Inhoud. evenwicht bestaan tussen de beschikbare hoeveelheden vis in de natuur en wat vissers kunnen vangen.



Vergelijkbare documenten
Datum 22 december 2009 Betreft Aanscherping VBC-voorwaarden + aanbieding nieuwe huurovereenkomst

Hoogheemraadschap van Delfland. Integrale nota Vis. Nota van beantwoording en wijziging

AGENDAPUNT 10. Onderwerp: Beleidsnota visstandbeheer Nummer: Voorstel. Stelt het college u voor om

Visstand- en visserijbeheer waterschap Aa en Maas. Basis voor visstand- en visserijbeheer onder de Kaderrichtlijn Water

CONVENANT VOOR DE VISSTANDBEHEERCOMMISSIE (VBC) VOOR HET BEHEERGEBIED VAN HET WATERSCHAP RIJN EN IJSSEL

DATUM BEHANDELING IN D&H 13 februbti In Waterplan Rotterdam l is de maatregel opgenomen om het visstandbeheer nader uit te werken.

Een visie op de sportvisserij, de visstand en het visserijbeheer op de grote rivieren

Plan van Aanpak. Opstellen Visplan VBC Rijnland

Uitzetten (en onttrekken) in Noord-Brabant

Orientatieavond VBC-Veluwe 7 oktober Andre Nooteboom (heemraad)

Huurovereenkomst volledig visrecht

Adviesnota beleid waterbeheer visstandbeheer

Integrale nota Vis. Integrale nota Vis

Visplan naam water. Eventueel een ondertitel. Illustratie. Eventueel het logo van de VBC

Eddy Lammens, RWS WVL

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Overeenkomst tot oprichting van een visstandbeheercommissie voor het beheergebied van Hoogheemraadschap van Rijnland (VBC Rijnland)

Visbeleidsplan

Hoogheemraadschap van Delfland

Concept Nota visbeleid 2013

Waterschap Zuiderzeeland. Visbeleid waterschap Zuiderzeeland. planperiode

VISRECHTEN-UITGIFTEBELEID VOOR DE BEROEPS- EN SPORTVISSERIJ OP DE STAATSBINNENWATEREN

AGENDAPUNT 4 ONTWERP. Onderwerp: Beleidsnota visstandbeheer Nummer: Voorstel. Stelt het college u voor om

Bijlagen/kaarten Nota Visbeleid

Hoogheemraadschap van Delfland

Visbeleid Waterschap Zuiderzeeland

NOTITIE. Code: /

MINISTERIE VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT,

Juridische aspecten aan visserij op exotische zoetwaterkreeften

Visplan R&IJ. Stand van zaken. Door Frank Bosman Hengelsport Federatie Midden Nederland

Nota van inspraak. Ontwerp Visserijbeleid voor de Brabantse binnenwateren CONCEPT TER INFORMATIE. 8 april Corsanummer: 13IT011673

ALGEMENE VERGADERING. Lelystad, 5 september het college van Dijkgraaf en Heemraden, 24 september 2013 PPA. 5 september 2013 mw. M.

Basiscursus Viswaterbeheer. Bert Zoetemeyer Gerwin Gerlach Sportvisserij Nederland

80597ddb b8-b238-e40d818d7a77 1/5

Inleiding bij convenant VBC Grensmaas

Hengelsport in Helmond. Concept

Friese Vis met Beleid

Beleidsnota visstandbeheer Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden

agendapunt 3.b.2 Aan College van Dijkgraaf en Hoogheemraden STAND VAN ZAKEN VISRECHT Datum 21 december 2010 Afstemming Bijlagen 6 Zaaknummer 19727

Combinatie van Beroepsvissers

Datum 13 november 2009 Betreft Beleidsvoornemens binnenvisserij en verankering VBC's en visplannen

Nota van beantwoording inspraakreacties. Ontwerpnota visstandbeheer

Rapport. Datum: 5 september 2007 Rapportnummer: 2007/186

Visrechten van de eigenaar in het Reeuwijkse Plassengebied

Inleiding bij convenant VBC Neder-Rijn Plus

KRW en Natura 2000: effecten op visserij. Vissennetwerk 7 juni 2007 Jaap Quak

Nota Relatie provincie Utrecht met de waterschappen. Deel 3: Provinciaal toezichtkader

Uitvoeringsplan Waterbeheer Alblasserwaard

Beleid Visserijbeheer

Studiedag Rivierkreeft: Exoot uit de sloot. Jeffrey Samuels

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

VBC Friese Boezem. Visplan Friese Boezem 2013

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Geachte Voorzitter,

Subsidie Richtlijnen

Federatie van hengelsporfverenigingen. Zuidwest Nederiand

Zowel sport- als beroepsvissers hebben belang bij een goede snoekbaarsstand. visionair nr. 8 - juni 2008

Beleidsnota ecologie & vis

Nota Vis (Verlenging Kadernota vis)

Uitzetten en onttrekken van aal en schubvis

Visplan Het Bufferbekken

Rapport Hengelvangstregistraties Volkerak-Zoommeer en kanalen

Sportvisserij binnen de grenzen van Natura 2000

We#elijke regels voor levende bijvangst 3jdens vang- of visac3viteiten

Door bundeling van krachten naar een duurzame palingstand in Nederland. Han Walder Combinatie van Beroepsvissers / Stichting DUPAN

Beleidsbesluit Uitgifte vergunningen ex Visserijwet 1963 voor de handmatige kokkelvisserij in de periode

EVALUATIE KRW-VISMAATLATTEN : zienswijze Sportvisserij Nederland. J. Quak Hoofd cluster Kennis en informatie

Watervergunning. Voor het uitbreiden van een steiger op de locatie Frederik Hendrikstraat 106 in Utrecht. Datum 16 juni 2017.

Notitie Visstandsbeheer en overige visgerelateerde zaken

5 Uitvoeren van activiteiten

DE BAKENS VERZETTEN Toekomstvisie Beroepsbinnenvisserij augustus 2011 Combinatie van Beroepsvissers

Watervergunning. Voor het leggen van een coaxkabel middels een boogzinker onder een primaire watergang op de locatie Voordorpsedijk 35 in Groenekan

Verslag Werkcomité vergadering 10 april 2014

Evaluatie Beroepsvistuigen

ALGEMENE VERGADERING. Relevante kaders - Waterwet - Verordening voor de Fysieke Leefomgeving Flevoland (VFL) Lelystad, 21 maart 2013

Advies. KRW onderzoeksmaatregel visvergunningen (uitgeven visrechten) Lotte Becker en Ron van der Zaken

Verslag Werkcomité vergadering dd. 24 januari 2013

Inleiding bij het convenant 'DUPAN'

In de beslisnota wordt aan u gevraagd in te stemmen met de vastgestelde doelen en maatregelen.

Nota visbeleid bij waterschap Noorderzijlvest

Programma van Eisen - Beheerplannen

Beleidswerkplan Sportvisserij Zuidwest Nederland 1

Notitie Evaluatie visbeleid Oktober 2010

VISPLAN VOLKERAK/ZOOMMEER

OPFRISAVONDEN. Controleurs Sportvisserij en Boa s. Sportvisserij Nederland, Bilthoven. 14 februari 2012

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Rapport. Visplan Veluwe Randmeren

Nummer Sittard, 30 augustus 2013

Nota visbeleid waterschap Noorderzijlvest Definitief

Omvang van de Nederlandse sportvisserij,

NATIONALE AAL MANAGEMENTSPLANNEN BINNEN DE EU

Tweede Kamer der Staten-Generaal

De das in de nieuwe wet natuurbescherming. Beleven, benutten en beschermen

Voorstel bijvangstenregeling

Mededeling. Datum. Onderwerp Convenant provincie Flevoland en Staatsbosbeheer. Registratienummer

Uitzet zonder ontzetting

NOTA VISBELEID Veendam, 15 november 2011

Bufferbekken te Oostelijke Schelderijnweg 5, Rilland (Bij Kreekraksluizen)

Watervergunning. Datum 29 augustus Zaaknummer 11584

Wet natuurbescherming Stap vooruit voor natuur en economie?

Watervergunning. Voor het leggen van een laagspanningskabel bij de Soestdijkseweg Zuid en De Holle Bilt in De Bilt. Datum 19 juni 2017

Transcriptie:

333

COLOFON Versie, datum: Versie 17 november 2009, Auteurs: Debby Gorter, Marjoke Muller, Remco Schreuders (Tauw) Foto s en illustraties: Waterschap Rivierenland; Wim Vink, Sportvisserij Nederland,

SAMENVATTING Inleiding Waterschap Rivierenland is als waterkwaliteitsbeheerder verantwoordelijk voor het realiseren van een ecologisch gezond watersysteem. De visstand maakt hiervan onderdeel uit en is een belangrijke indicator (en een voorwaarde) voor de ecologische kwaliteit van oppervlaktewateren. Het waterschap streeft naar een gezonde en gevarieerde visstand die aansluit bij de waterkwaliteitsdoelen. Met de inwerkingtreding van de Europese Kaderrichtlijn Water heeft het waterschap een nadrukkelijke verantwoordelijkheid gekregen voor het bereiken van ecologische doelen. De KRW stelt namelijk expliciete doelen voor de visstand. Het waterschap is verantwoordelijk voor het realiseren van deze doelen. Ook is het waterschap verantwoordelijk voor de monitoring van de visstand en de rapportage daarover aan Brussel. Als waterbeheerder zijn we dus verantwoordelijk voor het bereiken van een bepaalde visstand; m.a.w. het waterschap is verantwoordelijk voor het visstandbeheer. We kunnen als waterschap de ontwikkeling van de visstand deels zelf sturen door het uitvoeren van maatregelen die het leefmilieu ( het huis van de vis ) van de vis verbeteren. Hierbij kunt u denken aan maatregelen gericht op een meer natuurlijke inrichting en beheer van het watersysteem of waterkwaliteitsverbeterende maatregelen. We kunnen de ontwikkeling van de visstand deels zelfs sturen, maar we hebben het niet helemaal zelf in de hand. Ook het visserijbeheer (het wegvangen en uitzetten van vis) dat sport- en beroepsvissers uitvoeren, beïnvloedt de visstand. In ons beheergebied hebben we te maken met circa 90 visserijpartners. Dit zijn zowel sportvissers als beroepsvissers. Deze visserijpartijen hebben conform de Visserijwet een overeenkomst (huurovereenkomst of schriftelijke toestemming) met het waterschap voor het uitvoeren van de visserij. Daarmee zijn zij gerechtigd tot het vangen en uitzetten van vis. Voor ons is het van belang dat de visserij op een dusdanige wijze wordt uitgevoerd dat deze aansluit bij onze ecologische waterkwaliteitsdoelen en overige functies. Als visstandbeheerder zijn we bevoegd om kaders te stellen waarbinnen de visserijpartners het visserijbeheer tot uitvoering brengen. Het waterschap kan nadere eisen stellen bij het verhuren van visrechten (beheer eigendommen) om visserijbeheer optimaal af te stemmen op het visstandbeheer en zo de visdoelen te behalen. Het waterschap is voor het bereiken van een goede visstand dus mede afhankelijk van de visserijpartners. Andersom zijn de visserijpartners voor het uitoefenen van de visserij en voor de visstand afhankelijk van het waterschap. Deze wederzijdse afhankelijkheid vraagt om een goede samenwerking van waterschap en visserijpartners op het gebied van visstand- en visserijbeheer. De taak van visstandbeheer is niet nieuw voor het waterschap. Waterschap Rivierenland en al zijn rechtsvoorgangers geven sinds jaar en dag visrechten uit. Deze taak zullen we als eigenaar van het water blijven uitvoeren. Wel is er behoefte aan meer uniformering in en vereenvoudiging van de uitgifte van visrechten. Ook de zorg voor een gezond ecologisch systeem is een bestaande taak van het waterschap. Bovendien is de zorg voor vissen als onderdeel hiervan versterkt door de Kaderrichtlijn Water. Hierdoor zijn we als waterschap expliciet verantwoordelijk voor het realiseren van een bepaalde visstand en het uitvoeren van onderzoek naar de visstand. De resultaatsverplichting uit de KRW vergroot de noodzaak voor het opstellen van beleid. In de nota Vissen met Beleid geven we aan hoe we het waterbeheer, visstandbeheer en visserijbeheer zo goed mogelijk op elkaar afstemmen. Ook wordt aandacht besteed aan hoe we een gestructureerd en transparant beheer bereiken van visrechten in onze eigendommen.

Met deze beleidsnota geven we uitvoering aan: de speerpunten Visserijbeleid en Externe oriëntatie en samenwerking uit het bestuursakkoord van het College van Dijkgraaf en Heemraden, vastgesteld op 13 februari 2009; de actie om visserijbeleid op stellen uit het Waterbeheerplan 2010 2015, vastgesteld op 30 oktober 2009. het formuleren van beleid m.b.t. de uitgifte van visrechten in onze eigendommen (dit is een aanvulling op de Nota Eigendommenbeleid van het waterschap zoals vastgesteld door het Algemeen Bestuur op 27 november 2009 onder voorbehoud van vaststelling). Inhoud Visie Waterschap Rivierenland op visstand- en visserijbeheer De uitgangspunten voor het beleid over visstand- en visserijbeheer is samengevat in onderstaande visie en vormt daarmee de basis voor het beleid: Waterschap Rivierenland zorgt voor voldoende water (niet te veel en niet te weinig) van goede kwaliteit. Voor alle wateren streeft het waterschap naar een gezonde en duurzame visstand die aansluit bij de nagestreefde ecologische waterkwaliteitsdoelen. Om dit te bereiken, richten we het watersysteem robuust en veerkrachtig in en stellen we voorwaarden aan de visserij. Het waterschap hecht er belang aan dat mensen kunnen genieten en gebruik kunnen maken van het water. Het waterschap staat dan ook positief tegenover (recreatief) medegebruik van de wateren in haar gebied. Het waterschap biedt de visserijsector voldoende ruimte om daar waar het verantwoord is hun sport en beroep uit te kunnen oefenen. Wel is het daarbij van belang dat het medegebruik op duurzame 1 wijze plaatsvindt en aansluit bij de doelstellingen vanuit het waterbeheer en geen negatieve effecten heeft op andere functies. De uitgifte van visrechten gebeurt op een gestructureerde, efficiënte, eenduidige en transparante wijze. De zorg voor de visstand is een gezamenlijk belang en een gezamenlijke verantwoordelijkheid van het waterschap en de visserijpartners. Een goede afstemming tussen het waterschap en zijn visserijpartners is daarom belangrijk. Ook hecht het waterschap aan een actieve en open communicatie met haar visserijpartners en streeft naar structureel overleg. Het waterschap ziet visstandbeheercommissies, een visserijplatform en visplannen als geschikte instrumenten om de gewenste afstemming en samenwerking verder vorm te geven. Hoofdlijnen beleid De nota Vissen met Beleid bevat beleid voor drie thema s. 1. Beheer Huis van de vis o Wat doen we als waterschap zelf aan het bereiken van de ecologische doelen voor de visstand in onze wateren; hoe verbeteren we de kwaliteit van het huis van de vis. Hoe houden we hierbij rekening met de belangen van de visserijsector? 2. Visserijbeheer en uitgifte visrechten o Hoe zorgt het waterschap ervoor dat het visserijbeheer (vis vangen en vis uitzetten) past bij zijn ecologische waterkwaliteitsdoelen? Hoe komen we tot een eenvoudige, gestructureerde en transparante uitvoering van de uitgifte van visrechten voor onze eigendommen? 3. Samenwerken aan duurzaam visstandbeheer o Hoe werkt het waterschap samen met zijn visserijpartners aan een duurzaam visstandbeheer in onze wateren? 1 Een duurzame visserij houdt schade aan het watermilieu zo klein mogelijk en stemt de vangsten daarop af. Er moet evenwicht bestaan tussen de beschikbare hoeveelheden vis in de natuur en wat vissers kunnen vangen.

De hoofdpunten van het beleid, zoals opgenomen in de nota Vissen met Beleid, staan hieronder per thema weergegeven. Een overzicht van alle beleidslijnen uit de nota is in bijlage 1 opgenomen. AD 1. BELEID BEHEER HUIS VAN DE VIS Het waterschap voert maatregelen uit ter verbetering van de kwaliteit van het huis van de vis (bijv. waterbergingsoevers en vismigratietrappen). Deze maatregelen liggen vast in het Waterbeheerplan 2010-2015 en in onderliggende plannen als het vismigratieplan Ruim Baan voor vis in Rivierenland. Bij beheer- en onderhoudswerkzaamheden en de uitvoering van inrichtingswerkzaamheden houden we in de belangrijkste viswateren waar mogelijk rekening (indien niet strijdig met andere functies of beleidskaders) met de belangen van onze visserijpartners. Aanvullend op het vismigratieplan wordt bij nieuwe en te renoveren gemalen afgewogen of deze zodanig ontworpen kunnen worden dat vis niet gedood of beschadigd wordt door gemaalpompen (visveilig). Dit kan door te voorkomen dat vis in het gemaal terecht komt of het gemaal zodanig uit te voeren of te besturen dat vissen zonder beschadiging/sterfte kunnen passeren. HET WATERSCHAP voert visstandonderzoek uit om de ontwikkeling van de visstand te volgen. Dit onderzoek past binnen reguliere monitoringsprogrammas. Bij het uitvoeren van visstandonderzoek betrekken en informeren we onze visserijpartners. Ook van onze visserijpartners verwachten we dat zij met vangstregistraties een bijdrage leveren aan de monitoring. Bij een vissterfte door een calamiteit treedt het waterschap handhavend op. Bij het bestrijden van de calamiteit werken we samen met onze visserijpartners. In gevallen waar het nodig is de visstand actief te herstellen, stellen we de veroorzaker hiervoor aansprakelijk. AD 2. BELEID VISSERIJBEHEER EN UITGIFTE VISRECHTEN Waar mag men vissen? Visserij mag in alle eigendommen van het waterschap, tenzij de functie (bijv. natuur of scheepvaart) dit niet toelaat. Daar staan we visserij niet toe of alleen onder specifieke voorwaarden. De visserij mag niet strijdig zijn met de waterkwaliteitsdoelen (o.a. KRW doelen) van het waterschap. Wie mag er vissen? Het waterschap geeft het visrecht uit in de vorm van huurovereenkomsten aan overkoepelende sportvisserijorganisaties (hengelsportfederatie 2 of regionale samenwerkingsverbanden 3 ) en beroepsvissers die conform de Uitvoeringsregeling Visserij gerechtigd zijn om te vissen met beroepsvistuigen (minimaal 250 ha viswater en jaarlijks 8500,- inkomsten uit visserij). Alleen in uitzonderingsgevallen verleent het waterschap toestemming voor het uitoefenen van de visserij met een schriftelijke toestemming of machtiging. Waarop mag men vissen? Het waterschap geeft visrechten gesplitst uit. Sportvissers krijgen het recht om te vissen op schubvis. Beroepsvissers mogen op aal vissen. Bijvangst aan uitheemse krabben en kreeften mogen worden behouden door beroepsvissers met aalvisrecht. Gerichte visserij op Chinese Wolhandkrabben is mogelijk voor beroepsvissers met aalvisrecht. Uitgangspunt hierbij is maximaal één beroepsvisser op een water. Gerichte visserij op uitheemse kreeften staan we toe zodra dit wettelijk wordt toegestaan. Economische benutting van schubvis is alleen mogelijk indien dit gebeurt op basis van afspraken uit een goedgekeurd visplan. 2 Hengelsport Federatie Midden Nederland en Sportvisserij Zuidwest Nederland 3 Voorbeelden van bestaande regionale samenwerkingsverbanden zijn: Beheerseenheid Bommelerwaard, Federatie Alm en Biesbosch, Stichting Alblasserwaard-west en Stichting Werkgroep Linge en Merwedekanaal.

Onder welke voorwaarden mag men vissen? De voorwaarden waaronder men mag vissen uniformeren we zoveel mogelijk voor alle partijen. Alle beleidspunten verwerken we in een modelovereenkomst. Het deelnemen aan een visstandbeheercommissie en het opstellen van een visplan is een verplichte voorwaarde voor de huurder van visrechten (en toestemminghouder). In het visplan wordt beschreven hoe de visserij wordt uitgevoerd. Het visplan sluit aan op ecologische waterkwaliteitsdoelen en toegekende functies. De visserij dient plaats te vinden conform de afspraken uit het visplan. De visplannen dienen ter goedkeuring aan het waterschap te worden voorgelegd. Om de plannen te beoordelen maken we in 2010 een toetsingskader. Om ervaring op te doen met visplannen en het beoordelen daarvan, gaat het waterschap in 2010 gezamenlijk met een aantal visserijpartners starten met het opstellen van een visplan in (een deel van) de Alblasserwaard en/of Vijfheerenlanden. De verhuurtarieven worden aangepast tot één algemeen geldend tarief. De hoogte van dit tarief wordt nog nader bepaald. Daarbij verkennen we de mogelijkheden om de opbrengsten van de visrechtenuitgifte in te zetten voor de uitvoering van activiteiten en projecten die volgen uit de nota Vissen met Beleid. Voorwaarde is dat de opbrengst opweegt tegen de gemaakte kosten. Wat doen we met al vrijliggende en vrijvallende visrechten? Vrijliggende (momenteel geen huurovereenkomst of schriftelijke toestemming) en vrijvallende aalvisrechten (na ontbinden overeenkomst) worden niet opnieuw verhuurd. Dit ter bescherming van de aalstand. Voor de overige vrijliggende en vrijvallende visrechten bepaalt het waterschap, mede op advies van de visstandbeheercommissie, op welke wijze deze worden uitgegeven. Implementatie nieuw beleid wat zijn de consequenties voor bestaande overeenkomsten? Nadat de beleidsnota is vastgesteld, geldt er een overgangsperiode tot en met 1 januari 2012. Hiermee bieden we onze visserijpartners de mogelijkheid zich (organisatorisch) aan te passen aan ons beleid. Het waterschap gebruikt deze periode om zich administratief en inhoudelijk voor te bereiden op de uitvoering van het nieuwe beleid. Het nieuwe uitgiftebeleid wordt vanaf 1 januari 2012 op bestaande overeenkomsten toegepast. Overeenkomsten die afwijken van het vastgestelde beleid worden aan het eind van de looptijd beëindigd. Visserijpartners die voldoen aan de voorwaarden uit het beleid bieden we een nieuwe huurovereenkomst aan (bij uitzondering een schriftelijke toestemming). Nieuw af te sluiten overeenkomsten en schriftelijke toestemmingen in de periode tot 1 januari 2012 worden conform het beleid uit de nota Vissen met Beleid verstrekt. Handhaving Waterschap Rivierenland handhaaft de visplannen; we controleren of de in het visplan gemaakte afspraken in de praktijk worden nageleefd. HET WATERSCHAP maakt afspraken met andere handhavende partijen (politie, boa s, sportvisserijcontroleurs, AID) om handhaving gezamenlijk uit te voeren. Afstemming met andere watereigenaren Alle visrechthebbenden en toestemminghouders in het beheergebied van Waterschap Rivierenland zijn, onafhankelijk van het eigendom van een water, verplicht een visplan op te stellen. Dit is vanaf 2010 geregeld in de Keur (vastgesteld op 27 november 2009 door Algemeen Bestuur).

AD 3. BELEID SAMENWERKEN AAN DUURZAAM VISSTANDBEHEER We werken samen met onze visserijpartners aan een duurzaam visstandbeheer in visstandbeheercommissies (VBC s). Eind 2011 zijn in het gehele beheergebied VBC s actief. Deze commissies fungeren voor het waterschap als aanspreekpunt, overleg- en afstemmingsplatform. De visstandbeheercommissies geven uitvoering aan het visstand- en visserijbeheer, o.a. door het opstellen en uitvoeren van een visplan. Het waterschap neemt als adviseur actief deel aan de VBC s. Bij de verdere uitwerking van de VBC-structuur bepalen we onze rol en positie nader. Bestuurlijke en algemene beleidsmatige onderwerpen bespreekt het waterschap 1x per jaar in het Visserijplatform Rivierenland. De voorzitter van het Visserijplatform is één van onze heemraden. Het platform dekt de bestuurlijke behoefte aan het betrekken van maatschappelijke organisaties, in dit geval de visserijsector, bij het werk van het waterschap (de zogenoemde externe oriëntatie). Het verschil tussen het Visserijplatform en een VBC is: o VBC is gericht op het lokale en praktische visserij- en visstandbeheer. In het Visserijplatform bespreken we meer bestuurlijke, beleidsmatige en gebiedsbrede onderwerpen met onze visserijpartners. o In een VBC is het waterschap ambtelijk vertegenwoordigd. In het Visserijplatform is het waterschap ook bestuurlijk vertegenwoordigd.

INHOUDSOPGAVE SAMENVATTING 1 INLEIDING 1 1.1 Aanleiding 1 1.2 Doelstelling beleidsnota 1 1.3 Status beleidsnota 1 1.4 Leeswijzer 2 2 BELEIDSKADER EN UITGANGSPUNTEN 3 2.1 Inleiding 3 2.2 Wie is verantwoordelijk voor de vis? 3 2.3 Visie Waterschap Rivierenland op visstand- en visserijbeheer 5 2.4 Kaderstellende Wet- en regelgeving en beleid 6 2.4.1 Europese Kaderrichtlijn Water 6 2.4.2 Natura 2000 (Europese Vogel- en Habitatrichtlijn) 6 2.4.3 Visserijwet en bijbehorende nadere regelgeving 7 2.4.4 Europese aalverordening en Nederlands beheerplan aal 8 2.4.5 Rijksbeleid binnenvisserij 9 2.4.6 Adviesnota beleid waterbeheer en visstandbeheer 9 2.4.7 Sportvisserijnota Midden-Nederland 2009-2015 10 2.4.8 Zilveren Stromen 11 2.4.9 De Flora- en Faunawet 11 2.4.10 Regionale waterplannen van provincies 12 2.4.11 Waterbeheerplan Waterschap Rivierenland 2010-2015 12 2.4.12 Nota Eigendommenbeleid Waterschap Rivierenland 12 2.4.13 Beleidsnota Waterschap Rivierenland Exotische en inheemse plaagsoorten 13 2.4.14 Keur voor waterkeringen en wateren van Waterschap Rivierenland 13 2.4.15 Beleid Recreatief Medegebruik Waterschap Rivierenland 13 2.5 Doelstellingen voor de visstand 14 3 BELEIDSLIJN BEHEER HUIS VAN DE VIS 17 3.1 Inleiding 17 3.2 Waterbeheerplan als kader voor maatregelen visstandbeheer 17 3.3 Inrichting watersysteem 17 3.4 Vrije vismigratie 19 3.5 Beheer en onderhoud watersysteem 22 3.6 Actief visstandbeheer 23 3.7 Onderzoek en monitoring 24 3.8 Calamiteitenbeheer vissterfte 26

4 BELEIDSLIJN VISSERIJBEHEER 28 4.1 Inleiding 28 4.2 Waar mag men vissen? 29 4.3 Aan wie en in welke vorm geven we visrechten? 29 4.4 Welke visrechten geven we uit? 32 4.5 Wat doen we met vrijliggende en vrijvallende visrechten? 34 4.6 Onder welke voorwaarden geven we visrechten uit? 35 4.6.1 Deelname aan visstandbeheercommissies 36 4.6.2 Visplannen 36 4.7 Huurgelden en administratie visrechten 37 4.8 Consequenties nieuw beleid voor lopende overeenkomsten 38 4.9 Uitzetten en herintroductie van vis 39 4.10 Handhaving visserijbeheer 40 4.11 Afstemming visbeleid met andere watereigenaren 41 5 SAMENWERKEN AAN DUURZAAM VISSTANDBEHEER 44 5.1 Inleiding 44 5.2 Wat is een visstandbeheercommissie (VBC) 44 5.3 Oprichting van VBC s 45 5.4 Proef visplannen 46 5.5 Rol van het waterschap in visstandbeheercommissies en bij het opstellen van visplannen 46 5.6 Oprichting visserijplatform Rivierenland 47 5.7 Communicatie 48 6 GERAADPLEEGDE BRONNEN 50 BIJLAGE 1. OVERZICHT BELEIDSLIJNEN 52 BIJLAGE 2. VERSLAG KLANKBORDGROEP VISSERIJPARTNERS 60 BIJLAGE 3. KADERSTELLENDE WET- EN REGELGEVING EN BELEID 66 BIJLAGE 4. VOORSTEL INHOUD VISPLAN 74 BIJLAGE 5. RAAMWERK TOETSINGSKADER VISPLANNEN 76

INLEIDING 1 INLEIDING 1.1 AANLEIDING Waterschap Rivierenland is als waterkwaliteitsbeheerder verantwoordelijk voor het realiseren van een ecologisch gezond watersysteem. De visstand maakt hiervan onderdeel uit en is een belangrijke indicator voor de ecologische kwaliteit van oppervlaktewateren. Het waterschap streeft naar een gezonde en gevarieerde visstand die aansluit bij de waterkwaliteitsdoelen. Als beheerder van het leefmilieu van de vissen ( het huis van de vis ) voert het waterschap maatregelen uit om het leefmilieu en daarmee de visstand te verbeteren. Hierbij kan je denken aan maatregelen gericht op een meer natuurlijke inrichting en beheer van het watersysteem of waterkwaliteitsverbeterende maatregelen. Met de inwerkingtreding van de Europese Kaderrichtlijn Water heeft het waterschap een nadrukkelijke verantwoordelijkheid gekregen voor het bereiken van ecologische doelen. De KRW stelt namelijk expliciete doelen voor de visstand. Het waterschap is verantwoordelijk voor het realiseren van deze doelen. Het visserijbeheer (het wegvangen en uitzetten van vis) dat sport- en beroepsvissers uitvoeren, beïnvloedt de visstand. Het waterschap is voor het bereiken van een goede visstand mede afhankelijk van de visserijpartners. Andersom zijn de visserijpartners voor het uitoefenen van de visserij en voor de visstand afhankelijk van het waterschap. Deze wederzijdse afhankelijkheid vraagt om een goede samenwerking van waterschap en visserijpartners op het gebied van visstand- en visserijbeheer. In deze nota geeft het waterschap haar visie op hoe we gezamenlijk met de visserijpartners de doelen voor de visstand willen bereiken en wat dat betekent voor het uitoefenen van de visserij. Met deze beleidsnota Visstand- en Visserijbeheer geven we uitvoering aan: de speerpunten Visserijbeleid en Externe oriëntatie en samenwerking uit het bestuursakkoord van het College van Dijkgraaf en Heemraden, vastgesteld op 13 februari 2009; de actie om visserijbeleid op stellen uit het Waterbeheerplan 2010 2015, vastgesteld op 30 oktober 2009. 1.2 DOELSTELLING BELEIDSNOTA De beleidsnota Visstand- en Visserijbeheer geeft aan hoe we het waterbeheer, visstandbeheer en visserijbeheer zo goed mogelijk op elkaar afstemmen. Ook wordt aandacht besteed aan hoe we een gestructureerd en transparant beheer bereiken van visrechten in onze eigendommen. De centrale vragen waar deze beleidsnota antwoord op geeft, zijn: Hoe zorgt Waterschap Rivierenland ervoor dat de doelen voor de visstand in zijn wateren worden bereikt? Hoe houdt het waterschap hierbij rekening met de belangen van de visserijsector? Wat betekent dat voor het visserijbeheer en de uitgifte van visrechten? Hoe komen we tot een eenvoudige, gestructureerde en transparante uitvoering van de uitgifte van visrechten voor onze eigendommen? 1.3 STATUS BELEIDSNOTA De beleidsnota is vastgesteld door het Algemeen Bestuur van Waterschap Rivierenland op 12 februari 2010. Het geformuleerde beleid evalueren we in 2014. Het beleid voor de uitgifte van visrechten in wateren in eigendom van het waterschap is een aanvulling op de Nota Eigendommenbeleid van het waterschap (vastgesteld door Algemeen Bestuur op 27 november 2009). 1

INLEIDING Bij het opstellen van de nota is een groot aantal afdelingen binnen het waterschap betrokken. Ook is het beleid afgestemd met een klankbordgroep (d.d. 8 september 2009), die bestaat uit vertegenwoordigers van de visserijpartners. Het verslag van de bijeenkomst met de klankbordgroep en de deelnemers staan in bijlage 2. Deze beleidsnota is primair bedoeld voor de interne organisatie. Daarnaast geeft de nota duidelijkheid aan de visserijpartners hoe het waterschap de komende jaren gezamenlijk wil werken aan een voor beide partijen acceptabel visstand- en visserijbeheer. Het beleid geldt ook als aanbeveling voor andere watereigenaren in het beheergebied van Waterschap Rivierenland. Voor het implementeren en uitvoeren van het beleid is een apart implementatieplan gemaakt voor de interne organisatie van het waterschap. 1.4 LEESWIJZER In hoofdstuk 2 staan de beleidskaders en uitgangspunten voor deze beleidsnota. De verantwoordelijkheden van verschillende partijen voor visstand- en visserijbeheer worden toegelicht. Het waterschap beschrijft hier ook zijn visie op het visstand- en visserijbeheer. Daarnaast worden de hoofdpunten van de beleid- en regelgeving die van invloed zijn op visbeleid genoemd. Hoofdstuk 3 omschrijft het beleid op het gebied van beheer van de leefomgeving van de vis, of te wel het huis van de vis. Per thema is de huidige situatie beschreven (wat is het beleid nu, hoe is het nu geregeld?). Hieruit volgen een aantal aandacht- en/of verbeterpunten die vertaald zijn in beleidslijnen. De nieuwe beleidslijnen zijn op deze manier herkenbaar in de tekst gemarkeerd: BELEIDSLIJN: Op deze wijze is de nieuwe beleidslijn (wat is standpunt waterschap en/of wat gaat er veranderen?) herkenbaar. De lezer kan zich desgewenst beperken tot het lezen van alleen deze hoofdpunten. Hoofdstuk 4 heeft een gelijke opbouw als hoofdstuk 3 maar gaat over het beleid op het gebied van visserijbeheer. Een belangrijk thema in dit hoofdstuk is het beleid ten aanzien van de uitgifte van visrechten. Hoofdstuk 5 beschrijft hoe we de samenwerking met de visserijpartners vorm gaan geven. Overleg, samenwerking en afstemming zijn belangrijke onderwerpen bij de uitvoering van het visbeleid. 2

BELEIDSKADER EN UITGANGSPUNTEN 2 BELEIDSKADER EN UITGANGSPUNTEN 2.1 INLEIDING In dit hoofdstuk staan de kaders en uitgangspunten voor het beleid ten aanzien van visstandbeheer en visserijbeheer. Een belangrijk uitgangspunt voor het visbeleid zijn de wettelijke verantwoordelijkheden en bevoegdheden voor visstand- en visserijbeheer. Ook de visie van het waterschap op het uitvoeren van visstand- en visserijbeheer vormt een belangrijke bouwsteen van het beleid. Wetten, regels en richtlijnen vormen het externe beleidskader waarbinnen het waterschapsbeleid moet passen. Die kaders worden gesteld op Europees, nationaal en regionaal niveau. 2.2 WIE IS VERANTWOORDELIJK VOOR DE VIS? Binnen het visbeleid zijn er verschillende verantwoordelijkheden en bevoegdheden van partijen ten aanzien van waterbeheer, visstandbeheer en visserijbeheer te onderscheiden. Deze verantwoordelijkheden komen voort uit de Visserijwet en zijn onder andere beschreven in de Adviesnota Visstandbeheer-waterbeheer (bron 6.11). Door de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) is de relatie tussen de waterbeheerders en de sport- en beroepsvisserij als visrechthebbenden in een nieuw licht komen te staan. Waterschap Rivierenland is als waterbeheerder verantwoordelijk voor de zorg voor voldoende water van voldoende kwaliteit. Ook de zorg voor een duurzaam en gezond ecologisch watersysteem hoort hierbij. Vissen vormen een onderdeel van deze ecologische taakcomponent. Het waterbeheer beïnvloedt het leefmilieu van vissen en daarmee de samenstelling van de visstand (soortenrijkdom, soortensamenstelling en leeftijdsopbouw). Omgekeerd is de visstand van invloed op de waterkwaliteit en in sommige gevallen kan het ingrijpen in de visstand bijdragen aan de verbetering van de waterkwaliteit. De Europese Kaderrichtlijn Water (zie paragraaf 2.4.1) verplicht het waterschap doelen voor de visstand formuleren en maatregelen uit te voeren om deze doelen te realiseren. Om inzicht te krijgen in de visstand bemonstert en beoordeelt het waterschap de visstand. Deze taakstelling legt een (publiekrechterlijke) verantwoordelijkheid voor visstandbeheer bij het waterschap. Het waterschap is dan ook bevoegd en verantwoordelijk voor het beheer van het huis van de vis, de leefomgeving van de vis en verantwoordelijk voor het visstandbeheer. Visstandbeheer heeft voor Waterschap Rivierenland als doel het realiseren van visstanden die behoren bij de nagestreefde ecologische waterkwaliteitsdoelen van watersystemen (zie paragraaf 2.5). De huurder van het visrecht (meestal een hengelsportorganisatie of beroepsvisser) heeft voor het betreffende water op grond van de Visserijwet als visrechthebbende als enige de bevoegdheid vis te vangen, vis uit te zetten en regels ten aanzien van de visserij te stellen voor zover daaraan door verhuurder geen nadere voorwaarden zijn gesteld. De visrechthebbende is daarmee in privaatrechtelijke zin, volgens de Visserijwet, bevoegd tot visserijbeheer. Met het visserijbeheer beïnvloeden de visserijpartners de visstand, hier ligt een relatie met de verantwoordelijkheid van het waterschap. Waterschap Rivierenland is vanuit zijn (eind)verantwoordelijkheid voor het visstandbeheer bevoegd kaders te stellen waarbinnen de visserij de verantwoordelijkheid voor het visserijbeheer tot uitvoering brengt. Het waterschap kan nadere eisen stellen bij het verhuren van visrechten om visserijbeheer optimaal af te stemmen op visstandbeheer en zo de visdoelen te behalen. 3

BELEIDSKADER EN UITGANGSPUNTEN Zoals bovenstaand is beschreven kunnen waterbeheer, visstandbeheer en visserijbeheer niet los van elkaar worden gezien. De wijze waarop ze met elkaar in relatie staan, is in onderstaande figuur gevisualiseerd en toegelicht. Het onderscheid tussen waterbeheer, visstandbeheer en visserijbeheer geeft aan hoe de verschillende onderdelen de visstand kunnen beïnvloeden en hoe de bevoegdheden zijn verdeeld tussen deze beheervormen. Figuur 1. De relatie tussen waterbeheer, visstandbeheer en visserijbeheer en de verantwoordelijkheden daarin. TOELICHTING, DEFINITIES FIGUUR Waterbeheer is de zorg voor voldoende water van een goede kwaliteit in de watergangen binnen het beheergebied van het waterschap. Ook de zorg voor een duurzaam en gezond ecologisch watersysteem hoort bij een watersysteem van goede kwaliteit. Vissen vormen een onderdeel van deze ecologische taakcomponent. Om het waterbeheer goed uit te voeren, onderhouden we het systeem en richten we het waar nodig anders in. Met het uitvoeren van alle taken op het gebied van inrichting, beheer en onderhoud geeft Waterschap Rivierenland invulling aan zijn verantwoordelijkheid voor het waterbeheer. Visstandbeheer Visserijbeheer is het planmatig voorbereiden en uitvoeren van maatregelen met als doel het bereiken van een bepaalde visstand in een omschreven watersysteem. Deze maatregelen zijn onder andere gericht op het beheer van het huis van de vis (de leefomgeving van vissen). Visstandbeheer is een onderdeel van het waterbeheer. Visserijmaatregelen zoals het onttrekken of uitzetten van vissen maken deel uit van het visstandbeheer. De kwaliteit van het watersysteem en de visserij beïnvloeden de visstand wat betreft soortenrijkdom, soortensamenstelling en leeftijdsopbouw. Daarnaast kan de samenstelling en de hoeveelheid vis de waterkwaliteit en het ecologisch functioneren van een watersysteem beïnvloeden. Vanwege de relatie met het waterkwaliteits en kwantiteitsbeheer is het visstandbeheer dan ook onderdeel van het waterbeheer en daarmee de verantwoordelijkheid van Waterschap Rivierenland. Vanuit deze verantwoordelijkheid kan het waterschap kaders/voorwaarden stellen aan de uitvoering van het visserijbeheer. is het planmatig voorbereiden en uitvoeren van maatregelen met als doel het optimaliseren van zowel de beroepsmatige als recreatieve visserij. Maatregelen zijn het uitzetten of onttrekken van vis (visserijmaatregelen) en de regulering daarvan door het stellen van regels ten aanzien van de visserij. Onder visserijbeheer worden ook de maatregelen verstaan die gericht zijn op het beïnvloeden van de toegankelijkheid en de bevisbaarheid van het water. Het gevoerde visserijbeheer kan invloed hebben op de visstand. De visrechthebbende (is huurder visrecht of de eigenaar van een water) is op basis van de Visserijwet bevoegd tot visserijbeheer. 4

BELEIDSKADER EN UITGANGSPUNTEN 2.3 VISIE WATERSCHAP RIVIERENLAND OP VISSTAND- EN VISSERIJBEHEER Onderstaande visie vormt de basis voor het visbeleid van het waterschap. Waterschap Rivierenland zorgt voor voldoende water (niet te veel en niet te weinig) van goede kwaliteit. Voor alle wateren streeft het waterschap naar een gezonde en duurzame visstand die aansluit bij de nagestreefde ecologische waterkwaliteitsdoelen. Om dit te bereiken richten we het watersysteem robuust en veerkrachtig in en stellen we voorwaarden aan de visserij. Het waterschap hecht er belang aan dat mensen kunnen genieten en gebruik kunnen maken van het water. Het waterschap staat dan ook positief tegenover (recreatief) medegebruik van de wateren in haar gebied. Het waterschap biedt de visserijsector voldoende ruimte om daar waar het verantwoord is hun sport en beroep uit te kunnen oefenen. Wel is het daarbij van belang dat het medegebruik op duurzame 4 wijze plaatsvindt en aansluit bij de doelstellingen vanuit het waterbeheer en geen negatieve effecten heeft op andere functies. De uitgifte van visrechten gebeurt op een gestructureerde, efficiënte, eenduidige en transparante wijze. De zorg voor de visstand is een gezamenlijk belang en een gezamenlijke verantwoordelijkheid van het waterschap en de visserijpartners. Een goede afstemming tussen het waterschap en zijn visserijpartners is daarom belangrijk. Ook hecht het waterschap aan een actieve en open communicatie met haar visserijpartners en streeft naar structureel overleg. Visstandbeheercommissies, een visserijplatform en visplannen ziet het waterschap als geschikte instrumenten om de gewenste afstemming en samenwerking verder vorm te geven. Figuur 2 Tekening Ed van de Kerff 4 Een duurzame visserij houdt schade aan het watermilieu zo klein mogelijk en stemt de vangsten daarop af. Er moet evenwicht bestaan tussen de beschikbare hoeveelheden vis in de natuur en wat vissers kunnen vangen. 5

BELEIDSKADER EN UITGANGSPUNTEN 2.4 KADERSTELLENDE WET- EN REGELGEVING EN BELEID In deze paragraaf worden de wetten, regels en beleidsstukken kort beschreven die het kader vormen voor het beleid van het waterschap. Dit zijn zowel kaders op Europees, nationaal en regionaal niveau. Een uitgebreidere toelichting op enkele relevante wetten en regels is opgenomen in bijlage 3. 2.4.1 Europese Kaderrichtlijn Water De Europese Kaderrichtlijn is sinds 2000 van kracht. De KRW geeft aan dat uiterlijk in 2027 het oppervlaktewater in een goede toestand moet verkeren. Het gaat dan om een goede chemische toestand en een goede ecologische toestand. Vissen zijn één van de parameters die de ecologische toestand bepalen. Waterschap Rivierenland is vanuit de Europese Kaderrichtlijn Water verantwoordelijk voor het realiseren van een goede visstand als onderdeel van een goede ecologische toestand in de oppervlaktewaterlichamen. Daarnaast is het waterschap verantwoordelijk voor het monitoren van de visstand en het rapporteren hierover. In 2007 heeft het waterschap in gebiedsprocessen samen met de partners uit het gebied maatregelpakketten opgesteld. Hierbij zijn ook de visserijpartners betrokken. Met deze maatregelen denken we de doelen voor de KRW te kunnen halen. De maatregelen zijn vastgelegd in het Waterbeheerplan 2010-2015. Figuur 3 Deelgebiedplannen Kaderrichtlijn Water 2.4.2 Natura 2000 (Europese Vogel- en Habitatrichtlijn) Europa heeft een zeer gevarieerde en rijke natuur. Om deze natuur te behouden heeft de Europese Unie het initiatief genomen voor het project Natura 2000. Natura 2000-gebieden vormen een samenhangend netwerk van beschermde gebieden (Europese Habitat- en Vogelrichtlijn) op het grondgebied van de lidstaten van de EU. Dit netwerk vormt de basis van het beleid van de EU voor behoud en herstel van de biodiversiteit. 6

BELEIDSKADER EN UITGANGSPUNTEN Voor alle Natura 2000 gebieden worden de komende jaren beheerplannen opgesteld. In deze plannen staan maatregelen die nodig zijn voor het realiseren van de natuurdoelen. De visserijactiviteiten in Natura 2000 gebieden worden in beheerplanprocessen getoetst op de effecten op natuurdoelen. In bijlage 3 is een kaart opgenomen met de Natura 2000 gebieden binnen en grenzend aan het beheergebied van Waterschap Rivierenland. In totaal gaat het om 12 gebieden. 2.4.3 Visserijwet en bijbehorende nadere regelgeving Visserijwet 1963 De wet- en regelgeving over de visserij is in Nederland vastgelegd in de Visserijwet (1963). Alleen de hoofdlijnen van de visserijregelgeving zijn in deze wet vastgelegd. Nadere invulling van de wet gebeurt volgens Algemene Maatregelen van Bestuur (AMVB s) en ministeriele regelingen, waarvan de uitvoeringsregeling visserij de belangrijkste is. Het doel van deze wet is het bevorderen van een doelmatige bevissing. De visserijwet kent een aantal bepalingen, dat de visstand beschermt tegen de gevolgen van de uitoefening van de visserij. Onder andere door het benoemen van bevisbare soorten, toegestane vangtuigen, het instellen van gesloten tijden, minimummaten en meeneemverboden worden vissoorten beschermd. Ook bevat de Visserijwet bepalingen over benodigde visdocumenten voor het uitoefenen van de visserij. De Visserijwet kent aan de visrechthebbenden bevoegdheden en verantwoordelijkheden toe voor het visserijbeheer. De gedachte achter deze wetgeving is dat de visrechthebbende zelf beheermaatregelen kan en mag treffen om de visserij zo optimaal mogelijk op de eigen wensen af te stemmen. Hoofdthema s hierbij zijn visuitzettingen, visonttrekkingen, regelgeving voor de visserij en onderzoek naar de visstand. In de Visserijwet is geregeld dat de eigenaar van een water het visrecht kan overdragen aan sport- en beroepsvissers via een huurovereenkomst. Met een schriftelijke toestemming of machtiging kan de eigenaar toestemming verlenen voor het uitoefenen van de visserij. De 3 typen overeenkomsten zijn hieronder toegelicht: (1) Huurovereenkomst Het overdragen van visrechten kan door middel van het opstellen van Huurovereenkomsten. Hiermee wordt het visrecht overgedragen en wordt de huurder visrechthebbende. Een huurovereenkomst moet worden goedgekeurd door de Kamer voor de Binnenvisserij. De duur van een huurovereenkomst is maximaal 6 jaar. Een huurovereenkomst wordt in principe van rechtswege verlengd, tenzij de verhuurder uiterlijk acht maanden voor het eind van de lopende overeenkomst schriftelijk te kennen geeft de overeenkomst van verhuur van visrecht niet te willen voortzetten. (2) Schriftelijke toestemming Indien de eigenaar van een water het visrecht niet compleet wil overdragen, kan een schriftelijke toestemming worden verleend voor het uitvoeren van de visserij. In dit geval blijft de eigenaar visrechthebbende. Een schriftelijke toestemming moet voldoen aan de regels uit de Visserijwet. De duur van een schriftelijke toestemming is maximaal 3 jaar. Na het verstrijken van de geldigheidsduur kunnen partijen verzoeken een nieuwe toestemming te verlenen. (3) Machtiging Een machtiging is een specifieke vorm van een schriftelijke toestemming. Bij een machtiging machtigt het waterschap verenigingen en federaties om namens het waterschap aan de bij hen aangesloten leden schriftelijke toestemmingen te verlenen. 7

BELEIDSKADER EN UITGANGSPUNTEN In principe is het recht om in een bepaald water te vissen verbonden aan het eigendom van de grond onder dat water. Een uitzondering hierop vormen de zogenaamde heerlijke visrechten. Dit zijn oude rechten die stammen uit de tijd van voor de invoering van het Burgerlijk Wetboek in 1838. Bij heerlijke visrechten is het visrecht niet gekoppeld aan het eigendom van het water/grond. Uitvoeringsregeling visserij (19 september 2008, nr. TRCJZ/2007/3190) Deze regeling is gebaseerd op de Visserijwet en bevat nadere regels voor de uitvoering van de visserij. Belangrijke punten uit de regeling zijn: Verbod visserij met grote vistuigen. Ontheffing van dit verbod wordt verleend aan vissers die beschikken over minimaal 250 hectare viswater en daarmee inkomsten uit de visserij genereert van minimaal 8.500, bruto per jaar. Verplichtingen, beperkingen en verbodsbepalingen met betrekking tot de visserij op aal 5. Dit ter uitvoering van de Europese Aalverordening (EG nr. 1100/2007), die het uitvoeren van maatregelen voor het herstel van het bestand van Europese Aal voorschrijft (zie verder ook paragraaf 2.4.4). Vrijstelling voor nachtvisserij. De wateren waar het gehele jaar door s nachts mag worden gevist zijn opgenomen in een bijlage bij de regeling. Het vissend overnachten aan de waterkant is geregeld in de Wet op de Openluchtrecreatie (WOR). Een nadere uitwerking van de relevante bepalingen uit de Visserijwet en de uitvoeringsregeling staat in bijlage 3. 2.4.4 Europese aalverordening en Nederlands beheerplan aal Onderstaande tekst is gebaseerd op de Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 15 september 2009, nr. 1646, houdende wijziging van de uitvoeringsregeling visserij ter uitvoering van het Nederlandse aalbeheerplan. In bijlage 3 staat meer achtergrondinformatie. De Europese aalverordening In september 2007 is de Europese aalverordening vastgesteld. Deze verordening geeft een kader voor de bescherming en duurzame benutting van het bestand van Europese aal in de Europese Gemeenschap. De verordening schrijft voor dat alle lidstaten (die natuurlijk habitat voor aal vormen) een beheerplan voor aal opstellen. Het doel van het aalbeheerplan is het verminderen van de antropogene sterfte van aal, zodat er een grote kans bestaat dat tenminste 40% van de biomassa aan schieraal kan ontsnappen naar zee. In het aalbeheerplan moeten maatregelen worden geformuleerd om deze doelstelling te realiseren. Het Nederlandse aalbeheerplan Het Nederlandse aalbeheerplan is gebaseerd op twee wetenschappelijke onderzoeken. Op grond van de onderzoeksresultaten gaat het Nederlandse aalbeheerplan uit van een uittrek van schieraal naar zee die momenteel 400 ton per jaar bedraagt. De doelstelling van het aalbeheerplan is om op de lange termijn een uittrek van 5.200 ton schieraal per jaar te realiseren. Om op termijn (omstreeks 2090) het streefbeeld te halen, zijn in het Nederlandse aalbeheerplan de volgende maatregelen opgenomen: a) vermindering van aalsterfte bij gemalen; 5 Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 15 september 2009, nr. 1646, houdende wijziging van de uitvoeringsregeling visserij ter uitvoering van het Nederlandse aalbeheerplan. 8

BELEIDSKADER EN UITGANGSPUNTEN b) vermindering van de aalsterfte met 35 procent bij de drie grote waterkrachtcentrales; c) instelling van visserijvrije zones vanaf 2010, op locaties die van belang zijn voor aalmigratie; d) een terugzetverplichting voor aal voor de sportvisserij in kust- en zeegebieden; e) beëindiging van de recreatieve visserij met beroepsvistuigen in de Waddenzee, Eems/Dollard, Ooster- en Westerschelde en de buitenhavens van Delfzijl. f) een algeheel verbod op aalvisserij in de maanden september, oktober en november; g) stopzetting van de vernieuwing van jaarlijkse privaatrechtelijke peurtoestemmingen in staatswateren, die door de Staat worden uitgegeven. Daarnaast geeft het aalbeheerplan aan dat Sportvisserij Nederland vrijwillig een terugzetverplichting heeft opgelegd aan de bij haar aangesloten organisaties. 2.4.5 Rijksbeleid binnenvisserij Het Rijksbeleid voor de binnenvisserij is vastgelegd in het Beleidsbesluit binnenvisserij (bron 6.6). Het beleid is gericht op het realiseren van duurzame visstanden en een daarbij passende visserij. In 2004 is het beleid geëvalueerd (bron 6.2). Naar aanleiding hiervan heeft de minister van LNV in 2008 een aantal nieuwe beleidspunten in een brief aan de Tweede Kamer opgenomen (Kenmerk: Viss. 2008/3272). Speerpunten in het nieuwe beleid zijn de verplichting voor het instellen en functioneren van visstandbeheercommissie (VBC s) en de verplichting tot het in VBC-verband opstellen van toetsbare visplannen. Het visplan en VBC s worden gezien als belangrijk middel om een duurzame visstand en visserij te bereiken. Een duurzame visstand is een visstand die passend is bij het watersysteem, en is ook een randvoorwaarde voor een duurzame visserij. LNV heeft recent nieuw beleid ontwikkeld voor de uitgifte van visrechten (bron 6.7). Onderdeel hiervan is dat in alle huurovereenkomsten en schriftelijke toestemmingen voor de beroepsvisserij generiek de mogelijkheid worden opgenomen om meegevangen wolhandkrab en Amerikaanse rivierkreeft te behouden. Het LNV-beleid geldt voor de staatswateren. LNV vraagt andere eigenaren zoals waterschappen (niet- Rijkswater) dit beleid over te nemen. Waterschap Rivierenland volgt met zijn beleidslijnen het landelijke beleid. 2.4.6 Adviesnota beleid waterbeheer en visstandbeheer De Unie van waterschappen heeft samen met betrokken landelijke partijen een beleidskader waterbeheer-visstandbeheer beschreven (bron 6.11). De waterkwaliteitsbeheerder heeft door het van kracht worden van de Kaderrichtlijn Water meer bevoegdheden nodig met betrekking tot het visstandbeheer. Waterschappen hebben daarvoor 2 instrumenten in handen: de aanpassing van de huurovereenkomsten van het visrecht (privaatrecht); aanpassing van de Keur ( publiekrecht). 9

BELEIDSKADER EN UITGANGSPUNTEN 2.4.7 Sportvisserijnota Midden-Nederland 2009-2015 In de sportvisserijnota (bron 6.5) is het beleid van de Hengelsport Federatie Midden Nederland opgenomen voor de volgende thema's: de structuur van de federatie, water- en visstandbeheer, jeugd, controle, schriftelijke toestemming, promotie/voorlichting, en viswedstrijden. Voor het beleid van het waterschap zijn vooral de thema's 'water- en visstandbeheer' en 'schriftelijke toestemming' van belang. Het beleid van Federatie Midden Nederland (doelen en acties) voor beide thema's is hieronder weergegeven. Beleid Water- en visstandbeheer Een goede waterkwaliteit en bijbehorende visstand zijn een basisvoorwaarde voor de sportvisserij. Een tweede basisvoorwaarde is dat de mogelijkheden om te kunnen vissen aanwezig zijn. Doelen: Structureel overleg met waterbeheerders Planmatige aanpak per waterschapsgebied Verbeteren sportvisserijmogelijkheden Betrekken vrijwilligers op het vlak van water- en visstandbeheer Acties: Oprichten van visstandbeheercommissies per waterschapsgebied: - Rijn en IJssel - Rivierenland Oprichten van visstandbeheercommissies per rijkswater Actualiseren bestaande plannen en uitvoeren van voorgestelde maatregelen Opstellen protocol vissterfte Opstarten van een aantal projecten: - Toegankelijkheid rivieroevers - Proefproject aalscholvers - Trailerhellingenplan - Onderzoek naar teruglopende visstanden Jaarlijks uitvoeren van visserijkundige onderzoeken in federatieve wateren, volgens een nog op te stellen meerjarenplanning Hengelvangstregistratie Jaarlijkse avond/dag voor vrijwilligers in VBC s Beleid lijst(en) van viswateren Doelen: Zoveel mogelijk viswateren beschikbaar stellen voor de aangesloten sportvissers Eenvoudig en heldere (federatieve en landelijke) schriftelijke toestemming Acties: Digitaliseren viswateren van de federatie en van de verenigingen (www.visplanner.nl) Verminderen en uniformeren vergunningvoorwaarden Een grotere uitwisseling van viswateren. Uitwerken van de mogelijkheid voor financiële vergoeding van opengesteld viswater Inventariseren nog niet opengestelde delen van de grote rivieren, inclusief een overzicht van de heerlijke visrechten Samenvoeging landelijke en federatieve lijst per 1/1/2010 10

BELEIDSKADER EN UITGANGSPUNTEN 2.4.8 Zilveren Stromen Federatie Zuidwest Nederland heeft in het rapport 'Zilveren Stromen' (bron 6. 19) een visie opgenomen op de sportvisserij, de visstand en het visserijbeheer op de grote rivieren. De nota is vooral gericht op het visstandbeheer van de grote rivieren. Enkele onderdelen hebben een relatie met het beleid van ons waterschap. Zilveren Stromen is een initiatief van de hengelsportfederaties in het rivierengebied en Sportvisserij Nederland. De doelstellingen van het project zijn: Behoud en verbetering van de vismogelijkheden op en aan de rivieren; Een duurzame visstand, ook voor een duurzame visserij; Een betere belangenbehartiging; Zo veel mogelijk effect van menskracht en middelen; Zichtbaar maken wat de sportvisserij in de rivier-vbc s wel of niet kan gaan doen; Versterking van de positie van de VBC s; Versterking samenwerking tussen sportvisserij en andere belanghebbenden - waaronder de beroepsvisserij - ten aanzien van een duurzaam visserijbeheer. De visie van dit project richt zich op verbetering van de leefomgeving van de vis en op het verbeteren van de organisatie van het visserijbeheer op de rivieren. De verbetering van de leefomgeving is door nieuw rijksbeleid al in gang gezet. In de visie werpt de sportvisserij zich op als bewaker van een goede uitvoering van deze verbeteringen, via inspraak en actieve participatie in rivierprojecten. De organisatie van het visserijbeheer is op de rivieren verre van optimaal. In de beheervisie worden diverse verbeterpunten benoemd die het visserijbeheer beter moeten stroomlijnen, doelgerichter moeten maken en moeten leiden tot een duurzamere visserij. Concreet worden verbeteringen voorgesteld op het vlak van: Toegankelijkheid rivieroevers; Promotie sportvisserij rivieren; Criteria voor visplannen; Visstandonderzoek; Vangstregistratie en monitoring; Opheffen versnipperde visrechtsituatie; Beperking autonomie heerlijk visrecht; Een overkoepelende organisatie voor de riviervisserij; Financieringsstructuur. 2.4.9 De Flora- en Faunawet Waterschap Rivierenland werkt volgens de Gedragscode Flora- en Faunawet voor waterschappen (bron 6.10), die verder is geconcretiseerd in de vorm van werkprotocollen (bron 6.8). Door het uitvoeren van werkzaamheden conform de regels uit de protocollen, wordt de schade aan vispopulaties beperkt. 11

BELEIDSKADER EN UITGANGSPUNTEN 2.4.10 Regionale waterplannen van provincies In het provinciale waterplan Gelderland 2010-2015 staat dat Sportvisserij een belangrijke recreatievorm is in Gelderland. De provincie streeft naar het behoud van de hengelsportmogelijkheden en wil de sportvisserij waar mogelijk faciliteren en stimuleren. Dit doet de provincie door: De waterbeheerders te vragen de oevers bereikbaar en toegankelijk te houden voor recreatief medegebruik, tenzij dit in gebieden met een hoge ecologische functie ten koste gaat van kwetsbare natuurwaarden. Sportvisserij als activiteit op te nemen in beheerplannen voor Natura-2000 gebieden. Te zorgen dat de recreatievorm sportvisserij in een vroegtijdig stadium wordt meegenomen in integrale plannen op het gebied van natuurbeheer en ruimtelijke ontwikkeling. Langs wateren zonder ecologische functietoekenning de aanleg en het onderhoud van sportvisserijmogelijkheden, zoals steigers te stimuleren. De provincies Zuid-Holland, Noord Brabant en Utrecht hebben in de regionale waterplannen geen beleid opgenomen over visserij. 2.4.11 Waterbeheerplan Waterschap Rivierenland 2010-2015 In oktober 2009 is het definitieve Waterbeheerplan 2010-2015 (bron 6.17) vastgesteld. In dit plan is beschreven wat het waterschap de komende zes jaar wil bereiken en op welke manier. De aspecten van waterkeringen, het watersysteem en de afvalwaterketen zijn in dit plan geïntegreerd. De opgaven waar het waterschap voor staat, zijn groot. Onder andere hebben we ons tot doel gesteld om de KRW-doelstellingen te halen. Hiervoor is het nodig om in de periode 2010-2015 een groot aantal maatregelen te treffen om vooral de ecologische waterkwaliteit te verbeteren. Voor een beschrijving van deze maatregelen verwijzen we naar het Waterbeheerplan 2010-2015. 2.4.12 Nota Eigendommenbeleid Waterschap Rivierenland Het waterschap heeft veel gronden, wateren en panden in eigendom. Vrijwel al deze eigendommen vervullen een rol ten behoeve van de primaire taken van het waterschap (waterkeringen, kades, watergangen, wegen, zuiveringsinstallaties, etc.) of hebben daarmee een rechtstreekse functionele relatie (kantoor, werkplaatsen, depots, dijkmagazijnen, etc.). De Nota Eigendommenbeleid (bron 6.16) is op 27 november 2009 vastgesteld door het Algemeen Bestuur van het waterschap. Beleid over de uitgifte van visrechten in onze eigendommen ontbreekt in deze nota. De kaders hiervoor worden in de voorliggende Beleidsnota Visstand- en Visserijbeheer opgenomen. Deze nota is dus een aanvulling op de Nota Eigendommenbeleid. In de Nota Eigendommenbeleid staat nu alleen het wettelijke kader van de uitgifte van visrechten. Het recht om te vissen in de binnenwateren is verbonden aan het eigendomsrecht; de eigenaar van het water is visrechthebbende. Voor het uitoefenen van visserij kan het waterschap visrechten overdragen aan visserijpartners. Dit kan op via een huurovereenkomst, een schriftelijke toestemming of een machtiging (zie ook paragraaf 2.4.3). Met het overdragen van visrechten aan sport- en/of beroepsvisserijorganisaties kan het waterschap kaders stellen voor de manier waarop de visserij omgaat met die rechten. Dit is van belang voor het veiligstellen van de waterschapsbelangen. Deze kaders worden uitgewerkt in deze beleidsnota visstand- en visserijbeheer. 12