ZOMERAVONDGEBED 11 JUNI 2017 GROTE KERK GOES U hebt een Liedboek nodig! Stilte Orgelspel We gaan staan Vrede aan ieder die hier komt in nood VREDE AAN IEDER DIE KOMT IN VREUGDE Vrede aan ieder die hier gebeden komt zeggen VREDE AAN IEDER DIE LIEDEREN KOMT ZINGEN Vrede van de Schepper, vrede van de Zoon VREDE VAN DE GEEST, AMEN. Lied: NL 280 We gaan zitten Gebed Psalmgebed: Psalm 136: 1
Loof de HEER, want Hij is goed eeuwig duurt Zijn trouw loof de allerhoogste God loof de oppermachtige Heer die wonderen doet, Hij alleen die de hemel maakte, met wijsheid die de aarde uitspreidde, op het water die de grote lichten maakte de zon, om te heersen over de dag maan en sterren, om te heersen over de nacht die Egypte trof, in hun eerstgeborenen en Israël wegleidde, uit hun midden met krachtige hand en geheven arm die de Rietzee spleet, in tweeën en Israël overbracht, daar midden doorheen en de farao met zijn leger achterliet, in de Rietzee die Zijn volk leidde, in de woestijn die geduchte koningen versloeg en machtige koningen doodde 2
Sichon, koning der Amorieten en Og, de koning van Basan en hun land weggaf, als bezit als bezit aan Israël, zijn dienaar die in onze rampspoed aan ons heeft gedacht en ons ontrukte aan onze belagers hij geeft brood aan alles wat leeft loof de God van de hemel eeuwig duurt Zijn trouw! Schriftlied: NL 169 Inleiding op de lezing Lezing: Exodus 15: 1-21: Toen zong Mozes, samen met de Israëlieten, dit lied ter ere van de HEER: Ik wil zingen voor de HEER, Zijn macht en majesteit zijn groot! Paarden en ruiters wierp Hij in zee. De HEER is mijn sterkte, Hij is mijn beschermer, de HEER kwam mij te hulp. Hij is mijn God, Hem wil ik eren, de God van mijn vader, Hem loof en prijs ik. Zijn naam is HEER, Hij is een krijgsheld. De wagens van de farao slingerde Hij in zee. Daar, in de Rietzee, verdronk het leger, 3
zijn beste officieren kwamen om. Wild kolkend water overspoelde hen, ze verdwenen in de diepte, zonken als een steen. Uw hand, HEER, ontzagwekkend in kracht, Uw hand, HEER, verplettert de vijand. U toont Uw majesteit en breekt Uw tegenstanders, Uw toorn ontbrandt en verteert hen als stro. De adem van Uw neus stuwde het water omhoog, de wilde watermassa s stonden als een wal, het kolkende water stolde in het diepst van de zee. De vijand dacht: Ik achtervolg hen, haal hen in, verdeel de buit. Weldra wordt mijn wraaklust bevredigd, ik trek mijn zwaard, ik onderwerp hen weer. Maar U blies, Uw adem waaide en de zee bedekte hen, zij kwamen om in het ontzagwekkende water, ze zonken weg als lood. Wie onder de goden is Uw gelijke, HEER? Wie is Uw gelijke, zo ontzagwekkend en heilig, wie dwingt zo veel eerbied af met roemrijke daden, wie anders verricht zulke wonderen? U strekte uw hand uit en de aarde verzwolg hen. U bevrijdde dit volk en ging het liefdevol voor, sterk en machtig leidde U het naar Uw heilige woning. Alle volken hoorden het, alle volken huiverden, de Filistijnen beefden, ze krompen van angst ineen, ontzetting maakte zich meester van de stamvorsten van Edom, van de machtigen van Moab. Ze waren verlamd van schrik. De Kanaänieten sidderden, allen waren doodsbang. Angst overviel hen, vrees beving hen toen zij hoorden van Uw machtige daden, zij werden stom als steen, terwijl Uw volk voorbijtrok, HEER, terwijl Uw volk voorbijtrok, het volk door U geschapen. 4
U brengt hen naar de berg die uw domein is, HEER, en daar zult U hen planten, in Uw eigen woning, het heiligdom door U gebouwd. De HEER is koning voor eeuwig en altijd! Toen de paarden, wagens en ruiters van de farao de zee in waren getrokken, had de HEER het water over hen heen terug laten stromen, maar de Israëlieten waren dwars door de zee gegaan, over droog land. De profetes Mirjam, Aärons zuster, pakte haar tamboerijn, en alle vrouwen volgden haar, dansend en op de tamboerijn spelend. En Mirjam zong dit refrein: Zing voor de HEER, Zijn macht en majesteit zijn groot! Paarden en ruiters wierp Hij in zee. Stilte Voor het Woord van God dat geschreven staat, voor het Woord van God dat onder ons woont, voor het Woord van God dat in ons woont, ZEGGEN WIJ U DANK. Orgelspel Canticum: NL 151: 1, 2 en 5 Onze Vader (gesproken) Voorbeden en stil gebed besloten met 5
We gaan staan Avondlied: NL 237 O Volheid van liefde Gij zijt bij ons geweest vanaf het begin van de wereld BLIJF BIJ ONS TOT HET EINDE VAN DE WERELD. 6
Gij zijt bij ons geweest bij de vorming van ons leven BLIJF BIJ ONS TOT HET EINDE VAN ONS LEVEN. Gij zijt bij ons geweest bij het opgaan van de zon BLIJF BIJ ONS TOT HET EINDE VAN DE DAG. AMEN. Zegen - AMEN. We gaan zitten Orgelspel 7