B&W-nr.: d.d Beleidsregels Langdurigheidstoeslag WWB Leiden

Vergelijkbare documenten
B&W-nr.: d.d Wijziging Beleidsregels Bijzondere Bijstand

op voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d. 13 november 2014, no.za /DV , afdeling Samenleving;

gelet op het bepaalde in artikel 8, eerste lid, aanhef en onderdeel b en tweede lid van de Participatiewet;

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Muiden d.d. 11 november 2014, met nummer 3384, Besluit:

Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Oldambt 2016

Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Enschede 2015

De raad van de gemeente Rijnwaarden; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 31 oktober 2017,

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Verordening individuele inkomenstoeslag Participatiewet

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van [datum en nummer];

Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Smallingerland gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 12 november 2014;

Verordening Individuele Inkomenstoeslag. Gemeente Kerkrade

Raad. gfedc OR. gfedc. Besluitenlijst d.d. d.d. gfedcb Akkoordstukken. (paraaf adjunct-secretaris) Bijlagen

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 2 december 2015;

Verordening individuele inkomenstoeslag Participatiewet 2015

Voor 2006 zal ten behoeve van deze faciliteit een bedrag in de begroting worden opgenomen van , te regelen bij de programma rapportage 2006.

Gemeenteraad 26 juni 2007 Gemeenteblad. GEWIJZIGDE INVULLING VAN DE RICHTLIJNEN WWB NR. B158, B107 en B156

VERORDENING LANGDURIGHEIDSTOESLAG WWB 2013 GEMEENTE NOORD-BEVELAND

Gelet op artikel 8, eerste lid, aanhef en sub b, en tweede lid, van de Participatiewet. b e s l u i t :

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 5 december 2014, nr ;

gelet op artikel 8, eerste lid, aanhef en onderdeel b, en tweede lid, van de Participatiewet; gezien het advies van [naam commissie];

Verordening individuele inkomenstoeslag

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

besluit vast te stellen de Verordening individuele inkomenstoeslag 2017 gemeente Harderwijk.

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 12 september 2012

Geconsolideerde Verordening individuele inkomenstoeslag participatiewet gemeente Oegstgeest 2015

gelet op artikel 8, eerste lid, aanhef en onderdeel b, en tweede lid van de Participatiewet;

Nummer Verordening individuele inkomenstoeslag Participatiewet BMWE 2015

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van: 11 november 2014;

GEMEENTEBLAD. Vastgestelde verordening - Verordening Individuele Inkomenstoeslag Participatiewet gemeente Zoeterwoude 2015

gelet op artikel 8, eerste lid, aanhef en onderdeel b, en tweede lid van de Participatiewet; b e s l u i t :

Verordening individuele inkomenstoeslag 2015

Nadere uitleg is opgenomen in de implementatiehandleiding, onderdeel van de bij deze modelverordening behorende ledenbrief.

Verordening. Individuele inkomenstoeslag. gemeente Noord-Beveland 2015

VERORDENING INDIVIDUELE INKOMENSTOESLAG GEMEENTEN HOOGEZAND-SAPPEMEER, SLOCHTEREN EN MENTERWOLDE 2015

Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Beverwijk Documentnummer INT

Verordening Individuele inkomenstoeslag 2015 gemeente Woudenberg. gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 11 november 2014;

De Raad van de gemeente Ede,

gelet op artikel 8, eerste lid, aanhef en onderdeel b en tweede lid van de Participatiewet;

Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Midden-Delfland 2015

*Z033732B8C5* gelet op artikel 8, eerste lid, aanhef en onderdeel b, en tweede lid, van de Participatiewet;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 20 maart 2012;

Datum 2 januari 2018 collegevergadering : raadsvergadering : Portefeuillehouder : Volgnummer :

Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Venray 2015

Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 14 november 2017,

HOOFDSTUK 1. Algemene bepalingen

VERORDENING INDIVIDUELE INKOMENSTOESLAG GEMEENTE MIDDEN-DELFLAND 2015

Wij stellen uw Raad voor het hierna in ontwerp afgedrukte besluit te nemen.

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 18 november 2014, nr. 43/10, INTB ;

Bijlage behorende bij ontwerpbesluit nr. 13Rb050 d.d. 30 oktober 2013 VERORDENING LANGDURIGHEIDSTOESLAG WWB 2013

Gelet op artikel 8, eerste lid, aanhef en onderdeel b, en tweede lid van de Participatiewet

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 4 november 2015;

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders 9 juni 2015;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 28 oktober 2014, nr. ;

VERORDENING INDIVIDUELE INKOMENSTOESLAG PARTICIPATIEWET 2015 GEMEENTE VELSEN

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 16 december 2014;

Beleidsregels individuele inkomenstoeslag Participatiewet 2016 IGSD Steenwijkerland/Westerveld integraal weergegeven.

Verordening individuele inkomenstoeslag Participatiewet 2015 Dienst SoZaWe Nw. Fryslân

VERORDENING INDIVIDUELE INKOMENSTOESLAG PARTICIPATIEWET 2015

Verordening individuele inkomenstoeslag Participatiewet 2015 Gemeente Harlingen

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Wijk bij Duurstede (Utrecht)

Verordening individuele inkomenstoeslag WIL

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 11 november 2014, R.nr ;

Verordening Individuele Inkomenstoeslag 2015

Rectificatie Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Enkhuizen 2015

Betreft: Vaststellen Verordening Individuele Inkomenstoeslag gemeente Tynaarlo 2015

VERORDENING INDIVIDUELE INKOMENSTOESLAG HELMOND 2015

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Houten (Utrecht)

Beleidsregels individuele inkomenstoeslag 2017 IGSD Steenwijkerland/Westerveld.

Verordening individuele inkomenstoeslag Participatiewet gemeente Beesel 2015

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Almere

VERORDENING INDIVIDUELE INKOMENSTOESLAG 2015

Verordening individuele inkomenstoeslag Beuningen 2015 at IIII I'll II Hi lil III IIII

Verordening individuele inkomenstoeslag Participatiewet Maastricht-Heuvelland 2015

Langdurigheidstoeslag 2013

Verordening Individuele inkomenstoeslag gemeente Ameland 2018

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Gescand archief datum ^OEC 2014

B&W-Aanbiedingsformulier

Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Wierden 2015

Gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 2012;

Verordening individuele inkomenstoeslag Brummen 2015

Gemeente Nieuwegein; Verordening Individuele inkomenstoeslag WIL; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.

Verordening individuele inkomenstoeslag Participatiewet Dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheid Noardwest Fryslân

Wetstechnische informatie. Gegevens van de regeling

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d 27 februari 2009, inzake de Langdurigheidstoeslag;

Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Peel en Maas ( )

Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Westland 2015

Officiële naam regeling Verordening Individuele Inkomenstoeslag Participatiewet Breda 2015

Verordening Individuele Inkomenstoeslag 2015

VERORDENING INDIVIDUELE INKOMENSTOESLAG GEMEENTE ASSEN 2015

GEMEENTEBLAD. Officiële uitgave van gemeente Staphorst. gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 4 november 2014;

Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Renkum 2015

Gemeente Den Haag. rv 126. Voorstel van het college inzake aanpassing verordening langdurigheidstoeslag 2012 ten gevolge van vervallen huishoudtoets.

Artikel 6: Nadere regels Het college stelt nadere regels voor de individuele inkomenstoeslag in beleidsregels.

gelezen het voorstel van het College van burgemeester en wethouders van 11 november 2014;

VERORDENING LANGDURIGHEIDSTOESLAG WWB 2012

Verordening Individuele Inkomenstoeslag gemeente Den Haag 2015

Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Deventer 2015

2006. Nr. : Gemeentegarantie verlenen aan de Stichting Huisvesting Werkende Jongeren. Leiden, 7 februari 2006.

Transcriptie:

B&W-nr.: 06.1438 d.d. 5-012-2006 Onderwerp Beleidsregels Langdurigheidstoeslag WWB Leiden BESLUITEN Behoudens advies van de commissie SZC 1. De Beleidsregels Langdurigheidstoeslag WWB Leiden vast te stellen. 2. Het wijzigingsvoorstel Langdurigheidstoeslag WWB d.d. 23 april 2004 (04.0485) in te trekken. 3. Kennis te nemen van de reactie van de cliëntenraad 4. Dit besluit ter kennis te brengen van de raad. Samenvatting Wie geen arbeidsmarktperspectief heeft en al vijf jaar op bijstandsniveau leeft, maakt aanspraak op de langdurigheidstoeslag ingevolge de WWB. Een wijziging van de WWB per 1 september 2006 maakt het mogelijk dat ook mensen die zeer geringe inkomsten uit arbeid hebben gehad de toeslag krijgen. Tot nu toe kregen zij geen toeslag, terwijl de inkomsten wel volledig op een bijstandsuitkering worden gekort. Burgemeester en wethouders hebben nu beleidsregels langdurigheidstoeslag vastgesteld, waarin is bepaald dat er wel recht op langdurigheidstoeslag is als de aanvrager in totaal in de periode van vijf jaar niet meer inkomsten heeft gehad dan 3.820. Ook op een aantal andere punten zijn nadere regels gesteld. Zo gaat het recht op de toeslag in op de dag dat de referteperiode van vijf jaar is verstreken en niet zoals tot nu toe het geval was op de aanvraagdatum. Een aanvraag kan tot één jaar nadat het recht is ontstaan worden ingediend. Gehuwden of samenwonenden moeten allebei aan alle voorwaarden voldoen. De regel dat het recht op toeslag vervalt als iemand in de referteperiode niet optimaal heeft meegewerkt aan de inschakeling in de arbeid en een maatregel heeft gehad van 50% van de bijstandsnorm of twee maal een maatregel van 10% blijft bestaan.

Raadsaanbiedingsformulier Rv nr. Opsteller Naam: Piet Minderhoud Dienst: SOZA Telefoon: 7393 Verantwoordelijk portef.houder: SC B&W-besluit d.d: 5 december 2006 Meningsvormend Besluitvormend x Informatief (t.k.n.) Naam Programma + onderdeel: Werk en Inkomen 11.11 Onderwerp: Vaststellen Beleidsregels langdurigheidstoeslag WWB Voorgenomen besluit: Kennisnemen van het besluit. INHOUD Aanleiding: Doel: Kader: Overwegingen: Procedure: Financiën: Bijgevoegde informatie: OVERIGEN Communicatie: Evaluatie: In te vullen door de griffie: Raadsbesluit Raadsvoorstelnr.

Onderwerp: De raad van de gemeente Leiden, Besluit: 1. 2. 3. 4. Gedaan in de openbare raadsvergadering van Voorzitter raad, griffier, Advies van de commissie is: Hamerstuk Hamerstuk met stemverklaring van de fracties van Kort bespreekpunt Uitgebreide discussie Het besluit van de raad is: Ongewijzigd aanvaard Gewijzigd aanvaard Verworpen Aanvaarde moties/amendementen:

Burgemeester en wethouders van Leiden Gelet op de Wet werk en bijstand (wet van 9 oktober 2003/Staatsblad 375), overwegende dat zij in het kader van artikel 36 van de Wet werk en bijstand zorg dragen voor de verlening van de langdurigheidstoeslag stellen vast de navolgende Beleidsregels Langdurigheidstoeslag WWB Artikel 1: begripsbepalingen De begripsbepalingen van de Wet werk en bijstand zijn onverkort op deze beleidsregels van toepassing. Indien wordt gesproken over de wet wordt de Wet werk en bijstand bedoeld. Artikel 2: langdurigheidstoeslag (= artikel 36 WWB) 1. Het college verleent op aanvraag een langdurigheidstoeslag aan een persoon van 23 jaar of ouder doch jonger dan 65 jaar die: a. gedurende een ononderbroken periode van 60 maanden een inkomen heeft dat niet hoger is dan de van toepassing zijnde bijstandsnorm en geen in aanmerking te nemen vermogen als bedoeld in artikel 34 van de wet heeft; b. gedurende de in onder a bedoelde periode geen inkomsten uit of in verband met arbeid heeft ontvangen of ten aanzien van wie het college van oordeel is dat, gelet op de zeer geringe hoogte van de inkomsten uit of in verband met arbeid in die periode en de zeer geringe duur van deze arbeid, in redelijkheid niet gesproken kan worden van een feitelijke aanwezigheid van arbeidsmarktperspectief; c. gedurende de onder a bedoelde periode naar het oordeel van het college voldoende heeft getracht algemeen geaccepteerde arbeid te verkrijgen en aanvaarden, en; d. na een periode als bedoeld onder a binnen een periode van twaalf maanden niet voor een langdurigheidstoeslag in aanmerking is gekomen. 2. Bij de vaststelling van het inkomen, bedoeld in het eerste lid onder a, wordt een eerder verstrekte langdurigheidstoeslag buiten beschouwing gelaten. 3. De langdurigheidstoeslag wordt verleend met ingang van de datum waarop een periode als bedoeld in het eerste lid onder a is bereikt. 4. In afwijking van het eerste lid verleent het college op aanvraag een langdurigheidstoeslag aan een persoon van 23 jaar of ouder: a. die recht heeft op een arbeidsongeschiktheidsuitkering op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen of de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten, berekend naar een arbeidsongeschiktheid van ten minste 80 procent dan wel recht heeft op een arbeidsongeschiktheidsuitkering op grond van hoofdstuk 6 van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen; b. voor wie bij de laatste arbeidsongeschiktheidsbeoordeling is afgezien van het arbeidsdeskundig onderzoek, en; c. die voldoet aan het eerste lid onder a, b, voor zover het inkomsten uit arbeid betreft, c, en d. 5. De langdurigheidstoeslag bedraagt voor gehuwden 473,00 voor een alleenstaande ouder 425,00 en voor een alleenstaande 331,00 per jaar (bedragen gelden per 1 januari 2006 en worden gewijzigd conform de landelijke regelgeving); 6. De artikelen 8 eerste lid onder b, 13 eerste lid onder a en derde lid, 18 tweede en derde lid, 40, 46 eerste, derde, vierde en vijfde lid, 54, paragraaf 6.4 en 6.5, alsmede artikel 63 van de wet zijn van overeenkomstige toepassing. Artikel 3: onderzoek Het college bepaalt welke gegevens voor de bepaling van het recht op langdurigheidstoeslag in ieder geval verstrekt moeten worden, welke bewijsstukken moeten worden overgelegd alsmede de wijze en het tijdstip waarop de verstrekking plaatsvindt. Artikel 4: peildatum Het recht op de langdurigheidstoeslag gaat in op de datum waarop de in artikel 36, eerste lid onder a van de wet bedoelde periode van 60 maanden is verstreken. Deze datum is de peildatum. Artikel 5: aanvraagtermijn De langdurigheidstoeslag kan tot één jaar nadat het recht is ingegaan worden aangevraagd.

Artikel 6: onderbreking van de referteperiode Bij onderbrekingen van de periode van 60 maanden, bij voorbeeld wegens kort verblijf in het buitenland waarbij geen of geringe inkomsten zijn genoten of een kortdurende detentieperiode, kan de gemeente de toeslag toekennen indien de belanghebbende naar het oordeel van de gemeente voldoende heeft getracht algemeen geaccepteerde arbeid te verkrijgen en te aanvaarden. Artikel 7: geringe inkomsten uit of in verband met arbeid 1. Indien de in artikel 36, eerste lid onder b. van de wet bedoelde inkomsten uit of in verband met arbeid in de periode van 60 maanden een totaalbedrag van 3.820 niet overstijgen is er naar het oordeel van het college geen sprake van arbeidsmarktperspectief en wordt de langdurigheidstoeslag indien aan de overige voorwaarden is voldaan, toegekend. 2. In bijzondere omstandigheden kan van deze hoofdregel worden afgeweken. Wanneer de aanvraag van de langdurigheidstoeslag wordt afgewezen, terwijl de inkomsten lager zijn dan het in het eerste lid genoemde bedrag moet in de motivering van het besluit worden aangegeven waarom er wél arbeidsmarktperspectief is. 3. Het in het eerste lid genoemde bedrag is gelijk aan het vijfvoud van de kostenvergoeding voor het verrichten van vrijwilligerswerk, die op grond van artikel 31, tweede lid aanhef en onder k. van de wet niet tot de middelen wordt gerekend. Dit bedrag wordt bij ministeriële regeling vastgesteld en gewijzigd. Artikel 8: niet voldoen aan de arbeidsverplichting Indien op grond van de Maatregelenverordening gemeente Leiden of een vergelijkbare regeling van een andere gemeente dan wel ingevolge een vergelijkbare regeling op grond van een van de Sociale Zekerheidswetten wegens onvoldoende naleving van de arbeidsverplichtingen in de referteperiode aan belanghebbende een maatregel is opgelegd, waarbij de uitkering met 50% of meer is verlaagd of meer dan één maal met 10% of meer is verlaagd, wordt de belanghebbende geacht zich niet voldoende te hebben ingespannen om algemeen geaccepteerde arbeid te verkrijgen of te aanvaarden. Op grond van artikel 36, eerste lid onder c van de wet is er geen recht op de toeslag. Artikel 9: gehuwden Personen die op de peildatum aangemerkt worden als gehuwd in de zin van artikel 3 van de wet moeten beiden voldoen aan de in artikel 36 lid 1 van de wet gestelde voorwaarden om in aanmerking te komen voor een langdurigheidstoeslag. Artikel 10: hardheidsclausule Het college kan afwijken van de bepalingen in deze beleidsregels, indien strikte toepassing ervan tot onbillijkheden van zwaarwegende aard zou leiden. Artikel 11: onvoorziene situaties In gevallen waarin de bepalingen van deze beleidsregels niet voorzien, neemt het college een besluit, waarbij zoveel mogelijk aansluiting wordt gezocht bij vergelijkbare situaties met inachtneming van de individuele omstandigheden van belanghebbende. Artikel 12: citeertitel Deze beleidsregels worden aangehaald als Beleidsregels langdurigheidstoeslag WWB. Artikel 13: inwerkingtreding Deze beleidsregels treden met terugwerkende kracht in werking per 1 januari 2006. Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leiden d.d. De secretaris, P.I.M van den Wijngaart De burgemeester, H.J.J. Lenferink

Toelichting Beleidsregels Langdurigheidstoeslag Algemeen De langdurigheidstoeslag is opgenomen in de op 1 januari 2004 in werking getreden Wet werk en bijstand. Wie vijf jaar aaneengesloten een inkomen op bijstandsniveau heeft gehad, heeft als aan de voorwaarden is voldaan, recht op de toeslag. Tot nu toe heeft Leiden geen beleidsregels langdurigheidstoeslag gehad. Burgemeester en wethouders hebben op 19 december 2003 en op 2 april 2004 twee besluiten genomen betreffende de langdurigheidstoeslag: de referteperiode is de periode van vijf jaar voorafgaande aan de aanvraagdatum een aanvrager aan wie in de referteperiode een maatregel van 50% of meer dan wel meerdere malen een maatregel van 10% of meer is opgelegd heeft niet voldaan aan de voorwaarden dat hij voldoende heeft getracht om algemeen geaccepteerde arbeid te verkrijgen en te aanvaarden. Daarnaast was er tot nu toe alleen een beknopte werkinstructie. Naar aanleiding van de wijziging van artikel 36, eerste lid onder b. van de WWB per 1 september 2006 en een aantal uitspraken van de Centrale Raad van Beroep moet de wijze waarop het recht op langdurigheidstoeslag door de dienst SOZA wordt beoordeeld worden aangepast. In de Memorie van Toelichting op de wetswijziging geeft de staatssecretaris aan dat de gemeenten er verstandig aandoen om beleidsregels op te stellen. Hierbij wordt dit advies opgevolgd. De thans voorgestelde beleidsregels zijn zo beknopt mogelijk gehouden. Wat rechtstreeks uit de wet zelf voortvloeit, is niet opgenomen. Een uitzondering is gemaakt voor artikel 36 van de wet, dat in zijn geheel is overgenomen. Zonder dit artikel zou de samenhang van het geheel verloren gaan. In de beleidregels zijn keuzes gemaakt op die punten waarop in de praktijk is gebleken dat de wet onduidelijk was. Vanzelfsprekend is daarbij de jurisprudentie van de Centrale Raad van Beroep gevolgd. Ongetwijfeld zullen zich situaties aandienen, waarin deze beleidsregels niet voorzien. De uitvoering zal dan binnen de regels van de wet een rechtvaardig en redelijk besluit moeten kunnen nemen. Bij de beoordeling van het recht op langdurigheidstoeslag zal dan altijd de vraag of de aanvrager arbeidsmarktperspectief heeft centraal moeten staan. De Peildatum (artikel 4) Degene die aanspraak wil maken op de langdurigheidstoeslag moet onder meer aan de voorwaarde voldoen dat zijn inkomen gedurende een ononderbroken periode van 60 maanden niet hoger is geweest dan de bijstandsnorm. In Leiden wordt het inkomen conform het besluit van B&W van 19 december 2003 beoordeeld in de zestig maanden voorafgaand aan de aanvraagdatum. Volgens de jurisprudentie van de Centrale Raad van Beroep is dit niet juist. Het recht ontstaat op de datum dat de zestig maanden op bijstandsniveau zijn verstreken. De Aanvraagtermijn (artikel 5) Omdat het bij de verlening van bijstand geldende beginsel dat het recht op bijstand niet vóór de aanvraagdatum kan ingaan niet geldt voor de langdurigheidstoeslag, kan de toeslag ook nog na de peildatum worden aangevraagd. Er is voor gekozen om de aanvraagtermijn te beperken tot één jaar na de peildatum. Bij ongewijzigde omstandigheden is op dat moment overigens een nieuwe peildatum bereikt. Onderbreking van de referteperiode (artikel 6) Wanneer de referteperiode korte tijd is onderbroken kan de toeslag toch worden toegekend mits is voldaan aan de voorwaarde dat voldoende is getracht algemeen geaccepteerde arbeid te verkrijgen en er geen inkomsten zijn geweest. Men moet eerder denken aan onderbrekingen van dagen dan van weken. Zeer geringe inkomsten uit arbeid en zeer geringe duur van deze arbeid (artikel 7)

Met ingang van 1 september 2006 is de regel dat in de referteperiode helemaal geen inkomsten uit of in verband met arbeid mochten zijn ontvangen, versoepeld. Aan de tekst van art.36, lid 1 onder b is toegevoegd dat het college ook op aanvraag een langdurigheidstoeslag verleent aan een persoon ten aanzien van wie het college van oordeel is dat, gelet op de zeer geringe hoogte van de inkomsten uit of in verband met arbeid in de referteperiode en de zeer geringe duur van deze arbeid, in redelijkheid niet gesproken kan worden van een feitelijke aanwezigheid van arbeidsmarktperspectief. De wijziging geldt met terugwerkende kracht tot 1 januari 2006. Hoofdregel voor de toekenning van de langdurigheidstoeslag blijft het ontbreken van arbeidsmarktperspectief Het ontbreken van arbeidsmarktperspectief vormt de rechtvaardigingsgrond voor aanvullende inkomensondersteuning. De meest zuivere toepassing van de wet zou zijn om bij iedere aanvraag afzonderlijk te beoordelen of er arbeidsmarktperspectief is en bij die beoordeling hoogte en duur van de inkomsten te betrekken. In de praktijk is dat echter bijna niet uitvoerbaar. Er bestaat een groot risico op rechtsongelijkheid en/of willekeur. In navolging van diverse andere gemeenten is ervoor gekozen om een toetsinkomen in te voeren en dat te stellen 3.820. Als de incidentele inkomsten in de periode van 60 maanden dit bedrag niet overstijgen, is er recht op langdurigheidstoeslag. Aangesloten is bij het bedrag dat zonder verrekening met de bijstand aan vrijwilligers kan worden verstrekt als het vrijwilligerswerk niet bijdraagt aan hun arbeidsinschakeling. Ook in die situatie is er geen arbeidsmarktperspectief. Het definiëren van de zeer geringe duur is niet noodzakelijk. Indien in een periode van zestig maanden slechts het toetsbedrag is verdiend, is de duur van de periode waarin de inkomsten zijn ontvangen relatief gezien altijd zeer gering. Afwijking van de hoofdregel is mogelijk. Een kleine overschrijding wanneer overduidelijk is dat iemand geen arbeidsperspectief heeft kan worden geaccepteerd, maar ook kan de toeslag worden geweigerd wanneer iemand minder heeft verdiend maar wel arbeidsperspectief heeft. Een dergelijk besluit moet natuurlijk zeer goed worden gemotiveerd. Geen langdurigheidstoeslag na een maatregel (artikel 8) Wanneer in de referteperiode wegens schending van de arbeidsverplichting een zware maatregel of meerdere malen een lichtere maatregel is opgelegd, heeft de belanghebbende kennelijk niet voldaan aan het bepaalde in artikel 36, eerste lid aanhef en onder c. Dit artikel komt overeen met het besluit van B&W van 2 april 2004. Gehuwden (artikel 9) Gehuwden of personen die voor de uitvoering van de WWB worden aangemerkt als gehuwd moeten beide aan alle voorwaarden voldaan. Wanneer slechts één van hen aan de voorwaarden voldoet, wordt de aanvraag afgewezen. Deze regel vloeit direct voort uit jurisprudentie van de Centrale Raad van Beroep (CRvB, zaaknrs. 06/357, 06/3248 8 augustus 2006). N.B Niet in de beleidsregels is opgenomen het recht op langdurigheidstoeslag voor mensen met een gedeeltelijke arbeidsongeschiktheidsuitkering, aangevuld met bijstand of een andere uitkering, waardoor het totaalinkomen op bijstandsniveau ligt. De CRVB heeft uitgesproken dat het zonder meer aanwezig achten van een reëel arbeidsmarktperspectief bij personen die in de referteperiode inkomen in verband met arbeid ontvingen, bestaande uit een gedeeltelijke WAO-uitkering niet aanvaardbaar is. Niet is gebleken dat het voor gedeeltelijk arbeidsongeschikte personen eenvoudiger is om daadwerkelijk arbeid te verwerven dan voor personen ten aanzien van wie geen gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid is vastgesteld. De CRVB meent dat deze mensen wel recht hebben op de toeslag. Omdat de wet (nog) niet gewijzigd is, is op dit punt geen beleidsregel geformuleerd. In de praktijk moeten aanvragen waarbij dit speelt wel worden gehonoreerd eventueel onder verwijzing naar de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep (CRvB 05/6738). Een afwijzing omdat er wel arbeidsmarktperspectief is, zal ook in dit geval zeer goed moeten worden gemotiveerd.

Reactie Cliëntenraad op het voorstel om inkomsten uit of in verband met arbeid tot 3.820 in de referteperiode van vijf jaar niet in aanmerking te nemen bij de beoordeling van het recht op langdurigheidstoeslag (ontvangen op 11 oktober 2006): De Cliëntenraad SoZA kan zich vinden in dit voorlopige voorstel, dat vooraf gaat aan een uitgebreidere wijziging van de beleidsregels, waarin dan ook rekening zal worden gehouden met recente jurisprudentie. Wel maakt de Cliëntenraad zich zorgen over de rechtsonzekerheid van belanghebbenden met een aanvullend inkomen van net boven het toetsinkomen. De Cliëntenraad gaat ervan het toetsinkomen gelijke tred zal houden met de maximaal vrijgelaten onkostenvergoeding voor vrijwilligers.