Quickscan natuuronderzoek Dwarsdijk Een inventarisatie van beschermde Zelhem flora en fauna Zelhem, februari 2007 Rapportnummer 0712 Projectnummer 756 opdrachtgever VanWestreenen Adviseurs Varsseveldseweg 65d, 7131 JA Lichtenvoorde Contactpersoon : Dhr. B. Wopereis opdrachtnemer Stichting Staring Advies Hummeloseweg 85, 7021 KN Zelhem T 0314 641910 F 0314 641909 info@staringadvies.nl www.staringadvies.nl Auteur: S. Wamelink
Inhoudsopgave 1 Inleiding en doel 3 2 Beschrijving van het gebied en de geplande werkzaamheden 4 3 Het ecologische onderzoek 6 3.1 Methode 6 3.2 Resultaten 6 4 Wettelijke consequenties, toetsing aan de Flora- en Faunawet 8 5 Conclusie 9 5.1 Consequenties Flora- en faunawet 9 Bijlagen 10
1 Inleiding en doel VanWestreenen is betrokken bij de plannen om aan de Dwarsdijk een kavel in te richten als bouwlocatie voor een tweetal ligboxenstallen en een bedrijfswoning. De huidige wetgeving verlangt een gedegen onderzoek naar flora en fauna in verband met de zorgplicht die de Flora- en Faunawet een plannenmaker oplegt. Dhr. B. Wopereis van VanWestreenen heeft Stichting Staring Advies gevraagd hiertoe een natuuronderzoek uit te voeren. Omdat VanWestreenen op korte termijn de beschikking wil hebben over het natuuronderzoek, is besloten het wettelijk verplichte onderzoek uit te voeren in de vorm van een quickscan. Dit is een vorm van verkennend natuuronderzoek die op korte termijn en in een kort tijdsbestek kan worden uitgevoerd. Dit heeft in dit geval als voordeel dat planologische procedures niet onnodig worden vertraagd. Het doel van de quickscan is om snel te inventariseren of door geplande werkzaamheden schade kan ontstaan aan populaties van beschermde soorten en hoe deze schade beperkt of gecompenseerd kan worden. Tijdens de uitvoering van het verkennende natuuronderzoek is het voorkomen van beschermde soorten planten en dieren op de bouwlocatie en de directe omgeving daarvan nagegaan aan de hand van bestaande gegevens en een veldbezoek. Daarnaast is onderzocht op welke wijze de plannen voor de locatie in overeenstemming gebracht kunnen worden met wat bepaald is in de Flora- en Faunawet. Dit rapport is opgesteld conform het voorschrift zoals opgenomen in het aanvraagformulier Aanvraag ontheffing, ingevolge artikel 75, vierde lid, onderdeel C, Flora- en Faunawet (Ontheffing voor ruimtelijke ingrepen). Stichting STARING ADVIES 3
2 Beschrijving van het gebied en de geplande werkzaamheden Gegevens plangebied Adres: Dwarsdijk Plaats: Zelhem Gemeente: Bronckhorst Provincie: Gelderland Beschrijving van het plangebied Het plangebied Dwarsdijk ligt ten oosten van de bebouwde kom van Zelhem: zie figuren 1 en 2. De directe omgeving van het plangebied wordt bepaald door grootschalige landbouwpercelen met verspreide bebouwing. Langs de noordzijde van het plangebied loopt een sloot. Het huidige terrein van de kavel aan de Dwarsdijk wordt ingenomen door akker met deel ingezaaide groenbemester. Figuur 1. Ligging van het plangebied. Stichting STARING ADVIES 4
Figuur 2. Luchtfoto van het plangebied en directe omgeving. Beschermde status plangebied Het plangebied heeft geen beschermde status in het kader van de Vogelrichtlijn, Habitatrichtlijn of de Natuurbeschermingswet en maakt geen onderdeel uit van de Ecologische Hoofdstructuur. Ook zijn er in de directe omgeving geen beschermde gebieden aanwezig waarmee het plangebied een (eco)hydrologische relatie heeft. Geplande werkzaamheden Het voornemen is om op de locatie volledige nieuwbouw (een melkrundveebedrijf inclusief een bedrijfswoning) te realiseren. Naast een tweetal ligboxenstallen zal er op de locatie ook een tweetal bedrijfswoningen gerealiseerd worden. Stichting STARING ADVIES 5
3 Het ecologische onderzoek 3.1 Methode Het verzamelen van gegevens heeft op twee manieren plaatsgevonden: via literatuuronderzoek en er is gericht veldonderzoek uitgevoerd. Literatuuronderzoek Het literatuuronderzoek omvatte twee onderdelen: het beschrijven van relevante onderdelen/passages uit de wet en eventuele jurisprudentie, en het verzamelen van bestaande verspreidingsinformatie van beschermde soorten. Voor dit laatste onderdeel is de databank van Stichting Staring Advies geraadpleegd op het voorkomen van beschermde soorten. De basis voor deze databank (KISAL, Kennis en Informatie Systeem voor Achterhoek en Liemers) wordt gevormd door een in eigen beheer ontwikkelde databank met waarnemingen van individuele flora- en faunasoorten. Deze waarnemingen zijn verzameld door diverse vrijwilligers en werkgroepen uit de regio. Daarnaast zijn ook eigen waarnemingen bij diverse onderzoekingen in de databank opgenomen. Dit betreft unieke waarnemingen die vaak niet in andere databanken (zoals het Natuurloket) aanwezig zijn, met name op het gebied van flora en zoogdieren. Bovendien zijn ze vastgelegd op detailniveau, zodat ze direct relevant zijn voor wettelijke procedures. Veldonderzoek In aanvulling op het bronnenonderzoek is op 15 februari 2007 een beperkte veldinventarisatie uitgevoerd. Tijdens dit bezoek is een indruk van het plangebied verkregen en is de mogelijke aanwezigheid van beschermde soorten ingeschat. 3.2 Resultaten In deze paragraaf worden de onderzoeksresultaten besproken van het bronnenonderzoek en de quickscan van flora en fauna. Flora Uit het bronnenonderzoek met behulp van de waarnemingendatabank KISAL van Stichting Staring Advies en tijdens het veldbezoek, zijn geen waarnemingen van beschermde plantensoorten boven water gekomen. De vegetatie op de locatie wordt bepaald door kruiden van verstoorde milieus (akker) en soorten van voedselrijke omstandigheden als Grote weegbree, Hanepoot en Witte klaver. Zeldzame plantensoorten zijn niet in het plangebied aangetroffen en ook niet te verwachten. In de directe omgeving van het plangebied, met name in de aangrenzende sloot komen enkele aandachtsoorten voor. Hieronder vallen geen beschermde soorten. De verspreiding van de hogere planten is in Bijlage 1 weergegeven. Stichting STARING ADVIES 6
Vleermuizen Tijdens het veldbezoek is gericht gekeken naar (mogelijke) verblijfplaatsen van vleermuizen. Door het ontbreken van (holle) bomen en bebouwing zijn verblijfplaatsen van vleermuizen hier niet aanwezig en ook niet te verwachten. Mogelijke jachtgebied van vleermuizen kan zich langs de beukenlaan van de Dwarsdijk bevinden. Overige (kleine) zoogdieren Tijdens het veldbezoek geen waarnemingen van overige zoogdieren verricht. Uit het bronnenonderzoek zijn geen (aanvullende) waarnemingen van (beschermde) zoogdieren bekend geworden. De inschatting is dat het plangebied in zijn huidige staat slechts enkele zeer algemene soorten zoogdieren, zoals algemene muizensoorten en de Mol zou kunnen herbergen. Incidenteel zal het terrein doorkruist kunnen worden door Haas en marterachtigen. Broedvogels Een volledige broedvogelkartering heeft niet plaatsgevonden. Tijdens het gebiedsbezoek zijn geen vogelsoorten waargenomen. Echter zullen er mogelijk enkele algemene soorten gebruik kunnen maken van de planlocatie als foerageergebied. Het huidige gebied biedt als broedlocatie beperkte kansen voor vogels (vnl. weide- en akkervogels) die men in de directe omgeving kan verwachten. Zeldzame broedvogels zijn niet te verwachten. In de directe omgeving van het plangebied is 1 beschermde vogelsoort aangetroffen: de Buizerd. Deze broedt niet in het plangebied, aangezien er geen geschikte broedplaatsen aanwezig zijn. Zie Bijlage 2 voor de verspreiding van de broedvogels. Overige diersoorten Waarnemingen van beschermde amfibieën, reptielen en ongewervelden (dagvlinders, kevers e.d.) zijn bij het bronnenonderzoek en tijdens het veldbezoek niet bekend geworden en in het plangebied gezien de monotone aard van de vegetatie en het ontbreken van geschikte voortplantingsbiotopen ook niet te verwachten. In de directe omgeving van het plangebied zijn op een aantal locaties Boomkikkers aangetroffen en een aantal algemene amfibieënsoorten (zie Bijlage 3). De watervoerende sloot langs de noordzijde van het perceel vormt potentieel een voortplantingsbiotoop voor amfibieën. Stichting STARING ADVIES 7
4 Wettelijke consequenties, toetsing aan de Flora- en Faunawet De effecten op de flora en fauna en de wettelijke consequenties, zijn ingeschat aan de hand van de geplande werkzaamheden zoals omschreven op pagina 5. In het plangebied zijn geen beschermde flora en fauna aangetroffen. Sinds 1 maart 2005 is een nieuwe AMvB van kracht waarin de vrijstellingen worden geregeld met betrekking tot artikel 75 van de Flora- en Faunawet. Deze AMvB bestaat uit 3 tabellen. De te verwachten soorten zoogdieren staan allen vermeld in tabel 1 wat weergeeft dat voor ruimtelijke ontwikkelingen geen ontheffing in het kader van de Flora- en Faunawet hoeft te worden aangevraagd. Het biotoop voor overige te verwachten zoogdiersoorten (marter- en muisachtigen, Haas en Mol) zal door de ingrepen veranderen. Een nieuw te realiseren (tuin)beplanting met zoveel mogelijk inheems plantmateriaal kan een nieuwe biotoop vormen voor deze diersoorten. Broedvogels In het algemeen kan worden gesteld dat ingrepen in het plangebied tijdens het broedseizoen (15 maart 15 juli) sterke negatieve effecten hebben op de aanwezige vogelsoorten door vernietiging van broedplaatsen en verstoring van de reproductie. Wettelijk gezien wordt daarom ook geen ontheffing verleend indien (broed)vogels worden verstoord. De effecten op (broed)vogels in het plangebied en de directe omgeving zullen beperkt zijn. Effecten zijn er alleen als de werkzaamheden plaats vinden in het broedseizoen. Indien de werkzaamheden voor het broedseizoen voor het broedseizoen worden uitgevoerd blijven de effecten naar verwachting beperkt. Het gaat hier om een gefaseerde ingreep, die in het plangebied voor een minimale verstoring zorgt. Buiten het broedseizoen treedt wel enige verstoring op, maar dit resulteert alleen in het opvliegen van betreffende vogels. In de directe omgeving zijn er voldoende alternatieven om voedsel te zoeken. Stichting STARING ADVIES 8
5 Conclusie Dit rapport geeft de resultaten van een quickscan natuurtoets op de locatie aan de Dwarsdijk te Zelhem. Voor het onderzoek is één veldbezoek door Stichting Staring Advies uitgevoerd. Hierdoor is een redelijk goede indruk gekregen van de aanwezige flora en fauna en de mogelijke waarden van het gebied. Concreet zijn tijdens de quickscan geen beschermde dier- en plantensoorten waargenomen die bescherming genieten krachtens de Flora- en Faunawet. Het is aannemelijk dat er enkele, tijdens de quickscan niet waargenomen, beschermde soorten van het gebied gebruik maken: enkele marter- en muizensoorten, Haas, Mol en broedvogels. Een nieuw te realiseren groenstrook kan een nieuw biotoop vormen voor deze diersoorten. Hierdoor zijn nadere onderzoeken of ontheffingen niet noodzakelijk. Vleermuizen Door het ontbreken van (holle) bomen en bebouwing zijn verblijfplaatsen van vleermuizen hier niet aanwezig en ook niet te verwachten. 5.1 Consequenties Flora- en faunawet Er zijn geen dier- en plantensoorten waargenomen die bescherming genieten krachtens de Flora- en Faunawet. De gunstige staat van instandhouding van de in het plangebied verwachte vogelsoorten zal niet worden aangetast wanneer werkzaamheden buiten het broedseizoen (15 maart 15 juli) worden uitgevoerd. Ontheffing in het kader van de Flora- en Faunawet hoeft niet worden aangevraagd. Stichting STARING ADVIES 9
Bijlagen Bijlage 1: Verspreiding aandachtsoorten Hogere planten Bijlage 2: Verspreiding aandachtsoorten Broedvogels Bijlage 3: Verspreiding aandachtsoorten Amfibieën Stichting STARING ADVIES 10
Bijlage 1: Verspreiding aandachtsoorten Hogere planten Stichting STARING ADVIES 11
Bijlage 2: Verspreiding aandachtsoorten Broedvogels Stichting STARING ADVIES 12
Bijlage 3: Verspreiding aandachtsoorten Amfibieën Stichting STARING ADVIES 13