Standplaatsenbeleid Gemeente Oude IJsselstreek 2017

Vergelijkbare documenten
Beleidsplan gemeente Staphorst

CVDR. Nr. CVDR610572_1

Beleidsregels standplaatsen gemeente Bergen 2017

CVDR. Nr. CVDR87700_1. Notitie standplaatsen gemeente Wijchen. Hoofdstuk 1 Inleiding

Beleidsregels standplaatsen gemeente Waalwijk 2014

Nota standplaatsenbeleid. Gemeente Oldebroek

Toelichting Standplaatsenbeleid gemeente Moerdijk

Nota standplaatsenbeleid Gemeente Oldebroek

CVDR. Nr. CVDR405062_1

gemeente Bunnik BELEIDSREGELS STANDPLAATSEN GEMEENTE BUNNIK 2017

Beleidsregels voor het verlenen van standplaatsvergunningen gemeente Cromstrijen

Standplaatsenbeleid Gemeente Harlingen April

Markt- en standplaatsverordening Westvoorne 2012

GEMEENTEBLAD VAN UTRECHT 2001 Nr. 25

Regeling verkoopstandplaatsen 2016

Beleidsregels voor het verlenen, wijzigen en intrekken van standplaatsvergunningen

b e s l u i t : Nr: 12-9 De raad van de gemeente Barneveld; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, nr. 12-9;

Marktverordening Westvoorne 2012

B E L E I D S R E G E L S Standplaatsenbeleid 2015 Gemeente Steenbergen

gemeente Nadere regels standplaatsen 2016 HEElT SkEl'k 5 oktober 2016 BIVO/2015/30196 Z01C435ED5C

BELEIDSREGELS VENT- EN STANDPLAATSVERGUNNINGEN GEMEENTE SCHOUWEN- DUIVELAND 2011

Algemene plaatselijke verordening Lisse 2011 Een standplaatsvergunning kan op basis van de APV worden geweigerd in de volgende gevallen:

BELEIDSREGELS STANDPLAATSVERGUNNINGEN GEMEENTE TWENTERAND 2015

c. vergunninghouder : hij of zij aan wie ingevolge artikel 5:18 van de APV vergunning is verleend om een standplaats in te nemen;

besluit vast te stellen de navolgende Beleidsregels standplaatsen Berkelland 2016:

GEMEENTEBLAD. Nr Marktverordening gemeente Goirle Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

c. vergunninghouder : hij of zij aan wie ingevolge artikel 5:18 van de APV vergunning is verleend om een standplaats in te nemen;

Nota Standplaatsenbeleid Gemeente Doetinchem

b e s l u i t : Nr: 06-63b De raad van de gemeente Barneveld; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, nr ;

Beleidsregel 'Procedure voorselectie en vergunning circus'

Standplaatsenbeleid gemeente Heusden

CVDR. Nr. CVDR609984_1. Hoofdstuk 1 Inleiding

Beleidsregels koek en zopie gemeente Waterland winterperiode Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Waterland,

Standplaatsen- en Ventverordening van de gemeente Gulpen-Wittem januari 2003

overwegende, dat het wenselijk is dat er beleidsregels worden opgesteld voor het verlenen van standplaatsvergunningen;

BELEIDSREGELS STANDPLAATSVERGUNNINGEN GEMEENTE SCHOUWEN-DUIVELAND 2017

Winkeltijdenverordening Valkenswaard 2013

BELEIDSREGEL STANDPLAATSEN TEYLINGEN

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Molenwaard,

Nota vergunningverlening bij standplaatsen, Gemeente Deurne

Gemeenteblad nr. 241, 17 september Nota vergunningverlening bij standplaatsen, Gemeente Deurne

Deregulering in het fysiek domein

STANDPLAATSENBELEID 2015

Zundertse Regelgeving

Beleidsregels standplaatsvergunningen

Standplaatsenbeleid. Gemeente Zeewolde 2014

HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN

dat op 5 oktober 2005 voor het grondgebied van de voormalige gemeente Boarnsterhim beleidsregels zijn vastgesteld voor koek en zopie standplaatsen;

gelet op artikel van de Algemene plaatselijke verordening en artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht,

G E M E E N T E B E S T U U R v a n V A A L S

gelet op afdeling 4 van hoofdstuk 5 van de Algemene Plaatselijke Verordening Bladel 2017;

Standplaatsenbeleid Geldrop-Mierlo 2016

Winkeltijdenverordening Hilversum 2018

AANVRAAGFORMULIER STANDPLAATSVERGUNNING

Verordening Winkeltijden Nijmegen 2013

Beleidsregel standplaatsen 2017 gemeente Oirschot

Dit betekent dat de standplaats nabij de T-splitsing Havenweg/Kampweg na vaststelling van dit beleid is komen te vervallen.

GEMEENTEBLAD. Nr Winkeltijdenverordening gemeente Eersel 2014

Bestemmingsplan Binnenstad 2009, 1 e partiële herziening

Verkoopwagen: Een voertuig dat is ingericht ten behoeve van de markthandel van waaruit de handelswaar wordt verkocht.

Artikel 3 Nadere regels Het college is bevoegd nadere regels te stellen betreffende het bepaalde in deze verordening.

Verordening op de warenmarkt voor de gemeente Bedum 2006

Verordening winkeltijden Haarlem 2018

NOTA STANDPLAATSENBELEID MIDDEN-DELFLAND 2008

ondernemend BR 4.17 Standplaatsenbeleid Zwolle 2012

Wetstechnische informatie

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 22 mei 2007, nummer 104; b e s l u i t :

gelet op artikel 160, eerste lid, aanhef en onder h, van de Gemeentewet;

JURIDISCH KADER WONINGWET EN WET BIBOB

Marktverordening gemeente Terneuzen 2011

Verordening op de warenmarkt voor de gemeente Haren 2012

CVDR. Nr. CVDR413027_1. Standplaatsenbeleid Geldrop-Mierlo 2016

gelezen het voorstel van het college van 4 november 2010, volgnr ; gelet op artikel 147, eerste lid, alsmede artikel 149 van de Gemeentewet;

CVDR. Nr. CVDR424308_3. Standplaatsenbeleid gemeente Kapelle februari Officiële uitgave van Kapelle.

Beleidsregels ontheffingsverlening parkeerschijfzone kernwinkelgebied Raalte

Het aantal verleende standplaatsvergunningen in Nieuwegein schommelt de laatste jaren tussen 21 en 26 per jaar.

De belangrijkste wijzigingen zijn het afschaffen van de wacht- en de anciënniteitlijst.

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Heumen:

Verordening winkeltijden Haarlem 2017

(Concept) Beleidsregels standplaatsen

Beleidsregels standplaatsen

Nadere regels standplaatsen ambulante handel. Burgemeester en wethouders van de gemeente Alphen aan den Rijn ;

Bijzonderheden tijdens evenementen en (infrastructurele) werkzaamheden

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Houten

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 10 maart 2016; de 'verordening winkeltijden Eemsmond 2016' vast te stellen.

Winkeltijdenverordening Valkenswaard 2017

Overwegende dat het wenselijk is regels te stellen voor een ordelijk verloop van de gemeentelijke warenmarkten;

In behandeling genomen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 5 november 2013

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 3 december 2013, met overneming van de daarin vermelde motieven;

Artikel 3. Nadere regels Het college is bevoegd nadere regels te stellen betreffende het bepaalde in deze verordening.

Inhoudsopgave. 1 Inleiding Aanleiding Doel 4

De raad van de gemeente Loppersum; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 21 juni 2016; gelet op de bepalingen in de Winkeltijdenwet;

Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Gezien het voorstel inzake de vaststelling van de Marktverordening (Gem. blad Afd. A 2004, no. 116);

Verordening op de warenmarkt(en) gemeente Grootegast 2010

Informatie over het standplaatsenbeleid in de gemeente Houten

Nota standplaatsen gemeente Lochem

BESLUIT. vast te stellen de volgende beleidsregel: BELEIDSREGELS STANDPLAATSEN GEMEENTE MOERDIJK 2008

Zundertse Regelgeving

Transcriptie:

Standplaatsenbeleid Gemeente Oude IJsselstreek 2017

Inhoudsopgave 1.0 Inleiding 2.0 Juridisch kader 3.0 Beleid standplaatsen 3.1 Definities 3.2 Algemene weigeringsgronden 3.3 Maximumstelsel 3.4 Standplaatsen 3.5 Seizoenstandplaatsen 3.6 Maatschappelijke standplaatsen 3.7 Standplaatsmeldingen 4.0 Overige bepalingen 4.1 Tarieven 4.2 Persoonsgebonden beschikkingen 4.3 Inname standplaats 4.4 Mobiliteit standplaatsen 4.5 Particulier terrein 4.6 Vergunningverlening 4.7 Inhoud vergunning 4.8 Intrekken vergunning 4.9 Inwerkingtreding en overgangsrecht

1.0 Inleiding Er gebeurt van alles in de openbare ruimte. Zo zijn er evenementen, markten en standplaatsen. Standplaatsen zijn bijvoorbeeld vis, loempia- en bloemenverkopers, maar ook standplaatshouders die elk jaar in het winterseizoen een plek innemen. Denk bijvoorbeeld aan oliebollenverkopers of kerstboomverkopers. Standplaatsen kunnen worden gezien als een verrijking van het voorzieningenaanbod van de consument. Om onevenredige aantasting van de voorzieningenstructuur en om overlast (parkeren, verkeer, stank, hinder, uitzicht) te voorkomen, zijn standplaatsen in de gemeente Oude IJsselstreek onder voorwaarden toegestaan. In de gemeente Oude IJsselstreek zijn verschillende standplaatsen bekend. Zo zijn er standplaatsen op de weekmarkten. Ook zijn er standplaatsen tijdens evenementen, deze vormen een onderdeel van de evenementenvergunning. Het ventbeleid is in het kader van de deregulering vergunningvrij gemaakt. In deze nota gaat het dus exclusief over standplaatsen. Verder worden er op verschillende locaties in de gemeente Oude IJsselstreek vergunningen voor standplaatsen verleend. Deze standplaatsen zijn vergunningplichtig volgens de Algemene Plaatselijke Verordening (APV). Ook voor een standplaats op particuliere grond moet een vergunning worden aangevraagd. Toetsing vindt nu plaats volgens de APV en het standplaatsenbeleid van de voormalige gemeente Gendringen uit 2001. Dat beleid is niet bekend gemaakt en is dus ook niet te beschouwen als een beleidsregel als bedoeld in de Algemene wet bestuursrecht. Er is behoefte aan actualisatie en formalisering van deze gedragsregels. Verder willen we wat meer grip krijgen en sturing geven aan het standplaatsenbeleid. Het ontbreken van standplaatsenbeleid kan leiden tot: - Een te eenzijdige toetsing, waarbij belangrijke aspecten niet worden meegewogen. - Onduidelijkheid over beoordelingscriteria bij alle betrokkenen. - Onnodige inzet van capaciteit en middelen indien een aanvraag niet kan worden gehonoreerd. - Een minder gunstig vestigingsklimaat voor ondernemers. - Een eenzijdig en onaantrekkelijker aanbod voor de consument. - Een minder levendig en minder aantrekkelijk straatbeeld, verloedering en overlast. In verband met een efficiënte en gestructureerde behandeling van aanvragen voor standplaatsvergunningen heeft het college van burgemeester en wethouders besloten beleidsregels vast te stellen waaraan de vergunningsaanvragen getoetst kunnen worden, onverminderd de toetsing aan de artikelen 5.17-5.21 van de APV.

2.0 Juridisch kader Op het innemen van standplaatsen zijn diverse wettelijke bepalingen van toepassing die onderstaand in het kort worden weergegeven. Algemene Plaatselijke Verordening (APV) Oude IJsselstreek 2016. Het juridische kader voor de beoordeling van aanvragen voor standplaatsvergunningen wordt gevormd door de APV. Op grond van artikel 5.17-5.21 van de APV is het zonder vergunning van het college van burgemeester en wethouders verboden een standplaats in te nemen of te hebben. Wet op de Ruimtelijke Ordening Een vergunning voor het innemen van een standplaats kan worden geweigerd vanwege strijd met een geldend bestemmingsplan. Wanneer wel een vergunning, zoals vereist krachtens de APV, wordt verstrekt, blijven eventuele eisen die in het geldende bestemmingsplan worden gesteld, van kracht. Omdat de standplaats een mobiel karakter heeft, zal geen definitieve planologische reservering plaatsvinden. Warenwet Op het drijven van handel in waren zoals bedoelt in artikel 1 van de Warenwet (eetwaren, waaronder tevens worden begrepen kauwpreparaten, anders dan tabak, en drinkwaren, alsmede andere roerende zaken) zijn de bepalingen uit de Warenwet van toepassing. De Warenwet stelt regels met betrekking tot de goede hoedanigheid en aanduiding van waren. Daarnaast stelt de Warenwet regels met betrekking tot de hygiëne en degelijkheid van producten. De voorschriften die uit de Warenwet voortvloeien gelden naast de voorschriften die door het college gesteld kunnen worden op basis van een standplaatsenvergunning. Wet Milieubeheer In de Wet Milieubeheer (WM) wordt een regeling getroffen voor inrichtingen die hinder of overlast kunnen veroorzaken voor de omgeving. Deze bepalingen gelden ook voor standplaatshouders, voor zover zijn verkoopplek als inrichting kan worden aangemerkt. Er is sprake van een inrichting indien de kraam gedurende een zekere tijd een vaste standplaats heeft en daar met een zekere regelmaat wordt opgesteld en in werking wordt gebracht. Van belang is de regelgeving die geldt voor bijvoorbeeld patat en visverkopers, die voor wat betreft de frituurinrichting aan bepaalde voorwaarden moeten voldoen. Ook van belang is de Afvalstoffenverordening Grondwet Artikel 7 van de Grondwet (vrijheid van meningsuiting) brengt met zich mee dat voor het aanbieden van gedrukte stukken geen vergunning kan worden geëist. Als dit echter gebeurt vanaf een standplaats, is voor het innemen van de standplaats wel een vergunning vereist, tenzij dit geschiedt door een vereniging of stichting die krachtens de statuten een doel nastreeft dat van algemeen belang is. Woningwet Op grond van artikel 40 van de Woningwet is het verboden te bouwen zonder vergunning van burgemeester en wethouders. Een standplaatshouder die elke avond zijn standplaats ontruimt, heeft geen omgevingsvergunning onderdeel bouwen nodig. Gebruiken van de openbare weg Voor het innemen van een standplaats op de openbare weg is een vergunning vereist. In veel gevallen zal de gemeente de eigenaar of rechthebbende van de openbare weg zijn. Op grond hiervan

kan de gemeente van degene die op de openbare weg met vergunning een standplaats inneemt een vergoeding bedingen voor het gebruik van het deel van de openbare weg. Legesverordening Aan het in behandeling nemen van een aanvraag voor het verkrijgen van een standplaatsvergunning zijn kosten verbonden. De tarieven staan vermeld in de legesverordening van de gemeente Oude IJsselstreek.

3.0 Beleid Standplaatsen 3.1 Definities Bestuursorgaan: Burgemeester en wethouders van de gemeente Oude IJsselstreek. Standplaatshouder: Vergunninghouders van standplaatslocaties Standplaats: Een plaats op een openbare en in de openlucht gelegen plaats te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen dan wel het aanbieden van diensten, al dan niet gebruikmakend van fysieke middelen, zoals een kraam, een wagen of een tafel. Onder een standplaats wordt niet verstaan een plaats op een evenement. Deze plaatsen worden meegenomen in de evenementenvergunning. Ook standplaatsen op een (jaar)markt vallen buiten dit beleid. Seizoensstandplaats: Een plaats op een openbare en in de openlucht gelegen plaats te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen dan wel het aanbieden van diensten, al dan niet gebruikmakend van fysieke middelen, zoals een kraam, een wagen of een tafel. De standplaatshouder verkoopt hiervandaan goederen die seizoensgebonden zijn. Maatschappelijke standplaats: Een plaats op een openbare en in de openlucht gelegen plaats te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen dan wel het aanbieden van diensten, al dan niet gebruikmakend van fysieke middelen, zoals een kraam, een wagen of een tafel. De standplaatshouder biedt hiervandaan goederen aan of levert diensten met een maatschappelijk doel. 3.2 Algemene weigeringsgronden Het college van burgemeester en wethouders volgt voor de standplaatsvergunningen het volgende beleid. Als niet wordt voldaan aan de voorschriften die gesteld zijn aan het beleid dan kan worden opgetreden In dit beleid worden weigeringsgronden toegepast. Elke aanvraag of vergunning wordt getoetst aan deze gronden. Een aanvraag mag op basis van de onderstaande gronden geweigerd worden. Ook mag een vergunning ingetrokken worden. 1. De openbare orde: Openbare orde is een ruim begrip. Bij openbare orde gaat het onder andere om overlast die een bedreiging vormt voor de veiligheid en rust in de publieke ruimte. 2. De openbare veiligheid: De openbare veiligheid heeft vaak te maken met verkeersveiligheid. Bij standplaatsen is het mogelijk dat deze verkeersaantrekkende werking hebben. Een standplaats mag de verkeersveiligheid niet beïnvloeden. 3. De volksgezondheid: Bij standplaatsen moet rekening worden gehouden met de volksgezondheid. Gedacht kan worden aan het aanbieden van bedorven eetwaar. De Warenwet is hierop van toepassing. 4. De bescherming van het milieu:

Het milieu is belangrijk. Dit moet door de gemeente worden beschermd. Bij de bescherming van het milieu kan gedacht worden aan vervuiling van de omgeving. Ook stankoverlast valt hieronder. De Wet milieubeheer is hierop van toepassing. 5. Verzorgingsniveau van de consument: Een vergunning kan worden geweigerd, omdat het verzorgingsniveau van de consument in gevaar komt. Het verzorgingsniveau is voornamelijk bedoeld om consumenten in kleine gemeenten te beschermen. Het verzorgingsniveau komt in gevaar wanneer aan alle onderstaande punten wordt voldaan. 1. Het bestaan van de winkel komt in gevaar door een standplaats. 2. De winkel is de enige aanbieder van een bepaald product in een grote omtrek. De consument moet het goed niet kunnen verkrijgen in de wijde omgeving. 3. De standplaats biedt dezelfde goederen aan als de winkel.

3.3 Maximumstelsel Het is in het belang van de openbare orde dat geen onbeperkt aantal vergunningen wordt afgegeven. Om deze reden zijn bepaalde locaties en maximale aantallen van toe te staan standplaatsen opgenomen. Iedere gemeente kan een maximum aantal af te geven vergunningen vaststellen voor de gemeente als geheel en voor de diverse deelgebieden. In rechterlijke uitspraken wordt wel een verband gelegd tussen het maximum aantal te verlenen vergunningen en de omvang van een kern of gemeente. Een norm van één standplaatsvergunning op 1.000 inwoners lijkt een reële aanname. Hierbij is rekening gehouden met de volgende gronden: 1. De openbare orde 2. De openbare veiligheid 3. De bescherming van het milieu Als er meer aanvragen zijn dan de maximaal toegestane, gebruiken wij een wachtlijst. Het verlenen van de vergunningen vindt plaats op grond van aanvraagdatum. Wanneer er een bijzondere omstandigheid is mag het college van deze volgorde afwijken. Inschrijving op de wachtlijst betekent niet dat ingeschrevene die standplaats ook in gaat nemen. Toetsing aan de algemene weigeringsgronden en de voorwaarden van een standplaats, vindt altijd plaats. De inschrijving op de wachtlijst geldt alleen voor het jaar waarin de inschrijving heeft plaatsgevonden. Voor het daaropvolgend kalenderjaar kan de aanvrager verzoeken om een vergunning. 3.4 Standplaatsen Een standplaatsvergunning wordt alleen verleend als wordt voldaan aan de volgende voorwaarden: 1. De vergunning wordt schriftelijk aangevraagd, voor het daarop volgende kalenderjaar, op een daarvoor beschikbaar gesteld formulier, dat volledig ingevuld en ondertekend wordt ingediend en is voorzien van de gevraagde bijlagen. 2. De vergunning moet elk jaar opnieuw worden aangevraagd, voor het daarop volgende kalenderjaar. 3. Indien een aanvraag voor een vergunning minder dan tien werkdagen voor het tijdstip waarop de aanvrager de vergunning nodig heeft, wordt ingediend, kan het bevoegd gezag besluiten de aanvraag niet in behandeling te nemen. 4. Het is niet toegestaan om gebruik te maken van luidsprekers en versterkers. 5. De vergunning wordt per gebied verleend voor maximaal 2 dagen in de week. De standplaats dient hierbij s avonds (na 22.00 uur) te worden verlaten. 6. Vergunningen worden alleen verleend voor de maandag, dinsdag, woensdag, donderdag, vrijdag en zaterdag. 7. Voor de zon- en feestdagen worden uitsluitend in incidentele gevallen voor bijzondere gelegenheden vergunning verleend. 8. Tijdens marktdagen worden voor het innemen van standplaatsen in het dorp waar de markt plaats vindt, geen vergunningen verleend. 9. Het leggen van stroomkabels over de weg is niet toegestaan.

Per plaats zijn op binnen de aangegeven gebieden,standplaatsen toegestaan Ulft Binnen het aangegeven gebieden zijn gezamenlijk 2 standplaatsen per dag toegestaan. Met een maximum van 10 per week.

Varsseveld Binnen de aangegeven gebieden zijn gezamenlijk 2 standplaatsen per dag toegestaan. Met een maximum van 6 per week.

Terborg Binnen het aangegeven gebied zijn 2 standplaatsen per dag toegestaan. Met een maximum van 5 per week. Gendringen Binnen de aangegeven gebieden zijn 2 standplaatsen per dag toegestaan. Met een maximum van 5 per week.

Silvolde Binnen het aangegeven gebied is 1 standplaats per dag toegestaan. Met een maximum van 5 per week. Etten Binnen het aangegeven gebied is 1 standplaats per dag toegestaan. Met een maximum van 2 per week.

Megchelen Binnen het aangegeven gebied is 1 standplaats per dag toegestaan. Met een maximum van 1 per week. Netterden Binnen het aangegeven gebied is 1 standplaats per dag toegestaan. Met een maximum van 1 per week.

Sinderen Binnen het aangegeven gebied is 1 standplaats per dag toegestaan. Met een maximum van 1 per week. Varsselder Binnen het aangegeven gebied is 1 standplaats per dag toegestaan. Met een maximum van 1 per week.

Westendorp Binnen het aangegeven gebied zijn 2 standplaatsen per dag toegestaan. Met een maximum van 2 per week. Breedenbroek Voor Breedenbroek is geen specifiek gebied aangegeven waar standplaatsen zijn toegestaan. Indien een aanvraag wordt ingediend, dan beoordeeld het bevoegd gezag of de locatie geschikt is. De weigeringsgronden die zijn genoemd in artikel 3.2 van dit beleid maken onderdeel uit van deze beoordeling. Tevens moet de standplaats zijn gelegen binnen de komgrens. Verder wordt de vergunning alleen verleend conform de in artikel 3.4 van dit beleid, genoemde voorwaarden Heelweg Voor Heelweg is geen specifiek gebied aangegeven waar standplaatsen zijn toegestaan. Indien een aanvraag wordt ingediend, dan beoordeeld het bevoegd gezag of de locatie geschikt is. De weigeringsgronden die zijn genoemd in artikel 3.2 van dit beleid maken onderdeel uit van deze beoordeling. Tevens moet de standplaats zijn gelegen binnen de komgrens. Verder wordt de vergunning alleen verleend conform de in artikel 3.4 van dit beleid, genoemde voorwaarden 3.5 Seizoenstandplaatsen De seizoenstandplaatsen zijn voor verkoop van oliebollen, wafels, poffertjes, kerst artikelen enz. vergunningen voor seizoenstandplaatsen worden voor een maximale duur van 12 dagen uitgegeven. Hierin kunnen ook zon- en feestdagen zitten. De seizoenstandplaatsen worden alleen voor de maanden november en december verleend.

De seizoenstandplaatsen kunnen verleend worden voor locaties waar ook de gewone standplaatsen zijn toegestaan, de winkelgebieden en bij solitaire winkels. Buiten de standplaatsen zijn per plaats het volgende aantal seizoenstandplaatsen toegestaan: Ulft : 4 seizoenstandplaatsen Varsseveld : 3 seizoenstandplaatsen Terborg : 2 seizoenstandplaatsen Gendringen : 2 seizoenstandplaatsen Silvolde : 1 seizoenstandplaats Breedenbroek : 1 seizoenstandplaats Etten : 1 seizoenstandplaats Heelweg : 1 seizoenstandplaats Megchelen : 1 seizoenstandplaats Netterden : 1 seizoenstandplaats Sinderen : 1 seizoenstandplaats Varsselder : 1 seizoenstandplaats Westendorp : 1 seizoenstandplaats 3.6 Maatschappelijke standplaatsen Onder een maatschappelijk doel wordt onder andere verstaan: bevolkingsonderzoek, educatieve doelen en politieke partijen. Aan de maatschappelijke standplaats zijn de volgende voorwaarden verbonden: 1. De standplaatshouder mag geen winst maken op het maatschappelijke doel. Er mogen geen commerciële activiteiten plaatsvinden. 2. De looptijd van de vergunning wordt in overleg met de gemeente bepaald 3. De locatie van de standplaats wordt in overleg met de gemeente bepaald. 4. Toetsing aan de algemene weigeringsgronden vindt plaats bij elke aanvraag. 3.7 standplaatsmeldingen Op grond van artikel 5.18 lid 4 van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Oude IJsselstreek geldt er voor verenigingen en stichtingen geen vergunningplicht zij kunnen volstaan met een melding. De melding kan alleen worden geaccepteerd indien: - De melding wordt gedaan voor een standplaats op locaties waar ook de gewone standplaatsen zijn toegestaan, de winkelgebieden en bij solitaire winkels, en - De standplaats maximaal 1 dag wordt ingenomen. - Indien de melding wordt gedaan voor een seizoenstandplaats, is de maximale duur van de inname van de standplaats 12 dagen.

4.0 Overige bepalingen 4.1 Tarieven Voor het in behandeling nemen van een vergunning worden leges in rekening gebracht conform de legesverordening van de gemeente Oude IJsselstreek. Voor het gebruik van de gemeentegrond wordt een vergoeding gevraagd. De vergoeding wordt in de vorm van precario in rekening gebracht. De legeskosten voor het inschrijven op de wachtlijst zijn gelijk aan die van inschrijving op de wachtlijst voor de weekmarkt. De tarieven worden per jaar vastgesteld. Voor maatschappelijke standplaatsen wordt geen leges in rekening gebracht. 4.2 Persoonsgebonden vergunningen Een standplaatsvergunning wordt alleen aan natuurlijke personen verleend. Bij maatschappelijke standplaatsen worden vergunningen ook verleend aan rechtspersonen. Een standplaatsvergunning is persoonsgebonden. Dit is terug te vinden in artikel 1:5 van de APV. De vergunning kan niet op een rechtsopvolger overgaan. Overschrijven van een vergunning op naam van een familielid of persoon die werkzaam is in het bedrijf is niet mogelijk. In bijzondere gevallen, bijvoorbeeld bij overlijden van de vergunninghouder, kunnen burgemeester en wethouders besluiten hiervan af te wijken. De houder van de vergunning mag zich laten vervangen. Dit mag alleen door zijn personeel in loondienst of huisgenoten. Van een vervanging stelt de vergunninghouder de gemeente van te voren op de hoogte. 4.3 Inname standplaats De standplaats moet worden ingenomen. Voorkomen moet worden dat een vergunning wordt aangevraagd, zodat concurrentie de standplaats niet in neemt. Leegstand van een standplaats wordt gehandhaafd. Wanneer de standplaats één maand niet is ingenomen, zonder dat hierover vooraf overleg is geweest met de gemeente, kan de vergunning worden ingetrokken. 4.4 Mobiliteit standplaatsen De standplaats moet worden ingenomen met een verplaatsbare verkoopgelegenheid. In verband met het niet permanente karakter van een standplaats mag deze worden ingenomen tussen 8.00 en 21.00 uur. Buiten deze uren moet de standplaats ontruimd zijn. Seizoenstandplaatsen en maatschappelijke standplaatsen hoeven niet dagelijks na sluiting ontruimd te worden. 4.5 Particulier terrein Standplaatsen op particulier terrein maken deel uit van het standplaatsenbeleid (artikel 5:19 APV). Aan een vergunning op particulier terrein worden de volgende voorwaarden gesteld: 1. Het terrein moet openbaar toegankelijk zijn. 2. De eigenaar van het terrein moet toestemming verlenen. 3. Er moet voldaan worden aan de algemene weigeringsgronden en de voorschriften over standplaatsen.

4.6 Vergunningverlening Een vergunning wordt alleen verleend als wordt voldaan aan de, in dit beleid opgenomen, voorwaarden. In bijzondere gevallen kan het college van burgemeester en wethouders afwijken van dit beleid. Bij elke aanvraag worden alle belangen zorgvuldig afgewogen. Het bevoegd gezag beslist op de aanvraag voor vergunning binnen acht weken na ontvangst van de aanvraag. 4.7 Inhoud vergunning In de vergunning wordt ten minste vermeld: 1. Een duidelijke omschrijving van de standplaats. 2. Een omschrijving van de verkoopinrichting. 3. De artikelen of de groep van artikelen die door de vergunninghouder op de standplaats mogen worden verkocht. 4. De dag, dagen en tijdvak waarop de standplaats kan worden gebruikt. In de vergunning kunnen door het bevoegd gezag nadere voorwaarden worden opgenomen. 4.8 Intrekken vergunning De vergunning kan worden ingetrokken: 1. Bij overlijden van de vergunninghouder. 2. Wanneer niet langer wordt voldaan aan de voor de vergunninghouder geldende wettelijke vestigingseisen. 3. De vergunninghouder niet voldoet aan de voorschriften van dit beleid. 4. De vergunninghouder niet of niet tijdig de leges en precario heeft betaald. 5. De vergunninghouder zich schuldig maakt aan wangedrag of bedrog. 6. Indien de vergunninghouder niet eenmaal per maand van de vergunning gebruik maakt, met uitzondering van een gebruikelijke vakantieperiode. 7. Indien ter verkrijging van de vergunning onjuiste dan wel onvolledige gegevens zijn verstrekt. 4.9 Inwerkingtreding en overgangsrecht Het standplaatsenbeleid gemeente Oude IJsselstreek 2017 treedt op 1 maart 2017 in werking. Het vastgestelde beleid kan ertoe leiden dat vergunninghouders niet op hun huidige locatie kunnen blijven staan, omdat ze niet (meer) voldoen aan het nieuwe beleid. Indien mogelijk en afhankelijk van de situatie, kunnen deze standplaatshouders de mogelijkheid krijgen om gebruik te maken van een alternatieve locatie die hen door de gemeente wordt aangeboden. Indien geen alternatief kan worden geboden of de standplaatshouder het alternatief niet accepteert wordt de vergunning ingetrokken. De standplaatshouder kan dan nog tot uiterlijk 1 januari 2018 gebruik maken van de huidige standplaats.