Inspectierapport De Kleine Roos-crèche (KDV) Lorentzlaan 71 1097 KJ Amsterdam Registratienummer: 141120496 Toezichthouder: GGD Amsterdam In opdracht van: Gemeente Amsterdam Datum inspectie: 10-07-2017 Type onderzoek: Jaarlijks onderzoek Status: definitief Datum vaststellen inspectierapport: 14-08-2017 De Kleine Roos-crèche - Jaarlijks onderzoek 10-07-2017 1/9
Inhoudsopgave Het onderzoek Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Personeel en groepen Inspectie-items Gegevens voorziening Gegevens toezicht De Kleine Roos-crèche - Jaarlijks onderzoek 10-07-2017 2/9
Het onderzoek Onderzoeksopzet Op 10 juli 2017 is op grond van artikel 1.62, tweede lid van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen een onaangekondigd jaarlijks onderzoek uitgevoerd. In dit onderzoek is naar aanleiding van het risicoprofiel slechts een beperkt aantal kwaliteitseisen onderzocht op het gebied van het pedagogisch klimaat, de eisen aan het personeel en aan de beroepskracht-kind-ratio. De kwaliteitseisen die zijn onderzocht staan achter in het rapport vermeld. De toezichthouder heeft de houder in de gelegenheid gesteld om na het inspectiebezoek nog documenten aan te leveren. Deze documenten heeft de toezichthouder ontvangen op 12 en 13 juli 2017 en meegenomen bij de beoordeling van de betreffende kwaliteitseisen. Beschouwing Organisatie De Kleine Roos-crèche is een kleinschalig kinderdagverblijf waar maximaal vijftien kinderen tussen de 0 en 4 jaar worden opgevangen. Het kinderdagverblijf is sinds 2004 in exploitatie en staat onder leiding van één eigenaar. De Kleine Roos-crèche is gelegen in een woonwijk in Amsterdam Watergraafsmeer en deelt het pand met een ander kinderdagverblijf. Het beschikt echter wel over een eigen ingang en een eigen aangrenzende binnentuin. Het team bestaat uit zes vaste beroepskrachten. De eigenaar is minimaal vier dagen per week op de locatie aanwezig en staat tevens zelf als beroepskracht op de groep. Per juni 2017 is er naast de zes vaste beroepskrachten nog een beroepskracht aangenomen. Deze beroepskracht zal een half jaar lang structureel twee dagen per week (boventallig) worden ingezet en daarnaast de vaste beroepskrachten vervangen in de vakantieperiode. Regelmatig wordt er met een extra beroepskracht op de groep gewerkt om de baby's of juist de oudere kinderen meer individuele aandacht te geven en uitdaging te bieden. Het kinderdagverblijf heeft een externe vertrouwenspersoon aangesteld die zowel door het personeel als de ouders kan worden ingeschakeld. Voor het kinderdagverblijf is geen klachtencoördinator aangesteld. Advies aan college van B&W De toezichthouder heeft in dit onderzoek geen overtredingen geconstateerd en adviseert om dit rapport ter kennisname in ontvangst te nemen. De Kleine Roos-crèche - Jaarlijks onderzoek 10-07-2017 3/9
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk Het pedagogisch handelen van de beroepskrachten is beoordeeld naar aanleiding van een observatie in de groep. Er is geobserveerd tijdens het wakker worden, aankleden en het vrij spel. Gedurende deze observaties wordt er voldoende invulling gegeven aan de pedagogische basisdoelen, te weten het waarborgen van de emotionele veiligheid, de mogelijkheid tot het ontwikkelen van de persoonlijke en sociale competenties en de overdracht van normen en waarden. Hieronder zijn enkele voorbeelden beschreven waarop dit oordeel gebaseerd is. Emotionele veiligheid Tijdens het inspectiebezoek blijkt dat de beroepskrachten veel aandacht besteden aan het waarborgen van de emotionele veiligheid van de kinderen. Als de toezichthouder binnenkomt, wordt aan de twee kinderen die wakker zijn verteld wie de toezichthouder is en wat zij komt doen. Ook de andere kinderen die om de beurt wakker worden krijgen steeds uitleg over de aanwezigheid van de toezichthouder. Als een beroepskracht in de gaten heeft dat een kind wat langer naar de toezichthouder kijkt, benoemt zij dit en herhaalt nog eens dat het kind deze persoon nog nooit heeft gezien en het daarom misschien wat gek is. Ook op andere momenten komt duidelijk naar voren dat de beroepskrachten inspelen op de signalen van de kinderen. Een kind dat wordt aangekleed na het middagslaapje wordt afgeleid door de geluiden van de andere kinderen in de groepsruimte. De beroepskracht neemt de tijd, stopt even met aankleden en laat het kind rustig de anderen observeren, waarbij zij benoemt dat het kind zijn broer hoort. De beroepskrachten benoemen veel van hun eigen handelingen. Wanneer zij een kind optillen kondigen zij dit aan en ook tijdens het verschonen worden handelingen, zoals het uittrekken van de slaapzak, benoemd. Door de handelingen te benoemen, weten de kinderen wat er gaat gebeuren. Tijdens het inspectiebezoek vertellen de beroepskrachten dat er veel contact is met de ouders. Zo hebben zij een smartphone die bedoeld is voor communicatie met de ouders. Daarbij vertellen de beroepskrachten dat zij veel foto's maken. Wanneer een kind bijvoorbeeld verdrietig is als de ouder vertrekt, sturen de beroepskrachten later op de dag een foto waarop de ouder kan zien dat het kind is getroost en het naar de zin heeft. Verder wordt er voor ieder kind een boekje bijgehouden waarin foto's worden geplakt die tijdens de opvang zijn gemaakt. Ook tijdens het inspectiebezoek maken de beroepskrachten foto's van de kinderen terwijl zij aan het spelen zijn. Persoonlijke competenties Op het kinderdagverblijf wordt de ontwikkeling van persoonlijke competenties gestimuleerd. Een van de kinderen is nog te jong om zich zelfstandig aan te kleden. Een beroepskracht laat het kind dit toch proberen en helpt hierbij. Zo houdt de beroepskracht een broek voor het kind en vraagt het kind zelf een been erin te doen. Vervolgens laat zij het kind het andere been erin doen. Als dit gelukt is laat ze de broek los en mag het kind de broek zelf omhoog trekken. De beroepskracht geeft het kind een compliment als dit voor een deel lukt en helpt het kind met het laatste stukje. Naast het stimuleren van de zelfstandigheid, worden kinderen ook gestimuleerd in hun fysieke ontwikkeling. Zo gaat een van de beroepskrachten een eindje van een kind vandaan op de grond zitten. De beroepskracht pakt speelgoedauto's en roept een kind dat wat verder weg op de grond speelt. Hiermee daagt de beroepskracht het kind uit om naar de auto's toe te kruipen. Bij een ander kind dat al kan staan en aan de hand kan lopen, gaat een beroepskracht ook op de grond zitten. Zij laat de hand van het kind los en spreidt haar armen; het kind loopt enthousiast een paar stappen en valt in de armen van de beroepskracht. De beroepskracht vraagt aan de andere beroepskracht of deze zag dat het kind losliep. Daarbij zegt ze dat het eraan zat te komen dat het kind begint te lopen. De beroepskracht geeft het kind een kusje en is zichtbaar trots. Ook de oudere kinderen worden gestimuleerd in de ontwikkeling van hun persoonlijke competenties. Wanneer een aantal kinderen samen iets hebben gemaakt van een magneetspel, zegt een van de kinderen dat het een taart is omdat een van de beroepskrachten jarig is. De beroepskrachten gaan mee in het fantasiespel. Een van de kinderen zegt vervolgens dat ze ook het liedje van de trommel en de fluit moeten zingen en met elkaar zingt de groep het verjaardagslied. Vervolgens 'eten' zij met elkaar de taart en benoemt een beroepskracht wat zij allemaal proeft in de taart. De beroepskrachten werken duidelijk kindvolgend en passen zich aan bij de interesses en het ontwikkelingsniveau van de kinderen. Sociale competenties en overdracht normen en waarden Wanneer kinderen samen aan het spelen zijn, zegt een van de kinderen dat ze ook zoveel ballen wil als het andere kind heeft. Een beroepskracht reageert hierop door het kind te vragen of ze dit aan het andere kind heeft gevraagd. Het kind vraagt vervolgens aan het andere kind of het ook een bal mag. De ballen worden vervolgens gedeeld. De beroepskrachten moedigen onderling contact aan en leren de kinderen om samen te spelen. Op het kinderdagverblijf is er naast aandacht voor de ontwikkeling van sociale competenties ook aandacht voor de overdracht van normen en waarden. Zo blijkt tijdens het bezoek dat er verschillende afspraken zijn. Wanneer een kind aan het schreeuwen is, vertellen de beroepskrachten dat het in de tuin mag schreeuwen, maar binnen wat zachter moet doen. Het kind krijgt een compliment als het zachter praat. Wanneer een ander kind met speelgoed gooit, legt een beroepskracht uit dat dat niet de bedoeling is en vertelt de beroepskracht dat als het kind wil gooien, het een bal mag pakken. Door de kinderen een alternatief te bieden, begeleiden de beroepskrachten de kinderen bij het omgaan met afspraken in de groep. De Kleine Roos-crèche - Jaarlijks onderzoek 10-07-2017 4/9
Gebruikte bronnen: - Inspectieonderzoek - Gesprekken met de beroepskrachten - Observatie in de groep tussen 14.20 en 15.30 uur De Kleine Roos-crèche - Jaarlijks onderzoek 10-07-2017 5/9
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De personen die werkzaam zijn bij het kindercentrum beschikken over een geldige verklaring omtrent het gedrag die voor aanvang van de werkzaamheden is overgelegd en op dat moment niet ouder is dan twee maanden. Deze beoordeling is gebaseerd op de verklaring omtrent het gedrag van een beroepskracht die sinds het vorig jaarlijks inspectieonderzoek d.d. 1 april 2016 in dienst is getreden. Van een stagiair is beoordeeld dat de verklaring omtrent het gedrag niet ouder is dan twee jaar. Passende beroepskwalificatie De beroepskrachten die werkzaam zijn bij het kindercentrum beschikken over een passende beroepskwalificatie zoals in de cao Kinderopvang is opgenomen. Deze beoordeling is gebaseerd op de beroepskwalificatie van een beroepskracht die sinds het vorig jaarlijks inspectieonderzoek d.d. 1 april 2016 in dienst is getreden. Opvang in groepen Er is één stamgroep waarin maximaal vijftien kinderen tussen 0 en 4 jaar oud worden opgevangen. Beroepskracht-kind-ratio Op de dag van het inspectiebezoek worden er voldoende beroepskrachten ingezet voor het aantal kinderen dat wordt opgevangen. Er worden namelijk twaalf kinderen opgevangen door twee beroepskrachten. Op basis van een steekproef uit de presentielijsten van 3 tot en met 10 juli 2017 en de bijbehorende werkroosters van het personeel, constateert de toezichthouder dat ook in deze periode voldoende beroepskrachten zijn ingezet voor het aantal opgevangen kinderen. Wanneer er een beroepskracht alleen in het pand aanwezig is, conform de beroepskracht-kindratio, is een achterwachtregeling van toepassing die getroffen is met meerdere personen die binnen vijftien minuten aanwezig kunnen zijn. Gebruikte bronnen: - Inspectieonderzoek - Gesprekken met beroepskrachten - Telefoongesprek met de leidinggevende, d.d. 11 juli 2017 - Steekproef afschriften verklaringen omtrent het gedrag, ontvangen op 12 juli 2017 - Steekproef afschriften beroepskwalificaties, ontvangen op 12 juli 2017 - Overzicht inzet beroepskrachten, periode 3 tot en met 10 juli 2017, ontvangen op 12 juli 2017 - Presentielijsten, periode 3 tot en met 10 juli 2017, ontvangen op 12 juli 2017 - Plaatsingslijst, ontvangen op 13 juli 2017 De Kleine Roos-crèche - Jaarlijks onderzoek 10-07-2017 6/9
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven vanaf 1 maart 2013. Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is bij aanvang van de werkzaamheden niet ouder dan twee maanden. Een verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht of vrijwilliger is vóór aanvang van de werkzaamheden aan de houder overgelegd en bij aanvang van de werkzaamheden niet ouder dan twee jaar. De actuele verklaring omtrent het gedrag is niet ouder dan twee jaar, te rekenen vanaf de dag van afgifte van de meest actuele verklaring omtrent het gedrag. Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals opgenomen in de meest recent aangevangen cao kinderopvang. Opvang in groepen De opvang vindt plaats in stamgroepen. Beroepskracht-kind-ratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar; - 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. De houder heeft geregeld dat een andere volwassene telefonisch bereikbaar is en binnen 15 minuten aanwezig kan zijn in geval van een calamiteit, indien conform de beroepskracht-kindratio slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is. De Kleine Roos-crèche - Jaarlijks onderzoek 10-07-2017 7/9
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening : De Kleine Roos-crèche KvK-vestigingsnummer : 000004255852 Website : Aantal kindplaatsen : 15 Gesubsidieerde voorschoolse educatie : Nee Gegevens houder Naam houder : Albertine ter Keurst KvK-nummer : 54304318 Website : www.de-kleine-roos.nl Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD : GGD Amsterdam Inspectie kinderopvang Postadres : Postbus 2200 Postcode en plaats : 1000 CE AMSTERDAM Telefoonnummer : 020 555 55 75 Onderzoek uitgevoerd door : Mw. I.E. Dammers, MSc Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam : Gemeente Amsterdam Postadres : Amstel 1 Postcode en plaats : 1011 PN AMSTERDAM Planning Datum inspectiebezoek : 10-07-2017 Opstellen concept inspectierapport : 03-08-2017 Zienswijze houder : 14-08-2017 Vaststellen inspectierapport : 14-08-2017 Verzenden inspectierapport naar houder en oudercommissie : 16-08-2017 Verzenden inspectierapport naar gemeente : 16-08-2017 Openbaar maken inspectierapport : De Kleine Roos-crèche - Jaarlijks onderzoek 10-07-2017 8/9
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid om een zienswijze in te dienen. De Kleine Roos-crèche - Jaarlijks onderzoek 10-07-2017 9/9