De opleiding wordt zowel voltijds als in deeltijd verzorgd.

Vergelijkbare documenten
De opleiding wordt zowel voltijds als in deeltijd verzorgd.

Opleidingsspecfiek deel BA Kunstgeschiedenis. colloquium doctum

De opleiding wordt zowel voltijds als in deeltijd verzorgd.

De opleiding wordt zowel voltijds als in deeltijd verzorgd.

2. De afgestudeerde: o heeft kennis van en inzicht in (westerse) muziek in de hedendaagse samenleving en heeft vaardigheid in de historiografische,

Studenten worden vanaf het eerste bachelorjaar vertrouwd gemaakt met theorie en praktijk van wetenschappelijk onderzoek.

Opleidingsspecifieke deel OER, Opleiding / programma: BA Communicatie- en informatiewetenschappen. Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum

Opleiding / programma: BA Wijsbegeerte. Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum

Opleidingsspecifieke deel OER, Opleiding / programma: BA Geschiedenis. Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum

Opleidingsspecifieke deel OER, BA Wijsbegeerte. Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum

Opleidingsspecifieke deel OER, BA Islam en Arabisch. Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum

De opleiding wordt zowel in voltijd als in deeltijd verzorgd.

Studenten worden vanaf het eerste bachelorjaar vertrouwd gemaakt met theorie en praktijk van wetenschappelijk onderzoek.

Opleiding / programma: BA Communicatie- en informatiewetenschappen. Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum

2. De afgestudeerde: o heeft kennis van en inzicht in (westerse) muziek in de hedendaagse samenleving en heeft vaardigheid in de historiografische,

Studenten worden vanaf het eerste bachelorjaar vertrouwd gemaakt met theorie en praktijk van wetenschappelijk onderzoek.

Opleidingsspecifieke deel OER, BA Wijsbegeerte. Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum

Studenten worden vanaf het eerste bachelorjaar vertrouwd gemaakt met theorie en praktijk van wetenschappelijk onderzoek.

Het toelatingsonderzoek, bedoeld in art van de wet, heeft betrekking op de volgende vakken op VWO-niveau: Wiskunde A of B en Engels.

Opleidingsspecifieke deel OER, BA Wijsbegeerte. Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum

Het toelatingsonderzoek, bedoeld in art van de wet, heeft betrekking op de volgende vakken op VWO-niveau: Wiskunde A of B en Engels.

Opleidingsspecifieke deel OER, BA Taalwetenschap. Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum

Opleidingsspecifieke deel OER, Opleiding / programma: BA Communicatie- en informatiewetenschappen. Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum

2. Afgestudeerden in de bacheloropleiding Taalwetenschap:

Het toelatingsonderzoek, bedoeld in art van de wet, heeft betrekking op de volgende vakken op VWO-niveau: Wiskunde A of B en Engels.

Het toelatingsonderzoek, bedoeld in art van de wet, heeft betrekking op de volgende vakken op vwo-niveau: Wiskunde A of B, en Engels.

Afgestudeerden in de bacheloropleiding Taalwetenschap:

Afgestudeerden in de bacheloropleiding Keltische talen en cultuur:

Opleidingsspecifieke deel OER, BA Literatuurwetenschap. Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum

Afgestudeerden in de bacheloropleiding Keltische talen en cultuur:

Studenten worden vanaf het eerste bachelorjaar vertrouwd gemaakt met theorie en praktijk van wetenschappelijk onderzoek.

Opleidingsspecifieke deel OER Opleiding / programma: BA Taalwetenschap. Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum

6. Het eindniveau van de onderzoeksvaardigheden die via (1), (2) en (3) verworven zijn, komt tot uitdrukking in het bacheloreindwerkstuk.

1. De opleiding omvat een gedeelte (major) met een studielast van 120 studiepunten, dat betrekking heeft op Literatuurwetenschap.

Opleidingsspecifieke deel OER BA Media en cultuur

Studenten worden vanaf het eerste bachelorjaar vertrouwd gemaakt met theorie en praktijk van wetenschappelijk onderzoek.

Studenten worden vanaf het eerste bachelorjaar vertrouwd gemaakt met theorie en praktijk van wetenschappelijk onderzoek.

Studenten worden vanaf het eerste bachelorjaar vertrouwd gemaakt met theorie en praktijk van wetenschappelijk onderzoek.

Studenten worden vanaf het eerste bachelorjaar vertrouwd gemaakt met theorie en praktijk van wetenschappelijk onderzoek.

Opleidingsspecifieke deel OER, BA Literatuurwetenschap. Artikel Tekst uit OER Colloquium doctum

Het toelatingsonderzoek, bedoeld in art van de wet, heeft betrekking op de volgende vakken op VWO-niveau: Wiskunde A of B, en Engels.

1. De opleiding wordt in het Frans en Nederlands verzorgd. 2. In afwijking van het eerste lid kunnen een of meer onderdelen van de opleiding

Afgestudeerden in de bacheloropleiding Keltische talen en cultuur

De opleiding wordt zowel voltijds als in deeltijd verzorgd.

Studenten worden vanaf het eerste bachelorjaar vertrouwd gemaakt met theorie en praktijk van wetenschappelijk onderzoek.

1. De opleiding omvat een gedeelte (major) met een studielast van 135 studiepunten, dat betrekking heeft op Taalwetenschap. Van de major dienen

De opleiding wordt zowel in voltijd als in deeltijd verzorgd.

Opleidingsspecifieke deel OER, Duitse taal en cultuur. Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum

Afgestudeerden in de bacheloropleiding Italiaanse taal en cultuur:

Afgestudeerden in de bacheloropleiding Taalwetenschap

Studenten worden vanaf het eerste bachelorjaar vertrouwd gemaakt met theorie en praktijk van wetenschappelijk onderzoek.

Afgestudeerden in de bacheloropleiding Keltische talen en cultuur

Opleidingsspecifiek deel bij de OER Bacheloropleiding Natuurwetenschap en Innovatiemanagement Undergraduate School Geosciences

Opleidingsspecfiek deel BA Franse taal en cultuur. colloquium doctum

BA Nederlandse taal en cultuur. Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum

Opleidingsspecifieke deel OER, Opleiding / programma: BA Nederlandse taal en cultuur. Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum

Opleidingsspecifiek deel MA Geschiedenis. toelatingseisen opleiding

Opleiding / programma: BA Liberal Arts and Sciences. Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum

Afgestudeerden in de bacheloropleiding Spaanse taal en cultuur

Afgestudeerden in de bacheloropleiding Franse taal en cultuur

Opleidingsspecifieke deel OER, Opleiding / programma: BA Liberal Arts and Sciences

Opleiding / programma: BA Taal- en cultuurstudies. Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum

Opleidingsspecifiek deel Natuurwetenschap en Innovatiemanagement bij de OER Bacheloropleidingen Undergraduate School Geosciences

Opleidingsspecfiek deel BA Duitse taal en cultuur. colloquium doctum

De afgestudeerde in de bacheloropleiding Duitse taal en cultuur:

Opleidingsspecifieke deel OER, Opleiding / programma: Neerlandistiek/ Nederlandse taal en cultuur

2. De afgestudeerde in de bacheloropleiding Duitse taal en cultuur:

De opleiding wordt zowel voltijds als in deeltijd verzorgd.

Voor het programma van de opleiding gelden geen aanvullende toelatingsvoorwaarden.

De opleiding wordt zowel voltijds als in deeltijd verzorgd.

Afgestudeerden in de bacheloropleiding Spaanse taal en cultuur

Opleidingsspecfiek deel BA Portugese taal en cultuur. colloquium doctum

De opleiding wordt zowel in voltijd als in deeltijd verzorgd.

Afgestudeerden in de bacheloropleiding Italiaanse taal en cultuur

Opleidingsspecfiek deel BA Taal- en cultuurstudies. colloquium doctum

Opleidingsspecifieke deel OER, BA Nederlandse taal en cultuur. Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum

Studenten worden vanaf het eerste bachelorjaar vertrouwd gemaakt met theorie en praktijk van wetenschappelijk onderzoek.

Afgestudeerden in de bacheloropleiding Spaanse taal en cultuur:

De afgestudeerde in de bacheloropleiding Franse Taal en Cultuur:

Afgestudeerden in de bacheloropleiding Spaanse taal en cultuur:

2. De afgestudeerde in de bacheloropleiding Duitse taal en cultuur:

Opleidingsspecifieke deel OER, BA Spaanse taal en cultuur. Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum

De afgestudeerde in de bacheloropleiding Duitse taal en cultuur:

Opleidingsspecfiek deel BA Italiaanse taal en cultuur. colloquium doctum

Men komt in aanmerking voor toelating tot het programma Kunstgeschiedenis indien men aantoont te beschikken over de volgende competenties:

Voor de te onderscheiden programma s van de opleiding gelden, in aanvulling op het in art. 2.1 bepaalde, geen aanvullende toelatingsvoorwaarden.

De opleiding wordt zowel voltijds als in deeltijd verzorgd.

Afgestudeerden in de bacheloropleiding Spaanse taal en cultuur

Afgestudeerden in de bacheloropleiding Engelse Taal en Cultuur:

Studenten worden vanaf het eerste bachelorjaar vertrouwd gemaakt met theorie en praktijk van wetenschappelijk onderzoek.

2. Selectie van studenten geschiedt op basis van een oordeel over de volgende kerncompetenties van belangstellenden:

Opleidingsspecifiek deel MA Portugese taal en cultuur. toelatingseisen opleiding

Opleiding / programma: Neerlandistiek/ Neerlandistiek (voorheen Nederlandse taal en cultuur)

Studenten worden vanaf het eerste bachelorjaar vertrouwd gemaakt met theorie en praktijk van wetenschappelijk onderzoek.

BA Taal- en cultuurstudies. Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum

Het diploma van de opleiding kan behaald worden tot en met 31 december 2015.

Artikel Tekst 2.1 Toelatingseisen opleiding

Afgestudeerden in de bacheloropleiding Franse taal en cultuur

Opleidingsspecifiek deel MA Religie en theologie. toelatingseisen opleiding

Afgestudeerden in de bacheloropleiding Franse taal en cultuur

Transcriptie:

Opleidingsspecifieke deel OER, 2014-2015 Opleiding / programma: Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum Het toelatingsonderzoek, bedoeld in art. 7.29 van de wet, heeft betrekking op maximaal vier van de volgende vakken op VWO niveau: Duits, gels, Frans en Geschiedenis. 3.1 Doel van de opleiding 1. Met de opleiding wordt beoogd: o kennis, vaardigheid en inzicht op het gebied van de Kunstgeschiedenis, en het bereiken van de eindkwalificaties genoemd in het tweede lid. o academische vorming. Hieronder wordt verstaan het ontwikkelen van competenties (kennis, vaardigheden en attitudes) ten aanzien van: - academisch denken, handelen en communiceren; - hanteren van relevant wetenschappelijk instrumentarium; - (wetenschappelijk) communiceren in de eigen taal; - hanteren van specifieke kennis van een vakgebied in een bredere wetenschappelijke, wetenschapsfilosische, en maatschappelijk/culturele context; - gedragsnormen die gelden tijdens de studie en binnen de wetenschap. o voorbereiding op een verdere studieloopbaan Studenten worden vanaf het eerste bachelorjaar vertrouwd gemaakt met theorie en praktijk van wetenschappelijk onderzoek. 2. De afgestudeerde: o heeft kennis van en inzicht in het vakgebied Kunstgeschiedenis; o heeft kennis van en inzicht in de theoretische en methodologische grondslagen van de Kunstgeschiedschrijving; o beschikt over algemene academische vaardigheden, in het bijzonder met betrekking tot de Kunstgeschiedenis; o is in staat om kennis en inzicht op dusdanige wijze toe te passen, dat dit een pressionele benadering van zijn/haar werk beroep laat zien; o kan een praktijkvraag probleem op het vakgebied herformuleren tot een duidelijke en onderzoekbare probleemstelling; de daarin vervatte begrippen op adequate wijze operationaliseren; een onderwerp zowel theoretisch als empirisch bestuderen, in onderlinge samenhang; het resultaat weergeven in een coherent betoog dat wordt afgesloten met een heldere, synthetiserende conclusie; de resultaten gebruiken voor het beantwoorden van de praktijkvraag het bijdragen aan verheldering en zo mogelijk oplossing van het probleem; vormt een oordeel dat mede gebaseerd is op het afwegen van relevante sociaalmaatschappelijke, wetenschappelijke ethische aspecten. o is in staat om informatie, ideeën en oplossingen over te brengen op een publiek bestaande uit specialisten niet-specialisten. bezit de leervaardigheden die noodzakelijk zijn om een masteropleiding aan te gaan. 3.2 Vorm van de opleiding De opleiding wordt zowel voltijds als in deeltijd verzorgd. Let op: per 1 september 2014 is instroom in de bacheloropleiding in deeltijd niet meer mogelijk. Studenten die voor september 2014 zijn gestart met de opleiding in deeltijd kunnen zich tot en met collegejaar 2018-2019 herinschrijven als 1

deeltijdstudent. Daarna is het niet meer mogelijk om in deeltijd af te studeren binnen deze opleiding. 3.3 Taal waarin de opleiding wordt verzorgd 3.5 Major 1. De opleiding wordt in het Nederlands verzorgd. 2. In afwijking van het eerste lid kunnen een meer onderdelen van de opleiding in het gels worden verzorgd indien de herkomst van de student docent daartoe noodzaakt als het onderdeel als zodanig geprogrammeerd is. Studenten gestart per 1 september 2013 later 1. De opleiding omvat een gedeelte (major) met een studielast van 120 studiepunten, dat betrekking heeft op Kunstgeschiedenis. 2a) In de major zijn de in de bijlage onder 1 aangewezen onderdelen met een totale studielast van 67,5 studiepunten verplicht (inclusief eindwerkstuk, zie ook lid 3.). 2b) In de major zijn in de bijlage onder 2 de verdiepingspakketten aangewezen. Hieruit kiest de student ten minste één pakket met een totale studielast van30 studiepunten. 2c) In de major zijn in de bijlage onder 3 academische-contextcursussen aangewezen. Deze cursussen hebben mede betrekking op de wetenschappelijke en maatschappelijke context van de opleiding. Hieruit kiest de student tenminste 3 onderdelen met een totale studielast van 22,5 studiepunten: - tenminste 7,5 studiepunten op inleidend niveau (1) binnen het domein Geschiedenis en Kunstgeschiedenis - tenminste 7,5 studiepunten op gevorderd niveau (3) binnen het domein Geschiedenis en Kunstgeschiedenis - tenminste 7,5 studiepunten op inleidend niveau (1) binnen een van de andere domeinen van de faculteit Geesteswetenschappen, te weten Filosie en Religiewetenschap, Media- en Cultuurwetenschappen Talen, Literatuur en Communicatie. (= academische contextcursus buiten domein) 3. Binnen de major is een eindwerkstuk met een studielast van 7,5 studiepunten op gevorderd niveau verplicht. 4. De onderdelen van de opleiding binnen de major basispakketten, verdiepingspakketten, academische-contextcursussen en eindwerkstuk - dienen voor ten minste 45 studiepunten op gevorderd niveau te liggen (3). Studenten gestart voor 1 september 2013 1. De opleiding omvat een gedeelte (major) met een studielast van 135 studiepunten, dat betrekking heeft op kunstgeschiedenis. Van de major dienen onderdelen deel uit te maken die mede betrekking hebben op de wetenschappelijke en maatschappelijke context van kunstgeschiedenis met een studielast van ten minste 30 studiepunten. 2a) In de major zijn 75 studiepunten verplicht (hiervan zijn 15 studiepunten aangewezen als academische context). 2b) In de major zijn major verplichte keuze onderdelen aangewezen. Hieruit kiest de student voor tenminste 45 studiepunten, 2c) In de major zijn academische-contextkeuzeonderdelen aangewezen. Hieruit kiest de student voor tenminste 15 studiepunten 3. Binnen de major is een eindwerkstuk met een studielast van 7,5 studiepunten op 2

gevorderd niveau verplicht. Dit wordt geschreven binnen het kader van een van de onderzoekswerkgroepen. 4. De onderdelen van de major verplichte, majorgebonden keuze en academischecontextonderdelen- dienen voor ten minste 30 studiepunten op verdiepend niveau te liggen en voor ten minste 45 studiepunten op gevorderd niveau. 6.7 Toegang tot aansluitende masteropleiding De bezitter van het diploma van de bacheloropleiding Kunstgeschiedenis van de Universiteit Utrecht wordt geacht te beschikken over de kennis, het inzicht en de vaardigheden die vereist zijn voor toelating tot de masteropleidingen op het gebied van de kunstgeschiedenis en kan uit dien hode worden toegelaten tot die masteropleidingen. 3

Onderwijsprogramma Opleiding: Bijlage 1 (art. 3.5) Verplichte onderdelen Basispakket 1: Kennen en herkennen Cursusnaam Niveau ECTS Periode Kun-Kunst van het westen deel 1 1 7,5 1 Kun-Kunsttechnieken 1 7,5 1 Kun-Kunst van het westen deel 2 1 7,5 2 Kun-Gebouw en interieur 1 7,5 3 Basispakket 2: Begrijpen en interpreteren Cursusnaam Niveau ECTS Periode Kun-Motief en betekenis 1 7,5 3 Kun-Kunst: betekenis en interpretatie 2 7,5 4 Kun-Kernproblemen 1 2 7,5 4 Keuze uit: Kun-Kernproblemen 1: 300-1400 Kun-Kernproblemen 1: 1900-heden Kun-Kernproblemen 2 Keuze uit: Kun-Kernproblemen 2: 1400-1600 Kun-Kernproblemen 2: 1600-1750 Kun-Kernproblemen 2: 1750-1900 2 7,5 1 In het derde jaar moet een eindwerkstuk worden geschreven (verplicht, 7,5 ECTS). Bijlage 2 (art. 3.5) - Verdiepingspakketten verplichte keuze één pakket (30 ECTS) Verdiepingspakket Oude kunst en architectuur Cursusnaam Niveau ECTS Periode Kun-Bronnen en methoden Oude kunst 3 7,5 2 Kun-Onderzoekswerkgroep oude kunst 3 7,5 3 Kun-Excursie Oudere kunst 3 15 4 Verdiepingspakket Moderne en hedendaagse kunst en architectuur Cursusnaam Niveau ECTS Periode Kun-Bronnen en methoden moderne kunst 3 7,5 2 Kun-Onderzoekswerkgroep moderne kunst 3 7,5 3 Kun-Excursie Moderne Kunst 3 15 4 4

Bijlage 3 (art. 3.5) Academische-contextcursussen (22,5 ECTS) Binnen domein: verplichte keuze (15 ECTS: 7,5 ECTS niveau 1 en 7,5 ECTS niveau 3). De bachelor Kunstgeschiedenis valt onder het domein Geschiedenis en Kunstgeschiedenis. Cursusnaam Niveau ECTS Periode Het Rijksmuseum 1 7,5 2 Kun-Bezit en behoud 3 7,5 3 Buiten domein: (7,5 ECTS). Er moet een cursus gekozen worden uit een van de andere drie domeinen: domein Media- en Cultuurwetenschappen, domein Talen, Literatuur en Communicatie, domein Filosie en Religiewetenschap. Buiten domein: Cursusnaam Nivea ECTS Periode u De grote ideeën 1 7,5 2 Mohammed in heden en verleden 1 7,5 2 Gender, etniciteit en cultuurkritiek 1 7,5 2 Het culturele veld 1 7,5 2 Sterke verhalen 1 7,5 2 Taal: Feit en fictie 1 7,5 2 Communicatie in context 1 7,5 2 Bijlage 4 Minors Minor GW Binnen de prileringsruimte (60 EC) volgt de student in ieder geval een verplichte minor GW van 30 EC. De minor GW is een samenhangend pakket van vier cursussen binnen de Geesteswetenschappen, behorende tot een ander vakgebied dan de major van de student. Hieronder staat een lijst van minors die binnen de faculteit worden aangeboden. Een studieperiode in het buitenland kan onder bepaalde voorwaarden als vervanging voor de minor GW gelden. Hiervoor is vooraf toestemming van de examencommissie nodig. In uitzonderlijke gevallen kan de student een minor van buiten de faculteit inzetten als minor GW. Ook hiervoor is vooraf toestemming nodig van de examencommissie. Minors GW 2014-2015: Filosie en Religiewetenschap Arabisch De Middellandse zee: brug en klo Ethics in Modern Society Esthetica Kunstmatige intelligentie Islam Literatuur en levensbeschouwing Religiestudies Het Goede, het Ware, het Schone Wat is de mens? 5

Geschiedenis en Kunstgeschiedenis Amerikanistiek Antieke cultuur Archeologie Beeldcultuur en samenleving Conflict Studies De macht en onmacht van de markt Educatieve minor alfa/gamma Geschiedenis Geschiedenis en herinnering in de digitale wereld Internationale betrekkingen Kunstgeschiedenis Mediëvistiek H en stad Politiek tussen nationale staat en mondiale samenleving Wetenschapsgeschiedenis Talen, Literatuur en Communicatie Brains & Bodies: cognitie en emotie in de geesteswetenschappen Communicatie- en informatiewetenschappen Digital Humanities Duitse taal en cultuur gelse taal en cultuur Franse taal en cultuur Gouden tijden in vroegmodern Europa Grote werken uit de literatuur Italiaanse taal en cultuur Keltische talen en cultuur Literatuur in conflict Literatuurwetenschap Logopediewetenschap Nederlandse taal en cultuur Nederlandse cultuur Spaanse taal en cultuur Taalontwikkeling Taalwetenschap Media- en cultuurwetenschap Creative Cities Game studies Gender Studies Comparative Media Studies Kunstbeleid- en management Muziekwetenschap Postcolonial Studies Theater- film- en televisiewetenschap 6

Bijlage 5 gelstalig aanbod voor exchangestudenten Pakket gelstalig aanbod Cursusnaam Niveau ECTS Periode Ges-American Society and Culture 2 7,5 1 Ges-Freedom and Inequality in the US 3 7,5 2 Ges-Politics Images 3 7,5 4 Kun-Photography, Film and Video as Art 3 7,5 4 7

Overgangsregelingen bacheloropleiding Kunstgeschiedenis 2014-2015 Algemene opmerkingen Voor studenten die zijn gestart vóór collegejaar 2010-2011 zijn geen overgangsregelingen opgenomen. Zij dienen te overleggen met de examencommissie van de opleiding. Hieronder vindt u de overgangsregelingen van de cohorten 2010 t/m 2013, startend met het cohort 2010. Een onderwijsonderdeel kan in een nieuw onderwijsprogramma terugkomen op een andere plek in het curriculum, terwijl de cursus ongewijzigd blijft (bijv. verschuiving van verplicht naar verplichte keuze andersom). Indien u een onderdeel heeft behaald dat in uw programma op een bepaalde plek stond (bijv. verplicht), dan blijft deze cursus voor u op diezelfde plek geregistreerd staan. Indien u dit onderdeel nog niet heeft behaald, ook dan blijft dit onderdeel voor u een verplicht onderdeel, ook al geldt het onderdeel voor studenten gestart in een ander studiejaar als een keuzeonderdeel. Een onderdeel kan nooit twee keer behaald worden, ook al is de plek in het curriculum veranderd. Overgangsregelingen voor studenten die zijn ingestroomd in het collegejaar 2010-2011 (cohort 2010) Studenten die gestart zijn in collegejaar 2010-2011, dienen het onderwijsprogramma af te ronden zoals beschreven in de OER-bijlage 2010-2011. Indien bepaalde onderdelen van dat onderwijsprogramma in het huidige collegejaar 2014-2015 niet meer worden aangeboden, geldt onderstaande overgangsregeling*. Het is mogelijk om over te stappen naar het onderwijsprogramma van het huidige collegejaar (2014-2015). Als men hiervoor kiest, dient te worden voldaan aan alle voorwaarden van het onderwijsprogramma 2014-2015 en dient dit te worden goedgekeurd door de examencommissie van de opleiding**. 1) Verplichte onderdelen major Niet behaald Te doen in 2014-2015 Opmerkingen Naam cursus + cursuscode Naam cursus + cursuscode Iconografie I 201000101 Motief en betekenis KU1V13001 Studenten die 201000101 al KU1V13001 niet ook volgen Inleiding architectuurgeschiedenis KU1V11004 Typologie architectuur en stedenbouw 200300667 Kunst van het westen I 200300525 Kunst van het westen II 200300580 Gebouw en interieur KU1V13002 Gebouw en interieur KU1V13002 Kunst van het Westen deel 1 KU1V12003 Kunst van het Westen deel 2 KU1V12004 8 Studenten die KU1V11004 al KU1V13002 niet ook volgen Studenten die 200300667 al KU1V13002 niet ook volgen Cursus is van code veranderd. Studenten die 200300525 al KU1V12003 niet ook volgen en afronden. Cursus is van code veranderd. Studenten die 200300580 al KU1V12004 niet ook volgen en

Kunsttechnieken 200500236 Iconografie II 200500239 Iconografie I 201000101 en Iconografie II 200500239 Kunsttechnieken KU1V12005 Motief en betekenis KU1V13001 Motief en betekenis KU1V13001 en Kunst: betekenis en interpretatie KU2V13010 afronden. Cursus is van code veranderd. Studenten die 200500236 al KU1V12005 niet ook volgen en afronden. Studenten die 200500239 al KU1V13001 niet ook volgen Let op: neem contact op met je studieadviseur en vraag toestemming aan de examencommissie. 2) Academische context verplicht Was Wordt Opmerkingen Bezit en behoud 200900006 Kun-Bezit en behoud GK3V14002 Niet behaald Te doen Opmerkingen Kunst onderzoeken 201000277 Basiscursus kunsthistorisch onderzoek TC2V11003 1) Verplichte keuzeonderdelen major Was Wordt Opmerkingen Kernproblemen 300-1400 201000104 Kernproblemen 1900-heden 201000103 Kernproblemen 1400-1600 200500266 Kernproblemen 1600-1750 200500345 Kernproblemen 1750-1900 200501099 Kernproblemen 1: 300-1400 KU2V13003 Kernproblemen 1: 1900 - heden KU2V13004 Kernproblemen 2: 1400-1600 KU2V14001 Kernproblemen 1600-1750 KU2V14002 Kernproblemen 2 1750-1900 KU2V14003 9 Studenten die 201000104 al KU2V13003 niet ook volgen Studenten die 201000103 al KU2V13004 niet ook volgen

Het meesterwerk in moderne kunst 200900016 Modernisme, avantgarde, postmodernisme 200500352 Het meesterwerk in de moderne kunst KU2V14005 Modernisme, avantgarde, postmodernisme KU3V14009 Niet behaald Te doen Opmerkingen Excursie buitenland 200501162 Excursie Oudere kunst KU3V14003 Of: Onderzoekswerkgroep I 201000199 201000172 201000207 200900234 Excursie Moderne Kunst KU3V14006 Een onderzoekswerkgroep. U heeft keuze uit: KU3V14011 KU3V14012 KU3V14005 Bachelor Eindwerkstuk KU3V14010 Het bachelor eindwerkstuk vloeit voort uit de onderzoekswerkgroep. 4) Academische context keuze Niet behaald Te doen Opmerkingen Onderzoekswerkgroep II ( 201000197/ 200900236/ 201000203/ Middeleeuwse kunst 201000204) Bronnen en methoden Oude kunst KU3V14001 Of Bronnen en methoden moderne kunst KU3V14004 Een onderzoekswerkgroep. U heeft keuze uit: 10

KU3V14011 KU3V14012 KU3V14005 Let op: indien u zowel Onderzoekswerkgroep I als II nog niet behaald heeft, doet u het volgende: Niet behaald Te doen Opmerkingen Onderzoekswerkgroep I ( 201000199 201000172 201000207 200900234) Bronnen en methoden Oude kunst KU3V14001 Of Bronnen en methoden moderne kunst KU3V14004 Twee onderzoekswerkgroepen, keuze uit: Let op: het bachelor eindwerkstuk moet voortvloeien uit een van de twee gevolgde onderzoekswerkgroepen. Én Onderzoekswerkgroep II ( 201000197 200900236 201000203 Middeleeuwse kunst 201000204) KU3V14011 KU3V14012 KU3V14005 Bachelor Eindwerkstuk KU3V14010 * Ontbreekt er een onderdeel, neem dan contact op met uw studieadviseur ** Als u dit overweegt, neem dan contact op met uw studieadviseur. Overgangsregelingen voor studenten die zijn ingestroomd in het collegejaar 2011-2012 (cohort 2011) Studenten die gestart zijn in studiejaar 2011-2012, dienen het onderwijsprogramma af te ronden zoals beschreven in de OER-bijlage 2011-2012. Indien bepaalde onderdelen van dat 11

onderwijsprogramma in het huidige studiejaar 2014-2015 niet meer worden aangeboden, geldt onderstaande overgangsregeling*. Het is mogelijk om over te stappen naar het onderwijsprogramma van het huidige studiejaar (2014-2015). Als men hiervoor kiest, dient te worden voldaan aan alle voorwaarden van het onderwijsprogramma 2014-2015 en dient dit te worden goedgekeurd door de examencommissie van de opleiding**. 1) Verplichte onderdelen major Niet behaald Te doen in 2014-2015 Opmerkingen Kunst van het Westen I 200300525 Kunst van het Westen II 200300580 Kunsttechnieken 200500236 Iconografie I 201000101 Iconografie II 200500239 Iconografie I 201000101 en Iconografie II 200500239 Inleiding architectuurgeschiedenis KU1V11004 Excursie buitenland 200501162 Kunst van het westen deel 1 KU1V12003 Kunst van het Westen deel 2 KU1V12004 Kunsttechnieken KU1V12005 Motief en betekenis KU1V13001 Motief en betekenis KU1V13001 Motief en betekenis KU1V13001 en Kunst: betekenis en interpretatie KU2V13010 Gebouw en interieur KU1V13002 Excursie Oudere kunst KU3V14003 Of: Excursie Moderne Kunst KU3V14006 Cursus is van code veranderd. Studenten die 200300525 al KU1V12003 niet ook volgen Cursus is van code veranderd. Studenten die 200300580 al KU1V12004 niet ook volgen Cursus is van code veranderd. Studenten die 200500236 al KU1V12005 niet ook volgen Studenten die 201000101 al KU1V13001 niet ook volgen Studenten die 200500239 al KU1V13001 niet ook volgen Let op: neem contact op met je studieadviseur en vraag toestemming aan de examencommissie. Studenten die KU1V11004 al KU1V13002 niet ook volgen 2) Academische context verplicht Was Wordt Opmerkingen Bezit en behoud 200900006 Kun-Bezit en behoud GK3V14002 12

Niet behaald Te doen Opmerkingen Kunst onderzoeken 201000277 Basiscursus kunsthistorisch onderzoek TC2V11003 3) Verplichte keuzeonderdelen major De keuzeonderdelen van de major behoeven geen overgangsregeling. Hebt u één meerdere major keuzecursussen niet behaald, dan dient u een keuze te maken uit het nieuwe major keuzeaanbod. Let erop dat u geen cursus kiest die inhoudelijke overlap vertoont met al afgeronde examenonderdelen. Was Wordt Opmerkingen Kernproblemen 300-1400 201000104 Kernproblemen 1 300-1400 KU2V13003 Studenten die 201000104 al KU2V13003 niet ook volgen Kernproblemen 1900-heden 201000103 Kernproblemen 1400-1600 200500266 Kernproblemen 1600-1750 200500345 Kernproblemen 1750-1900 200501099 Kernproblemen 1: 1900- heden KU2V13004 Kernproblemen 2: 1400-1600 KU2V14001 Kernproblemen 1600-1750 KU2V14002 Kernproblemen 2 1750-1900 KU2V14003 Studenten die 201000103 al KU2V13004 niet ook volgen Niet behaald Te doen in 2014-2015 Opmerkingen Onderzoekswerkgroep I Een onderzoekswerkgroep. U heeft keuze uit: 201000199 KU3V14011 201000172 201000207 200900234 KU3V14012 KU3V14006 Bachelor Eindwerkstuk KU3V14010 Onderzoekswerkgroep II Bronnen en methoden Oude 13

( 201000197/ 200900236/ 201000203/ Middeleeuwse kunst 201000204) kunst KU3V14001 Of Bronnen en methoden moderne kunst KU3V14004 Een onderzoekswerkgroep. U heeft keuze uit: KU3V14011 KU3V14012 Moderne en actuele kunst KU3V14005 Onderzoekswerkgroep I ( 201000199 201000172 201000207 200900234) Én Onderzoekswerkgroep II ( 201000197 200900236 201000203 Middeleeuwse kunst 201000204) Bronnen en methoden Oude kunst KU3V14001 Of Bronnen en methoden moderne kunst KU3V14004 Twee onderzoekswerkgroepen, keuze uit: KU3V14011 KU3V14012 KU3V14005 Bachelor Eindwerkstuk KU3V14010 Let op: het bachelor eindwerkstuk moet voortvloeien uit een van de twee gevolgde onderzoekswerkgroepen. 4) Academische context keuze 14

De keuzeonderdelen van de academische context behoeven geen overgangsregeling. Indien u nog geen academische context keuzecursus behaald heeft, maakt u een keuze uit het nieuwe aanbod Academische contextcursussen uit het overige cursusaanbod (minorcursussen, losse cursussen). * Ontbreekt er een onderdeel, neem dan contact op met uw studieadviseur ** Als u dit overweegt, neem dan contact op met uw studieadviseur. Overgangsregelingen voor studenten die zijn ingestroomd in het collegejaar 2012-2013 (cohort 2012) Studenten die gestart zijn in studiejaar 2012-2013, dienen het onderwijsprogramma af te ronden zoals beschreven in de OER-bijlage 2012-2013. Indien bepaalde onderdelen van dat onderwijsprogramma in het huidige studiejaar 2014-2015 niet meer worden aangeboden, geldt onderstaande overgangsregeling*. Het is mogelijk om over te stappen naar het onderwijsprogramma van het huidige studiejaar (2014-2015). Als men hiervoor kiest, dient te worden voldaan aan alle voorwaarden van het onderwijsprogramma 2014-2015 en dient dit te worden goedgekeurd door de examencommissie van de opleiding**. 1) Verplichte onderdelen major Niet behaald Te doen in 2014-2015 Opmerkingen Iconografie I 201000101 Motief en betekenis KU1V13001 Studenten die 201000101 al KU1V13001 niet ook volgen Iconografie II 200500239 Iconografie I 201000101 en Iconografie II 200500239 Inleiding architectuurgeschiedenis KU1V11004 Excursie buitenland 200501162 Motief en betekenis KU1V13001 Motief en betekenis KU1V13001 en Kunst: betekenis en interpretatie KU2V13010 Gebouw en interieur KU1V13002 Excursie Oudere kunst KU3V14003 Of: 2) Academische context verplicht Excursie Moderne Kunst KU3V14006 Studenten die 200500239 al KU1V13001 niet ook volgen Let op: neem contact op met je studieadviseur en vraag toestemming aan de examencommissie. Studenten die KU1V11004 al KU1V13002 niet ook volgen Was Wordt Opmerkingen Bezit en behoud Kun-Bezit en behoud 15

200900006 GK3V14002 Niet behaald Te doen Opmerkingen Kunst onderzoeken 201000277 Basiscursus kunsthistorisch onderzoek TC2V11003 3) Verplichte keuzeonderdelen major De keuzeonderdelen van de major behoeven geen overgangsregeling. Hebt u één meerdere major keuzecursussen niet behaald, dan dient u een keuze te maken uit het nieuwe major keuzeaanbod. Let erop dat u geen cursus kiest die inhoudelijke overlap vertoont met al afgeronde examenonderdelen. Was Wordt Opmerkingen Kernproblemen 300-1400 201000104 Kernproblemen 1 300-1400 KU2V13003 Studenten die 201000104 al KU2V13003 niet ook volgen Kernproblemen 1900-heden 201000103 Kernproblemen 1400-1600 200500266 Kernproblemen 1600-1750 200500345 Kernproblemen 1750-1900 200501099 Kernproblemen 1: 1900 tot heden KU2V13004 Kernproblemen 2: 1400-1600 KU2V14001 Kernproblemen 1600-1750 KU2V14002 Kernproblemen 2: 1750-1900 KU2V14003 Studenten die 201000103 al KU2V13004 niet ook volgen Niet behaald Te doen Opmerkingen Onderzoekswerkgroep I Een onderzoekswerkgroep. U heeft keuze uit: 201000199 KU3V14011 201000172 201000207 200900234 KU3V14012 KU3V14005 Bachelor Eindwerkstuk KU3V14010 16

Onderzoekswerkgroep II ( 201000197/ 200900236/ 201000203/ Middeleeuwse kunst 201000204) Bronnen en methoden Oude kunst KU3V14001 Of Bronnen en methoden moderne kunst KU3V14004 Een onderzoekswerkgroep. U heeft keuze uit: KU3V14011 Het bachelor Eindwerkstuk vloeit voort uit de onderzoekswerkgroep. KU3V14012 KU3V14005 Bachelor Eindwerkstuk KU3V14010 17

Onderzoekswerkgroep I ( 201000199 201000172 201000207 200900234) Én Onderzoekswerkgroep II ( 201000197 200900236 201000203 Middeleeuwse kunst 201000204) Bronnen en methoden Oude kunst KU3V14001 Of Bronnen en methoden moderne kunst KU3V14004 Twee onderzoekswerkgroepen, keuze uit: KU3V14011 KU3V14012 Moderne en actuele kunst KU3V14005 Bachelor Eindwerkstuk KU3V14010 Let op: het bachelor eindwerkstuk moet voortvloeien uit een van de twee gevolgde onderzoekswerkgroepen. 4) Academische context keuze De keuzeonderdelen van de academische context behoeven geen overgangsregeling.. Indien u nog geen academische context keuzecursus behaald heeft, maakt u een keuze uit het nieuwe aanbod Academische contextcursussen uit het overige cursusaanbod (minorcursussen, losse cursussen). * Ontbreekt er een onderdeel, neem dan contact op met uw studieadviseur ** Als u dit overweegt, neem dan contact op met uw studieadviseur. Overgangsregelingen voor studenten die zijn ingestroomd in het collegejaar 2013-2014 (cohort 2013) Studenten die gestart zijn in studiejaar 2013-2014, dienen het onderwijsprogramma af te ronden zoals beschreven in de OER-bijlage 2013-2014. Omdat bepaalde onderdelen van dat onderwijsprogramma in het huidige studiejaar 2014-2015 niet meer worden aangeboden, geldt onderstaande overgangsregeling*. Het is mogelijk om over te stappen naar het volledige onderwijsprogramma van het huidige studiejaar (2014-2015). Als men hiervoor kiest, dient te worden voldaan aan alle voorwaarden van het onderwijsprogramma 2014-2015 en dient dit te worden goedgekeurd door de examencommissie van de opleiding**. 18

1) Basispakket 1 (30 studiepunten) Er zijn geen overgangsregelingen voor basispakket 1. 2) Basispakket 2 (30 studiepunten) Er zijn geen overgangsregelingen voor basispakket 2. 3) Academische Context Cursussen binnen het domein niveau 1 (7,5 studiepunten) Was Wordt Opmerkingen (Kunst-)Geschiedenis als pressie GK1V13008 Het Rijksmuseum GK1V14003 Cursus is van titel en code veranderd. Deze cursussen zijn equivalent en mogen maar 1 keer gevolgd en behaald 19