BIJLAGE 6 PROGRAMMA VAN EISEN VELD- EN LABORATORIUMONDERZOEK HOOGHEEMRAADSCHAP DE STICHTSE RIJNLANDEN 21 augustus 2015 078598171:A C03011.000386.0100
1 De hoofdlijn... 4 2 Veldwerk... 5 2.1 Hoe ziet het veldwerk er uit?... 5 2.2 Te verrichten werkzaamheden veldwerk en uitgangspunten... 5 2.3 eisen veldwerkplan... 6 2.4 Eisen veldverkenning... 6 2.5 Eisen inmetingen... 6 2.6 Eisen mechanische boringen... 6 2.7 Eisen monstername... 7 2.8 Eisen sonderingen... 8 2.9 Eisen handboringen... 8 2.10 Eisen Peilbuizen... 9 2.11 Eisen rapporteren veldwerkzaamheden... 9 3 Transport, opslag en monsterbehandeling... 10 3.1 Te verrichten werkzaamheden transport en monsterbehandeling... 10 3.2 Eisen transport, opslag en monsterbehandeling... 10 4 Laboratorium onderzoek... 11 4.1 Hoe ziet het labwerk eruit?... 11 4.2 Te verrichten werkzaamheden laboratoriumonderzoek... 11 4.3 Eisen monsterbehandeling en selectie Proefstukken... 12 4.4 Voorstel te beproeven spanningsniveau s... 12 4.5 Triaxiaalproeven... 13 4.6 Direct simple shearproeven... 13 4.7 Samendrukkingsproeven... 14 4.8 Eisen zevingen (korrelverdelingen)... 14 4.9 Eisen aan classificatieproeven... 14 4.10 Eisen aan grondbeschrijvingen... 14 4.11 Eisen aan rapportage... 15 Colofon... 16 078598171:A ARCADIS 3
1 De hoofdlijn Aanleiding en doel De aanbestedende dienst is verantwoordelijk voor veilige dijken in haar beheersgebied. Alle regionale waterkeringen worden daarom periodiek getoetst aan de landelijke veiligheidsnormen. Indien (delen van) waterkeringen onvoldoende veilig blijken te zijn, worden dijkverbeteringstrajecten opgestart. De aanbestedende dienst heeft als opgave om in 2020 alle regionale waterkeringen te laten voldoen aan de veiligheidsnormen. Een belangrijk onderdeel van de toetsing is gedetailleerde kennis van de ondergrond van de waterkering. Uitgebreid en actueel grondonderzoek vormt daarom een belangrijk onderdeel. De aanbestedende dienst sluit aan bij de nieuwste ontwikkelingen omtrent de uitvoering van zowel de veldals laboratoriumonderzoeken. Kort gezegd: toetsing en verbetering regionale keringen van de aanbestedende dienst en de daaruit voortvloeiende wens om één proevenverzameling te hebben en hiermee alle kaden in het gebied te toetsen en te verbeteren. Voor een nadere uiteenzetting wordt verwezen naar het beschrijvend document (inschrijvingsleidraad). Wat is er al Afgelopen twee jaar heeft de aanbestedende dienst uitgebreid onderzoek gedaan naar de grondopbouw met behulp van de nieuwste laboratoriumproeven: de Direct Simple Shear proeven (DSS) voor veen en anisotroop geconsolideerde triaxiaalproeven voor klei. In totaal zijn er circa 100 anisotroop geconsolideerde triaxiaal proeven en circa 100 DSS proeven. Deze proeven zijn hoofdzakelijk uitgevoerd in het normaal geconsolideerde gebied. Daarnaast zijn er tientallen samendrukkingsproeven beschikbaar (deels 10 traps en deels 5 traps). Meer dan de helft van het beheergebied is reeds onderzocht. Wat is er benodigd Globaal zijn de volgende veld en laboratorium werkzaamheden voorzien: (Hand)Boringen en monsters; Plaatsen en in stand houden peilbuizen met divers; Sonderingen met waterspanning (klasse 1 en/of klasse 2); Samendrukkingsproeven (10 traps en/of CRS); Triaxiaalproeven (anisotroop, single stage, CU); DSS proeven; Classificatie en fysische bepalingen; Volume gewichten. Het werk is onder te verdelen in: 1. Veldwerk, inclusief voorbereiding en communicatie met perceeleigenaren en (direct) omwonenden; 2. Transport en opslag van de monsters; 3. Laboratoriumwerkzaamheden. 4 ARCADIS 078598171:A
2 Veldwerk 2.1 HOE ZIET HET VELDWERK ER UIT? Na het uitzetten en waterpassen wordt op een locatie een handboring verricht ter verkenning van de grondslag (puin en dergelijke). Ook zijn nauwkeurige sonderingen wenselijk om een continue sterktebeeld van de ondergrond te maken en de afname van de waterspanning op 2 dieptes in de ondergrond (dissipatietest) te bepalen. Vervolgens wordt een mechanische boring gemaakt, waarbij continu bussen worden gestoken. De bussen worden naar het laboratorium gebracht en het laboratorium slaat de bussen geconditioneerd op en/of voert de laboratoriumproeven voortvarend uit en rapporteert de resultaten. Analyses van de uitgevoerde laboratoriumproeven ten behoeve van de proevenverzameling worden achteraf gemaakt en vallen buiten de scope van deze uitvraag. Verwacht wordt dat de onderzoekslocaties niet chemisch verontreinigd te zijn. Om dit uit te sluiten dienen de bodemkwaliteitskaarten van de betreffende gemeentes te worden geraadpleegd door opdrachtnemer. 2.2 TE VERRICHTEN WERKZAAMHEDEN VELDWERK EN UITGANGSPUNTEN Werkzaamheden: Opstellen veldwerkplan; Uitvoeren veldverkenning voorafgaand aan het werk; Klic-melding voor alle onderzoekslocaties; Beoordelen bodemkwaliteitskaarten bij gemeentes; Begeleiding veldwerkzaamheden; Uitzetten boor- en sondeerlocaties; Inmeten van onderzoekspunten (x,y,z); Onderhouden contacten met rechthebbenden percelen; Wegafzettingen, kernen, snoeiwerk, graven en/of voorboren in verband met k&l, obstakels, etc.; Uitvoeren handboringen; Uitvoeren mechanische boringen; Uitvoeren sonderingen, inclusief dissipatietesten en meting van de waterspanning (locatie u2); Rapporteren van veldwerkzaamheden. 078598171:A ARCADIS 5
2.3 EISEN VELDWERKPLAN Doel: beschrijven uit te voeren werkzaamheden en eventuele bijzonderheden. Door de aanbestedende dienst wordt het te verrichten grondonderzoek aangegeven in een GIS omgeving. De opdrachtnemer stelt vervolgens een veldwerkplan op met de uit te voeren veldwerkzaamheden. Deze wordt voorgelegd en goedgekeurd door aanbestedende dienst. De definitieve locaties dienen middels duidelijke tekeningen (schaal 1:200 waar nodig en 1:2000 indien mogelijk) te worden afgestemd met de aanbestedende dienst. Na akkoord kan het grondonderzoek worden uitgevoerd. In het veldwerkplan dient aangegeven te worden met welk materieel het veldonderzoek uitgevoerd gaat worden. Onderdeel van het veldwerkplan is het uitvoeren van een veldverkenning (zie 2.4) en het inzetten van passend materieel. Op chemisch verontreinigde locaties wordt geen onderzoek uitgevoerd. Aan de hand van de bodemkwaliteitskaarten van de gemeente dient dit nader beoordeeld te worden door opdrachtnemer. In het veldwerkplan dienen eventuele bijzonderheden beschreven te worden. Betredingstoestemming wordt door opdrachtnemer verzorgd. Door de aanbestedende dienst worden de bij haar beschikbare NAW gegevens beschikbaar gesteld. In het veldwerkplan dient een lijst met de eigenaren en eventuele bijzonderheden omtrent de toestemming opgenomen te worden; In het veldwerkplan worden contactgegevens opgenomen van de uitvoerende boormeester(s). 2.4 EISEN VELDVERKENNING Doel: verkennen onderzoeksgebied en bepalen in te zetten materieel. De begaan- en bereikbaarheid van het terrein dient vooraf onderzocht te zijn. Indien sprake is van bijzondere omstandigheden, legt u dit vast en houdt u hier aantoonbaar rekening mee bij de uitvoering, zodat schade en hinder zo veel mogelijk wordt voorkomen. Minimaal wordt gedocumenteerd: welke locaties het betreft, wat de bijzondere omstandigheid is, welke oplossing is gekozen om het grondonderzoek doorgang te laten vinden en wat de eventuele consequenties van de gekozen oplossing zijn. 2.5 EISEN INMETINGEN Ten opzichte van RD-coördinaten en NAP. RD-coördinaten: minimale nauwkeurigheid 0,1 m. Inmeten hoogte: minimale nauwkeurigheid 2 cm. 2.6 EISEN MECHANISCHE BORINGEN Doel: monsterneming met hoogste kwaliteit. U laat in het plan van aanpak veldwerk en laboratoriumonderzoek zien hoe de kwaliteit van mechanisme boringen wordt geborgd. Hierbij dienen minimaal de volgende aspecten te worden benoemd: de hellinghoek van het materieel (opstelling en casing); ruimte tussen casing en steekapparaat dient voldoende klein te zijn om goede geleiding van het steekapparaat te verkrijgen. In uw plan van aanpak veldwerk en laboratoriumonderzoek geeft u aan welke toleranties worden aangehouden; lengte van de puls; 6 ARCADIS 078598171:A
ervaring van de boormeester; kwaliteitscontrole van de monsters; waterniveau in het boorgat. Boorlocaties achterlaten zoals aangetroffen (rijschade herstellen en booropbrengst afvoeren of passend verwerken op locatie). Bij elke boring dient de freatische grondwaterstand te worden opgenomen en dient de GLG en GHG te worden geschat op basis van roest- en reductie verschijnselen. Het boorgat afvullen met zwelklei over 3 m hoogte. Uitvoeren met materieel dat geschikt is voor de betreffende locatie. In het grondonderzoeksplan dient duidelijk aangegeven te worden met welk materieel het onderzoek uitgevoerd wordt. Opdrachtgever geeft de maximaal toegestane belasting per kadetraject aan. Standaard geldt een maximale belasting van 3 ton. 2.7 EISEN MONSTERNAME Doel: monsterneming met de hoogste kwaliteit. Bussen dienen te worden gedrukt (niet geslagen). Bij ondiepe monstername boringen mogen de monsters met de hand worden gedrukt, mits de gevraagde kwaliteit (kwaliteitsklasse 1) gehaald of benaderd kan worden. U beschrijft dit in uw plan van aanpak veldwerk en laboratoriumonderzoek. Bij monstername in de kruin dient een mechanische boring uitgevoerd te worden. De ongeroerde ongestoorde monsters dienen kwaliteitsklasse 1 volgens ISO 22475-1:2006(E) te halen. Continue monstername met het Ackerman Steekapparaat (67 mm). Hierbij dient over gehele hoogte van de opgegeven diepte kwaliteitsklasse 1 te worden gehaald. Gebruik maken van nieuwe, ronde, scherpe niet geroeste steekbussen. De steekbussen mogen geen bramen hebben. Het gebruik van een core catcher is niet toegestaan. Steekapparaat dient niet-gedraaid te worden getrokken. Snijhoek van de steekbussen is minimaal 60 graden (of scherper) ten opzichte van de verticaal. Bussen na steken opvullen met licht opvulmateriaal en luchtdicht afwerken met doppen en tape. Gebruik van parafine niet toegestaan. Bussen dienen te zijn voorzien van duidelijke en deugdelijke identificatie. Voor iedere boring en bus wordt de gestoken lengte in het veld bepaald en vastgelegd op een boorstaat. De bussen dienen voor en na het steken van de monsters gewogen te worden. Ook dient de hoogte van het monster gerapporteerd te worden. Op deze wijze kan het volume gewicht van het totale monster in de bus bepaald worden. Nagenoeg volle bussen. Afwijkingen dienen op de boorstaat te worden vermeld. Opgeboorde grond waar mogelijk in directe omgeving passend verwerken, anders afvoeren. 078598171:A ARCADIS 7
2.8 EISEN SONDERINGEN Doel: meten sterkte ondergrond, waterspanningen. Conform NEN-EN-ISO 22476-1:2012/C1:2013 1 (afstemming over klasse per deelopdracht te zijner tijd); Uitvoeren met materieel dat geschikt is voor de betreffende locatie. In het grondonderzoeksplan dient duidelijk aangegeven te worden met welk materieel het onderzoek uitgevoerd wordt. Opdrachtgever geeft de maximaal toegestane belasting per kadetraject aan. Standaard geldt een maximale belasting van 3 ton. 2 dissipatietesten per sondering. Diepte van de dissipatietest dient vooraf afgestemd te worden met de aanbestedende dienst. Indien het sondeergat voorgeboord moet worden, dan dient de grondopbouw van de voorboring ook geclassificeerd te worden conform NEN-EN-ISO 14688-1/2+A1:2013nl 2,. Het sondeerproces moet verlopen conform BRL2364. Sonderingen dienen voorafgaande aan de boringen te worden uitgevoerd. Voorafgaand aan het uitvoeren van de boringen dienen de resultaten van de sondering te zijn gerapporteerd aan de aanbestedende dienst en dient afstemming plaats te vinden betreffende de monstername. Tussen de sondeer- en boorlocaties dient een afstand van maximaal 2 m (evenwijdig aan de as van de dijk) te worden aangehouden. De sondeer- en boorlocaties dienen op dezelfde afstand van de boezem te worden gemaakt. Het sondeergat afvullen met zwelklei over minimaal 3 m hoogte. Sondeerlocaties achterlaten zoals aangetroffen (rijschade herstellen en booropbrengst afvoeren of passend verwerken op locatie). Bij elke sondering dient de freatische grondwaterstand te worden opgenomen. 2.9 EISEN HANDBORINGEN Doel: verkennen ondiepe ondergrond en steken van (on)geroerde monsters. U laat in het plan van aanpak veldwerk en laboratoriumonderzoek zien hoe de kwaliteit van handboringen wordt geborgd en hoe u een zo hoog mogelijke kwaliteit van monstername bewerkstelligd. Beschrijving grond conform NEN-EN-ISO 14688-1/2+A1:2013nl. Bodemkundige beschrijving veen (bosveen, zeggeveen, rietveen, veenmosveen). Bij elke boring dient de freatische grondwaterstand te worden opgenomen en dient de GLG en GHG te worden geschat op basis van roest- en reductieverschijnselen. Boorlocaties achterlaten zoals aangetroffen (rijschade herstellen en booropbrengst afvoeren of passend verwerken op locatie). Het boorgat afvullen met vrijgekomen materiaal en zwelklei over minimaal 2 m hoogte. 1 Was NEN 5140 2 Was NEN 5104 8 ARCADIS 078598171:A
2.10 EISEN PEILBUIZEN Doel: meten grondwaterstand en stijghoogte. U laat in het plan van aanpak veldwerk en laboratoriumonderzoek zien hoe het plaatsen van de peilbuizen tijdens boringen plaats vindt en hoe de peilbuis met diver in stand houdt zodat de grondwaterstand/stijghoogte zonder verstoringen gemeten kan worden. Duur van de metingen bedraagt zes maanden aaneengesloten, met twee uitleesrondes van de divers en handmatige controles na 1 week en tijdens het uitlezen van de divers. Buizen dienen waterdicht te worden afgewerkt met lijmmof en schroefdop. Buizen dienen na afloop (deels) te worden verwijderd, zodat er geen invloed meer bestaat op de veiligheid van de waterkering. U laat in uw plan van aanpak veldwerk en laboratoriumonderzoek zien hoe u dit doet. De locatie van de peilbuizen wordt bepaald op basis van sonderingen en de peilbuizen worden gelijktijdig met voor monstername uit te voeren boringen geplaatst. 2.11 EISEN RAPPORTEREN VELDWERKZAAMHEDEN Doel: vastleggen feiten. Rapportage veldwerk in pdf inclusief de boorbeschrijvingen, boorstaten, geconstateerde afwijkingen, aangehouden werkwijzen en normen, gebruikt materieel, situatietekening en geotechnisch lengteprofiel. Rapportage vindt plaats per deelproject @@@Koen voor overzicht Grondclassificatie van het veldwerk wordt aangepast op grondbeschrijvingen uit het laboratorium. Shape met boor- en sondeer locaties met directory met alle resultaten (inclusief xyz) (MID protocol op te vragen via NVI). Sonderingen in GEF format en sondeergrafieken in 1 pdf. Handboringen in GEF format en boorprofielen in 1 pdf. Codering en locaties (xyz) verwerking in tabel en vermelden op sonderingen en boringen. Geotechnische lengteprofielen op aanwijzing van de aanbestedende dienst. 078598171:A ARCADIS 9
3 Transport, opslag en monsterbehandeling 3.1 TE VERRICHTEN WERKZAAMHEDEN TRANSPORT EN MONSTERBEHANDELING Verzamelen monsterbussen. Opslag van monsterbussen. Transporteren monsterbussen naar laboratorium/opslag. 3.2 EISEN TRANSPORT, OPSLAG EN MONSTERBEHANDELING In uw plan van aanpak veldwerk en laboratoriumonderzoek laat u zien hoe de kans op monsterverstoring tijdens het transport wordt beperkt. Hierbij dienen minimaal de volgende aspecten te worden benoemd: temperatuur; dynamische belastingen; vochtigheid. Op de dag van steken dient de boring naar het laboratorium te worden gebracht dan wel naar een temperatuur en vocht gecontroleerde ruimte. Monsterbussen dienen verticaal te worden vervoerd, verend ondersteunend en stootvrij ingepakt Bussen vrij houden van vorst en extreme temperatuur (5 C <=T<25 C). Bussen dienen horizontaal te worden opgeslagen. Niet in water bewaren. Temperatuurwisselingen tijdens transport moeten minder dan 5 C zijn. Boringen (gestoken monsters) dienen binnen 3 maanden te worden uitgelegd. Reserve monsters niet langer opslaan dan 12 maanden, daarna afvoeren. 10 ARCADIS 078598171:A
4 Laboratorium onderzoek 4.1 HOE ZIET HET LABWERK ERUIT? Boring komt binnen in het laboratorium en kan worden behandeld. Dit bestaat uit het uitleggen van de boring, het beschrijven zonder de boring te beschadigen en het fotograferen van de boring. Het voorkomen van monsterverstoring is belangrijk. Hierna worden te analyseren grondlagen gekozen en reserve monsters veilig gesteld. Bij de selectie van de lagen wil de aanbestedende dienst betrokken zijn. Op basis van de volumieke gewichten per bus en of overige volumieke gewicht bepalingen, bekende peilen en grondwaterstanden wordt een inschatting gemaakt van de terreinspanning. Na een voorstel van opdrachtnemer stelt aanbestedende dienst de spanningsniveaus vast voor de samendrukkingsproeven. Op basis van de resultaten van de samendrukkingsproeven (met name de grensspanning) en de inschatting van de terreinspanning worden de consolidatiespanningen in de triaxiaal- en direct simple shear proeven in nauw overleg bepaald. De proefresultaten worden gerapporteerd en ingevuld in de door de aanbestedende dienst ter beschikking te stellen formats. Veld- en laboratoriumgegevens worden zo aangeleverd dat het in ons beheerregister kan worden opgenomen (middels de formats). 4.2 TE VERRICHTEN WERKZAAMHEDEN LABORATORIUMONDERZOEK Monsterbehandeling en monsterselectie. Maken voorstel spanningsniveaus laboratoriumproeven door opdrachtnemer. Samendrukkingsproeven. Anisotroop geconsolideerde ongedraineerde (CAU) triaxiaalproeven. Direct Simple Shear (DSS) proeven. Korrelverdeling zandfractie. Classificatieproeven. Volumegewichten en watergehalte bepaling. Grondbeschrijvingen. Rapportage. 078598171:A ARCADIS 11
4.3 EISEN MONSTERBEHANDELING EN SELECTIE PROEFSTUKKEN Doel: vastleggen feiten. De kwaliteit van de monsters dient te worden behouden door bescherming tegen uitdroging, temperatuurswisselingen en trillingen. Laboratoriumproeven dienen op niet getrimde monsters te worden uitgevoerd. Hierdoor wordt de monsterverstoring verkleind. Na binnenkomst boringen of opslaan in daarvoor bestemde ruimte of direct geheel verwerken. Monsterselectie op basis van uitgelegde boring. Uitdrukken monsterbussen: niet handmatig uitdrukken; registreren kracht en snelheid van uitdrukken; maken haakse vlakken grondmonster voor uitdrukken; horizontaal uitdrukken; noteren monsterhoogte voor en na uitdrukken. Uitleggen: de boring pas uitleggen als het laboratorium binnen 1 week kan beproeven; maken beschrijving grondsoorten o.b.v. oppervlakkige beschouwing (monster niet beschadigen); fotograferen boring met als doel afwijkingen in bodemopbouw naderhand visueel te kunnen beoordelen; afdekken met plastic en goten met monsters niet in de zon; aanwijzen te beproeven grondlagen op basis van voorstel opdrachtnemer en in overleg met de aanbestedende dienst. De aanbestedende dienst wil het laboratorium ook enkele malen bezoeken; in planning de afstemming met de aanbestedende dienst opnemen. Selectie proefstukken: selectie proefstuk op basis van volledig uitgelegde boring; voorafgaand proefstuk selectie en grondbeschrijving sturen aan de aanbestedende dienst; Voorstel maken keuze te beproeven grondsoorten en monsters: na akkoord van de aanbestedende dienst geselecteerde proefstukken prepareren; indien niet direct beproefd: (reserve) monsters wikkelen in huishoudfolie en bewaren in afsluitbare plastic liners in temperatuur- en vochtgecontroleerde ruimte (idem boringen); Tijdsduur tussen uitleggen boring en nemen van proefstuk maximaal 1 dag. 4.4 VOORSTEL TE BEPROEVEN SPANNINGSNIVEAU S Doel: voorstel spanningsniveaus voor laboratoriumproeven. Per te beproeven monster duidelijk visualiseren van effectieve spanning op boorprofiel (op schaal) met de diepte (kpa vs NAP) en voorstel voor spanningsniveaus voor laboratoriumproeven. Grondspanning op basis van volumieke gewichten die volgen uit gewicht volle en lege bus + monsterhoogte. Waterspanning op basis van polderpeil, boezempeil en andere beschikbare brongegevens (dissipatietest sondering, GLG en GHG schattingen). 12 ARCADIS 078598171:A
4.5 TRIAXIAALPROEVEN Doel: bepalen ongedraineerde schuifsterkte op klei. U laat in het plan van aanpak veldwerk en laboratoriumonderzoek zien hoe de kwaliteit van de triaxiaalproef wordt geborgd. Hierbij dienen minimaal de volgende aspecten te worden benoemd: nauwkeurigheid bij lage effectieve spanningen; gehanteerde correcties voor wrijving, membraan etc.; meetbaar oplopen (bijlage 3) is 1 kpa in 0,5 u. Hoever deze waterspanning oploopt dient vastgelegd te worden. 1 triaxiaalproef = 1x consolidatiefase en 1x ongedraineerde afschuiffase (dus single stage). Laboratoriumproeven dienen op niet (diameter) getrimde monsters te worden uitgevoerd. Hierdoor wordt de kans op monsterverstoring verkleind. Voorconsolidatie in andere opstelling is niet toegestaan. Alleen triaxiaalproef op klei (volumegwicht > 12 à 13 kn/m 3 ). Maximum volumerek tijdens consolidatie bepalen (na backpressurefase). Axiale reksnelheid tijdens consolidatie vastleggen (na backpressurefase). Na de proef bepalen plasticiteitsindex van monster (Casagrande ASTM). Specifieke massa van materiaal kleimonster bepalen (o.b.v. gehele monster). Bepaling volumieke gewicht voor en na de proef, watergehalte na de proef. Vooraf torvane bovenzijde monster (voor aftrimmen op hoogte). 4.6 DIRECT SIMPLE SHEARPROEVEN Doel: bepalen ongedraineerde schuifsterkte op veen. U laat in het plan van aanpak veldwerk en laboratoriumonderzoek zien hoe de kwaliteit van de direct simple shear proef wordt geborgd. Hierbij dienen minimaal de volgende aspecten te worden benoemd: nauwkeurigheid bij lage effectieve spanningen; foutcorrecties. Laboratoriumproeven dienen op niet getrimde monsters te worden uitgevoerd. Hierdoor wordt de monsterverstoring verkleind. Voorconsolidatie in andere opstelling is niet toegestaan. Volgens specificatie STOWA/DR (bijlage 1,2 en 3). Alleen DSS proeven op veen (volumegewicht 10 à 12 kn/m 3 ). Afschuiffase met constante hoogte. Maximum rek tijdens consolidatie bepalen. Bepaling volumieke gewicht voor en na de proef, watergehalte na de proef. Na de proef bepalen van het gloeiverlies van het afgeschoven monster. Berekenen van het verzadigd volume gewicht op basis van het gloeiverlies en formule 3.8 uit het Technisch Rapport Veen. Data in standaard format (ongecorrigeerd en gecorrigeerd, correcties beschrijven). 078598171:A ARCADIS 13
4.7 SAMENDRUKKINGSPROEVEN Doel: bepalen samendrukkingskarakteristieken en grensspanning. U laat in het plan van aanpak veld- en laboratoriumwerk zien hoe de samendrukkingskarakteristieken worden bepaald en hoe dit leidt tot betrouwbare resultaten. Hierbij dienen minimaal de volgende aspecten te worden benoemd: beproevingswijze (CRS of traditioneel); temperatuurinvloeden; reksnelheid; te bepalen parameters (opleveren gevraagde parameters conform standaard STOWA uitwisselformat database 4.2) Laboratoriumproeven dienen op niet getrimde monsters te worden uitgevoerd. Hierdoor wordt de kans op monsterverstoring verkleind. Na de proef bepalen van het gloeiverlies van het afgeschoven monster. Berekenen van het verzadigd volume gewicht op basis van het gloeiverlies en formule 3.8 uit het Technisch Rapport Veen. Indien CRS wordt gebruikt: Spanningen conform STOWA protocol Indien traditionele samendrukkingsproef wordt gebruikt: 10 stappen totaal: 4.8 EISEN ZEVINGEN (KORRELVERDELINGEN) Doel: bepalen zandgrofheid voor het uitvoeren van Sellmeijer berekeningen (piping). Nat zeven conform NEN 2560. 4.9 EISEN AAN CLASSIFICATIEPROEVEN Doel: bepalen generieke classificatie gegevens van de grond. Classificatieproeven op veen: γn, watergehalte van steekring direct boven DSS-monster (let op: veen niet drogen bij 105 C maar lager gedurende langere tijd bij 65 C); botanische samenstelling van veen; Volumieke gewichten en watergehaltes boven niveau te beproeven grondlagen (let op: veen niet drogen bij 105 C maar bij 65 C gedurende langere tijd). Torvane conform NEN 5106. Bepalen watergehalte, conform NEN 5112 en NEN 5113. Bepalen volumieke massa conform NEN 5110 en NEN 5111. 4.10 EISEN AAN GRONDBESCHRIJVINGEN Doel: bepalen grondsoort van uitgelegde boringen en monsters. Conform NEN-EN-ISO 14688-1/2+A1:2013nl 3, 3 Was NEN 5104 14 ARCADIS 078598171:A
Botanische samenstelling van veen. 4.11 EISEN AAN RAPPORTAGE Doel: vastleggen feiten. 1 rapportage laboratoriumwerk met beschrijving van de aantallen en uitgevoerde laboratoriumproeven, aangehouden werkwijzen en normen, geconstateerde afwijkingen en mislukte proeven, rapportage in pdf. In de rapportage dienen de spanningspaden te worden weergegeven. Hierbij dienen alle gemeten waarden en afgeleide parameters zoveel mogelijk bij elkaar te worden gerapporteerd. In laboratorium beschreven boringen in GEF, pdf en tif. Ascii bestanden per triaxiaal/dss proef conform bijlage 8. Ascii bestanden per crs proef. Header conform bijlage 8. In datablok kolommen: natuurlijke rek, tijd, totaalspanning boven, totaalspanning onder, waterspanning, temperatuur. Data opleveren in standaard STOWA uitwisselformat database 4.2 (ongecorrigeerd en gecorrigeerd voor meetfouten/invloeden, correcties beschrijven). 078598171:A ARCADIS 15
Colofon BIJLAGE 6 PROGRAMMA VAN EISEN VELD- EN LABORATORIUMONDERZOEK OPDRACHTGEVER: Hoogheemraadschap de Stichtse Rijnlanden STATUS: AUTEUR: Martin Arends GECONTROLEERD DOOR: Leo Kwakman VRIJGEGEVEN DOOR: Rimmer Koopmans 21 augustus 2015 078598171:A ARCADIS NEDERLAND BV Het Rietveld 59a Postbus 673 7300 AR Apeldoorn Tel 055 5815 999 Fax 055 5815 599 www.arcadis.nl Handelsregister 09036504 ARCADIS. Alle rechten voorbehouden. Behoudens uitzonderingen door de wet gesteld, mag zonder schriftelijke toestemming van de rechthebbenden niets uit dit document worden verveelvoudigd en/of openbaar worden gemaakt door middel van druk, fotokopie, digitale reproductie of anderszins. 16 ARCADIS 078598171:A