, 30 september 1999, artikel 2.3.1 6

daarbij het belang van alle (potentiële) aangeslotenen in acht en houdt rekening met de zienswijze van organisaties dat de tarieven te hoog zijn en teveel verschillen. Daarbij wordt in de wetgeschiedenis aangegeven dat oneigenlijke niet objectiveerbare verschillen in tarieven in de eerste periode van tariefstelling moeten worden weggewerkt 7. 28 De directeur DTe oordeelt op grond van het bovenstaande dat de spreiding van de voorgestelde tarieven onaanvaardbaar is. Het zou in de rede liggen de gestandaardiseerde tarieven vast te stellen op het laagst voorgestelde tarief in een bepaalde categorie. Het is blijkbaar mogelijk voor een netbeheerder een dergelijk laag tarief te hanteren. Dit zou echter een forse ingreep betekenen in de bedrijfsvoering van de netbeheerder en de door hem gehanteerde kostenallocatie. 29 De directeur DTe heeft onderzoek gedaan naar een goede methode om te komen tot vaststelling van de aansluittarieven, waarbij recht wordt gedaan aan enerzijds het wettelijk systeem en anderzijds het uitgangspunt dat niet objectiveerbare verschillen moeten worden weggewerkt. Het vaststellen van een tarief op basis van een gewogen gemiddelde acht de directeur DTe het meest transparant en objectiveerbaar. Door een gewogen gemiddelde te nemen worden de voorgestelde aansluittarieven van netbeheerders die een groot aantal aansluitingen in een bepaalde categorie realiseren zwaarder meegenomen. Daarbij ligt het in de rede dat zo n netbeheerder beter in staat is de gemiddelde kosten van zo n aansluiting en dus het daarop gebaseerde tarief te bepalen. Daar waar het aantal aansluitingen zeer klein is, is een rekenkundig gemiddeld tarief het meest zuiver. Het verschil tussen het laagste tarief en het gemiddelde biedt ruimte voor de bestaande verschillen in kostenallocatie. Deze wijze van beoordeling vergroot de transparantie en vergelijkbaarheid van de tarieven. 30 De directeur DTe heeft per categorie een gemiddeld tarief bepaald voor het totale standaardtarief voor een aansluiting met een maximale verbindingslengte van 25 meter en dit gemiddelde tarief als maximum gehanteerd bij de beoordeling van de tarieven. Ook voor het tarief per meter meerlengte is per categorie een gewogen gemiddelde als maximum gehanteerd. De directeur DTe heeft de verschillende type aansluitingen zoals die in het toetsingskader worden beschreven apart vergeleken 8. De TarievenCode staat toe dat netbeheerders de grenzen van de aansluitcategorieën uit tabel 2.3.3 C van de TarievenCode 7 Artikel IV, Elektriciteitswet 1998, Memorie van Toelichting, Tweede Kamer 1998/1999, 26303, nr. 3 8 Dit is de aansluiting op het laagspanningsnet, een aansluiting op de secundaire zijde van een laagspanningstransformator, een aansluiting op het middenspanningsnet met een laagspanningsmeting, een aansluiting op het middenspanningsnet met een middenspanningsmeting en een aansluiting op de middenspanningsrail. 7

wijzigen. De meeste netbeheerders maken gebruik van deze mogelijkheid waardoor de aansluitcategorieën verschillen. Uitgangspunt van de beoordeling van de tarieven van Essent Netwerk Friesland door de directeur DTe zijn de categorieën die Essent Netwerk Friesland heeft voorgesteld. Voor de door Essent Netwerk Friesland voorgestelde categorieën worden referentietarieven bepaald gebruikmakend van de tarieven die door andere netbeheerders worden voorgesteld. Het gewogen gemiddelde is het gemiddelde van het door Essent Netwerk Friesland voorgestelde tarief en de per netbeheerder bepaalde referentietarieven. 9 Voor aansluitingen op het laagspanningsnet en aansluiting op de secundaire zijde van een laagspanningstransformator is een gewogen gemiddelde berekend. Voor alle middenspanningsaansluitingen is een rekenkundig gemiddelde gehanteerd. Voor zeer kleine aansluitingen bedoeld voor openbare verlichting en dergelijke is ook een rekenkundig gemiddelde bepaald. De per netbeheerder bepaalde gewogen gemiddelde voor de door hem onderscheiden categorieën zijn vergeleken met zijn voorstellen in die categorieën. In elke categorie stelt de directeur DTe het laagste tarief van beide vast. 10 31 De directeur DTe heeft de door hem bepaalde gemiddelde tarieven vergeleken met referentietarieven onder andere met de tarieven die in de Aansluitbijdrageregeling nutsproducten uit 1994 zijn vermeld. 11 Beide tarieven zijn in de meeste gevallen lager en in sommige gevallen gelijk aan het gewogen gemiddelde. periodieke vergoeding voor het onderhoud van de aansluiting 32 In 1996 bestond er geen aparte periodieke vergoeding voor het onderhoud van de aansluiting. Deze kosten werden in 1996 vergoed met de geïntegreerde 9 Bij de bepaling van dit gemiddelde voor een categorie van één netbeheerder (netbeheerder A) zijn per netbeheerder referentietarieven bepaald. Zo n referentietarief is gelijk aan het tarief dat de andere netbeheerder in de categorie van netbeheerder A hanteert. In het geval een netbeheerder B andere categorieën met andere grenzen hanteert dan netbeheerder A, wordt bepaald welk deel van de door netbeheerder A gehanteerde categorie overlap heeft met de categorieën van netbeheerder B. Dit overlappercentage is het aandeel waarvoor tarieven van netbeheerder B uit de overlappende categorieën worden meegenomen in het referentietarief. Als er in de categorie van netbeheerder A bij netbeheerder B twee categorieën voorkomen, waarvan één categorie 20% van de categorie van netbeheerder A beslaat en een andere categorie 80% dan wordt het referentietarief van netbeheerder B bepaald door de som van 20% van het tarief in de eerste categorie en 80% van het tarief in de tweede categorie. Om een gewogen gemiddelde te kunnen bepalen moet ook het aantal aansluitingen dat netbeheerder B in de categorie van netbeheerder A maakt worden bepaald. Hiertoe moet bepaald worden welk aandelen van de categorieën die netbeheerder B hanteert in de categorie van netbeheerder A vallen. 10 Zie bijlage 4. 11 De tarieven worden teruggerekend van 1994 naar 2000 met een consumentenprijsindex van 2,3% per jaar. 8

elektriciteitstarieven die in 1996 werden gehanteerd. 12 De beoordeling van de periodieke vergoedingen voor de aansluiting dient dus gebaseerd te zijn op de tarieven in 1996. Tijdens de beoordeling eind 1999 van de voorstellen voor de tarieven voor het jaar 2000 is reeds rekening gehouden met de eind 1999 voorgestelde tarieven voor de periodieke vergoeding voor de aansluiting. Deze eind 1999 voorgestelde tarieven zijn de tarieven die binnen de 1996 = 2000 vergelijking maximaal toelaatbaar zijn. Nieuwe voorstellen voor de periodieke vergoeding voor de aansluiting, die op 2 juni 2000 en 16 juni 2000 zijn gedaan, die hoger liggen dan de tarieven die op 6 oktober 1999 zijn voorgesteld, kunnen niet worden vastgesteld. 33 Bij de beoordeling van de voorstellen voor de tarieven 2000 heeft de directeur DTe het 1996=2000 principe zodanig geïnterpreteerd dat de gemiddelde omzet per kwh in 1996 gelijk is aan de gemiddelde omzet per kwh in 2000. Tijdens deze beoordeling is reeds rekening gehouden met de voorgestelde tarieven voor de periodieke vergoeding voor de aansluiting voor het jaar 2000, die eind 1999 door de netbeheerders zijn ingediend. De omzet die met deze periodieke vergoedingen mag worden gemaakt, is onafhankelijk van het aantal getransporteerde kwh s en niet gevoelig voor de stijging in het aantal getransporteerde kwh s tussen 1996 en 2000. Deze omzet kan wel stijgen indien het aantal aansluitingen is gestegen in deze periode. Aangezien in de eind 1999 gehanteerde toets alleen een vergelijking van omzet per kwh in 1996 en 2000 is gemaakt, kan deze toets alleen toegepast worden voor de beoordeling van de periodieke vergoeding voor de aansluiting als het volume dat per aansluiting wordt geconsumeerd in 1996 en in 2000 gelijk is gebleven. In het geval er een volumestijging per aansluiting is opgetreden, moeten de voorgestelde periodieke vergoedingen worden aangepast. Deze aanpassing bestaat uit een correctiefactor voor de volume stijging per afnemer uitgaande van de totale volumes en gebruikers aantallen tot en met grootverbruikers MS. 13 Afwijkend van de voorlopige zienswijze wordt bij deze methode alleen de periodieke vergoeding voor de aansluiting betrokken en niet de som van deze vergoeding en het vastrecht voor transport. De door DTe bepaalde periodieke vergoeding wordt vergeleken met de periodieke vergoedingen in de gewijzigde voorstellen van 2 juni 2000 en 16 juni 2000, waarbij het laagste tarief van beide wordt vastgesteld. Bij de periodieke vergoeding voor kleine aansluitingen bedoeld voor openbare verlichting en dergelijke is de door DTe bepaalde periodieke vergoeding voor een aansluiting van 3*25 A vergeleken met de periodieke vergoeding voor de nieuwe categorie in het gewijzigde voorstel. V Inwerkingtreding 12 Aansluitbijdrage regeling nutsproducten, Energiened, Arnhem, December 1994 13 Zie bijlage 3 9

34 Dit besluit treedt in werking op 1 oktober 2000. Vanaf die datum dienen de vastgestelde tarieven gehanteerd te worden. Gezien de complexiteit van de voorstellen en de grote diversiteit die de voorstellen vertoonden heeft de directeur DTe voor 1 juli geen vaststellingsbesluit kunnen nemen. De directeur DTe zal de besluiten niet met terugwerkende kracht vaststellen omdat de netbeheerders daardoor onevenredig in hun belang zouden worden geschaad. 10

VI Besluit 35 De directeur DTe stelt voor Essent Netwerk Friesland de aansluittarieven vast bestaande uit de periodieke vergoeding voor de aansluiting en de eenmalige aansluittarieven tot 10 MVA zoals neergelegd in bijlage 1 en 2 van dit besluit. 36 Essent Netwerk Friesland dient voor aansluitingen boven 10 MVA indicatieve tarieven bekend te maken voor de standaardelementen waaruit de aansluiting is opgebouwd. 37 Het aansluittarief voor aansluitingen boven 10 MVA dient door Essent Netwerk Friesland bepaald te worden op basis van een vooraf te bepalen gespecificeerde kostprijs. 38 Dit besluit treedt in werking op 1 oktober 2000. Datum: 18 september 2000 w.g. drs. J.J. de Jong directeur Dienst uitvoering en toezicht Energie Tegen dit besluit, dat in de Staatscourant wordt bekendgemaakt, kan degene wiens belang daarbij rechtstreeks is betrokken, binnen zes weken na de dag van bekendmaking een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij sectie Beschikkingen, Bezwaar en Beroep van de Nederlandse Mededingingsautoriteit, Postbus 16326, 2500 BH Den Haag. 11

12