PROTOCOL BESLISSINGEN OPNAME, RUBRICERING, VOLGORDE EN AFVOER AANBEVELENDE RASSENLIJST VAN ENGELS RAAIGRAS VOEDER

Vergelijkbare documenten
PROTOCOL BESLISSINGEN TOELATING EN AANBEVELING VAN SNIJ- EN KORRELMAïSRASSEN

Rassenonderzoek grasland

Oogstjaar 2017 Raad voor plantenrassen (Rvp) en Commissie Samenstelling Aanbevelende Rassenlijst (CSAR)

PROTOCOL BESLISSINGEN TOELATING EN AANBEVELING VAN CICHOREIRASSEN

PROTOCOL BESLISSINGEN TOELATING EN AANBEVELING VAN LOKGEWASSEN EN GROENBEMESTERS

Weidemengsels 2015 Informatie en productenoverzicht

Weidemengsels 2015 Informatie en productenoverzicht

Weidemengsels 2017 Informatie en productenoverzicht

het lekkerste gras van Nederland

Voor meer informatie kunt u bij uw specialist van ForFarmers Hendrix terecht.

Weidemengsels 2018 Informatie en productenoverzicht

Weidemengsels 2018 Informatie en productenoverzicht

Weidemengsels 2016 Informatie en productenoverzicht

Weidemengsels 2016 Informatie en productenoverzicht

TOPGRASS Weidemengsels

Topgrass weidemengsels

Weidemengsels Informatie en productenoverzicht

2014 Graszaadmengsels

2015 Graszaadmengsels

Weidemengsels. Informatie en productenoverzicht

TETRA 4 EXTRA GRAS - QUALITY NL **** **** **** **** *** *** *** **** **** Samenstelling:

2016 Graszaadmengsels

Commissie Samenstelling Aanbevelende Rassenlijst (CSAR) en Raad voor plantenrassen (Rvp) maart 2016

het lekkerste gras van Nederland

Graslandvernieuwing is investeren in hoogwaardig ruwvoer. Edward Ensing

Graszaadmengsels 2017

Rassenbulletin suikerbieten 2011 Aangepaste uitgave augustus 2012

het lekkerste gras van Nederland

het lekkerste gras van Nederland

OPTIMA Weidemengsels.

Een overtuigend verhaal over High Sugar Grass

TECHNISCH INTERREGIONALE WERKGROEP (TIW) VOOR DE SAMENSTELLING VAN DE NATIONALE RASSENCATALOGUS VOOR LANDBOUWGEWASSEN RODE KLAVER

het lekkerste gras van Nederland

Weiden. Smakelijkheid en verteerbaarheid Doorschieten en rassen keuze

Grasgids voor. Belgisch Witblauw. Méér vlees uit gras. Groot in Gras. Waar koopt u? Voor verkoopadressen kijk op of bel

Commissie Samenstelling Aanbevelende Rassenlijst (CSAR) en Raad voor plantenrassen (Rvp) februari 2018

DairyGrass mengsels. Hoge grasopbrengst

Rassenbericht Grasland Jan Rinze van der Schoot, Henk Schilder. Wageningen UR Livestock Research

Nieuwe aanbevolen rassen van suikerbieten

DairyGrass mengsels. Hoge grasopbrengst

en de klaversoorten: Witte klaver (inzaai na 2018) Rode klaver

Mengsel B 3 Low Bar Roadside BTK 1100 D 1 D 2 maintenance B&T

Rassenbericht Grasland Jan Rinze van der Schoot

Rassenbericht grasland 2001

Rassenbericht Grasland Rapport Jan Rinze van der Schoot, Henk Schilder. Wageningen UR Livestock Research

Rassenbericht Grasland Jan Rinze van der Schoot, Henk Schilder. Wageningen UR Livestock Research

Nieuwe aanbevolen rassen van snijmaïs, korrelmaïs en corn cob mix

TECHNISCH INTERREGIONALE WERKGROEP (TIW) VOOR DE SAMENSTELLING VAN DE NATIONALE RASSENCATALOGUS VOOR LANDBOUWGEWASSEN GRASSEN

Graszaadmengsels 2018

Eindelijk een nieuw. SUIKERBIETENTELERS hebben voor komend. In elk segment een ras met aanvullende rhizomanie-resistentie

DairyGrass mengsels. Beste smaak, beste opbrengst

maïszaden CATALOGUS 2019 Maïszaden Graszaden Sorghum Groenbemesters

Builenbrandresistentie Helminthosporiumtolerantie. grondbedekking. Plantlengte. Snelheid

DairyGrass. Passend grasmengsel voor uw situatie

PROTOCOL CULTUUR- EN GEBRUIKSWAARDE- ONDERZOEK VAN ZOMERTARWERASSEN

INDUSTRIELE CICHOREI

Nieuwe aanbevolen rassen van wintertarwe

Nummer 1 op de Rassenlijst

Nieuwe aanbevolen rassen van wintertarwe

Zomergerstrassen EH 0110 KW Door: ing. H.W.G. Floot (SPNA), ing. A.Venhuizen (ACM)

BESLUIT COLLEGE VAN BESTUUR

Mengselkeuzeschema Bermen en Dijken. Intensief Extensief Extensief beheer beheer beheer

DairyGrass mengsels. Beste smaak, beste opbrengst

Rapport 4. Bioveem Teelt Grasproef Vis/Bisschop ( )

2018

Den Haag, 14 september 2009

maïszaden CATALOGUS 2017 Maïszaden Graszaden Groenbemesters Eiwitgewassen en GLB

maïszaden CATALOGUS 2018 Maïszaden Graszaden Groenbemesters Eiwitgewassen en GLB

WEIDEMENGSELS Agrea dé partner van de agrarisch ondernemer voor uw ruwvoer oplossingen

DSV COUNTRY. Extra soorten, extra melkeiwit.

REGLEMENT BEOORDELING, BEVORDERING EN PLAATSING

Grasgids Nummer 1 op de Rassenlijst

DSV COUNTRY. Meer gras, meer melkeiwit.

Meer melk, meer melkeiwit

Nieuwe aanbevolen rassen van snijmaïs, korrelmaïs en corn cob mix (incl. rassen in onderzoek)

CRITERIA VOOR HET ONDERZOEK VAN DE RASSEN MET HET OOG OP HUN TOELATING TOT DE CATALOGUS AARDAPPELEN (Solanum tuberosum L.

BELGISCHE BESCHRIJVENDE EN AANBEVELENDE RASSENLIJST VOOR INDUSTRIËLE CICHOREI

1.2 Amstelveenhuurtin.nl is het inhuurplatform van de gemeenten Amstelveen en Aalsmeer

TECHNISCH INTERREGIONALE WERKGROEP VOOR DE SAMENSTELLING VAN DE NATIONALE RASSENCATALOGUS VOOR LANDBOUWGEWASSEN VOEDERBIET

BELGISCHE BESCHRIJVENDE EN AANBEVELENDE RASSENLIJST VOOR INDUSTRIËLE CICHOREI

Wintergranen Resultaten, ras- en zaaiadviezen

BESLUIT COLLEGE VAN BESTUUR

REGLEMENT BEOORDELING, BEVORDERING EN PLAATSING

Protocol voor het Cultuur- en Gebruikswaarde Onderzoek van Japanse haver, Avena strigosa

WP3 Bodem, teelt en plantbodem-management. grasland

CATALOGUS 2017 BELGIË

BELGISCHE BESCHRIJVENDE EN AANBEVELENDE RASSENLIJST VOOR INDUSTRIËLE CICHOREI

Huishoudelijk reglement DGV

Handboek snijmaïs. 1 Inleiding 1.1 Herkomst en introductie maïs Arealen Rasontwikkelingen Gebruiksvormen van maïs...

Beste Melkveehouder, Met vriendelijke groet, René Verhoeven Pieter Vos Mark-Jan Vink Edward Ensing

MAGNET FAO 210. Rasomschrijving (bron: KWS Benelux ) Geschikte teeltdoelen. Teeltadvies MAGNET

HUISHOUDELIJK REGLEMENT van de Vereniging van Mastiffliefhebbers

ForageMax. Gras van topkwaliteit. ForageMax: heeft uw ruwvoeroplossing voor 2016!

Wageningen UR Livestock Research

GRASLAND Klas 1. Link naar wikiwijs grasland klas 1. Nordwin College

Grasgids Nummer 1 op de Rassenlijst

BEVORDERINGSNORMEN ALLE LEERJAREN

Heeft de lage melkprijs invloed op het grasbeheer?

Maïsrassen 2016 Resultaten, ras- en zaaiadviezen

Transcriptie:

PROTOCOL BESLISSINGEN OPNAME, RUBRICERING, VOLGORDE EN AFVOER AANBEVELENDE RASSENLIJST VAN ENGELS RAAIGRAS VOEDER 2016 Commissie Samenstelling Aanbevelende Rassenlijst (CSAR) Oktober 2015

Inleiding Basis voor het verkrijgen van gegevens ter beoordeling van rassenlijstrassen en nieuwe rassen in onderzoek voor opname is het Onderzoeksprotocol voor het Cultuur en Gebruikswaarde Onderzoek van Voedergrassen en Witte klaver. De onderzoeksinstelling voert de beproeving volgens dit onderzoeksprotocol uit en geeft de rassen waarderingen voor de van belang zijnde eigenschappen. 1. Opnamecriteria Opname van nieuwe rassen is als volgt geregeld: a) Rassen worden beoordeeld binnen de juiste vroegheidsgroep en ploïdiegraad. b) Rassen moeten voor opname voldoen aan de minimumeisen c) Rassen moeten voor opname de vereiste index halen, plus een verbeteringsfactor d) Rassen moeten voor toelating geregistreerd zijn Ad a) Indeling vroegheidsgroep en ploïdiegraad De doorschietdatum bij Engels raaigras wordt alleen gebruikt voor indeling van de rassen bij het juiste type c.q. vroegheidsgroep van laat, middentijds en vroeg doorschietend. De nieuwe rassen van Engels raaigras worden voor opname beoordeeld voor die vroegheidsgroep waarbinnen het ras met zijn vastgestelde doorschietdatum valt. Blijkt het ras in een andere groep te vallen dan bij de aanmelding is aangegeven, dan worden, voor zover mogelijk, de gegevens van het ras vertaald naar de juiste groep. Bij Engels raaigras vindt opname van nieuwe rassen plaats per vroegheidsgroep en binnen het type van ploïdiegraad. Tussen diploïde en tetraploïde rassen gelden voor sommige eigenschappen andere minimum eisen en ook het vereiste minimum niveau van de index kan anders zijn. De indeling vroegheidsgroepen bij Engels raaigras Groep/type Grenzen doorschietdata *) Laat 1 juni en later Middentijds 20 mei 31 mei Vroeg 19 mei en vroeger *) Doorschietdata hebben betrekking op de gemiddelde meerjarige doorschietdatum, omgerekend naar een gefixeerd, langjarig gemiddelde. Ad b) Minimumeisen Voor de kenmerken standvastigheid 1), wintervastheid, resistentie tegen kroonroest, (gewogen) jaaropbrengst 1) zijn waarden vastgesteld waaraan een ras minimaal moet voldoen voor opname op de Aanbevelende Rassenlijst. Overzicht minimumeisen 1) Eigenschap Waarde minimum eis (niet afgeronde waarden) Standvastigheid 7,5 Wintervastheid 6.5 (mits cijfers beschikbaar zijn) Resistentie tegen kroonroest 6,9 Drogestof opbrengst (relatief) 95 1) Standvastigheid en jaaropbrengst zijn gebaseerd op het gewogen gemiddelde van 2x weiden en 1x maaien. Als over wintervastheid geen gegevens bekend zijn, wordt een streepje vermeld. Protocol Beslissingen Engels Raaigras Voeder oktober 2015 Pagina 2 van 6

Ad c) Index De totale beoordeling van de waarde van een ras voor de van belang zijnde eigenschappen wordt uitgedrukt in een index. De index is gebaseerd op vier kenmerken: standvastigheid, resistentie tegen kroonroest, jaaropbrengst en opbrengst eerste snede. De berekening van de index is als volgt. Per kenmerk wordt het verschil vastgesteld van de waarde van het ras minus de waarde van het gemiddelde van de A+N rassenlijstrassen (diploïd en tetraploïd) van de lopende rassenlijst voor de desbetreffende vroegheidsgroep. Dit verschil wordt vermenigvuldigd met een wegingsfactor en vervolgens nog vermenigvuldigd met een schaalfactor*). Zie tabel hieronder. De som van deze gewogen en ingeschaalde verschillen is de index van het ras. Overzicht weging en inschaling Wegingspercentage Inschaling Standvastigheid 25 % (0,25) 1 Resistentie tegen kroonroest 30 % (0,30) 1 Droge stof opbrengst (relatief) 35 % (0,35) 0,4 Droge stof opbrengst 1e snede (relatief) 10 % (0,10) 0,2 *) De schaalfactor is bedoeld om waarden op een schaal van 1 10 en waarden in procenten van 1 100 met elkaar te kunnen verrekenen. Historisch systeem Visscher: 1% opbrengst was ongeveer vergelijkbaar met 0,4-0,5 punt waardering voor een andere eigenschap. De jaaropbrengst (in procenten) heeft daarom een schaalfactor van 0,4 gekregen en de opbrengst van de eerste snede (in procenten) een schaalfactor van 0,2. De eigenschappen standvastigheid en resistentie tegen kroonroest hebben een schaalfactor van 1. Indexformule Per eigenschap: {(verkregen waarde ras gemiddelde A+N rassen)} * wegingsfactor * schaalfactor. De index is de som van de berekende waarden van de vier eigenschappen. Index = som {(waarde standv. gem.)*0,25*1} + {(waarde res. kr.roest - gem)*0,30*1} + {(waarde gew. jaaropbr. gem.)*0,35*0,4}+ {(waarde opbrengst snede 1 gem)*0,10*0,2]} waarde = waargenomen waarde eigenschap van het ras gem. = waarde gemiddelde A+ N rassen (di + te) binnen groep. weging = standvastigheid 0,25; resistentie kroonroest 0,30; gewogen jaaropbrengst 0,35 en opbrengst 1e snede 0,10 schaalfactor = standv.h. 1; res.kroonroest 1; jaaropbrengst 0,4; opbrengst eerste snede 0,2. Verbeteringsfactor Voor het verkrijgen van een verbetering van het sortiment door nieuwe rassen wordt voor opname een index gevraagd die gelijk of hoger is dan de gemiddelde index van de A+N rassen plus een factor van 0,1 punt (niet afgeronde waarden).. Ad d) Registratie en verkeerspositie Een ras dat wordt opgenomen op de Aanbevelende Rassenlijst dient op moment van opname te zijn geregistreerd en verkeerspositie te hebben in Europa. Deze registratie dient uitgevoerd te zijn door een instituut uit één van de volgende landen: UK, NL, DU of DK. Protocol Beslissingen Engels Raaigras Voeder oktober 2015 Pagina 3 van 6

2. Opname op de Aanbevelende Rassenlijst Op grond van bovenstaande eisen en aspecten is de toelating (of afwijzing) als volgt. Een ras kan worden toegelaten indien het ras voldoet aan de minimum eisen, het een voldoende index heeft en is geregistreerd. Indien niet voldaan wordt aan één of meer van deze aspecten dan wordt een ras afgewezen. Een ras kan slechts twee jaren voor opname staan (na het vierde onderzoeksjaar en/of na het vijfde onderzoeksjaar. Toelating in schema na 4 jaar onderzoek na 5 jaar onderzoek CGO RKO beslissing CGO RKO beslissing onderzoek afgerond + + toelaten + - afwijzen - - afwijzen onderzoek nog niet afgerond onderzoek afgerond - O + vervolg CGO + + toelaten - + afwijzen + O vervolg RKO (en + + toelaten CGO) + - afwijzen - + toelaten - - afwijzen - O O vervolg CGO en RKO + + toelaten + - afwijzen - + afwijzen - - afwijzen + positief - negatief O nog in onderzoek 3. Rubricering en volgorde op de Aanbevelende Rassenlijst Ieder (voor)jaar wordt van alle A, B en N-rassenlijstrassen en de rassen in onderzoek een nieuwe indexwaarde berekend aan de hand van de nieuwste beproevingscijfers inclusief de laatste wintervastheidscijfers. De nieuwe indexberekening wordt hierbij per vroegheidsgroep gebaseerd op het gemiddelde van de A+N rassen van de lopende Rassenlijst. Na opname van nieuwe rassen vindt dus geen nieuwe herberekening van de index plaats. Volgorde binnen de rubrieken A, B en N vindt plaats op basis van de nieuwe index. N-rubriek - Een nieuw opgenomen ras wordt in principe voor drie jaar toegelaten in de N-rubriek. De plaatsingsvolgorde gebeurt op jaar van opname en vervolgens op index. - Een N-ras dat in de vervolgbeproeving voor één of meer eigenschappen onder de minimum eis voor opname zakt, worden in het eerstvolgende jaar direct in de B rubriek geplaatst, ook al heeft het ras nog geen 3 jaar in de N-rubriek gestaan. - Nadat een nieuw ras 3 jaar in de N-rubriek heeft gestaan, wordt dit ras het eerstvolgende jaar ingedeeld als A- of eventueel B-ras, aan de hand van de index. Protocol Beslissingen Engels Raaigras Voeder oktober 2015 Pagina 4 van 6

A-rubriek - A-rassen die in de vervolgbeproeving voor één of meer kenmerken onder de minimumeis zakken, worden in het eerstvolgende jaar direct in de B rubriek geplaatst. - Van het bestaande A-sortiment (binnen een vroegheidsgroep en ploïdiegraad) wordt de gemiddelde index berekend. - Alle A-rassen en de naar A of B te plaatsen N-rassen worden op basis van de index op volgorde gezet. - Alle A-rassen en de naar A of B te plaatsen N-rassen met een gelijke of hogere index dan het gemiddelde van het bestaande A-sortiment worden als A-ras gerubriceerd. - Alle A-rassen en de naar A of B te plaatsen N-rassen met een lagere index dan dit gemiddelde worden als B-ras gerubriceerd. - Zijn er minder dan het vastgestelde minimum aantal A-rassen per rubriek, dan wordt het aantal A-rassen weer aangevuld met de aspirant B-rassen (dit zijn de A- en N- rassen die naar B zouden gaan) op basis van de hoogste indexwaarde. Zie de tabel voor het minimum aantal rassen per groep en ploïdiegraad. - Deze toegevoegde aspirant B-rassen krijgen alsnog weer de status van A-ras. Minimum aantal rassen in de A rubriek Groep Minimum aantal Laat 2n 8 Laat 4n 8 Middentijds 2n 8 Middentijds 4n 8 Vroeg 2n 3 Vroeg 4n 3 B-rubriek en afvoer - B-rassen met voorheen een A-rubricering, kunnen maximaal 3 jaar lang als B-ras gerubriceerd blijven. Daarna worden ze afgevoerd van de Aanbevelende Rassenlijst. - B-rassen die direct van de N-rubriek naar de B-rubriek zijn gegaan kunnen maximaal 4 jaar lang als B-ras gerubriceerd blijven. Daarna worden ze afgevoerd van de Aanbevelende Rassenlijst. - Een B-ras blijft ook in de volgende jaren als B gerubriceerd en kan geen A-ras meer worden. - Als er niet voldaan wordt aan het onderzoeksprotocol dan wordt een ras automatisch B Protocol Beslissingen Engels Raaigras Voeder oktober 2015 Pagina 5 van 6

Opname, rubricering en afvoer in schema N -rassen (3 jaar ) A-rassen > (gem.(a+n))+0,1 Ras in beproeving Indien < gem. van de A en boven min. aantal A -rassen - rassen van lijst B- rassen 3 jaar, indien minimaal 1 jaar A- ras geweest 4 jaar, indien ras direct van N naar B gaat < (gem (A+N))+0,1 Afgewezen/verwijderd van lijst 4. Aanvullende voorwaarden voor opname op de lijst Dit gewijzigde protocol geldt vanaf de eerste keer voor opname en afvoer van de Aanbevelende Rassenlijst en in opvolgende jaren. Protocol Beslissingen Engels Raaigras Voeder oktober 2015 Pagina 6 van 6