Tweede Kamer der Staten Generaal

Vergelijkbare documenten
Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

STAATSCOURANT. Wijziging van de Uitvoeringsregeling accijns ARTIKEL I. 31 december 2009

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

RICHTLIJN (EU) 2018/1910 VAN DE RAAD

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Excise Movement and Control System (EMCS)

12848/1/18 REV 1 CS/srl/sht ECOMP.2.B

Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2013) Na artikel VIIc worden drie artikelen ingevoegd, luidende:

De BTW-administratie en de dossieropbouw van Fiscaal vertegenwoordiger moeten bevatten:

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken. Beleidsregels

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken. Beleidsregels.

Eerste Kamer der Staten-Generaal

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 27 mei 2002 (OR. en) 8697/02 UD 33

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Verbruiksbelastingen van alcoholvrije dranken. Beleidsregels.

TIPS. Internationaal zaken doen en BTW (deel 2)

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Excise Movement and Control System (EMCS)

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Algemene administratie van de DOUANE en ACCIJNZEN

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Mededeling nr. 18. Kolenbelasting. Douane Belastingdienst

BTW BIJ IN- en UITVOER. Marja van den Oetelaar/Samatha Speelman

ABC-transacties binnen de interne markt: geen koud kunstje

Tweede Kamer der Staten-Generaal

12849/18 CS/srl/sht ECOMP.2.B

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Tweede Kamer der Staten-Generaal

EUROPESE U IE HET EUROPEES PARLEME T

DIRECTE VERTEGENWOORDIGING

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

EUROPEES PARLEME T EUROPESE U IE 97/0155 (COD) PE-CO S 3608/99 C4-0172/99 ECO 106 UD 43 CODEC 147

Tweede Kamer der Staten-Generaal

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD. betreffende bepaalde handelsnormen voor eieren

Tweede Kamer der Staten-Generaal

(Wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

11558/02 jv 1 DG G I

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Regeling tot wijziging van de Algemene douaneregeling en de Uitvoeringsbeschikking omzetbelasting 1968

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Overeenkomst/machtiging voor het optreden als direct vertegenwoordiger met financiële faciliteiten

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

Tweede Kamer der Staten-Generaal

DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN, LANDBOUW EN. In overeenstemming met de Minister van Financiën;

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

Beëindiging toepassing nultarief voor leveringen en diensten ten behoeve van exploitanten van in het internationale verkeer varende binnenschepen 1

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Bunkergeleidedocument

M I N I S T E R I E V A N F I N A N C I E N

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

Tweede Kamer der Staten-Generaal

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 22 april 2010 *

Beleidsregels aanbesteding van werken 2005

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

RAAD VA DE EUROPESE U IE, Brussel, 8 juli 2011 (18.07) (OR. en) 12667/11 Interinstitutioneel dossier: 2011/0111 (C S)

Tweede Kamer der Staten-Generaal

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 6 april 2005 (07.04) (OR. fr) 7843/05 FISC 38

Wijziging van de Wet op de omzetbelasting 1968 (Wet implementatie artikel 1 richtlijn elektronische handel)

BIJLAGEN. bij de. Gedelegeerde Verordening van de Commissie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

1/2. Staten-Generaal. Vergaderjaar B/ Nr. 2 ADVIES AFDELING ADVISERING RAAD VAN STATE VAN HET KONINKRIJK EN NADER RAPPORT 1

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

1. Geen privaatrechtelijke dienstbetrekking Werken volgens de bijgevoegde overeenkomst leidt niet tot een privaatrechtelijke dienstbetrekking.

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Transcriptie:

Tweede Kamer der Staten Generaal 2 Vergaderjaar 1992-1993 23 030 Afschaffing fiscale grenzen Nr. 1 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAIM FINANCIËN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal 's-gravenhage, 18februari 1993 Hierbij bied ik u een notitie aan inzake de effectrapportage afschaffing fiscale grenzen (januari 1993). Bij mijn op heden gedateerde brief zond ik deze notitie eveneens aan de Voorzitter van de Eerste Kamer. De Staatssecretaris van Financiën, M. J. J. van Amelsvoort S-BEL S-AFE 312188F ISSN0921 7371 Sdu Uitgeverii Plantijnstraat _,, - ^^\«* r\r\r\ r*r\ f*r\n sgravenhage 1993

Effectrapportage afschaffing fiscale grenzen januari 1993 1. Inleiding Tijdens de parlementaire behandeling van het wetsvoorstel inzake de wijziging van de Wet op de omzetbelasting 1968 in verband met de afschaffing van de fiscale grenzen (Wet van 24 december 1992, Stb. 713) en van het wetsvoorstel inzake de wijziging van de Wet op de accijns in verband met de afschaffing van de fiscale grenzen (Wet van 24 december 1992, Stb. 711) heb ik aan de beide Kamers toezeggingen gedaan met betrekking tot de rapportage omtrent de toepassing van de nieuwe regelgeving en de ontwikkelingen in Brussel (met betrekking tot de btw: Handelingen II 1992/93, blz. 1799-1800 en Kamerstukken I 1992/93, 22 712, nr. 98b, blz. 3; met betrekking tot de accijns: Hande lingen II 1992/93, blz. 2058-2060). De onderhavige notitie bevat het eerste van deze rapporten, die, zoals afgesproken, voortaan maandelijks zullen plaatsvinden. 2. EG-ontwikkelingen 2.1. Algemeen Inmiddels is het EG-overleg begonnen naar aanleiding van de eerste vragen over de praktijk van het nieuwe regime voor btw en accijnzen. Hierin hebben de Lid-Staten laten weten dat de in 1991 en 1992 vastge stelde EG-regels op het gebied van de omzetbelasting en de accijnzen inzake de afschaffing van de fiscale grenzen sinds 1 januari 1993 in de praktijk van alle Lid-Staten worden toegepast. Er is nog niet voltooide regelgeving, die voornamelijk de uitvoeringsbepalingen betreft die op het nationale niveau door de desbetreffende wet aan lagere regelgeving zijn gedelegeerd. Waar nodig worden de EG-regels in de desbetreffende Lid-Staten voorlopig ten uitvoer gelegd door middel van tijdelijke (minis teriële) instructies. Deze aanpak is vergelijkbaar met de wijze waarop in Nederland destijds de voorlopige implementatie is bewerkstelligd van de zogenoemde fusierichtlijn en de moeder/dochterrichtlijn op het gebied van de directe belastingen. Het overleg te Brussel, dat in de komende tijd zal worden voortgezet, strekt tot de verwezenlijking van een eenvormige toepassing van die communautaire bepalingen waaromtrent verschil van inzicht bestaat. De Commissie zal in beginsel pas dan voorstellen doen tot wijziging van de EG-regels als zou blijken dat het overleg over de interpretatie van deze regels niet tot overeenstemming leidt. Tot nu toe is met betrekking tot op korte termijn te verwachten wijzigingen van de communautaire bepalingen dan ook slechts een aanpassing van de Verordening van de Commissie betreffende het administratieve geleidedocument (Veror dening nr. 2719/92 van 11 september 1992, PbEG L 276) te vermelden (paragraaf 2.3). 2.2. BTW Gebleken is dat in sommige Lid-Staten een nultarief geldt voor de heffing van de omzetbelasting van diensten die worden verricht voor zeeschepen en hun lading, waaronder het laden en lossen. De toepassing daarvan baseren deze landen op artikel 15, lid 9, van de Zesde richtlijn inzake omzetbelasting (nr. 77/388/EEG, PbEG L 145 van 13 juni 1977). De ruime uitleg van deze richtlijnbepaling door de desbetreffende Lid-Staten leidt tot een ruimere toepassing van het nultarief dan sinds 1 januari 1993 in Nederland het geval is. Aan de wijze waarop dergelijke diensten met betrekking tot het laden en lossen en soortgelijke met het

goederenvervoer samenhangende activiteiten in de btw-heffing worden betrokken is reeds aandacht besteed tijdens de parlementaire behan deling van het wetsvoorstel inzake de wijziging van de Wet op de omzet belasting 1968 in verband met de afschaffing van de fiscale grenzen (Kamerstukken II 1992/93, 22 712, nr. 6, blz. 38-40, Handelingen I 1992/93, blz. 512-517). De Commissie kan zich niet volledig vinden in de uitleg van de desbetreffende richtlijnbepaling door deze Lid-Staten, maar zij verzet zich voorlopig niet tegen deze ruime toepassing van het nultarief. Op de gevolgen hiervan voor het Nederlandse bedrijfsleven kom ik nader terug in paragraaf 3.1. De consequenties van de afschaffing van de fiscale grenzen voor ondernemers die in Lid-Staten werkzaamheden verrichten aan goederen die uit een andere Lid-Staat naar hen worden verzonden zijn in de afgelopen maand eveneens voorwerp van overleg geweest. Vóór 1993 konden deze diensten tegen het nultarief worden verricht, omdat vervoer en bewerking van de goederen onder een douaneregeling (de zogenoemde regeling actieve verdeling) plaatsvonden. Met ingang van 1 januari 1993 dient aan de opdrachtgever echter vaker dan voorheen omzetbelasting in rekening te worden gebracht naar het tarief dat geldt in de Lid-Staat waar de werkzaamheden worden verricht. De communau taire regeling, volgens welke de uitgevoerde werkzaamheden wel zonder omzetbelasting gefactureerd mogen worden, geldt namelijk alleen in situaties waarin de bewerking dermate ingrijpend is dat van toegezonden grondstoffen of materialen nieuwe goederen worden gemaakt. Naar verluidt komt het voor dat ondernemers om die reden de voorkeur geven aan het laten bewerken van de goederen in de eigen Lid-Staat. Ter oplossing van deze problematiek zal de Commissie op korte termijn een voorstel doen voor een praktische uniforme toepassing van de desbetref fende regels. 2.3. Accijnzen In incidentele gevallen hebben zich tijdens de eerste weken na 1 januari 1993 haperingen voorgedaan in de afwikkeling van intracommu nautaire vervoerstransacties van accijnsgoederen. Hierbij bleek het voornamelijk te gaan om de coördinatie van communautaire douane en accijnsvoorschriften voor vervoerstrajecten waarvoor zowel douane als accijnsformaliteiten zijn te vervullen. In EG-verband is inmiddels afgesproken hoe douane en accijnsformulieren in voorkomende gevallen dienen te worden gebruikt. De betrokkenen zijn geïnformeerd. Voorts hebben zich handelsbelemmeringen voorgedaan als gevolg van het feit dat enkele Lid-Staten voor het vervoer van minerale oliën waarvoor geen accijnstarief is vastgesteld, een accijnsgeleidedocument eisten, hoewel dat voor die produkten - naar het oordeel van de Commissie en de meeste Lid-Staten, waaronder Nederland - niet is voorgeschreven. Voor de vlotte en regelmatige afwikkeling van intracom munautaire transacties met betrekking tot deze produkten is uiteraard een eenvormige uitleg van de onderhavige voorschriften door alle Lid-Staten onontbeerlijk. Een voorstel van de Commissie voor een gemeenschappelijke uitleg mag op korte termijn worden verwacht. Enkele maatregelen moeten nog door de Lid-Staten gezamenlijk tot voltooiing worden gebracht. Het betreft het operationeel worden van het renseigneringsstelsel inzake de controle op het communautaire vervoer van accijnsgoederen en de onderlinge gegevensuitwisseling tussen de Lid-Staten met betrekking tot het register van vergunninghouders (de toegelaten deelnemers aan het intracommunautaire verkeer van accijns goederen onder schorsing van de accijns). Tevens zullen - door tussen komst van de Commissie - de voor de toepassing van de accijnsvrij stelling voor gedenatureerde alcohol in de desbetreffende Lid-Staat

toegelaten methoden van denaturering van overige alcoholhoudende produkten bekend worden gemaakt. De voltooiing van een en ander wordt verwacht per 1 april 1993. Voorts zal een wijziging worden voorbereid in de Verordening van de Commissie betreffende het administratieve geleidedocument. Het gaat om de voorgeschreven invulling van het geleidedocument bij de verzending van accijnsgoederen onder schorsing van de accijns, waarin enkele ondergeschikte aanpassingen wenselijk zijn gebleken. De procedure van afgifte van vergunningen aan de zogenoemde geregistreerde bedrijven kan enige tijd in beslag nemen. Zolang echter geen definitieve vergunning is verkregen, wordt aan de bedrijven ook geen registratienummer verstrekt, waardoor ze niet als geadresseerde kunnen opereren in het intra-communautaire verkeer van accijnsgoe deren onder schorsing van de accijns. In EG-verband is overeengekomen dat, zodra een bedrijf een verzoek indient om in aanmerking te komen als geregistreerd bedrijf, een voorlopige vergunning wordt afgegeven en een voorlopig nummer wordt toegekend, zodat de bedrijven niet in hun bedrijfsuitoefening worden geschaad. 3. Nationale positie bedrijfsleven 3.7. BTW Uit het EG-overleg inzake de toepassing van het nultarief ter zake van diensten die worden verricht voor zeeschepen en hun lading, waaronder het laden en lossen, is gebleken dat deze diensten thans in sommige Lid-Staten aan het nultarief zijn onderworpen (paragraaf 2.2). Hoewel de Commissie heeft laten weten zich met de handelwijze van deze Lid-Staten niet te kunnen verenigen, meen ik dat op korte termijn passende maatregelen geboden zijn ter voorkoming van de aan deze situatie verbonden gevolgen voor de concurrentiepositie van het Neder landse bedrijfsleven. Daarom ben ik voornemens goed te keuren dat hangende de uitkomst van het nadere overleg over dit onderwerp in Brussel - in Nederland de toepassing van het nultarief tijdelijk wordt uitgebreid tot de vorengenoemde diensten. Het desbetreffende voorschrift betreffende de toepassing van het nultarief zal één dezer dagen door mij aan de belastingdienst worden gezonden. 3.2. Accijnzen Handelaren in minerale oliën met een fysieke opslagruimte kunnen in aanmerking komen voor een vergunning voor een accijnsgoederenplaats, waardoor zij de mogelijkheid hebben vrij van accijns te handelen in minerale oliën. In de naar aanleiding van de Richtlijn van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 14 december 1992 tot wijziging van de richtlijnen 92/12/EEG en 92/81/EEG (accijns) verschenen, zogenoemde bezemregeling accijns (ministeriële regeling van 28 december 1992, nr. WV92/682, Stcrt. 252), is de mogelijkheid geopend dat ook personen die niet in het bezit zijn van een fysieke opslagruimte in aanmerking kunnen komen voor een zodanige vergunning. Van deze mogelijkheid heb ik gebruik gemaakt ten gunste van douane expediteurs en van ondernemers die minerale oliën vrij van accijns kunnen leveren ter bevoorrading van schepen (zogenoemde bunker traders). Thans wordt in overleg met het bedrijfsleven bezien of ook voor andere (tussen)handelaren in minerale oliën, die geen fysieke opslag ruimte hebben, een vergunning voor een accijnsgoederenplaats wenselijk kan zijn.

4. Uitvoeringsaspecten 4.1. BTW Er zijn inmiddels enkele honderden btw-identificatienummers toegekend aan buitenlandse ondernemers. Voorts is er bij de belasting dienst een duidelijke toename van telefonische vragen te constateren, die vrijwel geheel kan worden toegerekend aan de intracommunautaire transacties. Tot halverwege de maand januari waren er problemen met betrekking tot de capaciteit van het Nederlandse systeem voor de verificatie van btw-identificatienummers. Door uitbreiding van de geheugencapaciteit van de computer die het verificatieverkeer verzorgt, zijn deze problemen voor een belangrijk deel verholpen. Gedurende dezelfde periode kon in Nederland geen verbinding worden gekregen met de systemen van enkele andere Lid-Staten. Dit probleem is inmiddels opgelost. Thans worden per week circa tienduizend btw-identificatienummers geveri fieerd. Met betrekking tot ondernemers in een enkele Lid-Staat deed zich het specifieke probleem voor dat deze in januari 1993 nog niet in alle gevallen in het bezit waren van een btw-identificatienummer. Om te voorkomen dat Nederlandse ondernemers hierdoor niet zonder heffing van omzetbelasting aan de desbetreffende ondernemers zouden kunnen leveren, heb ik goedgekeurd dat dergelijke intracommunautaire leverlngen toch tegen het nultarief plaatsvinden, indien de afnemer aantoont dat hij een aanvraag voor een btw-identificatienummer heeft ingediend, dat aan de voorwaarden van toekenning wordt voldaan en dat hij voor de omzetbelasting reeds als ondernemer is geregistreerd. Op basis van deze Nederlandse regeling is in Brussel door alle Lid-Staten afgesproken dat zij tot 28 februari ten aanzien van alle soort gelijke gevallen een dergelijke tegemoetkomende oplossing aanbieden. 4.2. Accijnzen Omdat het intracommunautaire handelsverkeer van accijnsgoederen voornamelijk plaatsvond tussen accijnsgoederenplaatsen en belastingen trepots, is in januari 1993 door geregistreerde bedrijven en niet-geregi streerde bedrijven slechts een beperkt aantal aangiften gedaan. Het geautomatiseerde register waarin alle houders van een vergunning voor een accijnsgoederenplaats of een geregistreerd bedrijf zullen worden opgenomen, is in ontwikkeling. Dit register moet op 1 april 1993 voor de gehele EG in werking zijn. Verwezen zij naar paragraaf 2.3. 5. Fraude Met betrekking tot nieuwe fraudepatronen in relatie met de gewijzigde regelgeving op het gebied van de accijnzen en de omzetbelasting zijn in de afgelopen periode geen nieuwe ontwikkelingen bekend geworden. 6. Conclusie Gelet op de korte periode die sinds 1 januari 1993 is verstreken kan deze eerste notitie weinig anders dan eerste indrukken bevatten met betrekking tot de gevolgen van de afschaffing van de fiscale grenzen. De ervaringen van de praktijk inzake de verwerking van de aangiften en de gegevensuitwisseling tussen de Lid-Staten liggen op dit moment nog voor ons. Naar het zich laat aanzien zullen de in januari gesignaleerde verschillen van inzicht tussen de Lid-Staten bij de uitleg van de commu nautaire bepalingen op korte termijn tot oplossing worden gebracht. Tweede Kamer, vergaderjaar 1992-1993, 23 030, nr. 1