Toespraak in de Amsterdamse Studentenekklesia op 29 maart 2009 door Mirjam Elbers



Vergelijkbare documenten
DIENST VAN DE VOORBEREIDING

Eerste zondag van Advent

Welke taak kreeg Samuel van God en naar welk gebied werd Samuel heen gezonden?

zondag 25 oktober

Preek op 4 december 2011 over 1 Samuël 16 Tweede Advent

m.m.v. de Tornado s Leve de Koning! Voorganger: ds. Gert-Jan Codée Piano: Rina Kruis Orgel: Jan Bulk

ORDE VAN DIENST voor de viering op Zondag 29 november 2015 aanvang: uur ~1 e Zondag van Advent ~ OP WEG NAAR BETHLEHEM

Thema: Jij telt mee!

Zondag 26 maart 2017 in het Kruispunt in Voorschoten

De gelijkenis van de twee zonen. Eerst lezen Daarna volgen er vragen en opdrachten

Exodus 17,1-7 - Water uit de rots voor mensen met een kort lontje

Boek1. Les 1. Dit is het verhaal van Maria. Dit is het verhaal van de engel. Dit is het verhaal van Jezus.

Teksten bewerkt uit het gezinsboek Ons Dagelijks Brood veertigdagentijd van pastoor M. Hagen door EBP voor

Preek Psalm 78: september 2015 In het spoor van Opening winterwerk Spiegelbeeld I

verzoeking = verleiden om verkeerde dingen te doen dewijl = omdat wederstand doen = tegenstand bieden de overhand behouden= de overwinning behalen

Philadelphiadienst Zondag 8 november 2015 Dorpskerk Bodegraven Aanvang: uur

Voor jou! Dit boek is voor jou. Het gaat over God. En over God en jou samen. Over Gods liefde voor jou.

De gelijkenis van de barmhartige Samaritaan.

1) De ongelovige is blind gemaakt door Satan (2 Korintiërs 4:4).

21 februari 2016 ONLINE MET GOD. Voorganger: Ds.H.Bondt Begeleiding: Entheos / Els Cornelisse

ORDE VAN DIENST. zondag 16 juli 2017

Eerste lezing: Habakuk 3:1-3,16-19 Evangelielezing: Lukas 17:1-10

Eucharistie met ziekenzalving

Kindvriendelijke liturgie 20 september Begin schooljaar Boekentassenwijding

PREVIEW. Probeer nu 1 dag DAVID DE JONGE JAREN VAN VIJF DAGEN: GOD, SPORT & JEZELF MET PRAKTISCHE, SPORT- EN PERSOONLIJKE VOORBEELDEN

= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =

Boekje over de kerk. voor kinderen van ca jaar gemaakt door de jongste catechisatiegroep

Deel het leven Johannes 4:1-30 & december 2014 Thema 4: Gebroken relaties

Bijbelteksten Feest van Genade

Jezus vertelt, dat God onze Vader is

Niet bang zijn! God maakt je sterk!

Heer, U kent mij als geen ander U weet of ik zit of sta en U kent ook mijn gedachten voordat ik iets zeggen ga

1. Gods eigendom. Op Toonhoogte 265

Koningspaard Polle en de magische kamers van paleis Kasagrande

Er zijn mensen nodig met nieuwe fantasie

Zondag 16 februari Protestantse Gemeente Biddinghuizen THEMA: Ho, stop, help!

DE WIJZE KONING SALOMO

LES 10. Sluipaanval. Doe Lees 1 Samuël 24.

Bijbel voor Kinderen presenteert DE WIJZE KONING SALOMO

Kerk- School- en Gezinsdienst op zondag 29 maart 2015 in de Martinikerk

Een greep uit een presentatieviering met als thema: Licht zijn voor anderen

Zondag 17 november 2013

Bijbel voor Kinderen. presenteert DE VERLOREN ZOON

Kerk: Brugkerk, Kroonplein 1 te Lemelerveld Aanvang: 9.30 uur Organist: Wim Pardoen Voorganger: ds. Kees Benard

Goede buren. Startzondag 13 september 2015 m.m.v. Jeugdkoor Joy uit Streefkerk o.l.v. Vincent van Dam

OOGGETUIGE. Johannes 20:30-31

Gemeente van onze Heer Jezus Christus, lieve mensen,

Warffum seizoen Uw koninkrijk kome

zondagmorgen 14 november 2010 Welkomkerk ds. W.H. Hendriks-Vogelaar

Wie is er nou blind? Het evangelie naar Johannes 9:

Voortaan haal ik, zodra ik wilde wingerd zie, de plant gelijk uit de heg. Wat opvalt is, dat hij steeds weer terugkomt: op blijven letten dus!

Welkom op het kerstfeest van groep 3 en 4

Eén ding is nodig. Deze geschiedenis kun je lezen in Lukas 10 :

De Bijbel open (22-09)

DE GEBOORTE VAN JEZUS

Heilig Jaar van Barmhartigheid

'Vrede voor jou, hierheen gekomen' (Geroepen om te zingen, nr. 15) 'Hij kent je bij je naam'. (internet)

Lied 1: Dat moet iets wonderlijks zijn

Thema: In kruiken en kannen (2 Koningen 4:1-7)

assie voor het leven Noteer voor jezelf een aantal opmerkingen en kernwoorden Lees de tekst nog eens door en bespreek met elkaar als groep

De Bijbel open (12-10)

Jezus en jij. Tekst: Willem de Vink. Illustraties: Arjan Wilschut, Timo Visser en Willem de Vink

WANNEER, GOD, WANNEER?

Liturgie voor de viering op 24 april 2016 om uur in de Lichtkring met de Catechesegroep Gehandicapten Hoofddorp

Johannes 5, Ken jij Jezus? Hoe zie je Hem?

Orde van dienst. Lieke Juliëtte van Elk. op 28 juni In deze dienst zal door ds. Cees de Gooijer gedoopt worden:

ZONDAG 17 november Wie is arm wie is rijk?

= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =

18. Evangelist in eigen land 19. Onder Jezus zegen Een bereide plaats 20. Water 21. Een gebed om de Heilige Geest Doorwaai mijn hof 22.

De gelijkenis van de onbarmhartige dienstknecht

Jezus en jij. Eerste Communieproject - les Jij bent gedoopt

De gelijkenis van het huis op de rots en op het zand.

Maria, de moeder van Jezus

Op weg met Jezus. eerste communieproject. Hoofdstuk 5 Bidden. H. Theobaldusparochie, Overloon

KONING DAVID (DEEL 1)

Kerk- en Schooldienst in de Maranathakerk. in samenwerking met de Protestants Christelijke Basisschool Samen op Weg VERWONDERING!

Jezus en jij. Eerste Communieproject 53. Jij bent gedoopt

Gemeenteviering rond Jesaja 9:5b

Hartelijk welkom in de kerk! Thema 2 Blij met beleving!

De gelijkenis van de verloren zoon.

Tekst: Job 16: 20 Thema: Doge jo wol? Bijzonderheden: Tweede zondag in de 40-dagentijd. Beste mensen,

Liturgie voor de vierde zondag van Advent en bevestigingsdienst

DANIËL EN DE LEEUWENKUIL

Orde van dienst Laren 8 mei 2016, Moederdag

JEZUS IS MIJN SUPERHELD

= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =

Als je niet goed weet hoe je moet bidden, kun je het leren! Daarom gaan we in deze les kijken wat God ons te zeggen heeft over gebed.

EEN PRINS WORDT EEN HERDER

Kerstfeest Ds. W.E. den Hertogschool

Menze Fernandus van Houten

Vraag 62 : Maar waarom kunnen onze goede werken niet de gerechtigheid voor God of een stuk daarvan zijn?

Hartelijk Welkom bij

LIEDERENBLAD TIME 2 SING 18 september 2011 Thema: Je steentje bijdragen. Refrein

Heilige Mis ter gelegenheid van de Eerste Heilige Communie in de St.Lambertuskerk te Swalmen

Thema: "Als God nu ook al verandert, waar blijven wij dan!?!"

Niveau 3 - Les 8: Het juiste gebruik van Gods wet Don Krow

Pastoor Reneerkens. De volgende mensen zijn er ook bij:

Zondag 11 januari - een verhaal om moed te houden

Voor de dienst: "Laat Het Zien" van Reni en Elisa Welkom Lied 216 ( Morning has broken ) Bemoediging en groet Gebed Lied 780 (naar Psalm 139) Psalm 23

Het onze Vader. Naam:

Transcriptie:

Toespraak in de Amsterdamse Studentenekklesia op 29 maart 2009 door Mirjam Elbers De roeping van David Lezing uit het boek 1 Samuel 1 Samuel 16 JHWH zei tot Samuel: Tot wanneer zult gij nog rouwen om Saul, terwijl Ik heb hem toch verworpen heb om koning te zijn over Israël? Vul uw hoorn met olie en ga! Ik zend u naar Isai de Betlehemiet want onder zijn zonen heb ik voor mij een koning gezien. Samuel zei: Hoe zou ik gaan? Hoort Saul ervan, dan brengt hij mij om! JHWH zei: Een runderkalf moet gij aan uw hand nemen en zeggen: Om JHWH een offer te brengen ben ik gekomen. Nodig Isai uit voor het offermaal. Ikzelf zal u doen weten wat gij doen moet. Zalf dan voor mij die ik u zeg. Samuel deed wat JHWH gesproken had. Hij kwam in Betlehem-Broodhuis. Sidderend kwamen de oudsten van de stad hem tegemoet, ze zeiden: Komt gij in vrede? Hij zei: Vrede! Om JHWH een offer te brengen ben ik gekomen. Heilig u en kom met mij naar het offermaal. En hij heiligde Isai en zijn zonen en nodigde hen uit voor het offermaal. En het geschiedde toen zij binnenkwamen dat hij Eliab zag en zei: Zeker, hier is tegenover JHWH zijn gezalfde. Maar JHWH zei tot Samuel: Verkijk u niet op hoe hij er uit ziet en op zijn rijzige gestalte want ik heb hem verworpen; want niet wat de mens ziet want de mens ziet wat voor ogen is, maar JHWH ziet naar het hart. Isai riep Abinadab en liet hem voor het aangezicht van Samuel voorbijgaan, maar hij zei: Ook deze heeft JHWH niet gekozen. Isai liet Sjama voorbijgaan, maar hij zei: Ook deze heeft JHWH niet gekozen. Isai liet zijn zeven zonen voor het aangezicht van Samuel voorbijgaan, maar Samuel zei tot Isai: Dezen heeft JHWH niet gekozen. Samuel zei tot Isai: Zijn dit alle jongens? 1

Hij zei: De kleinste rest nog, daar, hij is herder bij de schapen! Samuel zei tot Isai: Zend iemand en laat hem halen! Want we zullen ons niet rond de tafel scharen voordat hij hier gekomen is. Hij zond iemand en liet hem komen. Rossig was hij, met mooie ogen en goed om te zien. JHWH zei: Sta op, zalf hem want hij is het. Samuel nam de hoorn met de olie en zalfde hem temidden van zijn broeders. En de geest van JHWH werd vaardig over David vanaf die dag en verder. Samuel stond op en ging naar Rama. Maar van Saul was de geest van JHWH geweken en hem overweldigde een kwade geest vanwege JHWH. De dienstknechten van Saul zeiden tegen hem: Kijk toch, een kwade geest Gods overweldigt u. Zeg toch, onze heer - uw dienstknechten staan hier voor uw aangezicht - laat ze zoeken naar een man, een kenner van het harpspel. En het zal geschieden: als een kwade geest Gods over u woedt, zal hij spelen met zijn hand, dat zal goed voor u zijn. Saul zei tegen zijn dienstknechten: Zie toch voor mij uit naar een man die goed kan spelen en laat hem bij mij komen. Een van de dienstknechten antwoordde en zei: Ja, ik heb een zoon van Isai, de Betlehemiet, gezien, een kenner van het spel, een krachtige held, een krijgsman, welbespraakt, een man van gestalte: JHWH is met hem. Saul zond boden naar Isai, hij zei: Zend naar mij David, uw zoon, die bij de schapen is. Isai nam een ezel beladen met een brood en een wijnzak en één geitenbokje en zond die door de hand van David, zijn zoon, naar Saul. David kwam bij Saul en zo stond hij in dienst voor zijn aangezicht. Hij kreeg hem zeer lief, hij werd zijn wapendrager. Saul zond iemand naar Isai om te zeggen: Moge David toch in dienst blijven staan voor mijn aangezicht want hij heeft genade gevonden in mijn ogen. En het geschiedde: als een geest Gods in Saul woedde, 2

nam David de harp en bespeelde die met zijn hand. Dat gaf Saul verademing van geest, het deed hem goed, en dan week de kwade geest van hem. Lezing uit het evangelie van Lukas Lukas 3 vers 21-22 En het geschiedde toen heel het volk gedoopt werd, toen ook Jezus werd gedoopt, toen hij daar te bidden stond, dat de hemel werd geopend en de heilige geest, in lijfelijke gestalte, als een duif, neerdaalde over hem. En een stem geschiedde uit de hemel: Jij bent mijn zoon, de geliefde, die ik verkoren heb. Toespraak Als tien-, twaalfjarige verslond ik de boeken van Jan Terlouw. Ik was niet gedoopt, niet kerkelijk opgevoed, wist van geen W.G. van der Hulst of andere stichtelijke lectuur. Thea Beckman en Jan Terlouw, dat was zo n beetje mijn referentiekader. In één van zijn boeken schrijft Terlouw over het jongetje Valentijn, die houdt van zínnen. Er zijn zinnen die hij hoort of leest en die bij hem blijven, die blijven plakken in zijn geest. Zoals een ander dat met melodietjes heeft, zo komen bij hem regelmatig zinnen naar boven. Zoals een blos naar je wangen stijgt, zo komen er op de gekste momenten zínnen naar boven, zinnen om van te leven. Dat herkende ik, ook als jong kind, meteen. Sommige boeken las ik tientallen keren, en kon ik bijna woordelijk, zin voor zin opzeggen. Zoals het boekje Wim is weg. Alle mensen hielpen zoeken. En, zo stond er, de maan zocht mee. Nog jarenlang kwam die zin op de gekste momenten in mijn gedichten. Later hielpen de zinnen van Slauerhoff me door de middelbare school alleen in zijn gedichten kon ik wonen. Leven met zinnen. Is dat typisch iets voor boekenwurmen, voor wereldvreemde intellectuele studiehoofden, met een boekje in een hoekje? Ik geloof het niet. We leven allemáál met zinnen. Het kan die zin van je vader zijn, die hij je op het laatst nog toefluisterde: Ga jij je eigen weg maar, jongen. Het kan een zin zijn die een vervelende tante altijd maar weer tegen je zei: Toch jammer dat je geen rechten bent gaan studeren. Vervelende zinnen die blijven doorzeuren. Je broer is nou eenmaal knapper dan jij. Zinnen die jou leerden waar het om zou gaan in het leven. Sommigen mensen moeten leven met de zin, van huis uit meegekregen dat je maar beter niet geboren had kunnen worden. De nieuwe campagne over kindermishandeling van SIRE laat een jongetje deze zin letter voor letter oppakken en meesjouwen. Een aangrijpend beeld. Je zult die zin maar je leven lang in je kop hebben We leven allemaal met zinnen. Maar dat ontdekte ik pas door het lezen van de bijbel. In mijn studietijd kwam ik min of meer bij toeval, via een grote omweg, op de theologiefaculteit terecht, met alleen een paar cliché s en vooroordelen over 3

christendom en kerk in mijn rugzak. Ik wilde wel wat meer weten van Hebreeuws en godsdienstfilosofie en geschiedenis. Maar het boek waar ze daar mee bezig waren, bleek een boek vol met zinnen. En niet alleen dat. In al die bijbelse verhalen, zinnen, woorden, kwam die ene vraag steeds weer heel pregnant aan de orde: met welke zin leef jij? Met welk verhaal? Met welke woorden? Wat zit er in je kop, waaraan ben je zonder het vaak te weten zo loyaal? Naar welke zin ben jij met al je vezels van je lijf en je ziel, gaan stáán? Dat boek vol met zinnen om mee te leven stelde een vraag, een kritische vraag: wat is jouw lijflied, wat is de melodie van je leven, wie is jouw god? Zo kritisch leerde ik het bijbelverhaal verstaan en ik vond het een verademing. Ik ontdekte dat wie je ook bent, wat je ook gelooft, je altijd leeft met een verhaal, een zin, een woord dat met je mee gaat. En dat het er verdomd sterk op aan komt, wat voor woord dat is. En nu ben ik hier. En u ook. Hierheen geroepen. Want dat betekent Ekklesia. Geroepen, gebogen in leerhuis en liturgie over die vreemde zinnen van de bijbel. Zinnen die de onze niet zijn, maar het misschien soms mogen worden. We lezen ze, we zingen ze. Ja, wat voor een roeping is dat, de roeping van de messiaanse gemeente? Wat doen we hier eigenlijk? Nu, ik dacht misschien kan dat herdertje, die David, ons bij deze vraag helpen. Bij de vraag naar wat onze roeping is. Op hem moeten we letten vanmorgen. David wordt geroepen. Hij moet komen bij de oude koning Saul. Een uitgebluste koning. Het koningschap van Saul is op een mislukking uitgelopen. Als er bij Saul één zinnetje door zijn hoofd gaat, dan is het vast en zeker: wat ben ik een mislukkeling. En dan heeft hij niet eens helemaal ongelijk. Want wat zo mooi begon, is pijnlijk geëindigd. Zo gaat dat soms, bij een koning of een president die aan het eind van zijn termijn is gekomen. Het is een drama geworden. Het volk had om deze koning gesmeekt. Laat ons alsjeblieft een koning hebben zoals de volken! hadden ze geroepen. Zo n machtige heerser waar je een beetje mee voor de dag kunt komen. Laat er weer eens een krachtige leider opstaan. Je hoort het ook vandaag de dag wéér. De bijbel is er zacht gezegd voor op haar hoede. De roep om een sterke leider krijgt al heel gauw nare trekken. Geef ons een koning. En die hebben ze gekregen. Saul. Hij moest koning zijn, redder van armen en verdrukten, hij moest een einde maken aan Amalek, die het menselijk leven zo eindeloos bedreigt. Het grote kwaad. Maar Koning Saul gooide het op een akkoordje met dat kwaad. Want de koeien van de vijand Amalek waren sappig en de geiten gaven veel melk. Saul gooide het op een akkoordje. De buit woog zwaarder dan de menselijkheid. Zo gaat dat. Heel menselijk. Je denkt: Ach, dit kan toch wel, wat maakt het uit, we doen het even makkelijk, zó, wie wordt daar nou slechter van. Zo denken wij. En ook elke bankier kent die overwegingen, begrijp ik uit de kranten. Ach, we nemen het risico, we dóen het gewoon. En voor je het weet heb je mensen bezeerd, is er onherstelbare schade opgetreden. Het is bijzonder actueel. Dat de olie zwaarder weegt dan recht en gerechtigheid. Dat de opbrengsten op korte termijn aanlokkelijker lijken dan de risico s op de lange termijn. De uitgebluste koning Saul weerspiegelt het grote failliet van onze wereld, dat we ook deze dagen meemaken. Ja, Saul staat voor de Saul-wereld waarin wij leven. Maar nu horen wij iets wonderlijks vanmorgen: JHWH neemt hier geen genoegen mee!! Er komt een kéér. Het moet anders. Nee, niet de stem van het volk moet klinken, maar nu gaat God zélf spreken. Deze God zelf verkiest zich een herder, een koning. 4

De profeet Samuel wordt op pad gestuurd om een nieuwe koning te zalven. Een koning naar Gods hart. Niet naar de grote hoofdstad moet Samuel, niet naar Washington of Tel Aviv. Nee, deze koning moet gehaald worden in Betlehem. Een dorp van niks. Je bent er al doorheengereden voor je er erg in hebt. De minste onder de duizenden van Juda. Bij de zonen van Isai moet je zijn, zo wordt tegen Samuel gezegd. En dan wordt het daar een soort verkiezingscampagne. Alle zonen van Isai komen voorbij. De ene is nog mooier dan de ander. Allemaal staan ze klaar met hun oneliners en mooie spotjes. Alle kandidaten komen voorbij. Zeven zonen. De ganse mensheid. Het hele stembiljet. Dit zijn de mogelijkheden, kiest u maar. Zo gaat dat in verkiezingstijd. Zeven zonen, het is de volheid van wat menselijk gesproken mogelijk is. Maar JHWH ziet iets anders, iets wat niet te zien is voor ons mensen. Zijn dit alle jongens? vraagt Samuel. Ja dit is het. Of nee, wacht, er is er nog één: die kwam niet eens op het stembiljet voor. Vader Isai had er niet eens aan gedacht om hem te roepen. Die kleine, onze herder bij de schapen? Ja, een achtste is er. Eén buiten de orde. Díe, zegt Samuel, ga díe maar halen. Die gast moet bij ons aan tafel. Die ene vreemde, de afgedankte, degene die over het hoofd werd gezien. Die is het, zegt Samuel. De minste van de broeders. Zo wordt David tot koning gezalfd. En wat dan? Het verhaal had hier kunnen eindigen. Saul is oud en voorbij, David is de nieuwe koning. Vervanging is geregeld. Maar nee, dan moeten wij nog horen hóe David koning zal zijn. Wat zijn roeping dan is, en die van alle mensen die samenkomen in de naam van de zoon van David. David nu wordt geroepen, bij de uitgebluste Saul. Bij Saul die in zijn eigen hel op aarde zit. Hij is ziek van ellende. Het gaat hem niet goed. Het wordt uiterst modern psychologisch verteld. De geesten hebben bezit van hem genomen. In diepe depressie is hij weggezakt. Waar kan een mens allemaal wel niet door geplaagd worden, zeker als hij geconfronteerd wordt met zijn zwakheden? Ja, wie van ons zou nog een óóg dichtdoen s nachts als hij de president van Amerika was? Als hij de fouten van een heel mensengeslacht moest dragen? De koning is gekomen aan het einde van zijn menselijke mogelijkheden. Ja, wat gebeurt er met ons, als we onze eigen zwakheden onder ogen moeten zien, onze fouten, onze misslagen? Wat kan het ook in ons rondspoken aan depressies en verslavingen en boze stemmen in ons hart! De stemmen die ons domineren: zie je wel, het is niks geworden, want je was niks en je zult ook niks zijn Maar nu wordt Saul met z n boze geesten niet aan zijn boze lot overgelaten. Dan is daar dat herdertje. Die nieuwe koning, waarvan nog niemand weet. Midden in deze onze failliete Saul-wereld staat David op. En hij komt het paleis niet binnen als de nieuwe eigenaar, maar hij komt er binnen als een knechtje. Een bediende. Hij knielt, aan de voeten van Saul. Aan de voeten van een failliete koning, een uitgeblust mens, een doodgelopen wereld. En hij speelt. Op de harp. Hij speelt goddelijke liederen. Want liederen die boze geesten verdrijven zijn goddelijk. Liederen van zegen. Laten we zeggen: Psalmen. Liederen die adem geven. De kleine koning zit bij Saul. Nieuwe woorden om de boze woorden uit zijn hart te weren, nieuwe zinnen om de oude te laten smelten en verdwijnen. David knielt en speelt. Het is geen werk dat het wereldnieuws zal halen. Maar zijn harpspel gaf Saul verademing van geest. Lucht om adem te halen. Een nederiger taak kan de ekklesia niet hebben. Ook ons samenzijn hier zal de voorpagina s van de kranten niet halen. De kerk in al haar vormen staat niet meer in het centrum van de macht, maar steeds meer in de marge van de samenleving. Godzijdank, zou ik zeggen. Dan lijken we misschien eindelijk 5

wat meer op David en wat minder op Saul. Dan zingen we de liederen waar mensen in de benauwdheid van mogen opademen. En waar wij ookzelf weer lucht van krijgen. Een tegenstem in onze Saul-wereld. Het kon nog wel eens heel beslissend zijn, dat een kleine groep zich geroepen voelt om op de harp te spelen. Te zingen. Zich te oefenen in nieuwe woorden en zinnen. Voor als de Saul-wereld aan z n end is, als de macht is stukgelopen en met de scherven zit. Dan is daar een zachte melodie, over een Heer als een herder. Een stem voor alle mensen die geen stem en geen recht hebben in deze wereld. Nieuwe zinnen voor als de oude zinnen valse goden bleken. Is dat niet waartoe een messiaanse gemeente geroepen is? Het gaat wel tegen ons eigen onvermogen in. Laatst kwam ik in Holysloot aanfietsen bij de pastorie en de kerk waar ik predikant ben. Ik zag twee meisjes uit het dorp ronddwalen op het kerkhof. Ze liepen rond en keken hun ogen uit. Een jaar of zeven, acht, waren ze want ze konden al redelijk lezen. Plotseling stond één van hen stil bij een grafsteen. En ze begon te lezen: alga-ik-door-een-dal-van-die-pe-duis-ter-nis-ik-vrees-geen-kwaad-want-gijzijt-bij-mij. Psalm 23. Ja, dacht ik toen, zó is de messiaanse gemeente. Geroepen om woorden te lezen, liederen te zingen die boven ons zelf uitgaan. Soms weten we net als die meisjes maar nauwelijks wat we zingen. Maar we zingen, om de boze geesten te verdrijven. We laten de harp van David spelen. Om de dood niet het laatste woord te geven. Om op te ademen. De grote vraag tenslotte is: helpt het? Die liederen, dat zingen, het lezen van de woorden? Dat is de grote vraag. Helpt het? Die stem in de kantlijn van de wereld, stem van een kleine herder? Er zal altijd weer een Saul zijn, een mens die het op een akkoordje moet gooien met de macht. Daarover hoef je geen illusies te hebben. We zijn het zélf, die Saul. Dus ja, helpt het, een messiaanse gemeente die lofzang gaande houdt? De Vlaamse dichter Herman de Coninck heeft daarover een gedichtje geschreven, getiteld Poëzie. Het gaat over zijn zieke dochtertje. Zoals je tegen een ziek dochtertje zegt: Mijn miniatuurmensje, mijn zelfgemaakt Verdrietje, en het helpt niet; Zoals je een hand op haar hete voorhoofdje Legt, zo dun als sneeuw gaat liggen, En het helpt niet: Zo helpt poëzie. En voor poëzie kunt u dan psalm of bijbel invullen, wat mij betreft. Het helpt niet, nee, of ja, toch ook weer wél. Saul hééft het voor het zeggen in deze wereld. Maar Saul kan niet zonder Davids lied. Saul heeft David nodig. Van Saul wordt gezegd dat hij opademde, dat het hem góed deed. Dat de boze geesten wijken, als David zijn psalmen zingt. Nu zijn wij hier. U en ik. Mensen die leven met allerlei zinnen. Met wat er over ons door anderen gezegd is. Met wat wij van onszelf denken. Met de cynische tonen van deze Saul-wereld, uitgeblust, failliet. En in die wereld klinkt een tegenstem. Over een Heer als een herder. Een verborgen koning, redder van rechtelozen. Hij zal de machten die ons dwingen, breken en binden (Psalm 72). David zingt het ons voor. En zo moge het zijn. 6