Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergelijkbare documenten
Tweede Kamer der Staten Generaal

RICHTLIJN (EU) 2018/1910 VAN DE RAAD

ECLI:NL:RBARN:2011:BP6595

BIJLAGE BIJLAGE VIII

Eiser gesteld. heeft daartegen bij brief van 22 juni 2010, ontvangen door de rechtbank op 24 juni 2010, beroep op

STAATSCOURANT. Wijziging van de Uitvoeringsregeling accijns ARTIKEL I. 31 december 2009

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Wijziging van de declaratieve btw-verplichtingen met ingang van 1 januari 2010

12848/1/18 REV 1 CS/srl/sht ECOMP.2.B

Tweede Kamer der Staten-Generaal

12849/18 CS/srl/sht ECOMP.2.B

Tweede Kamer der Staten-Generaal

HRo - Omzetbelasting -- Deel 6

De BTW-administratie en de dossieropbouw van Fiscaal vertegenwoordiger moeten bevatten:

EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL BELASTINGEN EN DOUANE-UNIE

Rapport. Datum: 29 maart 2002 Rapportnummer: 2002/093

HRo - Omzetbelasting -- Deel 6

Publicatieblad van de Europese Unie L 331/13

Rapport. Datum: 23 maart 1999 Rapportnummer: 1999/117

BTW BIJ IN- en UITVOER. Marja van den Oetelaar/Samatha Speelman

Toelichting bij de suppletie omzetbelasting

Art. 3. Elke belastingplichtige, gehouden tot het indienen

Toelichting bij de suppletie omzetbelasting

(Wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

Excise Movement and Control System (EMCS)

MINISTERIE VAN FINANCIEN

opgenomen formulier gebruikt overeenkomstig de in de volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad

Excise Movement and Control System (EMCS)

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 22 april 2010 *

ABC-transacties binnen de interne markt: geen koud kunstje

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 6 april 2005 (07.04) (OR. fr) 7843/05 FISC 38

Mededeling nr. 18. Kolenbelasting. Douane Belastingdienst

Toelichting bij de suppletie omzetbelasting

Art. 39 Algemene wet inzake rijksbelastingen In de gevallen waarin het volkenrecht, dan wel naar het oordeel van Onze Minister het internationale

Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2013) Na artikel VIIc worden drie artikelen ingevoegd, luidende:

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 31 augustus 2005 (02.09) (OR. fr) 11843/05 FISC 96

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Rapport. Datum: 13 oktober 2005 Rapportnummer: 2005/316

Rapport. Datum: 30 januari 2007 Rapportnummer: 2007/016

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Auteur: mr. A.P. van Nes, FrieslandCampina. 2 december Centrale vraagstelling

Rapport. Datum: 19 augustus 2003 Rapportnummer: 2003/270

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

Rapport. Datum: 8 juni 1999 Rapportnummer: 1999/250

Rapport. Datum: 6 oktober 1999 Rapportnummer: 1999/427

11558/02 jv 1 DG G I

Rapport. Datum: 21 augustus 2006 Rapportnummer: 2006/293

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Tweede Kamer der Staten-Generaal

! Het kan voordelig zijn om de ingebruikname van een nieuw pand dat gaat worden gebruikt

Algemene administratie van de DOUANE en ACCIJNZEN

Regeling tot wijziging van de Algemene douaneregeling en de Uitvoeringsbeschikking omzetbelasting 1968

12227/01 CS/dm DG G NL

16 februari 2018 JvdM/BR/SvdD

RICHTLIJN (EU) 2018/2057 VAN DE RAAD

De bijzondere btw-aangifte : omschrijving van de roosters

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Belastingdienst/Directie Vaktechniek Belastingen. Besluit van 26 maart 2013, nr. BLKB/2013/400M,

Rapport. Datum: 30 maart 2000 Rapportnummer: 2000/123

Rapport. Datum: 22 september 2003 Rapportnummer: 2003/329

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Procedure Accijnszegels

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

Belastingwijzer btw. Ragheno Business Park

Mïnisterie van Financiën

Levering van goederen naar andere EU-lidstaten / 13

Cliëntenbrief Nieuwe factureringsregels vanaf 1 januari 2013: alle wijzigingen op een rij

Procedure Accijnszegels

Federale Overheidsdienst FINANCIEN

Volledige Belgische wetgeving en Europese bepalingen Praktisch verduidelijkt Inclusief Intrastat

aan de ondernemers een beschikking fiscale eenheid BTW afgeven. Deze beschikking op initiatief van de Belastingdienst, kan echter niet met terugwerken

Tweede Kamer der Staten-Generaal

De directeur-generaal Belastingdienst in Nederland en de Adjunct-administrateur-generaal van de belastingen in België,

Toelichting meldingen na het verzenden van de aangifte loonheffingen

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Uw bv s als fiscale eenheid in De belangrijkste voor- en nadelen op een rij. whitepaper

Rapport. Datum: 23 maart 2000 Rapportnummer: 2000/114

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Rapport. Datum: 30 januari 2007 Rapportnummer: 2007/017

Algemene wet inzake rijksbelastingen. Wijziging Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst 1998

2 Leveringen van goederen naar

Algemene inhoud. Belgische wetgeving. Wetboek van de Belasting over de Toegevoegde Waarde. Koninklijke besluiten

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Wijziging regels plaats van dienst/ procedure teruggaafverzoeken per Onderwerp: EU BTW pakket per 1 januari Bestemd voor: alle ondernemers

Als u vragen heeft over dit onderwerp of over de intrekking van mededeling 26, dan kunt u uiteraard contact opnemen

Directoraat-generaal Belastingdienst, team Internationaal. Besluit van 14 april 2008, nr. DGB2008/2076M, Stcrt. nr. 79

Regeling tot wijziging van de Uitvoeringsregeling belasting van personenauto s en motorrijwielen 1992

Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde / 19

Niet-binnenlandse handelingen

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 9 januari 2002 (18.01) (OR. en) 5106/02 LIMITE FISC 3

Vrijstelling van btw en accijns bij intr en consulaten en leden daarvan, internat functionarissendaarvan, en NAVO-onderdel 11 j

Niet-binnenlandse handelingen

Vanaf 1 januari 2010 worden de basisregels inzake het bepalen van de plaats van een dienst grondig veranderd in het Btw-Wetboek 1.

Bijeenkomst Wat is bezwaar? Wanneer bezwaar mogelijk? Bezwaar. art. 1:5 lid 2 AWB. art. 1:3 lid 7 ADW. indien niet eens met

Advieswijzer. Fiscale eenheid 2016 De voor- en nadelen op een rij Denk ondernemend. Denk Bol.

BTW-nieuwtjes

Rapport. Datum: 6 april 2001 Rapportnummer: 2001/096

Transcriptie:

Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1992-1993 23 030 Afschaff ing fiscale grenzen Nr. 5 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 28 juni 1993 Hierbij bied ik u een notitie aan inzake de effectrapportage afschaffing fiscale grenzen (mei 1993). Bij mijn op heden gedateerde brief zond ik deze notitie eveneens aan de Voorzitter van de Eerste Kamer. De Staatssecretaris van Financiën, M. J. J. van Amelsvoort 313768F ISSN0921 7371 sgwenbag'e \993 >ns]

Effectrapportage afschaffing fiscale grenzen (mei 1993) 1. Inleiding In deze notitie worden hoofdzakelijk ontwikkelingen weergegeven met betrekking tot uit eerdere rapporten bekende onderwerpen. De vaste Commissie voor Financiën uit de Tweede Kamer heeft mij op 8 juni bij haar brief met kenmerk F-93-263 verzocht om haar, bij voorbeeld in de volgende effectrapportage, te informeren over de situatie in andere EG Lid-Staten met betrekking tot de controle van intracommu nautaire transacties. Ter zake van de controlesystemen van de andere Lid-Staten is thans slechts beperkte informatie voorhanden. In de maand juni vindt op EG-niveau een aantal bijeenkomsten plaats waarbij onder andere de controle op de intracommunautaire transacties aan de orde komt. Op basis van de op die bijeenkomsten te verkrijgen informatie en de thans bekende informatie zal ik in de effectrapportage over de maand juni trachten een beeld te geven van de controles op de intracommunau taire transacties in de andere Lid-Staten. 2. EG-ontwikkelingen 2.1. BTW Het in mei 1993 voortgezette EG-overleg over de BTW-heffing ter zake van intracommunautair goederenvervoer en veredelingsdiensten ten aanzien van uit andere Lid-Staten afkomstige of daarvoor bestemde goederen - zie hierover laatstelijk mijn rapport over april 1993 (paragraaf 2.1.) - heeft nog geen definitieve resultaten opgeleverd. Voorts heeft overleg plaatsgevonden over een uniforme toepassing van de regeling volgens welke goederen vrij van omzetbelasting kunnen worden geleverd aan op het grondgebied van de EG gevestigde diploma tieke vertegenwoordigingen. Een soortgelijke regeling met betrekking tot de accijns is eveneens in voorbereiding (zie paragraaf 2.2.b van het rapport over maart 1993). 2.2. Accijnzen In het Accijnscomité hebben Commissie en Lid-Staten in mei 1993 verder gewerkt aan de lijst van toe te laten methoden van denaturering van alcoholhoudende produkten (zie punt 2.2.d. van de effectrapportage over de maand maart). De Commissie zal een werkdocument opstellen waarin zij een voorstel zal doen met betrekking tot te gebruiken denatu reringsmiddelen. 3. Nationale positie bedrijfsleven 3.1. BTW In mei 1993 is de voorbereiding voortgezet van een regeling tot een oplossing van de problematiek met betrekking tot de BTW-heffing inzake de internationale handel in bulkprodukten (zie paragraaf 3.1 van het rapport over april 1993). Naar verwacht zal een regeling waarin voor eerdere gesignaleerde knelpunten - kettingtransacties bij termijnhandel - een voorziening wordt getroffen, op korte termijn haar definitieve vorm kunnen krijgen.

3.2. Accijnzen Het overleg over de voorwaarden voor het oprichten van een fictieve accijnsgoederenplaats is in mei 1993 voortgezet. 4. Uitvoeringsaspecten 4.1. BTW 4.1.1. Algemeen Thans zijn de gegevens bekend van de aangiften omzetbelasting die over de maand maart en het eerste kwartaal 1993 zijn ingediend. Het totaal aantal aangiften is vrijwel gelijk aan dat in dezelfde periode van 1992. Het aantal kwartaalaangiften waarop melding wordt gemaakt van im en/of exporten en/of intracommunautaire verwervingen en leveringen blijft echter 25% achter bij dat over het eerste kwartaal van 1992. De oorzaak van deze afwijking is niet bekend. Voorzover het intra communautaire verwervingen en leveringen betreft zou het ten onrechte niet opnemen van deze transacties via het controlesysteem aan het licht moeten komen. 4.1.2. Opgave intracommunautaire leveringen In de rapportage over de maand april moest ik al concluderen dat in de opgaven een groot aantal fouten was gemaakt die verwerking van de opgaven in de weg stond. Een belangrijk deel van de fouten, voorzover die duidelijk herkenbaar waren, kon door de Centraie Eenheid, zonodig na contact met de ondernemer, worden hersteld. Een volgende stap in de verwerking van de opgaven is het vergelijken van de totale waarde van de daarop vermelde intracommunautaire leveringen met de waarde van deze leveringen op de periodieke aangiften omzetbelasting. Op basis van hetgeen op deze aangiften was vermeld konden ongeveer 36 000 opgaven worden verwacht over het eerste kwartaal van 1993. Vastge steld moest worden dat van (ruwweg) 1/3 van de opgaven de gegevens overeenstemden met hetgeen op de aangifte(n) was vermeld, dat bij 1/3 van de opgaven er een verschil bestond tussen opgave en aangifte(n) terwijl 1/3 van de opgaven niet werd ingezonden. Daarnaast bleek dat ongeveer 3 000 ondernemers een opgave hadden ingevuld terwijl zij op hun aangifte(n) geen melding hadden gemaakt van intracommunautaire leveringen. Deze opgaven worden aan een nader onderzoek onderworpen. Voorlopig wordt er vanuit gegaan dat het voor een belangrijk deel gaat om opgaven van onderdelen van een Fiscale Eenheid waarop ten onrechte niet werd verwezen naar het BTW-identifi catienummer van de moedermaatschappij waaronder de geconsolideerde periodieke aangifte omzetbelasting wordt gedaan. Ter zake van de opgaven waarvan de gegevens niet overeenstemmen met de gegevens op de periodieke aangifte(n) omzetbelasting werd bij een eerste analyse geconstateerd dat in iets meer dan de helft van de gevallen het verschil is ontstaan doordat één of meer regels (regel = BTW-identificatienummer + waarde intracommunautaire leveringen) uit de opgave niet konden worden verwerkt omdat er sprake was van een onjuist BTW-identificatienummer. Bedacht moet worden dat één niet te verwachten regel al genoeg kan zijn om een zodanig verschil tussen opgave en aangifte(n) te doen ontstaan dat de opgave als niet correct wordt aangemerkt. Het aantal regels met een onjuist BTW-identificatie nummer vormt ongeveer 5% van het totaal aantal regels dat op de opgaven was vermeld. Dit percentage is in vergelijking met andere

Lid-Staten laag omdat een belangrijk deel van de onjuiste BTW-identifi catienummers reeds voor vergelijking van de gegevens was gecorrigeerd door de Centrale Eenheid. Aan de ondernemers die een opgave hebben ingediend die afweek van de aangifte(n), is een brief gezonden waarin wordt aangegeven welke afwijkingen zijn geconstateerd en waarin de ondernemer wordt verzocht om de gegevens alsnog, binnen drie weken, te corrigeren. Van de ruwweg 12 000 ondernemers die geen opgave hebben ingeleverd zullen er, in de periode van 14 tot en met 25 juni, 7 000 door de ambtenaren van de Belastingdienst worden bezocht. De overige ondernemers wordt schriftelijk verzocht alsnog, binnen drie weken, hun opgave in te dienen. 4.2. Accijnzen 4.2.1. Algemeen De informatie-uitwisseling tussen de Lid-Staten via het geautomati seerd accijnsregister op diskette (SEED) verloopt nog niet vlekkeloos. Door onvolkomenheden in de programmatuur doen zich problemen voor met betrekking tot de verwerking van de op diskette aangeleverde gegevens. Inmiddels heeft een bijeenkomst plaatsgevonden van automa tiseringsdeskundigen uit de Lid-Staten die belast zijn met het beheer van het geautomatiseerde accijnsregister om de problemen te bespreken. Naar het zich laat aanzien zullen de problemen binnen twee maanden zijn opgelost. 4.2.2. Geleidedocument Er zijn nog geen verzoeken ontvangen/verzonden tot verificatie van geleidedocumenten. Het gestandaardiseerde formulier dat de Commissie van de EG in april aan de Lid-Staten ter beschikking heeft gesteld, is in de maand mei aan de dienst ter beschikking gesteld. Nadat het gebruik van het verificatiedocument eind mei/begin juni is toegelicht kan een aanvang worden gemaakt met het naar andere Lid-Staten uitzenden van verzoeken om verificatie. Een afschrift van de Mededeling aan de belas tingdienst over dit onderwerp is bijgevoegd.' 4.2.3. Dagaangiften In de maand april werden ongeveer 3 000 dagaangiften ingediend. Het gaat hierbij om aangiften die worden gebruikt door ondernemers die aan accijns onderworpen goederen wel onder schorsing van rechten mogen ontvangen maar niet onder schorsing mogen opslaan i.c. andere onder nemers dan AGP-houders. De bepaling dat de op deze aangiften verschuldigde accijns binnen 24 uur na aankomst van de goederen betaald moet zijn, levert zowel voor het bedrijfsleven als de douane uitvoeringsproblemen op. Er wordt gewerkt aan een regeling waarbij een en ander in de praktijk soepeler kan verlopen. 5. Fraude 1 Ter inzage geiegd bij de afdeiing Parie Op het terrein van de fraude in relatie met de gewijzigde regelgeving memaire Documentatie. zijn nog geen signalen ontvangen. 4

6. Conclusie De ontwikkeling van de praktijk van de nieuwe regels op het gebied van BTW en accijns heeft in mei 1993 geen nieuwe gezichtspunten opgeleverd.