De inhoud van voornoemde stukken geldt als hier ingelast.

Vergelijkbare documenten
inzake uitingen van Novartis over het geneesmiddel Lucentis (werkzame stof ranibizumab).

Klachtnummer: K Datum uitspraak: 27 juni 2016 Datum publicatie: 5 september Relevante artikelen: ,

De inhoud van voornoemde documenten geldt als hier ingelast.

gezamenlijk verder te noemen: Pharmacosmos, afzonderlijk bij de eigen volledige naam,

De inhoud van voornoemde stukken geldt als hier ingelast.

het klaagschrift van AstraZeneca d.d. 8 februari 2008;

inzake de toelating van reclame-uitingen voor het product Prioderm van Meda Pharma B.V.

BESLISSING. gezamenlijk hierna te noemen: Meduon c.s., afzonderlijk respectievelijk Meduon Holding, Bosman Medische Hulpmiddelen en Zuzz.

inzake uitingen van Novo Nordisk over het geneesmiddel Tresiba. De inhoud van voornoemde stukken geldt als hier ingelast.

4 april tegen. 1. Achmea B.V. gevestigd te Zeist; 2. Achmea Zorgverzekeringen N.V. statutair gevestigd te Leiden;

2. De vaststaande feiten 2.1 Voor de beslissing in deze zaak kan van de volgende - tussen partijen niet omstreden - feiten worden uitgegaan.

De inhoud van voornoemde documenten geldt als hier ingelast.

De inhoud van voornoemde documenten geldt als hier ingelast.

Samenvatting. De Codecommissie komt tot het oordeel dat de klacht van Nycomed grotendeels gegrond is. 9 juni 2011

De inhoud van de uitspraak van 25 april 2013 en de aldaar genoemde stukken alsmede de hierboven genoemde stukken geldt als hier ingelast.

2. De vaststaande feiten 2.1 Voor de beslissing in deze zaak kan van de volgende - tussen partijen niet omstreden - feiten worden uitgegaan.

inzake uitingen voor de geneesmiddelen Travatan en DuoTrav

inzake een reclame-uiting voor het geneesmiddel Oralgen van Artu.

Relevante artikelen: , , 5.2.2, en

Samenvatting. 6 juli 2011

6 september Wyeth Pharmaceuticals B.V. gevestigd te Hoofddorp, verder te noemen: Wyeth. tegen

De inhoud van voornoemde documenten geldt als hier ingelast.

inzake een televisiecommercial voor het product Davitamon Compleet Weerstand Forte van Omega Pharma Nederland B.V.

inzake reclameuitingen voor de producten Avandamet en Avandia van GSK.

De inhoud van voornoemde documenten geldt als hier ingelast.

met betrekking tot een uiting van geneesmiddelenreclame van:

inzake uitingen van Janssen over haar geneesmiddel Zytiga (werkzame stof: abirateronacetaat).

met betrekking tot een uiting van geneesmiddelenreclame van:

K maart 2009

5 juli De heer H. van der Linde, arts gevestigd te Capelle aan den IJssel verder te noemen: Van der Linde. tegen:

6 maart Mevrouw dr. W.M.N.J. Buis, psychiater wonende te Velp, verder te noemen: Buis, gemachtigde mr R.P. de Roode. tegen

reclame-uitingen voor het geneesmiddel Enbrel (werkzame stof: etanercept)

De inhoud van voornoemde stukken geldt als hier ingelast.

met betrekking tot een aantal uitingen van geneesmiddelenreclame van:

Samenvatting. De klacht van Boehringer is gegrond. 17 september 2010

BESLISSING VAN DE COMMISSIE VAN BEROEP VAN DE STICHTING CODE GENEESMIDDELENRECLAME

De inhoud van voornoemde documenten geldt als hier ingelast.

met betrekking tot een uiting van geneesmiddelenreclame van:

inzake uitingen voor de geneesmiddelen Travatan en DuoTrav

met betrekking tot een uiting van geneesmiddelenreclame van:

BESLISSING VAN DE COMMISSIE VAN BEROEP VAN DE STICHTING CODE GENEESMIDDELENRECLAME IN KORT GEDING

De inhoud van voornoemde documenten geldt als hier ingelast.

De inhoud van voornoemde documenten geldt als hier ingelast.

Relevante artikelen: Artikelen 5.2.1, , 5.2.2, ,

oplossing voor injectie

6 augustus Servier Nederland Farma B.V. gevestigd te Leiden, verder te noemen: Servier. tegen

Eisen aan vergelijkende reclame Beslissing Codecommissie bekrachtigd

inzake uitingen van Novartis over haar geneesmiddel Ultibro Breezhaler (werkzame stoffen: indacaterol en glycopyrronium).

inzake uitingen voor het geneesmiddel Xarelto 10, 15 en 20 mg tabletten (werkzame stof rivaroxaban).

K09.001/K Samenvatting

27 maart NOVARTIS PHARMA B.V., gevestigd te Arnhem, verder te noemen: Novartis, gericht tegen:

De inhoud van voornoemde documenten geldt als hier ingelast.

met betrekking tot een uiting van geneesmiddelenreclame van:

inzake uitingen van Vifor voor het geneesmiddel Ferinject (werkzame stof: ijzercarboxymaltose)

met betrekking tot een uiting van geneesmiddelenreclame van:

met betrekking tot een uiting van geneesmiddelenreclame van:

met betrekking tot een uiting van geneesmiddelenreclame van:

inzake uitingen van Pfizer met betrekking tot de rol van JAK pathways bij RA.

Sandoz B.V. gevestigd te Almere, verder te noemen Sandoz, gemachtigden: mr. K. Th. M. Stöpetie en mr. I. C. Kranenburg, advocaten te Amsterdam.

met betrekking tot een uiting van geneesmiddelenreclame van:

Deels gegrond/deels ongegrond Relevante artikelen: 5.2.1, , 5.2.2

inzake uitingen van Pharming met betrekking tot haar geneesmiddel Ruconest.

MSD B.V. gevestigd te Haarlem, verder te noemen: MSD, gemachtigden: mr. R.M. Sjoerdsma en mr. B. ter Woort, (klaagschrift van mr. I.

inzake uitingen van Novo Nordisk met betrekking tot haar geneesmiddelen Tresiba en Xultophy.

ECLI:NL:RBALM:2010:BN8235

K mei JANSSEN CILAG B.V., gevestigd te Tilburg, verder te noemen: Janssen Cilag BV, gericht tegen:

Samenvatting. K in conventie:

met betrekking tot een aantal uitingen van geneesmiddelenreclame van:

De inhoud van voornoemde stukken geldt als hier ingelast.

De inhoud van voornoemde documenten geldt als hier ingelast.

inzake uitingen van Biogen over de geneesmiddelen Tysabri (natalizumab) en Tecfidera (dimethylfumaraat).

De inhoud van voornoemde documenten geldt als hier ingelast.

Samenvatting. 9 februari 2009

met betrekking tot een aantal uitingen van geneesmiddelenreclame van:

met betrekking tot een uiting van geneesmiddelenreclame van: Lipitor en in reconventie de klacht van laatstgenoemde inzake Zocor

met betrekking tot een aantal uitingen van geneesmiddelenreclame van:

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 15/352 Wtra AK van 20 juli 2015 van

De inhoud van voornoemde documenten geldt als hier ingelast.

BESLISSING VAN KAMER 1 VAN DE COMMISSIE VAN BEROEP VAN DE STICHTING CODE GENEESMIDDELENRECLAME

met betrekking tot een uiting van geneesmiddelenreclame van:

met betrekking tot uitingen van geneesmiddelenreclame voor Advantix door:

met betrekking tot een uiting van geneesmiddelenreclame van:

Kleding B.V. Cyrus I B.V. DomJur

inzake uitingen van Genzyme over het geneesmiddel Aubagio (teriflunomide).

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid ABBOTT B.V., gevestigd te Hoofddorp, verder te noemen: Abbott,

- het op 4 juni 2014 ingekomen klaagschrift van [klager] ( klager ), inclusief 5 producties;

Ontvankelijkheid. Klacht over (nog) niet verrichte handeling. Tuchtrechtelijke laakbaarheid van handelwijze in gerechtelijke procedure.

ECLI:NL:RBAMS:2015:5812

inzake een persbericht voor het product Risperdal van Janssen-Cilag De Codecommissie heeft kennisgenomen van:

met betrekking tot een aantal uitingen van geneesmiddelenreclame:

Uitspraak van het College van Toezicht van het Nederlands Instituut van Psychologen.

met betrekking tot een aantal uitingen van geneesmiddelenreclame van:

inzake uitingen van Biogen over de geneesmiddelen Tysabri (natalizumab) en Tecfidera (dimethylfumaraat).

19 mei Eli Lilly Nederland B.V., gevestigd te Houten verder te noemen: Eli Lilly. gericht tegen:

met betrekking tot een uiting van geneesmiddelenreclame van:

2. De vaststaande feiten 2.1 Voor de beslissing in deze zaak kan van de volgende - tussen partijen niet omstreden - feiten worden uitgegaan.

Kamer van Toezicht over de Notarissen en Kandidaat-notarissen te Rotterdam

De inhoud van voornoemde documenten geldt als hier ingelast.

Bij de memorie van eis zijn producties gevoegd (genummerd 1 17).

Meetinstructie. Geen informatie verstrekt over positie van medewerker van makelaarskantoor.

Transcriptie:

1 september 2017 De Codecommissie (Kamer I) heeft het navolgende overwogen en beslist naar aanleiding van de klacht in kort geding (CGR nummer: K17.005) op de voet van artikel 30 van het Reglement voor de Codecommissie en de Commissie van Beroep van de Stichting CGR (hierna: het Reglement) van: Novartis Pharma B.V., gevestigd te Arnhem, verder te noemen Novartis, gemachtigde: mr. drs. R.M. Sjoerdsma tegen Bayer B.V., gevestigd te Mijdrecht, verder te noemen Bayer, gemachtigde: mr. G.S.P. Vos, inzake uitingen van Bayer over het geneesmiddel Eylea (werkzame stof aflibercept). 1. Het verloop van het kort geding 1.1 De Codecommissie) heeft kennisgenomen van: - het klaagschrift met bijlagen van mr. drs. Sjoerdsma, namens Novartis, d.d. 18 mei 2017; - het verweerschrift met bijlagen van mr. Vos, namens Bayer, d.d. 8 juni 2017; - pleitnota s van beide partijen. De inhoud van voornoemde stukken geldt als hier ingelast. 1.2 De Codecommissie CGR heeft de klacht in kort geding behandeld ter zitting van 12 juli 2017 te Amsterdam. Ter zitting werd Novartis vertegenwoordigd door B. Maaswinkel (Business Franchise Head Ophthalmology), mr. F.R. Meijer (Head Legal & Compliance) en F. Swart (Brand Manager Ophthalmology), bijgestaan door mr. drs. Sjoerdsma voornoemd. Namens Bayer waren aanwezig G. Lindenbergh (Product Manager), H. Vromans (Head of Medical Affairs Specialized Therapeutics) en J.P. van Suchtelen (Eagle Rock Legal), bijgestaan door mr. Vos voornoemd. 2. De vaststaande feiten 2.1 Voor de beslissing in deze zaak kan van de volgende - tussen partijen niet omstreden - feiten worden uitgegaan. 2.2 Novartis en Bayer zijn ondernemingen die zich bezig houden met de productie, verhandeling en distributie van geneesmiddelen en vergunninghouders als bedoeld in de Gedragscode Geneesmiddelenreclame, hierna de Gedragscode.

2.3 Bayer brengt het geneesmiddel Eylea (werkzame stof aflibercept) op de Nederlandse markt. Eylea is geïndiceerd voor gebruik bij volwassenen voor de behandeling van: neovasculaire (natte) leeftijdsgebonden maculadegeneratie (LMD) visusverslechtering als gevolg van macula-oedeem secundair aan retinale veneuze occlusie (retinale veneuze takocclusie (Branch Retinal Venous Occlusion, BRVO) of retinale veneuze stamocclusie (Central Retinal Venous Occlusion, CRVO)), visusverslechtering als gevolg van diabetisch macula-oedeem (DME), visusverslechtering als gevolg van myope choroïdale neovascularisatie (myope CNV). 2.4 Novartis brengt onder meer het geneesmiddel Lucentis op de Nederlandse markt. Lucentis is geïndiceerd voor gebruik bij volwassenen voor: de behandeling van neovasculaire (natte) leeftijdsgebonden maculadegeneratie (LMD) de behandeling van visusverslechtering als gevolg van choroïdale neovascularisatie (CNV) de behandeling van visusverslechtering als gevolg van diabetisch maculaoedeem (DME) de behandeling van visusverslechtering als gevolg van macula-oedeem secundair aan retinale veneuze occlusie (retinale veneuze takocclusie (BRVO) of retinale veneuze stamocclusie (CRVO = centrale retinale veneuze occlusie)). 2.5 Lucentis en Eylea zijn UR-geneesmiddelen en zijn rechtstreeks concurrerend met elkaar. 2.6 Bayer heeft voor haar geneesmiddel Eylea in een uiting, te weten een advertentie in het tijdschrift Kompakt Oogheelkunde, uitgave 5/2016, welke hieronder is afgebeeld en overgelegd door Novartis als bijlage 1, de claim snel effect, aanhoudend effectief*¹- ¹¹ gebruikt. K17.005 Novartis/Bayer 2

3. De klacht van Novartis 3.1 De klacht van Novartis is gericht tegen de uiting van Bayer voor haar geneesmiddel Eylea, zoals hiervoor in punt 2.6 omschreven en afgebeeld. Novartis stelt zich op het standpunt dat de uiting in strijd is met de Gedragscode, in het bijzonder de artikelen 5.2.1.3 en 5.2.2.2. 3.2 Kort weergegeven stelt Novartis dat de uiting van Bayer vaag en misleidend is, waardoor het rationele voorschrijfgedrag van beroepsbeoefenaren niet wordt bevorderd. Novartis voert daartoe het volgende aan. 3.3 Novartis stelt dat in de uiting niet duidelijk wordt gemaakt wat snel inhoudt en wat met een effect wordt bedoeld, zodat deze termen vaag zijn, waardoor de voorschrijver wordt misleid. In de toelichting in de uiting wordt volgens Novartis alleen de term aanhoudend nader geduid. Novartis stelt dat van beroepsbeoefenaren niet verwacht kan worden dat zij alle elf referenties die bij de claim zijn opgenomen nalopen om te achterhalen wat Bayer met deze vage termen (mogelijk) heeft bedoeld. Spoedeisend belang 3.4 Novartis stelt dat zij een spoedeisend belang heeft. 4. Het verzoek van Novartis 4.1 Gelet op het voorgaande verzoekt Novartis de Codecommissie aan Bayer de volgende maatregelen op te leggen: a) Bayer te bevelen het gebruik van de uiting met onmiddellijke ingang te staken en gestaakt te houden en te bevelen om uitingen met gelijke strekking in de toekomst niet meer te gebruiken; b) Bayer te veroordelen in de betaling van de volledige kosten van de procedure, waaronder begrepen het griffiegeld en de kosten van de procedure uit hoofde van artikel 28 Reglement; en c) deze uitspraak volledig uitvoerbaar bij voorraad te verklaren. 5. Het verweer van Bayer 5.1 Bayer betwist dat de claim snel effect. Aanhoudend effectief vaag en misleidend is. Bayer verwijst ter ondersteuning van haar stelling naar de toelichting in de uiting, waarin voor de claim snel effect wordt vermeld Snel effect vanaf de eerste injectie. en voor de claim aanhoudend effectief wordt vermeld Aanhoudend effectief bij neovasculaire (natte) leeftijdsgebonden macula-degeneratie tot 96 weken, bij visusverslechtering als gevolg van diabetisch macula-oedeem (DME) tot 100 weken, bij visusverslechtering als gevolg van macula-oedeem secundair aan retinale veneuze occlusie tot 1 jaar, bij visusverslechtering als gevolg van myope choroïdale neovasculaire (mcnv) tot week 24 (of mogelijk 48 weken). K17.005 Novartis/Bayer 3

5.2 Bayer stelt dat voor de beroepsbeoefenaar duidelijk is dat met het woord effect de farmacodynamische effecten worden bedoeld. Het woord snel is in de context van de claim duidelijk en wordt onderbouwd met elf referenties, waaruit blijkt dat Eylea vanaf de eerste injectie effectief is. 5.3 Bayer stelt dat de claim aanhoudend effectief in de uiting duidelijk wordt toegelicht, zodat over de betekenis daarvan geen twijfel kan bestaan. Ter ondersteuning van haar stelling verwijst Bayer naar de SmPC van Eylea en de bij de claim aangehaalde referenties. 5.4 Tot slot betwist Bayer dat de beroepsbeoefenaar afhankelijk zou zijn van de referenties om de betekenis van de claims te begrijpen. Conclusie 5.5 Op grond van het vorengaande verzoekt Bayer de Codecommissie de klacht van Novartis af te wijzen met veroordeling van Novartis in betaling van de volledige kosten van de procedure, waaronder begrepen het griffiegeld en de kosten van de procedure uit hoofde van artikel 28 Reglement. 6. De overwegingen van de Codecommissie CGR in kort geding 6.1 De klacht van Novartis heeft betrekking op de in punt 2.6 omschreven en afgebeelde uiting van Bayer voor haar geneesmiddel Eylea, te weten een advertentie in het tijdschrift Kompakt Oogheelkunde, uitgave 5/2016 (overgelegd als bijlage 1 door Novartis). 6.2 Novartis beschouwt de overgelegde uiting als reclame in de zin van de Gedragscode en neemt het standpunt in dat de reclame-uiting niet voldoet aan de Gedragscode. Met Novartis is de Codecommissie van oordeel dat de uiting als reclame moet worden beschouwd en als zodanig dient te voldoen aan het bepaalde in de Gedragscode. Bayer heeft dit niet weersproken. 6.3 De spoedeisendheid ten aanzien van de klacht van Novartis wordt door Bayer niet bestreden. De aard van de gevraagde voorzieningen is naar het oordeel van de Commissie van dien aard dat het spoedeisend belang daaruit voortvloeit. 6.4 Ter zitting heeft Novartis uitdrukkelijk gesteld dat haar klacht uitsluitend gericht is tegen de woorden snel effect in de claim snel effect, aanhoudend effectief. De Codecommissie zal zich bij de inhoudelijke beoordeling van de klacht van Novartis hiertoe beperken. 6.5 Novartis stelt kort gezegd dat Bayer nalaat in de uiting duidelijk aan te geven wat snel inhoudt en wat met effect wordt bedoeld, zodat naar de mening van Novartis deze termen vaag zijn in de zin van de artikelen 5.2.1.3 en 5.2.2.2 van de Gedragscode. Bayer betwist de stelling van Novartis en voert gemotiveerd verweer. Bayer stelt dat de advertentie duidelijk aangeeft dat met snel effect wordt bedoeld dat Eylea vanaf de K17.005 Novartis/Bayer 4

eerste injectie meteen effect heeft. De Codecommissie overweegt dienaangaande als volgt. 6.6 Ten aanzien van het woord snel in de claim snel effect, aanhoudend effectief is de Codecommissie van oordeel dat deze term is aan te merken als een vage term in de zin van de artikelen 5.2.2.2, 5.2.2 en 5.2.1.3 van de Gedragscode, omdat het woord snel in de uiting niet althans onvoldoende nader wordt gespecificeerd, zodat de context waarin het woord snel moet worden gezien, ontbreekt. De verwijzing naar snel effect vanaf de eerste injectie in de uiting en de vermelding van elf referenties doen aan dit oordeel niet af. 6.7 Met Novartis is de Codecommissie eens dat onvoldoende duidelijk in de uiting blijkt wat met het woord effect in de claim snel effect, aanhoudend effectief wordt bedoeld. De beroepsbeoefenaar tot wie de advertentie is gericht, zal het woord effect niet alleen opvatten in de zin van farmacodynamisch effect, maar ook in de zin van morfologisch effect en het effect dat de patiënt ervaart. Zonder nadere concretisering van het woord effect in de advertentie is de Codecommissie van oordeel dat het woord effect eveneens is aan te merken als een vage term in de zin van de Gedragscode. De vermelding van elf referenties doet aan dit oordeel niet af. Conclusie 6.8 Uit het geheel van het bovenstaande volgt dat de klacht van Novartis gegrond is. De Codecommissie zal het verzoek van Novartis toewijzen. 6.9 Aangezien Bayer in strijd met de Gedragscode heeft gehandeld, zal zij op grond van artikel 28 lid 1 van het Reglement worden veroordeeld tot vergoeding van het griffiegeld, zijnde 1.250,-- Euro en van de procedurekosten 6.600,-- Euro. 7. De beslissing van de Codecommissie in kort geding: De Codecommissie (Kamer I) in kort geding: - verklaart de klacht van Novartis gegrond in zoverre zulks hierboven is overwogen en beslist; - beveelt Bayer het gebruik van de uiting met onmiddellijke ingang te staken en gestaakt te houden en uitingen met een gelijke strekking in de toekomst niet meer te gebruiken; - veroordeelt Bayer tot betaling van het griffiegeld, zijnde 1.250,-- Euro en van de procedurekosten als bedoeld in artikel 28 lid 1 van het Reglement, welke kosten zijn vastgesteld op een bedrag van 6.600,-- Euro; - verklaart deze beslissing uitvoerbaar bij voorraad; - wijst af het meer of anders gevorderde. K17.005 Novartis/Bayer 5

Aldus gewezen te Amsterdam op 1 september 2017 door mr. C. Wallis, voorzitter, drs. M. Buunen en dr. G.M.H. Tanke, leden, in aanwezigheid van mr. E.C. van Duuren, griffier en ondertekend door de voorzitter en de griffier. K17.005 Novartis/Bayer 6