Toelichting bij de Reïntegratieverordening Wet werk en bijstand

Vergelijkbare documenten
CVDR. Nr. CVDR248201_1

Reïntegratieverordening Wet werk en bijstand

GEMEENTE HOOGEVEEN Raadsvoorstel

Uitvoeringsbesluit Reïntegratieverordening Wet Werk en Bijstand

Re-integratieverordening Wet werk en bijstand 2004 gemeente Tholen

Reïntegratieverordening Wet werk en bijstand 2004

Reïntegratieverordening. werk en bijstand

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van Echt-Susteren d.d.

GEMEENTEBLAD 2004 nr. 150

Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 1 van 2

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 22 november 2011,

REÏNTEGRATIEVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND RIJSWIJK 2005

RE-INTEGRATIEVERORDENING WWB, IOAW EN IOAZ 2012

Gezien het voorstel inzake Gewijzigde WWB-verordeningen na aanscherping WWB (Gem. blad Afd. A 2012, no. );

Re-integratieverordening WWB, IOAW en IOAZ gemeente Lemsterland. gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d.

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Re-integratieverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ 2015

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 26 augustus 2010;

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Verordening Tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ Orionis Walcheren 2015

De Reïntegratieverordening Wet werk en bijstand

Verordening Tegenprestatie Participatiewet 2015

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 5 december 2014, nr ;

Reïntegratieverordening Wet werk en bijstand.

Verordening tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ 2015

VERORDENING RE-INTEGRATIE WET WERK EN BIJSTAND 2012 Pag.1/8

Verordening tegenprestatie Participatiewet gemeente Haarlem (versie ) De raad van de gemeente Haarlem;

Re-integratieverordening Wet werk en bijstand Gemeente Ede 2012

Wijziging Re-integratieverordening Wet werk en bijstand

Beleidsregels Reïntegratie WWB. Met intrekking van de bepalingen 2.2. en 2.3. per 1 juli 2008

c. IOAZ: Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen.

Re-integratieverordening Wet werk en bijstand 2013

Toelichting. Artikelsgewijs

Het college van burgemeester en wethouders van gemeente Grave,

Algemene toelichting Verordening tegenprestatie Participatiewet 2015 gemeente Pijnacker-Nootdorp

b e s l u i t : Het college kan een tegenprestatie opdragen voor zover die werkzaamheden:

Re-integratieverordening Participatiewet gemeente Wierden 2015

gelezen ons besluit dd. 12 juli 2004 nr. A9 betreffende het reïntegratiebeleid in het kader van de wet werk en bijstand,

gelezen ons besluit dd. 28 april 2009 betreffende het reïntegratiebeleid in het kader van de wet werk en bijstand, ioaw en ioaz,

CVDR. Nr. CVDR80772_3. Participatieverordening Hoofdstuk 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Re-integratieverordening wet werk en bijstand Gouda 2010

Artikelsgewijze. toelichting. Reïntegratieverordening. werk en bijstand

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Inhoudsopgave. Verordening Re-integratie WWB, IOAW en IOAZ 2011 Gemeente Lemsterland. Opdracht aan het college. Aanspraak op ondersteuning.

Nr.: 11 Onderwerp: Reïntegratieverordening WWB gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 1 september 2009;

Verordening Tegenprestatie Gemeente Achtkarspelen

minimaal vergelijkbaar is met een tegenprestatie als bedoeld in deze verordening.

Wet stimulering arbeidsparticipatie

Verordening Re-integratie en activering Lansingerland 2013

Premieverordening 2012

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving) Datum uitwerkingtreding

Verordening tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Venray 2017

TOEVOEGING BIJLAGE NIJMEGEN AAN REGIONALE VERORDENING TEGENPRESTATIE

Reïntegratieverordening Wet Werk en Bijstand

io-fó-m nr. 6293^ n Heemst

Reïntegratieplan. werk en bijstand. Midden-Delfland, februari 2005

CVDR. Nr. CVDR395345_1

ALGEMENE TOELICHTING VERORDENING TEGENPRESTATIE

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

VERORDENING TEGENPRESTATIE PARTICIPATIEWET GEMEENTE ASSEN 2015

No besluit vast te stellen de. Verordening tegenprestatie Participatiewet gemeente Twenterand

Toelichting verordening tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Heerenveen 2015

RAADSBESLUIT. gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d ;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 5 oktober, nr. ;

Verordening tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Heerenveen 2015

VERORDENING TEGENPRESTATIE PARTICIPATIEWET GEMEENTE ASSEN 2015

Re-integratieverordening Participatiewet WIHW 2017 gemeente Oud-Beijerland. Artikel 2. Verplichtingen van de persoon uit de doelgroep

Verordening tegenprestatie participatiewet 2015 Documentnummer INT

Beleidsregels Re-integratievoorzieningen en eigen bijdrage voorzieningen Gemeente Wijdemeren. College van burgemeester en wethouders

Re-integratieverordening WWB, IOAW en IOAZ Asten Toelichting

Artikelsgewijze toelichting Enkel die bepalingen die verdere toelichting behoeven worden hieronder behandeld.

De raad van de gemeente Schiermonnikoog,

Beleidsregel Loonkostensubsidie Wwb

Afdeling Samenleving Richtlijn 3.2 WORK FIRST (SPORENMODEL)

gelezen het voorstel van de college van burgemeester en wethouders;

Verordening tegenprestatie Regionale Sociale Dienst Hoeksche Waard 2015

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van de gemeente Aa en Hunze,

Het college van burgemeester en wethouders van gemeente Oss,

Beleidsregels Re-integratie Participatiewet 2016

Verordening tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Enschede 2015

Gemeente Bergen op Zoom - Re-integratieverordening Participatiewet

Verordening tegenprestatie naar vermogen Participatiewet, IOAW en IOAZ ISD Bollenstreek 2015

besluit vast te stellen de Verordening tegenprestatie Participatiewet gemeente Veenendaal 2015.

Verordening Werkleeraanbod Wet investeren in jongeren (WIJ)

vast te stellen de Re-integratieverordening gemeente Doetinchem 2012.

Beleidsregels Uitstroompremies Wwb, Ioaw en Ioaz

Re-integratieverordening WWB, IOAW en IOAZ 2013

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 12 april 2011;

Verordening tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente

Beleidsregel tegenprestatie Participatiewet 2015

Reïntegratieverordening Wet werk en bijstand

BELEIDSREGELS PARTICIPATIE Behorend bij de Participatieverordening Grondslag

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van,

Bovenstaande wijziging is reden geweest om de Reïntegratieverordening WWB, IOAW en IOAZ 2011 daar waar nodig te actualiseren.

Beleidsregels Re-integratie Gemeente Borsele 2012

DE RAAD VAN DE GEMEENTE SCHINNEN Verseonnummer:

Verordening Tegenprestatie WerkSaam Westfriesland 2015

Re-integratieverordening Participatiewet Deurne 2015

Transcriptie:

Toelichting bij de Reïntegratieverordening Wet werk en bijstand Algemeen In de Wet werk en bijstand staat, voor personen jonger dan 65 jaar, het uitgangspunt werk boven inkomen centraal. De gemeente draagt een algemene zorg voor de reïntegratie van personen die algemene bijstand ontvangen, personen met een uitkering op grond van de Algemene nabestaandenwet en niet-uitkeringsgerechtigden (nuggers). Het is aan de gemeente om te (laten) beoordelen of de klant op eigen kracht in staat is algemeen geaccepteerde arbeid te aanvaarden en of daarbij ondersteuning nodig is. In dat laatste geval is de gemeente verantwoordelijk voor het leveren van deze ondersteuning in de vorm van voorzieningen. Aan de vorm van en de mate waarin deze voorzieningen worden ingezet stelt de wet geen eisen. De wet verplicht de gemeente om bij verordening regels te stellen met betrekking tot het aanbieden van voorzieningen gericht op arbeidsinschakeling. Reïntegratie is het geheel van activiteiten dat leidt tot arbeidsinschakeling. De klant heeft ingevolge artikel 9 van de WWB de verplichting om a. naar vermogen algemeen geaccepteerde arbeid te verkrijgen; b. mee te werken aan een onderzoek naar zijn of haar mogelijkheden tot arbeidsinschakeling. c. gebruik te maken van een door het college aangeboden voorziening, waaronder begrepen sociale activering, gericht op arbeidsinschakeling; Artikel 1. Begripsbepaling De begrippen die in de verordening worden gebruikt komen grotendeels overeen met de begrippen in de WWB. Lid a: geen nadere toelichting nodig. Lid b: geen nadere toelichting nodig. Lid c: Bij het begrip arbeidsinschakeling is aansluiting gezocht bij art. 7, lid 1 onder a van de Wwb. Hieronder wordt verstaan het verrichten van algemeen geaccepteerde arbeid waarbij geen gebruik wordt gemaakt van een door de gemeente aangeboden voorziening. Met deze beperking wordt aangegeven dat gesubsidieerde arbeid weliswaar algemeen geaccepteerde arbeid is, maar geen einddoel kan zijn. Lid d: Het betreft hier een betaalde baan (loonvormend). Stage en werken met behoud van uitkering vallen niet onder dit begrip. Gesubsidieerde loonvormende banen vallen wel onder dit begrip. Lid e: Hoewel jongeren in de leeftijd van 16 en 17 jaar doorgaans geen recht hebben op een bijstandsuitkering en zij daarom niet tot de Wwb-doelgroep behoren, beschouwt de gemeente om preventieve redenen deze jongeren wel als reïntegratieklanten, als zij èn werkloos zijn èn geen formeel onderwijs volgen. Bij de bepaling van de bovenste leeftijdsgrens sluit de gemeente aan bij de heersende landelijke tendens en de actuele landelijke ontwikkelingen. Lid f: De onder lid e beschreven doelgroep wordt formeel tot de NUG-doelgroep gerekend. Lid g: Het is van belang dat werklozen zo n gedrag vertonen dat zij zich daarmee kunnen handhaven in een baan (loonvormend of niet-loonvormend). Daarvóór gaat echter het belang dat mensen überhaupt deelnemen aan hetmaatschappelijk gebeuren. Lid h: geen nadere toelichting nodig Lid i: geen nadere toelichting nodig Lid j: geen nadere toelichting nodig. Lid k: Het begrip onderzoek is in de verordening opgenomen omdat niet van elke klant vanaf het begin duidelijk is wat de geschiktste trajectopzet is. In de meeste gevallen zal voordat tot de inzet van reïntegratie-instrumenten wordt besloten een advies worden gevraagd van een bedrijf dat gespecialiseerd is in diagnoses ten aanzien van Toelichting reïntegratieverordening Wet werk en bijstand, gewijzigd op 21 december 2006 1

werkbelastbaarheid. Verder is het denkbaar dat uit eigen onderzoek al blijkt dat een diagnose door derden en/of inzet van reïntegratie-instrumenten niet nodig is. Artikel 2. Opdracht college Lid 1: Vanaf het 65 e jaar is men pensioengerechtigd. Een reïntegratietraject, dat immers met name is gericht op inschakeling in het arbeidsproces, is voor mensen vanaf die leeftijd dus niet logisch. Met betrekking tot 16 en 17 jarigen, zie artikel 1 lid e. Lid 2: De gemeente is niet verplicht om reïntegratieactiviteiten uit te besteden maar mag deze ook in eigen beheer doen. Wanneer echter wordt uitbesteed, is de gemeente verplicht daarvoor een aanbesteding te doen. Lid 3: De wetgever stelt dat er een evenwichtige beleid moet zijn voor in de wet genoemde groepen. het uitgangspunt voor het aanbieden van voorzieningen is individueel maatwerk. De financiële middelen die de gemeente beschikbaar heeft voor het aanbieden van voorzieningen zijn beperkt. Hierdoor is het niet mogelijk om alle personen uit de gemeentelijke doelgroep gelijktijdig een aanbod te doen. Lid 4: Er kunnen dringende redenen zijn waarom het voor een klant, die normaal gesproken voor een reïntegratietraject in aanmerking komt, niet haalbaar, niet wenselijk of niet redelijk is om zo n traject te gaan volgen. Het College kan dan besluiten om de klant voorlopig te ontheffen van de plicht om een reïntegratietraject te volgen. Bij een volledige ontheffing wordt tevens besloten dat klant voorlopig geen betaalde arbeid hoeft te aanvaarden. Voordat een voorlopige (gedeeltelijke of volledige) ontheffing wordt verleend, zal worden onderzocht of de aangehaald dringende redenen verlicht of opgeheven kunnen worden. Een verleende ontheffing wordt periodiek getoetst of deze nog langer bestaansrecht heeft. Artikel 3. Plafond aan de financiële bijdrage per klant Voor de kosten van de voorzieningen kan de gemeente beschikken over het zogenaamde werkdeel van de wet. Voorafgaand aan ieder jaar bepaalt het ministerie wat het gemeentelijk budget zal zijn. Het werkdeel bestaat uit geoormerkte middelen ter financiering van voorzieningen gericht op arbeidsinschakeling. Wanneer door onderbenutting een overschot ontstaat op het gemeentelijk budget, dan mag dit overschot niet aan iets anders worden besteed. Lid 1: de gemeente wil de reïntegratieaktiviteiten in principe kunnen bekostigen uit het Werkdeel. Lid 2: het is aan het College om geld uit andere bronnen toe te voegen aan het budget dat beschikbaar is voor reïntegratie. Lid 3: Hiermee wordtvoorkomen dat de reïntegratiemiddelen onevenredig over de klanten worden verdeeld. Tevens kan hiermee worden bereikt dat de bestedingen in de pas blijven met de vooraf vastgestelde kwantitatieve doelen. Er kan slechts een richtlijn worden gegeven omdat de Wwb een absoluut maximum per individueel traject niet toestaat. De richtlijn wordt jaarlijks door het College vastgesteld. Artikel 4. Reïntegratieplan Lid 1: Elk reïntegratieplan moet individueel maatwerk zijn. Daarmee is de slaagkans het grootst. Door de noodzakelijk geachte voorzieningen, waaronder ook vergoedingen voor bepaalde noodzakelijke uitgaven kunnen vallen, in het reïntegratieplan te benoemen, wordt daaraan automatisch goedkeuring gegeven. Het is dan niet nodig om zo n voorziening via een andere gemeentelijke regeling aan te vragen. In het reïntegratieplan overeengekomen voorzieningen worden uit het Werkdeel betaald en zijn dus onderdeel van de totale trajectkosten (zie artikel 3, lid 3). Lid 2: De klant is een volwaardige partner bij het opstellen van het reïntegratieplan. Wanneer Toelichting reïntegratieverordening Wet werk en bijstand,gewijzigd op 21 december 2006 2

de klant en de vertegenwoordiger van het College het niet eens kunnen worden over de inhoud van het reïntegratieplan, ligt de eindbeslissing bij de vertegenwoordiger van het College. De klant heeft dan het recht op beroep. Lid 3: geen nadere toelichting nodig. Lid 4: Zolang nog niet alle partijen hun handtekening hebbengezet, heeft het reïntegratieplan nog geen rechtsgrond. Dat zal o.a. het geval zijn bij onenigheid over de inhoud ervan met een mogelijk beroep als gevolg. Artikel 5. Aanspraak op een voorziening Lid 1: Het is niet de bedoeling om reïntegratiemiddelen in te zetten voor mensen, die naar het oordeel van het College goed in staat zijn om op eigen kracht een betaalde baan te vinden. Het is evenmin de bedoeling om reïntegratiemiddelen in te zetten voor mensen die van baan willen veranderen zonder dat daarmee de noodzaak voor een eventuele aanvullende bijstanduitkering komt te vervallen. Tevens is het niet de bedoeling dat reïntegratiemiddelen worden ingezet voor werkenden die met werklosheid worden bedreigd. Lid 2: Tenzij het College besluit uit andere middelen dan het Werkdeel geld voor reïntegratie beschikbaar te stellen, kunnen in enig jaar geen nieuwe trajecten worden gestart wanneer het beschikbaar gestelde reïntegratiebudget verbruikt is. In dat geval zal de start van nieuwe trajecten worden uitgesteld tot de eerste werkweek in het volgende kalenderjaar. Hoofdstuk 2. Voorzieningen Artikel 6. Bemiddeling naar arbeidsinschakeling Lid 1: Nieuw ingeschreven klanten in Route A hebben een redelijke kans om binnen een afzienbare termijn werk te vinden. Deze maatregel is bedoeld om bij hen het arbeidsritme op peil te houden. Jongeren direct met deze maatregel geconfronteerd om bij hen langdurige werkloosheid op langere termijn en gewenning aan een uitkering te voorkomen. Behalve de genoemde categorieën kan het College besluiten deze maatregel ook op andere categorieën uitkeringsgerechtigden toe te passen. Lid 2: Niet iedere werkzoekende pakt het zoeken naar werk even adequaat aan. Daardoor kunnen mensen onnodig lang werkloos blijven of zelf wegzakken naar een stadium van moeilijke bemiddelbaarheid. Om deze effecten zoveel mogelijk te voorkomen, krijgt de klant ondersteuning bij het zoeken naar werk. Lid 3: Dit lid is bedoeld om de concurrentiepositie van de klanten, die objectief gezien geschikt zijn voor eenbetaalde baan, te versterken ten opzichte van mensen die al een betaalde baan hebben. In een beleidsregel wordt één en ander technisch uitgewerkt. Het is de bedoeling dat een bijdrage onderhandelbaar en dus niet een eenzijdig vastgestelde subsidie is. Artikel 7. Scholing Lid 1: Scholing wordt ingezet als blijkt dat de klant bepaalde kennis en/of vaardigheden mist die nodig zijn voor het verwerven van een baan. Lid 2: Scholing is gekoppeld aan het reïntegratiedoel en gericht op arbeidsinschakeling. Artikel 8. Additionele arbeid Met Additionele arbeid wordt bedoeld alle arbeid die wordt verricht op boventallige basis. Populair uitgedrukt: het is nuttige arbeid waarvan het prettig is dat die wordt verricht maar die niet onmisbaar is voor de organisatie of het bedrijf. Omdat er voortdurend veranderingen zijn Toelichting reïntegratieverordening Wet werk en bijstand,gewijzigd op 21 december 2006 3

op het terrein van de additionele arbeid is het voor een slagvaardige reïntegratie beter om de gedetailleerde regelgeving te laten verlopen via beleidsregels. Artikel 8 is bedoeld voor mensen met een grotere afstand tot de arbeidsmarkt. Lid 1: De gedachte hierachter is dat het opdoen van relevante werkervaring bevorderend werkt op het vinden van een betaalde baan. Het is bovendien bewezen dat bij sollicitaties kandidaten die op dat moment al een baan hebben, betere kansen hebben dan mensen die op dat moment werkloos zijn. Lid 2: geen nadere toelichting nodig. Lid 3: Het is belangrijk dat zowel de mogelijkheid voor additionele arbeid op initiatief van de klant als de mogelijkheid dat additionele arbeid verplicht wordt gesteld, in het reïntegratieplan is verwoord. Additionele arbeid moet in het teken staan van het reïntegratieproces. Het mag niet voorkomen dat beschikbare additionele arbeidsplaatsen worden bezet door mensen, waarvoor deze plaatsen niet zijn bedoeld. Artikel 9. Sociale activering Doel van sociale activering is het bevorderen van zelfstandige maatschappelijke participatie door personen die naar verwachting niet of pas op langere termijn kunnen worden ingeschakeld op de arbeidsmarkt. Onder sociale activering wordt verstaan het verrichten van activiteiten ter voorbereiding op een traject dat is gericht op arbeidsinschakeling of dat is gericht op voorkomen van sociaal isolement. Onder de noemer sociale activering is een zeer groot aantal activiteiten mogelijk. Het kan o.a. gaan om scholing, training, stage, proefplaatsing, individueel onderzoek, begeleiding, advisering en andere activiteiten die het doel van sociale activering binnen bereik brengen. Artikel 10. Vrijwilligerswerk Lid 1: Vrijwilligerswerk heeft in de eerste plaats tot doel de klant, met behoud van uitkering, werkritme op te laten doen en/of te laten behouden. De werklast mag niet belemmerend werken op de voortgang van het totale reïntegratietraject. Vrijwilligerswerk dient nadrukkelijk te worden onderscheiden van werken met behoud van uitkering (zie artikel 8). Lid 2: Deze regel is ingesteld om oneerlijke overheidssteun aan bedrijven te voorkomen. Bij vrijwilligerswerk dient het te gaan om maatschappelijk nuttige activiteiten anders dan in een dienstbetrekking. Het begrip zonder winstoogmerk dient te worden begrepen als dat het maken van winst niet het primaire doel is. Het simpele feit dat een organisatie enige activiteiten uitvoert op commerciële basis betekent niet automatisch dat het maken van winst het primaire doel is van die organisatie. Lid 3: In de in dit lid genoemde situatie wordt aan vrijwilligerswerk geen maximale duur gesteld. Vrijwilligerswerk heeft in dergelijke situaties het karakter van maatschappelijke participatie. Hoofdstuk 3. Ondersteunende voorzieningen Artikel 11. Vergoedingen Een reïntegratietraject is, op een enekel uitzondering na, verplicht gesteld. Het is niet de bedoeling dat de klant door die verplichting met extra onkosten wordt geconfronteerd, die uitstijgen boven de kosten die normaal geacht worden bij het zoeken naar werk. Omdat er bij reïntegratieklanten sprake is van een, vaak langdurig, sociaal minimum is het risico dat de klanten in een sociaal isolement raken, reëel. Dat is ongewenst. Om die reden worden activiteiten die een dergelijk isolement kunnen voorkomen, gestimuleerd. Toelichting reïntegratieverordening Wet werk en bijstand,gewijzigd op 21 december 2006 4

De noodzaak om de vergoeding in het reïntegratieplan vast te leggen wordt toegelicht bij artikel 4, lid 1. Artikel 12. Premies De toepassing van dit artikel wordt in een beleidsregel uitgewerkt. Hoofdstuk 4. Slotbepalingen Artikel 13. Beleidsregels Artikel 14. Hardheidsclausule Het kan nooit volledig worden uitgesloten dat een bepaalde regel op een onverwacht moment ongewenste effecten oplevert. Voor zover dat in individuele gevallen gebeurt, kan een individuele afwijking van de regel gewenst zijn. Artikel 15. Deskundigheidsbevordering medewerkers De gemeente is bevoegd om reïntegratieactiviteiten in eigen beheer uit te voeren. Bij specifieke (doelgroepgerichte) activiteiten kan de noodzaak ontstaan om de medewerkers een aanvullende scholing of training te laten volgen. Omdat het een essentiële voorwaarde is voor het goed laten verlopen van de betreffende activiteiten, bestaat er een onmiskenbare relatie tussen de activiteiten en de deskundigheidsbevordering. Kosten van deskundigheidsbevordering voor activiteiten die tot de normale werkzaamheden van de medewerkers worden gerekend, vallen buiten dit artikel. Artikel 16. Inwerkingtreding Artikel 17. Citeertitel Toelichting reïntegratieverordening Wet werk en bijstand,gewijzigd op 21 december 2006 5