HET LANGEMARCK- STUDIUM IN NEDERLAND
HET LANGEMARCK-STUDIUM IN NEDERLAND
Een volk, dat leeft, bouwt aan zijn toekomst.
I. Welk doel heeft het Langemarck-Studiuml Het is een der grondslagen van het Nationaalssocialisme, dat de leiding in handen wordt gelegd van hen, die door hun karakter en door hun begaafdheden daarop de meeste aanspraak kunnen maken. Dit geldt niet alleen voor de staatsposten, doch voor elk levensgebied, waarop een volk zich beweegt. De sociale rechtvaardigheid eischt daarom, dat ook elke jonge Nederlander ongeacht zijn afkomst, zijn stand of zijn financiëele omstandigheden een opleiding ontvangt, die met zijn aanleg overeenkomt. De opleiding aan de Middelbare School of aan de Univers siteit mag niet langer een voorrecht van de beter gesitueerde kringen zijn, doch moet als een natuurlijk recht van ieder voldoend begaafd volksgenoot gezien worden. Immers, slechts dan, wanneer het karakter, de geest en het verstand van den enkeling zoo goed mogelijk tot ontwik* keling worden gebracht, is het mogelijk, dat ook het presta* tievermogen van het geheele volk op elk gebied zijn maxi* mum bereikt. Men dient in te zien, dat de volkskracht ten zeerste wordt geschaad, indien de werkkracht van uitstekend begaafde mannen niet ten volle wordt benut; als waardevolle krachten dus voor de volksgemeenschap verloren gaan. Daarom stelt het LangemarcksStudium zich ten doel, werke* lijk begaafde jonge mannen, wien de gelegenheid daartoe tot dusverre ontbrak, een opleiding te geven, die met hun aan» leg overeenkomt. Daaraan dient natuurlijk een doelmatige en nauwkeurige schifting der candidaten vooraf te gaan. Als het immers zonder meer duidelijk is, dat de geldelijke omstandigheden onder geen beding van invloed mogen zijn op het bepalen van de studierichting, moet het evenzeer vaststaan, dat alleen de aanleg en het karakter de doorslaggevende factoren hierbij zijn. II. Welke opleiding geeft het Langemarck-Studium 1 Hoewel het Langemarck-Studium in vele gevallen op het tot dusver uitgeoefende beroep voortbouwt en haar leerlingen 5
bewust voorbereidt op een hoogere positie in hetzelfde of in een ander beroep, wil zij hun in haar 2»jarigen voor» bereidingscursus toch voornamelijk een breede algemeene ontwikkeling bijbrengen. Eenerzijds legt zij daarbij den nadruk op de Lichamelijke Opvoeding, anderzijds op de vormende vakken als Geschie» denis, Biologie en Aardrijkskunde. Er wordt ook les in de Nederlandsche taais en letterkunde gegeven. Aangezien de leerlingen ook les in wis» en natuur» kunde krijgen, ontvangen zij dus een volledige Middelbare opleiding. III. Welke eischen stelt het Langemarck-Studium? A. Ten aanzien van het genoten onderwijs: De candidaten moeten de Lagere School en eventueel een (M.)U.L.O.sSchool geheel doorloopen hebben. Leerlingen van Middelbare Scholen komen slechts dan in aanmerking, indien zij hun studie om bijzondere redenen, bijv. door geldelijke omstandigheden, hebben moeten afbreken. Waar deze redenen niet aanwezig zijn, is over» gang van een Middelbare School naar het Langemarck» Studium niet mogelijk. B. Ten aanzien van het te kiezen beroep: In het algemeen moet het voor de toekomst gekozen beroep zich aansluiten bij de tot dusver uitgeoefende werkzaam» heden. Een timmermansleerling zal dus bij voorkeur worden opge» leid tot architect, een landarbeider, bankwerker of monteur tot ingenieur op zijn gebied. Deze eisch geldt in het alge» meen niet voor beroepen als arts, leeraar, onderwijzer, omdat de candidaat naar alle waarschijnlijkheid voordien niet in deze richting practisch werkzaam kon zijn. Ook bij de keuze van één dezer beroepen zal echter uit tot dusver beoefende zelfstudie, uit liefhebberijen of uit in de jeugdorganisatie verrichte werkzaamheden eenigszins 6
moeten blijken, dat de verlangens van den candidaat reeds langer in die richting gingen. C. Ten aanzien van den leeftijd en den burgerlijken staat van den candidaat: Principieel worden slechts mannelijke candidaten tusschen 17 en 24 jaar aangenomen. Gehuwde mannen komen niet in aanmerking. D. Ten aanzien van de persoonlijkheid van den candidaat: 1. De candidaat moet Arisch zijn. 2. Hij moet een actieve en doelbewuste persoonlijkheid zijn, bereid zich geheel voor zijn ideaal in te zetten. Meeloopers en napraters komen niet in aanmerking. 3. Zijn gedrag moet onberispelijk zijn, vóór alles moet hij moedig, openhartig, trouw en eerlijk zijn. Baantjesjagers en klaploopers, ze mogen nog zoo intelligent zijn, kunnen niet gebruikt worden! Op kerels uit één stuk komt het aan. 4. Zijn gezondheid, zoowel als zijn lichamelijke toestand moeten uitstekend zijn, daar het LangemarcksStudium zoo* wel geestelijk als lichamelijk zware eischen stelt. 5. Zoowel theoretisch als practisch moet hij meer dan nors male prestaties kunnen leveren. Het komt echter niet zoo* zeer aan op de hoeveelheid parate kennis, die hij heeft weten te verwerven, als wel op een helder oordeel en een scherpen geest. 6. Vóór alles echter zal hij moeten begrijpen, dat het later zijn natuurlijke plicht zal zijn, zich met zijn uitstekende opleiding in dienst van zijn Volk te stellen. 7
8 IV. Welke mogelijkheden biedt het Langemarck-Studium?
V. Welke schifting bestaat er voor het Langemarck-Studium? De eerste schifting vindt plaats aan de hand van de door de candidaten ingezonden bescheiden. Getuigschriften, rappor* ten, levensbeschrijving enz. geven hierbij den doorslag. De overgebleven candidaten worden zoo mogelijk in de plaats hunner inwoning en anders in de nabijheid daarvan tot de z.g. Voorschifting opgeroepen. Hierbij wordt nog eens nagegaan, op welke wijze de candi» daat in zijn beroep heeft gewerkt, welke vakkennis hij zich eigen heeft gemaakt en welke voorstellingen hij omtrent zijn toekomstig beroep bezit. Tevens biedt deze Voorschifting de gelegenheid, een algemeenen indruk van den candidaat op te doen. De candidaten, die na deze Voorschifting overblijven, wor* den ongeveer 4 a 5 dagen in een Schiftingskamp samen* gebracht. Hier worden zij medisch onderzocht, moeten bewijzen van hun lichamelijke geoefendheid afleggen en worden mondeling en schriftelijk geëxamineerd. Het is noch mogelijk, noch gewenscht, zich op dit examen voor te bereiden. Het komt cr voor den candidaat alleen op aan, te toonen, wat hij met behulp van de opleiding, die hij heeft genoten, kan presteeren en wat voor een kerel hij eigenlijk is. Een gezond lichaam, een gezonde geest, een flink karakter, belangstelling voor de algemeenspolitieke en maatschappe* lijke vraagstukken, daar komt het op aan. Aan de hand van het afgelegde examen en op grond van den algemeenen indruk, van den candidaat verkregen, wordt dan in het Schiftingskamp de juiste studierichting voor hem bepaald. Voor candidaten, die voor verdere studie niet geschikt blijken te zijn, bestaat dan de mogelijkheid, zich met steun van het Langemarck*Studium toch een betere vakopleiding te verwerven, of desnoods naar een ander beroep over te gaan. De eindbeslissing berust bij een gevolmachtigde van den Rijksstudentenleider en is ten opzichte van het Langemarck* Studium bindend. 9
VI. Hoe is het Langemarck-Studium ingedeeld? Alle candidaten, die na de laatste schifting zijn overgebleven, volgen den halfjarigen cursus in de Duitsche taal. Nadien worden zij verdeeld in twee groepen. De meer op de practijk ingestelde candidaten kunnen in Duitschland een vakopleiding genieten, terwijl de meer theoretisch begaafde leerlingen de eigenlijke Langemarck»studie volgen. Deze wordt in vier semesters, ieder van een half jaar, gegeven. Van het tweede semester af genieten de wiskundig»begaafden extra=onderricht in de natuurwetenschappelijke vakken, opdat zij later het onderwijs aan een Technische Hooge» school kunnen volgen. Naast het eigenlijke onderwijs, dat de candidaten volgen, worden zij gedurende hun studietijd ook vertrouwd gemaakt met de volksche wereldbeschouwing. Tevens genieten zij een algemeen=vormende opvoeding: zij wonen voordrachts* avonden en lezingen bij, zij maken schoolreizen en bezoeken schouwburgen en concerten. Gedurende den geheelen cursus wonen zij in een internaat. Hier wordt aan kameraadschappelijken omgang groote waarde gehecht. Na het laatste semester volgt een eindexamen. Degene, die hier voor slaagt, is gerechtigd, aan een Duitsche Universiteit zijn studie voort te zetten. Indien gewenscht, kan men echter aan een Nederlandsche Universiteit afstudeeren. Na voltooiing der universitaire studie is elk student geheel vrij in de keuze van de plaats, waar hij zijn beroep wil uitoefenen. VII. Hoe kan men zich voor het aanmelden? Langemarck-Studium Men kan zich ten allen tijde voor het Langemarck-Studium aanmelden. Het Schiftingskamp wordt tusschen Januari en October gehouden. Candidaten, die zich na 1 October aan» melden, dienen er rekening mee te houden, dat zij wellicht 10
niet meer tijdig kunnen worden opgeroepen. 1 ) Zij komen dan voor het volgende kamp in aanmerking. Behalve het ingevulde aanmeldingsformulier moeten de can* didaten de volgende bescheiden inzenden: A. Twee uitvoerige levensbeschrijvingen, waarvan één zelf geschreven en de andere getypt moet zijn. Uit deze levens* beschrijving moet blijken, welk onderwijs de candidaat heeft genoten, welk beroep hij tot dusver heeft uitgeoefend en welke opleiding hij eventueel in verband daarmee heeft gevolgd. Verder moet de candidaat duidelijk aangeven, welk beroep hem voor de toekomst voor oogen zweeft en om welke redenen hij dat verlangen koestert. B. Het laatste schoolrapport, eventueel vergezeld van het behaalde getuigschrift of diploma. 2 ) C. Eventueele getuigschriften van werkgevers. 2 ) D. Drie pasfoto's. E. Een verklaring van ouder(s) of voogd(en), dat er geen bezwaar tegen bestaat, dat de candidaat het Langemarck* Studium zal volgen. (Alleen voor minderjarigen.) F. Een van officiëele zijde gewaarmerkte verklaring van den Vader (resp. de Moeder of den Voogd), betreffende de grootte van zijn vermogen en zijn jaarlijksch inkomen. G. Een verklaring van den Vader (resp. de Moeder of den Voogd), dat hij of zij al of niet in staat is, bij te dragen in de kosten van de opleiding. Opmerking: Principieel zijn aan het volgen van het Langemarck-Studium geen kosten verbonden. Dit slaat zoowel op de studiegelden als op de reiskosten, het zakgeld en de verdere onderhouds* kosten. Voor de verdere studie aan een Middelbaar Technische ') Deze bepaling geldt niet voor het schooljaar 1941/'42. ') Gewaarmerkte afschriften zijn voldoende. 11
School of aan de Universiteit geldt natuurlijk hetzelfde. Deze kosten worden in haar geheel gedragen door het Rijks» studentenwerk. Onbemiddelde ouders behoeven dus niets bij te dragen. Het is echter niet meer dan billijk, dat welgestelde ouders, die slechts een of twee kinderen hebben, een aandeel dragen in de kleeding en in het zak» en reisgeld van hun zoon. Ook van hen worden echter in geen geval onredelijke offers gevraagd. VIII. Inlichtingen. Voor verdere inlichtingen, alsmede voor het aanvragen van aanmeldingsformulieren, wende men zich schriftelijk tot: LangemarcksStudium, Waalsdorperweg 12, Den Haag. Uitgegeven bij Uitgeverij Hamer", Den Haag. 12 K 113