RAAD VA DE EUROPESE U IE NL 6729/09 (Presse 48) (OR. en) PERSMEDEDELI G 2926e zitting van de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen Externe Betrekkingen Brussel, 23 februari 2009 Voorzitter de heer Karel SCHWARZE BERG van Tsjechië * Enkele punten op het gebied van externe betrekkingen zijn zonder debat aangenomen tijdens de 2925e zitting van de Raad Algemene Zaken (6728/09). P E R S W e t s t r a a t 1 7 5 B 1 0 4 8 B R U S S E L T e l. : + 3 2 ( 0 ) 2 2 8 1 5 3 8 9 / 6 3 1 9 F a x : + 3 2 ( 0 ) 2 2 8 1 8 0 2 6 press.office@consilium.europa.eu http://www.consilium.europa.eu/newsroom 6729/09 (Presse 48) 1
Voornaamste resultaten van de Raadszitting De Raad bevestigde dat de EU zich zal blijven inzetten in Afghanistan, en zal verder onderzoeken hoe de Europese steun aan het volk en de regering van Afghanistan kan worden opgevoerd. Wat het vredesproces in het Midden-Oosten betreft heeft de Raad voorbereidingen getroffen voor de bijdrage van de EU aan de internationale conferentie over de wederopbouw van Gaza op 2 maart 2009 te Sjarm el-sjeik (Egypte). 6729/09 (Presse 48) 2
I HOUD 1 DEEL EMERS...4 BESPROKE PU TE AFGHANISTAN...6 VREDESPROCES IN HET MIDDEN-OOSTEN...8 OOSTELIJK PARTNERSCHAP...9 WESTELIJKE BALKAN...10 BIJEENKOMSTEN IN DE MARGE VAN DE RAAD...10 A DERE GOEDGEKEURDE PU TE geen 1 Wanneer de Raad verklaringen, conclusies of resoluties heeft aangenomen, wordt dat in de titel van het betrokken punt vermeld. De aangenomen teksten staan tussen aanhalingstekens. De documenten waarvan het nummer in de tekst wordt genoemd, staan op de internetsite van de Raad http://www.consilium.europa.eu. Besluiten ten aanzien waarvan verklaringen voor de Raadsnotulen zijn afgelegd die beschikbaar zijn voor het publiek, zijn aangegeven met een asterisk; de tekst van de verklaringen staat op de bovengenoemde internetsite van de Raad en is ook verkrijgbaar bij de Persdienst. 6729/09 (Presse 48) 3
DEEL EMERS De regeringen van de lidstaten en de Europese Commissie waren als volgt vertegenwoordigd: België: de heer Karel DE GUCHT de heer Olivier CHASTEL Bulgarije: de heer Ivailo Georgiev KALFIN Tsjechië: de heer Alexandr VONDRA de heer Karel SCHWARZENBERG Denemarken: de heer Per Stig MØLLER Duitsland: de heer Frank-Walter STEINMEIER Estland: de heer Urmas PAET Ierland: de heer Michael MARTIN Griekenland: de heer Ioannis VALINAKIS Spanje: de heer Diego LÓPEZ GARRIDO Frankrijk: de heer Bernard KOUCHNER de heer Bruno LE MAIRE Italië: de heer Franco FRATTINI Cyprus: de heer Nicholas EMILIOU Letland: de heer Māris RIEKSTIŅŠ Litouwen: de heer Vygaudas UŠACKAS Luxemburg: de heer Jean ASSELBORN Hongarije: mevrouw Kinga GÖNCZ Malta: de heer Richard CACHIA CARUANA ederland: de heer Frans TIMMERMANS Oostenrijk: de heer Michael SPINDELEGGER Polen: de heer Radosław SIKORSKI staatssecretaris voor Buitenlandse Zaken, belast met de voorbereiding van het Europese voorzitterschap, toegevoegd aan de viceminister-president en viceminister-president, belast met Europese Zaken staatssecretaris van Buitenlandse Zaken staatssecretaris voor de Europese Unie minister van Buitenlandse en Europese Zaken staatssecretaris, belast met Europese Zaken staatssecretaris, ministerie van Buitenlandse Zaken viceminister-president, en Immigratie permanent vertegenwoordiger minister van Europese Zaken minister van Europese en Internationale Zaken 6729/09 (Presse 48) 4
Portugal: de heer Luís AMADO Roemenië: de heer Cristian DIACONESCU Slovenië: de heer Samuel ŽBOGAR de heer Mitja GASPARI Slowakije: de heer Miroslav LAJČÁK Finland: de heer Alexander STUBB mevrouw Astrid THORS Zweden: de heer Carl BILDT mevrouw Cecilia MALMSTRÖM Verenigd Koninkrijk: mevrouw Caroline FLINT minister van staat, minister zonder portefeuille, belast met groei en Europese Zaken minister van Migratie en Europese Zaken minister van Europese Zaken onderminister voor Europa Commissie: de heer Olli REHN mevrouw Benita FERRERO-WALDNER de heer Andris PIEBALGS lid lid lid Secretariaat-generaal van de Raad de heer Javier SOLANA secretaris-generaal/hoge vertegenwoordiger voor het GBVB 6729/09 (Presse 48) 5
BESPROKE PU TE AFGHA ISTA De Raad heeft zich gebogen over de beleidsopties voor de EU betreffende Afghanistan voor de komende maanden. Het debat had vooral betrekking over de Afghaanse verkiezingen in augustus a.s., het beleid van de EU en haar samenwerking met de andere partners, in het bijzonder de VS, en over de activiteiten van de EU, zoals haar politiemissie in Afghanistan (EUPOL Afghanistan). Na het debat vatte het voorzitterschap de discussie in grote lijnen als volgt samen: De ministers achtten het allen het goede moment om na te gaan op welke punten de Europese steun aan het volk en de regering van Afghanistan dringend moet worden uitgebreid. Bij deze evaluatie van de Europese bijdrage in Afghanistan moeten zowel de perspectieven op korte, als met die op lange termijn centraal staan. De ministers bezagen de problemen en de kansen waar Afghanistan de komende 12 tot 18 maanden mee te maken krijgt, in het bijzonder de komende verkiezingen, die voor de verdere politieke ontwikkeling van Afghanistan en de legitimiteit van de volgende regering van cruciaal belang zullen zijn. De ministers benadrukten dat de EU zowel bij de financiering van de verkiezingen als bij het inzetten, in het gehele land, van een omvangrijke verkiezingswaarnemingsmissie een belangrijke rol te spelen heeft. De ministers wezen op de steun van de EU aan het coördinatiewerk dat door de bijstandsmissie van de VN in Afghanistan wordt verricht, onder andere in verband met de verkiezingen. De ministers herhaalden hun toezegging dat ze de politiemissie EUPOL als onderdeel van de strategie van de EU zullen uitbreiden. Ze benadrukten daarbij hoe belangrijk het is ervoor te zorgen dat de inspanningen van de EU en die van de andere internationale donoren elkaar aanvullen. Los van EUPOL dient de EU bereid te zijn aan te geven op welke andere gebieden zij iets extra's kan bieden, bijvoorbeeld op het gebied van goed bestuur en de rechtsstaat. De ministers waren het erover eens dat het belangrijk is dat de situatie in een bredere regionale context wordt gezien en dat de buurlanden en de andere spelers in Afghanistan zich op positieve wijze engageren. Een dergelijke op regionale zeggenschap gebaseerde aanpak kan voor sommige problemen, zoals terrorisme- en drugshandelbestrijding en handel, betere oplossingen bieden. 6729/09 (Presse 48) 6
De ministers herhaalden dat ze vastbesloten zijn samen met de VS manieren te vinden om via een gezamenlijke aanpak tot doeltreffende oplossingen te komen waarmee de opbouw van een sterker en veiliger Afghanistan kan worden gerealiseerd. De EU levert nu reeds een aanzienlijke gezamenlijke bijdrage voor Afghanistan. Vanaf 2001 is de EU (de Europese Gemeenschap en de lidstaten tezamen) een van de voornaamste donoren ter ondersteuning van de ontwikkeling van Afghanistan geweest. Gezamenlijk hebben zij in de periode 2001-2010 aan de wederopbouw 8 miljard euro uitgegeven. De bijdragen die de lidstaten en de Commissie tijdens de conferentie te Londen in het voorjaar van 2006 bekend hebben gemaakt, belopen twee miljard euro. De Commissie heeft van 2007 tot 2010 700 miljoen euro voor Afghanistan uitgetrokken, en de lidstaten staan thans in voor ongeveer de helft van het aantal manschappen voor de ISAF-legermacht (26.000 man). 6729/09 (Presse 48) 7
VREDESPROCES I HET MIDDE -OOSTE De Raad heeft zich gebogen over de stand van zaken van het vredesproces in het Midden-Oosten na de Israëlische presidentsverkiezingen van 10 februari. Het ging daarbij vooral over de voorbereiding van de internationale conferentie ter ondersteuning van de Palestijnse economie ten behoeve van de wederopbouw van Gaza, die op 2 maart te Sjarm el-sjeik (Egypte) wordt gehouden, en in het bijzonder over de bijdrage van de EU als medesponsor van de conferentie. De ministers benadrukten dat er een bijstand van aanzienlijke omvang moet worden vrijgemaakt, en dat bovenal het leven in Gaza zo spoedig mogelijk zijn normale loop moet herkrijgen. Ook zal aan de conferentie een aantal signalen worden afgegeven: humanitaire hulp voor de bevolking, steun voor Egypte en voor de lopende bemiddeling door dit land, steun voor een hervatting van de bilaterale onderhandelingen en een bevestiging van het Arabische vredesinitiatief. De hoge vertegenwoordiger van de EU voor het gemeenschappelijke buitenlands en veiligheidsbeleid (GBVB), de heer Javier Solana, heeft aangekondigd dat hij enige dagen voor de conferentie, van 24 tot en met 28 februari 2009, Syrië, Libanon, Egypte, Israël en de Palestijnse gebieden zal aandoen. 6729/09 (Presse 48) 8
OOSTELIJK PART ERSCHAP Tijdens de lunch hebben de ministers aan de hand van bijdragen van het voorzitterschap en de Commissie (een document van het voorzitterschap, een tussentijds verslag van het voorzitterschap en een mededeling van de Commissie) van gedachten gewisseld over de voorbereiding van de start van het oostelijke partnerschap van de EU. Hierbij bevestigden zij de politieke toezegging van de Europese Raad van december 2008 tot instelling van het oostelijke partnerschap. Zij merkten voorts op dat er een aantal punten zijn, waaronder de liberalisatie van het visumbeleid, het verband tussen het oostelijke partnerschap en Synergie voor het Zwarte Zeegebied, de deelname van derde landen en de financiering, die in het kader van de ontwikkeling en uitvoering van het oostelijke partnerschap verdere bespreking behoeven. De bevoegde Raadsinstanties beginnen thans met de voorbereiding van de voorjaarsbijeenkomst van de Europese Raad, tijdens welke naar verwachting het oostelijke partnerschap wordt ingesteld. Het oostelijke partnerschap is een multinationaal forum dat gevormd wordt door de lidstaten van de EU en zes staten uit Oost-Europa uit de zuidelijke Kaukasus, namelijk: Armenië, Azerbeidzjan, Belarus, Georgië, Moldavië en Oekraïne. Het is de bedoeling via dit forum de onderhandelingen over vrijhandelszones voor diensten en landbouwproducten, partnerschapsovereenkomsten en visumregelingen te bevorderen. Tenslotte heeft hoge vertegenwoordiger Javier Solana de ministers ingelicht over zijn recente bezoek aan Minsk. 6729/09 (Presse 48) 9
WESTELIJKE BALKA Tijdens de lunch hebben de ministers de toestand op de Westelijke Balkan besproken, met de nadruk op: Bosnië en Herzegovina: de toestand in het algemeen en in het bijzonder de rol van de speciale vertegenwoordiger van de EU; Servië, onder andere de samenwerking van dit land met het Internationale strafhof voor het vroegere Joegoslavië, en de ontwikkelingen die zich in het land op het politieke toneel voordoen; Montenegro: de actuele situatie in samenhang met de verkiezingen van 29 maart en de vraag hoe het verzoek van dit land om tot de EU toe te treden moet worden afgehandeld; Kosovo: recente gebeurtenissen. BIJEE KOMSTE I DE MARGE VA DE RAAD Trojka met Albanië; Associatieraad EU-Libanon. 6729/09 (Presse 48) 10
A DERE GOEDGEKEURDE PU TE Enkele punten op het gebied van externe betrekkingen zijn zonder debat aangenomen tijdens de 2925e zitting van de Raad Algemene Zaken (6728/09). 6729/09 (Presse 48) 11