Studentenstatuut Stenden Hogeschool

Vergelijkbare documenten
Studentenstatuut Stenden Hogeschool

Studentenstatuut Stenden Hogeschool

Studentenstatuut Stenden Hogeschool

De Regels van procedurele aard betreffende inschrijving en

De Regels van procedurele aard betreffende inschrijving en

Regeling inschrijving, collegegeld en examengeld

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Studentenstatuut Stenden Hogeschool

REGLEMENT STUDIEKEUZECHECK WINDESHEIM 2016

Studentenstatuut DEEL 1. Stenden Hogeschool Rengerslaan 8 Postbus CG Leeuwarden. Algemeen T +31 (0) info@stenden.

de wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek

Regeling inschrijving, collegegeld en examengeld

Reglement Studiekeuzecheck Studiejaar Christelijke Hogeschool Windesheim

Artikel I Wijziging van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek

REGLEMENT STUDIEKEUZECHECK WINDESHEIM

De onderwijs- en examenregeling

BESLUIT COLLEGE VAN BESTUUR

Reglement in- en uitschrijving Universiteit voor Humanistiek

Inschrijfvoorwaarden NHL. Studiejaar

BESLUIT COLLEGE VAN BESTUUR

Regeling Aanmelding, Toelating, Inschrijving, Uitschrijving en Collegegeld

Algemene informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Regels van procedurele aard met betrekking tot vaststelling, bekendmaking en betaling college- en examengeld

REGLEMENT SELECTIE EN PLAATSING Vanaf

Studentenstatuut Algemeen deel Hogeschool van Amsterdam

Regeling inschrijving, collegegeld en examengeld Vastgesteld door het College van Bestuur op 24 mei 2011

Stichting Associate degrees Academie Avans-HZ. Reglement inschrijvingsvoorwaarden studenten

Regeling Studiekeuzecheck en studiekeuzeadvies

REGLEMENT SELECTIE EN PLAATSING

Regeling aanmelding, toelating, inschrijving, uitschrijving en collegegeld

[Geef tekst op] Regeling inschrijving, collegegeld en examengeld

Studentenstatuut Algemeen deel Hogeschool van Amsterdam

Uitvoeringsreglement in- en uitschrijving Christelijke Hogeschool Windesheim

Regeling aanmelding en inschrijving Hogeschool Leiden

Wetsartikelen ter toelichting van de OER

TMH Regeling aanmelding, inschrijving en uitschrijving

ArtEZ hogeschool voor de kunsten

Wetsartikelen ter toelichting van de OER

Reglement (beëindiging) inschrijving studenten en extranei HZ. Stichting HZ Zeeland

Algemene bepaling DEEL 3: VOOROPLEIDINGSEISEN EN EISEN PROPEDEUSE

Versie 26 januari 2016 Uitgave Centrum voor Bestuurlijke Activiteiten

Regeling inschrijving, collegegeld en examengeld

Studentenstatuut Algemeen deel Hogeschool van Amsterdam

Regeling aanmelding en inschrijving Hogeschool Leiden

Regeling toelating tot de opleidingen van het Koning Willem I College

Tweede Kamer der Staten-Generaal

REGLEMENT SELECTIE VOOR NUMERUS FIXUS BACHELOROPLEIDINGEN

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Inschrijvingsbesluit 2002/2003. transnationale. Universiteit Limburg

Regeling Toelating en Inschrijving Zuyd Hogeschool

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Regeling inschrijving en collegegeld studiejaar

VRAGENLIJST HBO. Ingevuld door: Naam instelling: Adres instelling: Contactpersoon: Naam: Telefoon:

ArtEZ hogeschool voor de kunsten. Studentenstatuut KADERREGELING

DEEL 3: VOOROPLEIDINGSEISEN EN EISEN PROPEDEUSE

Artikel 2.3 Instellingscollegegeld voor EER-studenten Artikel 2.4 Instellingscollegegeld voor niet-eer-studenten

Regeling Aanmelding, Studiekeuzecheck, Inschrijving en Beëindiging Inschrijving TU/e 2014

BESLUIT COLLEGE VAN BESTUUR

REGLEMENT IN- EN UITSCHRIJVING BACHELOR- EN ASSOCIATE DEGREE-OPLEIDINGEN

Uitvoeringsreglement Studieadvies in de propedeutische fase

Regeling in- en uitschrijving Christelijke Hogeschool Windesheim

Studentenstatuut Algemeen deel Hogeschool van Amsterdam

Leisure Management. Onderwijs- en examenregeling Stenden Hogeschool Rengerlaan 8 Postbus CG Leeuwarden

Regeling Toelating en Inschrijving Zuyd Hogeschool

BESLUIT COLLEGE VAN BESTUUR

Onderwijs- en examenregeling Bacheloropleiding Human Resource Management, crohonummer 34609

Artikel 2.3 Instellingscollegegeld voor EER-studenten Artikel 2.4 Instellingscollegegeld voor niet-eer-studenten

Reglement in- en uitschrijving Universiteit voor Humanistiek

Onderwijs- en examenregeling

Regeling Toelating en Inschrijving Zuyd Hogeschool

Uitvoeringsreglement Studieadvies in de propedeutische fase

Tweede Kamer der Staten-Generaal

DEEL 3: VOOROPLEIDINGSEISEN EN EISEN PROPEDEUSE

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Toelating tot de opleiding

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Onderwijs- en examenregeling

REGELING TOELATING MASTEROPLEIDINGEN

REGLEMENT VAN ORDE VAN HET COLLEGE VAN BEROEP VOOR DE EXAMENS Theologische Universiteit Apeldoorn

Onderwijs- en examenregeling

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Creatieve Therapie. Onderwijs- en Examen Reglement [Advies afgegeven door Opleidingscommissie, d.d ]

REGELING TOELATING MASTEROPLEIDINGEN UNIVERSITEIT LEIDEN

Onderwijs- en Examenregeling 2012/2013

INSCHRIJFREGELING HOGESCHOOL LEIDEN REGELING AANMELDING EN INSCHRIJVING HOGESCHOOL LEIDEN

ArtEZ hogeschool voor de kunsten. Studentenstatuut KADERREGELING

Deze regeling is op 1 april 2019 vastgesteld door het College van Bestuur. De Studentenraad heeft op 26 maart 2019 positief geadviseerd.

DEEL 3: VOOROPLEIDINGSEISEN EN EISEN PROPEDEUSE

DEEL 3: VOOROPLEIDINGSEISEN EN EISEN PROPEDEUSE

INSCHRIJFREGELING HOGESCHOOL LEIDEN REGELING AANMELDING EN INSCHRIJVING HOGESCHOOL LEIDEN

REGLEMENT PROFILERINGSFONDS Theologische Universiteit Apeldoorn

Hoofdstuk 2 Aanmelding en studiekeuzecheck bacheloropleidingen

Onderwijs- en examenregeling Bacheloropleiding Media en Entertainment Management voltijd, crohonummer

ArtEZ hogeschool voor de kunsten. Studentenstatuut KADERREGELING

Toelichting: tekst mag vervallen indien deze niet van toepassing is er moet een uitwerking worden opgenomen die specifiek is voor de opleiding

Regeling contractonderwijs webversie 13 februari 2015

Fraudereglement. van de. Hogeschool van Amsterdam

Transcriptie:

Studentenstatuut Stenden Hogeschool 2017 2018 Instemming verleend door de Centrale Medezeggenschapsraad op 4 juli 2017. Vastgesteld door het College van Bestuur op 4 juli 2017.

Inhoudsopgave Inleiding Studentenstatuut... 9 0 Algemeen... 10 Artikel 1 Begripsbepalingen... 10 Artikel 2 Inhoud... 12 Artikel 3 Vaststelling en wijziging... 12 Artikel 4 Reikwijdte... 12 Artikel 5 Bekendmaking... 13 Artikel 6 Email gebruik... 13 Artikel 7 Medezeggenschap... 13 Artikel 8 Examencommissie... 13 Artikel 9 Opleidingscommissie... 14 1 Aanmelding, studiekeuzeactiviteiten en studiekeuzeadvies... 15 Artikel 1 Aanmelding uiterlijk op 1 mei... 15 Artikel 2 Rechten en verplichtingen bij aanmelding uiterlijk op 1 mei... 15 Artikel 3 Aanmelding na 1 mei voor een andere bacheloropleiding... 16 Artikel 4 Aanmelding na 1 mei voor de eerste keer... 16 Artikel 5 Te verstrekken persoonsgebonden nummer bij aanmelding... 16 2 Inschrijving, beëindiging inschrijving en collegegeld... 18 Artikel 1 Algemene bepalingen inschrijving... 18 Artikel 2 Voorwaarden inschrijving... 19 Artikel 3 inschrijving en instroomment Stenden Hogeschool... 19 Artikel 3a Inschrijving op instroommoment 1 september... 20 Artikel 3b inschrijving op extra instroommoment 1 februari... 20 Artikel 3c Tussentijds inschrijven... 21 Artikel 4 Bewijs van inschrijving... 21 Artikel 5 Rechten inschrijving als studenten en extraneï... 21 Artikel 6 Beëindiging inschrijving... 22

Artikel 7 Collegegeldverplichting... 23 Artikel 8 Examengeldverplichting... 23 Artikel 9 Hoogte wettelijk collegegeld... 23 Artikel 9a Aanspraak op wettelijk collegegeld... 24 Artikel 10 Instellingscollegegeld... 25 Artikel 11 Voldoening wettelijk collegegeld... 25 Artikel 12 Vermindering, vrijstelling en terugbetaling wettelijk collegegeld... 26 Artikel 12a Terugbetaling instellingscollegegeld... 26 Artikel 13 Collegegeld voor bepaalde voltijdse opleidingen vanaf het studiejaar 2005-2006... 27 Artikel 14 Overige bijdragen... 27 Artikel 15 Vaststelling bedragen wettelijk collegegeld en instellingscollegegeld... 28 Artikel 16 Schadevergoeding en geldboete niet gerechtigde deelname onderwijs en niet nakoming identificatieplicht... 28 Artikel 17 Studievoortgang internationale en/of verblijfsvergunningplichtige studenten.. 29 Artikel 18 Rechtsbescherming... 29 Artikel 19 Onvoorziene gevallen... 30 2B Experiment Vraagfinanciering hoger onderwijs: inschrijving en collegegeld... 31 Artikel 1 Algemene bepalingen inschrijving... 31 Artikel 2 Inschrijving voor een module van de opleiding... 31 Artikel 3 Collegegeldverplichting... 31 Artikel 4 Hoogte collegegeld... 32 3 Onderwijs... 33 Artikel 1 Kwaliteit van het Onderwijs en onderzoek... 33 Artikel 2 Onderwijsdoelen... 33 Artikel 3 Stages, opdrachten en excursies... 33 Artikel 4 Profiel Stenden Hogeschool... 34 4 Studentenvoorzieningen... 36

Artikel 1 Studentendecanaat... 36 Artikel 2 Voorzieningen... 36 5 Reglement ongewenst gedrag... 38 Artikel 1 Begripsbepaling... 38 Artikel 2 Functie eisen... 39 Artikel 3 Taken... 40 Artikel 4 Geheimhouding... 40 Artikel 5 Faciliteiten en ondersteuning... 41 Artikel 6 Klachtencommissie... 41 Artikel 7 Onderzoek in klachtenprocedure... 41 Artikel 8 Besluitvorming door het College van Bestuur... 42 Artikel 9 Inzage... 42 Bijlage: Reglement Landelijke Klachtencommissie Onderwijs... 43 6 Voorschriften Privacy en Persoonsgegevens... 44 Artikel 1 Begripsbepalingen... 44 Artikel 2 Toepassingsgebied... 45 Artikel 3 Doelstelling... 45 Artikel 4 Doel van de gegevensverwerking... 45 Artikel 5 Register van verwerkingsactiviteiten... 45 Artikel 6 Categorieën van personen... 46 Artikel 7 Soorten gegevens... 46 Artikel 8 Bijzondere persoonsgegevens... 47 Artikel 9 De wijze waarop gegevens worden verkregen... 47 Artikel 10 Bewaartermijn... 47 Artikel 11 Rechtstreekse toegang tot de registratie... 47 Artikel 12 Categorieën van personen of instanties waaraan... 48 Artikel 13 Soorten van gegevens die verstrekt kunnen worden... 49

Artikel 14 Beveiliging... 49 Artikel 15 Rechten betrokkenen... 49 Artikel 16 Rechtsbescherming... 50 Artikel 17 Geheimhouding en beveiliging... 50 7a Financiële Ondersteuning deelname toelatingsprocedure Hoger Hotelonderwijs en Creatieve Therapie... 51 Artikel 1 Bijdrage kosten deelname toelatingsprocedure... 51 Artikel 2 Commissie Profileringsfonds... 51 7b Financiële Ondersteuning voor studenten... 52 Artikel 1 Financiële ondersteuning in verband met bijzondere omstandigheden... 52 Artikel 2 Financiële ondersteuning in verband met niet opnieuw verlenen accreditatie.. 52 Artikel 3 Voorwaarden voor financiële ondersteuning... 52 Artikel 4 Financiële ondersteuning in verband met niet voldoen aan nationaliteitsvereiste... 53 Artikel 5 Financiële ondersteuning voor niet-ingeschreven studenten... 53 Artikel 6 Hoogte van de financiële ondersteuning... 53 Artikel 7 Voorziening voor aanvullende ondersteuning... 53 Artikel 8 Instellingsregels voor financiële ondersteuning... 53 Artikel 9 Informatieplicht en administratieve vastlegging... 54 Artikel 10 Profileringsfonds... 54 Artikel 11 Onvoorziene gevallen... 54 8 Huisregels en Ordemaatregelen... 55 Artikel 1 Huisregels en ordemaatregelen... 55 Artikel 2 Wijze van gebruik... 55 Artikel 3 Huisregels Stenden Hogeschool... 56 Artikel 4 Aanwijzingen... 57 Artikel 5 Ordemaatregel: kortdurende ontzegging... 58 Artikel 6 Ordemaatregel: voorwaardelijke ontzegging... 58

Artikel 7 Ordemaatregel: onvoorwaardelijke ontzegging of beëindigen inschrijving... 58 Artikel 8 Beëindiging of beperking omvang van de ontzegging... 59 Artikel 9 Ernstige overlast... 59 Artikel 10 Aansprakelijkheid... 59 Artikel 11 Rechtsbescherming... 60 9 Eén Loket Faciliteit voor klachten, bezwaar en beroep... 61 Artikel 1 Eén Loket Faciliteit (ELF)... 61 Artikel 2 Taak Eén Loket Faciliteit... 61 10 Behandeling klachten... 62 Artikel 1 Behandeling klachten... 62 Artikel 2 Geen behandeling klachten... 63 Artikel 3 Afwijkende Behandeling klachten... 63 11 In bezwaar tegen een beslissing van het College van Bestuur... 64 Artikel 1 Instellen van bezwaar... 64 Artikel 2 Minnelijke schikking... 64 Artikel 3 Horen... 65 Artikel 4 Indiening, toezending en inzage documenten... 65 Artikel 5 Verslag hoorzitting... 65 Artikel 6 Intrekking bezwaar... 66 Artikel 7 Beslissing op bezwaar door College van Bestuur... 66 Artikel 8 Onverwijlde spoed... 66 Artikel 9 Onvoorziene gevallen... 67 Artikel 10 Instellen beroep... 67 12 Instellen van beroep tegen een beslissing van de Examencommissie bij het College van Beroep voor de Examens (COBEX)... 68 Artikel 1 Behandeling Beroep door College van Beroep voor de Examens... 68 Artikel 2 Instellen van beroep... 68 Artikel 3 Minnelijke schikking... 69

Artikel 4 Verweerschrift... 69 Artikel 5 Vereenvoudigde behandeling en verzet... 69 Artikel 6 Wraking of verschoning... 70 Artikel 7 Vaststelling plaats en tijdstip behandeling... 70 Artikel 8 Bijstand ter zitting... 71 Artikel 9 Behandeling ter zitting... 71 Artikel 10 Uitspraak en beroep... 71 Artikel 11 Voorlopige voorziening... 72 Artikel 12 Behandeling van het verzoek om voorlopige voorziening... 72 Artikel 13 Geldigheidsduur van de voorlopige voorziening... 72 13 Beroep bij het College van Beroep voor het Hoger Onderwijs... 73 14 Slotbepalingen... 74 Artikel 1 Onvoorziene omstandigheden... 74 Artikel 2 Citeertitel en inwerkingtreding... 74 15 Bijlagen bij de hoofdstukken... 75 Hoofdstuk 0 Algemeen... 76 Reglement Examencommissie Opleiding of groep van Opleidingen... 76 Regeling Examencondities... 85 Regeling voor surveillanten... 91 Reglement Fraude en Plagiaat Stenden Hogeschool... 94 Reglement Opleidingscommissies Stenden Hogeschool... 101 Hoofdstuk 1 Aanmelding, Studiekeuze activiteiten en Studiekeuzeadvies... 107 Regeling Studiekeuzeadvies 2017-2018... 107 Hoofdstuk 2 Inschrijving, beëindiging inschrijving en collegegeld... 114 Studenten debiteurenprotocol 2017-2018... 114 Regeling Studentenkaart Stenden Hogeschool... 117 Voorwaarden voor collegegeldverlaging in het kader van het Experiment Vraagfinanciering hoger onderwijs... 119

Gedragscode internationale student hoger onderwijs, per 1 september 2017.... 120 Hoofdstuk 3 Onderwijs... 121 Gedragscode praktijkgericht onderzoek.... 121 Gedragscode voor het gebruik van andere talen dan het Nederlands in het onderwijs... 122 Hoofdstuk 4 Studentenvoorzieningen... 126 Regeling Studeren met een functiebeperking... 126 Regeling Studeren met een functiebeperking voor toetsen... 128 Praktische regels rond ziekte en andere bijzondere omstandigheden... 131 Werkwijzer voor studentendecanen Stenden... 132 Hoofdstuk 7a Financiële Ondersteuning... 135 deelname toelatingsprocedure... 135 Hoger Hotelonderwijs... 135 en Creatieve Therapie... 135 Regeling Financiële Ondersteuning deelname toelatingsprocedure Hoger Hotelonderwijs en Creatieve Therapie... 135 Hoofdstuk 7b Financiële Ondersteuning... 137 voor studenten... 137 Regeling Financiële Ondersteuning overige bijzondere omstandigheden... 137 Regeling Financiële Ondersteuning student-topsporter... 140 Regeling Financiële ondersteuning medezeggenschapsorganen en studentenorganisaties... 144 Regeling Noodfonds Stenden Hogeschool... 149 Hoofdstuk 8 Huisregels en Ordemaatregelen... 152 Regeling Netwerkfaciliteiten en ICT onderwijsfaciliteiten Stenden Hogeschool... 152

Inleiding Studentenstatuut Op instellingen voor hoger onderwijs, zoals Stenden Hogeschool is de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijke onderzoek van toepassing. In de WHW staan alle wettelijke bepalingen die op het hoger onderwijs van toepassing zijn, zoals bijvoorbeeld de eisen waaraan het onderwijs moet voldoen, de examencommissies, de rechtsbescherming, het bestuur en de medezeggenschap. In artikel 7.59 WHW is geregeld dat het College van Bestuur een studentenstatuut moet vaststellen waarin de rechten en plichten van studenten zijn verwoord. Het studentenstatuut bestaat uit regels die voor de gehele instelling gelden en regels die specifiek zijn voor de opleiding, die een student volgt. De instellingsbrede regels voor het studiejaar 2017-2018 zijn in dit statuut opgenomen. De opleidingsspecifieke regels voor het studiejaar 2017-2018, waaronder de opbouw van de opleiding, zijn opgenomen in de onderwijs- en examenregeling van de desbetreffende opleiding, de zogenaamde OER. Het Studentenstatuut en de OER van een opleiding worden digitaal gepubliceerd op op www.istenden.com (onder het kopje Quicklinks). Via de landingspagina op deze site kunnen het Studentenstatuut en de OER van de opleiding worden geraadpleegd. Juli 2017, Het College van Bestuur.

0 Algemeen Artikel 1 Begripsbepalingen In dit Statuut wordt verstaan onder: afstudeerrichting: een specialisatie binnen de opleiding als bedoeld in artikel 7.13 WHW, niet zijnde een Associate-degreeprogramma of een minor; Associate-degreeprogramma: programma als bedoeld in artikel 7.8a WHW met een studielast van tenminste 120 studiepunten; bezwaar, beroep en klachtenloket: faciliteit als bedoeld in artikel 7.59a WHW; college van beroep voor de examens: college als bedoeld in artikel 7.60 WHW; college van bestuur: het instellingsbestuur als bedoeld in artikel 1.1 en 10.8 WHW; competentie: een integraal geheel van beroepskennis, -houding en - vaardigheden die een persoon nodig heeft om binnen relevante beroepscontexten adequaat te kunnen functioneren; EC: european credit, zie studiepunt; examen: afsluitend onderdeel van een opleiding als bedoeld in artikel 7.3 WHW of de propedeutische fase als bedoeld in artikel 7.8 WHW; examencommissie: commissie als bedoeld in artikel 7.12 WHW; examinator: persoon als bedoeld in artikel 7.12c WHW, niet zijnde een student of extraneus; extraneus: degene die als extraneus als bedoeld in artikel 7.32 en 7.36 WHW is ingeschreven bij de opleiding die voltijds of deeltijds is ingericht; experiment vraagfinanciering hoger onderwijs: experiment zoals bedoeld in Besluit experiment vraagfinanciering hoger onderwijs, Staatsblad 2016, nr. 146. gedragscode internationale student: gedragscode internationale student hoger onderwijs, zoals deze geldt per 1 augustus 2014; instelling: Stenden Hogeschool; centrale medezeggenschapsraad: raad als bedoeld in artikel 10.17 WHW; OER: onderwijs- en examenregeling als bedoeld in artikel 7.13 WHW;

onderwijseenheid: onderwijseenheid als bedoeld in artikel 7.3 WHW, die in samenhang met andere onderwijseenheden het onderwijsprogramma van de opleiding vormt, waaraan één eindbeoordeling is verbonden. Een onderwijseenheid kan betrekking hebben op een praktische oefening; opleidingscommissie: commissie als bedoeld in artikel 10.3c WHW; opleidingsjaar: het tijdvak dat aanvangt op 1 september en eindigt op 31 augustus van het daaropvolgende kalenderjaar en, indien men zich inschrijft per 1 februari, het tijdvak dat aanvangt op 1 februari en eindigt op de laatste dag van februari van het daaropvolgende kalenderjaar; opleidingsvariant: een opleiding kan in de voltijd-, deeltijd- en/of duale variant aangeboden worden; post-propedeuse: de hoofdfase van de opleiding direct volgend op de propedeuse; praktische oefening: een onderwijseenheid als bedoeld in artikel 7.3 lid 2 WHW waarin de nadruk ligt op de praktische voorbereiding op de beroepsuitoefening en op de beroepsuitoefening in verband met het onderwijs in een duale opleiding, voor zover deze activiteiten onder begeleiding van de instelling plaatsvinden. Een praktische oefening kan vormgegeven zijn in een project, werkstuk, of ontwerp, scriptie, mondelinge presentatie, doorlopen van een stage, deelname aan excursie, werken in (thema)groepen; programma: het samenhangend geheel van onderwijseenheden verzorgd door de opleiding; propedeuse: propedeutische fase van de opleiding, als bedoeld in artikel 7.8 WHW; progress: studenten informatie systeem; schooldag:alle dagen die in de jaarplanning doorgaans niet als vakantiedagen, zaterdagen, zondagen of reguliere feestdagen zijn aangeduid, zijn schooldagen, waarbij de zaterdag uitsluitend bestemd mag worden voor afname van tentamens en of toetsen en of examens. School Medezeggenschapsraad (SMR) en de Cluster en Staf Medezeggenschapsraad (CSMR): raad bedoeld als in artikel 10.25 WHW. student: degene die als student als bedoeld in artikel 7.32 WHW is ingeschreven bij de instelling; IND: Immigratie- en Naturalisatiedienst internationale student: een student met een buitenlandse nationaliteit die voor zover het een verblijfsvergunningplichtige student betreft op basis van een daartoe afgegeven verblijfsvergunning onderwijs gaat volgen, volgt of heeft gevolgd aan een in Nederland gevestigde onderwijsinstelling. Verblijfsvergunningplichtige studenten: internationale studenten afkomstig uit landen niet zijnde Zwitserland of lidstaten van de EU/EER.

Uitwisselingsstudent: de internationale student die in het kader van een daartoe opgezet uitwisselingsprogramma gedurende een periode van minimaal 3 maanden tot maximaal 12 maanden onderwijs gaat volgen, volgt of heeft gevolgd aan een in Nederland gevestigde onderwijsinstelling en daarvoor niet aan die onderwijsinstelling als reguliere student wordt ingeschreven en gediplomeerd. studentenstatuut: statuut als bedoeld in artikel 7.59 WHW; studiejaar: het wettelijk studiejaar dat aanvangt op 1 september en eindigt op 31 augustus van het daaropvolgende kalenderjaar; studieloopbaanbegeleider/studiecoach/studiebegeleider: degene die namens de opleiding is aangewezen om de student te begeleiden in zijn studie, keuze- en planningsprocessen, gericht op een effectieve studievoortgang; studiepunt: eenheid voor berekening van de studielast als bedoeld in artikel 7.4 WHW, waarbij 1 studiepunt gelijk staat aan 28 uren studie; tentamen: een onderzoek naar kennis, inzicht, vaardigheden als bedoeld in artikel 7.3 en 7.10 WHW, waarvan de uitkomst in een beoordeling wordt uitgedrukt en die de afsluiting vormt van een onderwijseenheid; WHW: Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek. Artikel 2 Inhoud 1. Dit studentenstatuut regelt de rechtspositie van degenen die vallen onder de reikwijdte van dit statuut zoals beschreven in artikel 4. 2. De rechten en plichten die behoren bij de rechtspositie als bedoeld in het eerste lid worden mede bepaald door: a. de wet en daaruit voortvloeiende regelgeving; b. de besluiten van de hogeschool; 3. Dit studentenstatuut geldt voor alle studenten en extraneï van de hogeschool. Het opleiding specifieke deel is beschreven in de onderwijs- en examenregeling van de opleiding als bedoeld in artikel 1. Artikel 3 Vaststelling en wijziging 1. Het studentenstatuut - alsmede elke wijziging daarvan wordt, met instemming van de centrale medezeggenschap conform art. 10.20 WHW, vastgesteld door het College van Bestuur. 2. Het Studentenstatuut geldt voor de duur van het studiejaar. Gedurende het studiejaar kan het Studentenstatuut niet worden gewijzigd, tenzij wet of regelgeving daartoe verplichten, ingeval van een kennelijke fout of op grond van zeer zwaarwegende en niet voorziene organisatorische omstandigheden. Artikel 4 Reikwijdte 1. Behoudens het overigens in dit artikel bepaalde, is de reikwijdte van dit studentenstatuut beperkt tot de voor dit studiejaar ingeschreven studenten en

extranei van de Stenden hogeschool. 2. Daar waar dat in dit studentenstatuut is aangegeven, strekken de bepalingen zich tevens uit over de aspirant-student en de oud-student van de hogeschool en haar rechtsvoorgangers. Artikel 5 Bekendmaking 1. Het College van Bestuur maakt het studentenstatuut bekend door de tekst en de Engelse vertaling daarvan te plaatsen op www.stenden.com en www.istenden.com van de hogeschool. Artikel 6 Email gebruik 1. Ten behoeve van het onderwijs wordt aan studenten een e-mail account beschikbaar gesteld. Studenten zijn verplicht dit account regelmatig te raadplegen. 2. Een vermoeden van fraude met persoonsgegevens wordt gemeld aan de Functionaris Gegevensbescherming van Stenden Hogeschool. 3. Studenten dienen zich te houden aan de algemeen geldende fatsoensnormen rond het gebruik van email en daarbij de gevraagde veiligheidsmaatregelen op te volgen, conform http://www.datacare.stenden.com. Artikel 7 Medezeggenschap 1. De hogeschool kent een centrale medezeggenschapsraad en een School Medezeggenschapsraad (SMR) en eencluster- en Staf Medezeggenschapsraad (CSMR). 2. De taken, bevoegdheden en omvang van de in het eerste lid bedoelde raden zijn vastgelegd in de bijbehorende reglementen. 3. De in het tweede lid bedoelde reglementen worden bekend gemaakt door deze te plaatsen op www.istenden.com (onder het kopje Quicklinks) van de hogeschool. Artikel 8 Examencommissie 1. Aan elke opleiding of groep van opleidingen is een examencommissie verbonden. De Examencommissie wordt ingesteld door het College van Bestuur, met inachtneming van het bepaalde in artikel 7.12a WHW. 2. De samenstelling, de taken en de bevoegdheden van de Examencommissie zijn vastgelegd in het Reglement Examencommissie Opleiding of groep van Opleidingen. Dit Reglement is opgenomen in de bijlagen bij dit Studentenstatuut.

Artikel 9 Opleidingscommissie 1. Aan elke opleiding of groep van opleidingen is een Opleidingscommissie verbonden. De leden van de Opleidingscommissie worden benoemd en gefaciliteerd conform het Reglement Opleidingscommissies. 3. De samenstelling, de taken en de bevoegdheden van de Opleidingscommissie zijn nader uitgewerkt in het Reglement voor de Opleidingscommissie. Dit Reglement is opgenomen in de bijlagen bij dit Studentenstatuut. Bijlagen behorende bij dit hoofdstuk: Reglement Examencommissie Opleiding of groep van Opleidingen. Regeling Examencondities; Regeling voor surveillanten; Nederlands hoger onderwijs in het buitenland, wat er wel en niet kan, OCW, 14 maart 2007 (ter informatie); Procedure en vereisten afstuderen studenten sites (2012); De Handreiking Examencommissies (versie mei 2015) en het daarbij behorende bindingsbesluit van de HBO-raad, 3 februari 2011 (ter informatie); Reglement Fraude en Plagiaat Stenden Hogeschool. Reglement Opleidingscommissie.

1 Aanmelding, studiekeuzeactiviteiten en studiekeuzeadvies WHW: 7.31a, 7.31b, 7.31c, 7.31d en 7.31e Artikel 1 Aanmelding uiterlijk op 1 mei 1. Uiterlijk op 1 mei voorafgaand aan het desbetreffende studiejaar meldt degene die zich als student wil inschrijven voor een bepaalde propedeutische fase van een bacheloropleiding aan een bepaalde instelling of, indien die fase niet is ingesteld, de eerste periode in een bacheloropleiding met een studielast van 60 studiepunten, zich aan bij Onze minister, met inachtneming van artikel 4 en overeenkomstig bij ministeriële regeling vast te stellen regels van procedurele aard. 2. De aanmelding geschiedt onder vermelding van de instelling waarbij en de bacheloropleiding waarvoor de betrokkene zich wil inschrijven. 3. Indien de betrokkene zich voorafgaand aan het desbetreffende studiejaar voor meer dan een bacheloropleiding wil aanmelden, geldt de verplichting, bedoeld in het eerste lid, voor één bacheloropleiding. 4. Onze minister levert de aanmeldingsgegevens, bedoeld in dit artikel en de artikelen 3 en 4, aan de instelling of instellingen waarvoor de betrokkene zich heeft aangemeld. 5. Dit artikel is niet van toepassing op een student die zich na 1 mei aanmeldt bij een andere bacheloropleiding dan die waarbij hij oorspronkelijk was ingeschreven maar kan aantonen dat de nieuwe aanmelding het gevolg is van een beëindiging van de inschrijving op grond van artikel 7.8b, vijfde lid WHW, op een zodanig tijdstip dat hij zich niet kon aanmelden voor 1 mei, voorafgaand aan het studiejaar waarvoor hij zich wenst in te schrijven. Artikel 2 Rechten en verplichtingen bij aanmelding uiterlijk op 1 mei 1. Indien de betrokkene zich uiterlijk op 1 mei voor een of meer bacheloropleidingen heeft aangemeld op de wijze, bedoeld in artikel 1, eerste lid, heeft hij het recht deel te nemen aan door de instelling met betrekking tot de desbetreffende bacheloropleidingen te organiseren studiekeuzeactiviteiten. Het College van Bestuur kan besluiten dat de betrokkene verplicht is deel te nemen aan de studiekeuzeactiviteiten. 2. Het College van Bestuur brengt ten aanzien van elke student die zich heeft aangemeld en die heeft deelgenomen aan de studiekeuzeactiviteiten, een studiekeuzeadvies uit. Bij ministeriële regeling kan een maximum aantal studiekeuzeadviezen worden vastgesteld waarop de betrokkene recht heeft. 3. Indien toepassing is gegeven aan de tweede volzin van het eerste lid en de betrokkene zonder geldige reden niet deelneemt aan de studiekeuzeactiviteiten, bedoeld in dat lid, kan het College van Bestuur besluiten de inschrijving van de betrokkene te weigeren. 4. Het College van Bestuur stelt ter uitvoering van dit artikel nadere regels vast die in elk geval betrekking hebben op de aard en de inhoud van de studiekeuzeactiviteiten voor de instelling of per opleiding, de termijn

waarbinnen de studiekeuzeactiviteiten plaatsvinden, de termijn waarbinnen en de wijze waarop het studiekeuzeadvies wordt uitgebracht, de gevolgen van het zonder geldige reden van verhindering niet deelnemen aan studiekeuzeactiviteiten en de geldige redenen van verhindering voor het deelnemen aan die activiteiten. Bij het vaststellen van de nadere regels treft het College van Bestuur voor aspirant-studenten afkomstig uit de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba onderscheidenlijk Aruba, Curaçao en Sint Maarten zodanige voorzieningen dat zij kunnen deelnemen aan de studiekeuzeactiviteiten zonder dat hun fysieke aanwezigheid op de instelling vereist is. 5. Dit artikel is niet van toepassing op: a. de inschrijving voor een bacheloropleiding waarvoor een selectieprocedure is ingesteld, en b. degene die op grond van artikel 7.28 WHW vanwege het bezit van een buiten Nederland behaald diploma is vrijgesteld van de diploma-eisen, bedoeld in de artikelen 7.24, eerste en tweede lid WHW. Artikel 3 Aanmelding na 1 mei voor een andere bacheloropleiding 1. Indien de betrokkene heeft voldaan aan de verplichting, bedoeld in artikel 1, eerste lid, behorend bij die andere bacheloropleiding en zich na 1 mei voor een andere bacheloropleiding dan de bacheloropleiding, bedoeld in genoemde bepaling, aanmeldt, kan het College van Bestuur besluiten dat de betrokkene verplicht is deel te nemen aan de studiekeuzeactiviteiten, bedoeld in artikel 2, eerste lid. 2. Dit artikel is van overeenkomstige toepassing op de student, bedoeld in artikel 1, vijfde lid. Artikel 4 Aanmelding na 1 mei voor de eerste keer 1. Indien de betrokkene niet heeft voldaan aan de verplichting, bedoeld in artikel 1, eerste lid, en zich na 1 mei voor een bacheloropleiding aanmeldt, kan het College van Bestuur besluiten dat: a. hij de betrokkene de inschrijving voor de desbetreffende bacheloropleiding weigert, of b. de betrokkene verplicht is deel te nemen aan de studiekeuzeactiviteiten, bedoeld in artikel 2, eerste lid. 2. Met betrekking tot het eerste lid, aanhef en onderdeel b, is artikel 2, tweede lid, van toepassing. Indien het College van Bestuur een negatief studiekeuzeadvies heeft uitgebracht, kan hij besluiten dat hij de betrokkene de inschrijving voor de desbetreffende bacheloropleiding weigert. Met betrekking tot dit artikel is voorts artikel 2, derde, vierde en vijfde lid, van overeenkomstige toepassing. 3. Dit artikel is niet van toepassing op de student, bedoeld in artikel 1, vijfde lid. Artikel 5 Te verstrekken persoonsgebonden nummer bij aanmelding 1. Bij de aanmelding, bedoeld in dit hoofdstuk, legt de betrokkene mede zijn persoonsgebonden nummer over. Indien de student aannemelijk maakt dat hij geen persoonsgebonden nummer kan overleggen, vindt de aanmelding plaats met inachtneming van het derde lid.

2. Het persoonsgebonden nummer wordt overgelegd door middel van een van overheidswege verstrekt document, waarop tevens de gegevens over de geslachtsnaam, de voorletters, de geboortedatum en het geslacht van de betrokkene zijn vermeld. 3. Indien de betrokkene aannemelijk maakt dat hij geen persoonsgebonden nummer kan overleggen, verstrekt Onze minister binnen acht weken na ontvangst van de aanmelding aan hem zijn onderwijsnummer. Het onderwijsnummer is een door Onze minister uitgegeven en aan de betrokkene toegekend persoonsgebonden nummer. 4. Onze minister verstrekt binnen acht weken na ontvangst van de aanmelding aan het College van Bestuur van de instelling waaraan de betrokkene zich wil inschrijven, het persoonsgebonden nummer van de betrokkene en de gegevens, bedoeld in artikel 7.52, tweede lid WHW, voorzover die door de betrokkene zijn verstrekt. Bijlage behorende bij dit hoofdstuk: Regeling Studiekeuzeadvies 2017-2018.

2 Inschrijving, beëindiging inschrijving en collegegeld WHW: art. 7.32, 7.33, 7.34, 7.37, 7.42, 7.42a, 7.43, 7.44, 7.45, 7.46, 7.46, 7.47, 7.48, 7.49, 7.50, 7.45, 7.68, 15.2, 15.3, 15.4. Artikel 1 Algemene bepalingen inschrijving 1. Ieder die wenst gebruik te kunnen maken van onderwijsvoorzieningen, examenvoorzieningen of voorzieningen van andere aard ten behoeve van initieel onderwijs, dient zich door het College van Bestuur als student of extraneus te laten inschrijven. 2. In afwijking van het eerste lid is inschrijving voor een duale opleiding uitsluitend mogelijk als student. 3. De inschrijving geschiedt voor een opleiding. 4. Een student die een Associate-degree wil volgen, schrijft zich in voor de opleiding en het Ad-programma. 5. De inschrijving voor een opleiding geschiedt voor het gehele studiejaar. Indien de inschrijving plaatsvindt in de loop van het studiejaar, geldt zij voor het resterende gedeelte van het studiejaar. 6. De inschrijving als student of extraneus staat slechts open voor degene waarvan de ouders, voogden of verzorgers aantonen, dan wel, indien hij meerderjarig en handelingsbekwaam is, degene die aantoont dat hij: a. de Nederlandse nationaliteit bezit of op grond van een wettelijke bepaling als Nederlander wordt behandeld, b. vreemdeling is en jonger is dan 18 jaar op de eerste dag waarop de opleiding begint waarvoor voor de eerste maal inschrijving wordt gewenst, c. vreemdeling is, 18 jaar of ouder is op de eerste dag waarop de opleiding begint waarvoor voor de eerste maal inschrijving wordt gewenst en op die dag rechtmatig verblijf houdt in de zin van artikel 8 van de Vreemdelingenwet 2000, d. vreemdeling is en buiten Nederland verblijf houdt op de eerste dag waarop de opleiding begint waarvoor voor de eerste maal de inschrijving wordt gewenst, of e. vreemdeling is, niet meer voldoet aan een van de voorwaarden, genoemd onder b, c of d, en eerder in overeenstemming met een van die onderdelen is ingeschreven voor een opleiding van een instelling, welke opleiding nog steeds wordt gevolgd en nog niet is voltooid. f. voorafgaand aan de inschrijving voor een opleiding bij Stenden Hogeschool geen bindend negatief studieadvies heeft ontvangen voor diezelfde opleiding of daarvan door de examencommissie is ontheven, omdat hij aannemelijk heeft gemaakt de opleiding met vrucht te kunnen afronden. g. voldoet aan de vooropleidingseisen. 7. Indien na de inschrijving blijkt dat deze op welke grond dan ook niet in overeenstemming met het vijfde lid a tot en met g heeft plaatsgevonden

wordt de inschrijving van de student of extraneus onmiddellijk beëindigd. 8. Degene die is toegelaten tot een opleiding na het afleggen van een colloquium doctum kan alleen ingeschreven worden voor de opleiding waarvoor hij het colloquium doctum heeft afgelegd. Artikel 2 Voorwaarden inschrijving 1. De inschrijving staat open voor degene die voldoet aan de in titel 2 van hoofdstuk 7 van de WHW gestelde eisen, onverminderd art. 7.8b, vijfde lid WHW, en de artikelen 1 tot en met 4 van hoofdstuk 1 van dit Studentenstatuut, met dien verstande dat de inschrijving als extraneus uitsluitend openstaat, indien naar het oordeel van het College van Bestuur de aard of het belang van het onderwijs zich daartegen niet verzet. 2. Tot de inschrijving wordt niet overgegaan dan nadat het bewijs is overgelegd dat het verschuldigde collegegeld is of wordt voldaan of het verschuldigde examengeld is voldaan. 3. Indien een meerderjarige student of extraneus het collegegeld, het examengeld of het cursusgeld niet zelf voldoet, wordt niet overgegaan tot inschrijving dan nadat door de student of extraneus schriftelijk is verklaard dat hij ermee instemt dat een in die verklaring vermelde derde namens hem het collegegeld, het examengeld of het cursusgeld voldoet. 4. Het College van Bestuur kan aangeven dat degenen die wensen te worden ingeschreven, geacht worden de grondslag en de doelstellingen van de instelling te respecteren. De inschrijving kan worden geweigerd dan wel ingetrokken indien betrokkene de grondslag en de doelstellingen van de instelling niet respecteert. De weigering dan wel de intrekking van de inschrijving geschiedt schriftelijk en is met redenen omkleed. 5. De inschrijving kan worden geweigerd dan wel ingetrokken indien gegronde vrees bestaat dat de betrokkene van die inschrijving en daaraan verbonden rechten misbruik zal maken door in ernstige mate afbreuk te doen aan de eigen aard van de instelling, dan wel is gebleken dat de betrokkene van die inschrijving en daaraan verbonden rechten zulk een misbruik heeft gemaakt. De weigering dan wel intrekking van de inschrijving geschiedt schriftelijk en is met redenen omkleed. 6. De inschrijving kan niet worden ingetrokken op grond van het vijfde lid, indien voor betrokkene geen gelegenheid bestaat de opleiding aan een andere instelling te volgen. Artikel 3 inschrijving en instroomment Stenden Hogeschool 1. Een (aspirant)student kan een verzoek tot inschrijving bij een opleiding via www.studielink.nl indienen. 2. Pas wanneer een student voldoet aan alle inschrijfvoorwaarden (financiële, administratieve en onderwijskundige voorwaarden) is een student feitelijk toelaatbaar en kan deze als student worden ingeschreven. De inschrijving vindt plaats per door Stenden gehanteerd instroommoment.

3. Stenden Hogeschool hanteert 1 september als instroommoment. Voor een aantal opleidingen geldt een extra instroommoment per 1 februari. Artikel 3a Inschrijving op instroommoment 1 september 1. Het verzoek tot inschrijving bij een opleiding van Stenden Hogeschool dient via www.studielink.nl te geschieden vóór de aanvang van het studiejaar, te weten vóór 1 september. Inschrijving per 1 september kan alleen plaats vinden wanneer op uiterlijk 31 augustus daaraan voorafgaand aan alle inschrijfvoorwaarden is voldaan. 2. Inschrijving per 1 september vindt ook plaats indien het beroepschrift van betrokkene tegen het bindend studieadvies met afwijzing (BSA) tegen het BSA gegrond is verklaard en betrokkene ook aan de overige voorwaarden heeft voldaan. 3. Een van de voorwaarden is, dat inschrijving alleen plaats vindt wanneer de betaling van het collegegeld of getekende of digitaal bevestigde machtiging uiterlijk op 31 augustus is ontvangen. Een digitaal bevestigde machtiging is een machtiging die tot stand komt via het doorlopen van protocollen van studielink.nl en de instelling. 4. Het voldoen aan de inschrijfvoorwaarden lopende de maand september kan alleen met toestemming van directeur Expertise, Services & Research (ESR) en geldt alsdan voor het gehele studiejaar (1 september t/m 31 augustus). 5. Inschrijving met terugwerkende kracht is niet toegestaan. Artikel 3b inschrijving op extra instroommoment 1 februari 1. Het verzoek tot inschrijving bij een opleiding van Stenden die het extra instroommoment van 1 februari hanteert, dient via www.studielink.nl te geschieden vóór 1 februari. 2. Inschrijving geschiedt per 1 februari, wanneer op uiterlijk 31 januari daaraan voorafgaand aan alle inschrijfvoorwaarden is voldaan. 3. Een van de voorwaarden is, dat inschrijving alleen plaats vindt wanneer de betaling van het collegegeld of getekende of digitaal bevestigde machtiging uiterlijk op 31 januari is ontvangen. Een digitaal bevestigde machtiging is een machtiging die tot stand komt via het doorlopen van protocollen van studielink.nl en de instelling. 4. Indien de inschrijving heeft plaatsgevonden per 1 februari geldt deze tot en met 31 augustus. 5. Herinschrijving vindt plaats per 1 september volgens de in artikel 3a genoemde voorwaarden. 6. Inschrijving met terugwerkende kracht is niet toegestaan.

Artikel 3c Tussentijds inschrijven 1. Tussentijdse inschrijving anders dan in dit hoofdstuk bepaald, is niet toegestaan. 2. In de volgende gevallen wordt in afwijking van lid 1 door de Head of School toestemming gegeven tot tussentijdse inschrijving: a. Indien betrokkene wegens ziekte (lichamelijk of psychisch) niet in staat is om per 1 september of per 1 februari aan het onderwijs deel te nemen. Hiervoor dient een verklaring van een arts of erkend hulpverlener overgelegd te worden. Met ziekte wordt zwangerschap gelijk gesteld. b. Indien betrokkene zich tijdens een studiejaar wegens ziekte heeft uitgeschreven, zich datzelfde studiejaar opnieuw wil inschrijven en een verklaring overlegt van een arts of een erkend hulpverlener. Met ziekte wordt zwangerschap gelijk gesteld. c. Indien betrokkene zich tijdens een studiejaar wegens wachttijd stage heeft uitgeschreven en hij in datzelfde studiejaar of tijdens het daaropvolgende studiejaar aan een stage kan beginnen. De student dient hiertoe een verklaring van de Head of School van zijn opleiding te overleggen. 3. Tussentijdse inschrijving met terugwerkende kracht is niet toegestaan. Artikel 4 Bewijs van inschrijving 1. Na inschrijving ontvangt de student een bewijs van inschrijving, waarop o.a. de rechten van de student staan vermeld. 2. Naast het bewijs van inschrijving als bedoeld in lid 1 ontvangt de student een Studentenkaart. Op het gebruik van de Studentenkaart is de Regeling Studentenkaart Stenden Hogeschool van toepassing. Deze regeling Studentenkaart is opgenomen in de bijlagen bij dit Studentenstatuut. 3. Tegen betaling van 20,- kan de student bij Istudy een nieuwe Studentenkaart aanvragen. Dit bedrag wordt niet in rekening gebracht indien de student een Verklaring van vermissing van de Gemeente overlegt, waaruit blijkt dat het bewijs van inschrijving gestolen dan wel anderszins kwijtgeraakt is. Artikel 5 Rechten inschrijving als studenten en extraneï 1. De inschrijving als student geeft het recht: a. aan het initieel onderwijs van de instelling deel te nemen, behoudens de bevoegdheid van het College van Bestuur in geval van toepassing van de artikelen 7.9, eerste lid, 7.30a, derde lid, 7.30b, eerste lid, 7.53, derde lid, of 7.56 WHW anders te beslissen, b. de tentamens af te leggen van de onderwijseenheden behorend tot de opleiding, alsmede de examens af te leggen van die opleiding, c. van toegang tot de bij de instelling behorende inrichtingen en verzamelingen, tenzij naar het oordeel van het College van Bestuur de aard of het belang van het onderwijs of het onderzoek zich daartegen verzet,

d. gebruik te maken van andere ten behoeve van de studenten getroffen voorzieningen, daaronder begrepen de diensten van een studentendecaan, en e. op studiebegeleiding; het College van Bestuur besteedt daarbij bijzondere zorg aan de begeleiding van studenten die behoren tot een etnische of culturele minderheid waarvan de deelname aan het hoger onderwijs in betekenende mate achterblijft bij de deelname van Nederlanders die niet behoren tot een dergelijke minderheid. 2. Indien het College van Bestuur een opleiding beëindigt, bepaalt dat bestuur het tijdstip waarop die beslissing van kracht wordt, zodanig dat de voor de opleiding ingeschreven studenten de opleiding aan dezelfde of aan een andere instelling binnen een redelijke tijd kunnen voltooien. 3. De inschrijving als extraneus geeft uitsluitend de rechten vermeld in lid 1 b en c. 4. Een student die een Ad-programma volgt dat voor een deel wordt uitgevoerd door een instelling als bedoeld in artikel 1.1.1, onderdeel b, van de Wet educatie en beroepsonderwijs heeft gedurende de tijd dat hij aan het programma deelneemt recht op toegang tot alle relevante onderwijsvoorzieningen van die instelling. Artikel 6 Beëindiging inschrijving 1. Het College van Bestuur beëindigt op verzoek van degene die is ingeschreven voor een opleiding diens inschrijving met ingang van eerste van de volgende maand. Beëindiging met terugwerkende kracht is niet toegestaan. 2. Indien degene die is ingeschreven voor een opleiding zijn wettelijk collegegeld, instellingscollegegeld of examengeld na aanmaning niet heeft voldaan, kan het College van Bestuur de inschrijving, met ingang van de tweede maand volgend op de aanmaning beëindigen volgens de regels van het debiteurenprotocol, zoals opgenomen in de bijlagen bij dit Studentenstatuut. 3. Indien een inschrijving wordt beëindigd in een geval als bedoeld in artikel 7.8b, vijfde lid WHW, artikel 7.12b, artikel 7.37, vierde of vijfde lid, artikel 7.42a of artikel 7.57h WHW, eerste of tweede lid, beëindigt het College van Bestuur de inschrijving met ingang van de volgende maand. 4. Het College van Bestuur stelt regels van procedurele aard vast met betrekking tot de toepassing van dit artikel. 5. Het College van Bestuur informeert de betrokkene en DUO over de beëindiging van de inschrijving. 6. Als de persoon die de voorschriften, bedoeld in art. 7.57h lid 1 overtreedt, ernstige overlast binnen de gebouwen en terreinen van de instelling heeft veroorzaakt en deze overlast ook na aanmaning door of vanwege het College van Bestuur niet heeft gestaakt, kan het College van Bestuur die student de toegang tot de instelling definitief ontzeggen of zijn inschrijving beëindigen. 7. Het College van Bestuur kan in bijzondere gevallen na advies van de examencommissie, de decaan of een met de decaan vergelijkbaar orgaan binnen de instelling en na zorgvuldige afweging van de betrokken belangen de

inschrijving van een student voor een opleiding beëindigen dan wel weigeren, als die student door zijn gedragingen of uitlatingen blijk heeft gegeven van ongeschiktheid voor de uitoefening van een of meer beroepen waartoe de door hem gevolgde opleiding hem opleidt, dan wel voor de praktische voorbereiding op de beroepsuitoefening. 8. Het College van Bestuur dan wel het College van Bestuur van een andere instelling die een zelfde of verwante opleiding verzorgt, kan besluiten de student als bedoeld in lid 7 niet opnieuw of niet voor die opleiding in te schrijven. 9. Indien de student, bedoeld in het zevende lid, is ingeschreven voor een andere opleiding en daarbinnen het onderwijs volgt van een afstudeerrichting die overeenkomt met of gelet op de praktische voorbereiding op de beroepsuitoefening verwant is aan de opleiding waarvoor de inschrijving met toepassing van het eerste lid is beëindigd, kan het College van Bestuur na advies van de examencommissie, de decaan of een met de decaan vergelijkbaar orgaan binnen de instelling en na zorgvuldige afweging van de betrokken belangen besluiten dat de student die afstudeerrichting of andere onderdelen van die opleiding niet mag volgen. 10. De inschrijving eindigt van rechtswege: a. op de laatste dag van het studiejaar (31 augustus). b. door overlijden van de student. Artikel 7 Collegegeldverplichting 1. Een student is voor elk studiejaar dat hij door het College van Bestuur voor een opleiding is ingeschreven, aan de desbetreffende instelling wettelijk collegegeld als bedoeld in de artikelen 9 en 9a of instellingscollegegeld als bedoeld in artikel 10 verschuldigd. 2. Met uitzondering van de gevallen, bedoeld in artikel 12 leden 1 en 2, is artikel 6 lid 2, van toepassing. Artikel 8 Examengeldverplichting 1. Een extraneus is voor elk studiejaar dat hij door het College van Bestuur voor een opleiding is ingeschreven, aan de desbetreffende instelling examengeld verschuldigd. 2. Het College van Bestuur stelt de hoogte van het examengeld vast. 3. Artikel 6 lid 2 is van overeenkomstige toepassing. Artikel 9 Hoogte wettelijk collegegeld 1. De hoogte van het volledige wettelijke collegegeld wordt bij algemene maatregel van bestuur vastgesteld. 2. De hoogte van het gedeeltelijke wettelijke collegegeld wordt door het instellingsbestuur vastgesteld en is gelegen tussen een minimum- en een maximumbedrag. Deze bedragen worden bij of krachtens algemene maatregel

van bestuur vastgesteld. 3. Het gedeeltelijke wettelijke collegegeld bedraagt niet meer dan het volledige wettelijke collegegeld. 4. Het instellingsbestuur informeert Onze minister over de hoogte van het bedrag dat het instellingsbestuur op grond van het tweede lid heeft vastgesteld. 5. De bij of krachtens algemene maatregel van bestuur vastgestelde bedragen, bedoeld in het eerste en tweede lid, worden jaarlijks volgens de consumentenprijsindex geïndexeerd, op de wijze bij of krachtens algemene maatregel van bestuur bepaald. Artikel 9a Aanspraak op wettelijk collegegeld 1. Het wettelijke collegegeld is verschuldigd door een student die: a. blijkens het basisregister onderwijs sedert 1 september 1991 voor een inschrijving aan een bacheloropleiding niet eerder een bachelorgraad als bedoeld in artikel 7.10a WHW heeft behaald of voor een inschrijving aan een masteropleiding niet eerder een mastergraad als bedoeld in artikel 7.10a WHW heeft behaald, en b. tot één van de groepen van personen, bedoeld in artikel 2.2 van de Wet studiefinanciering 2000, behoort of de Surinaamse nationaliteit bezit. 2. Bij algemene maatregel van bestuur kan de categorie studenten, bedoeld in het eerste lid, worden uitgebreid. 3. Een student als bedoeld in het eerste en tweede lid, die is ingeschreven voor een voltijdse opleiding is het volledige wettelijke collegegeld, bedoeld in artikel 9, eerste lid, verschuldigd. 4. Een student als bedoeld in het eerste en tweede lid, die is ingeschreven voor een deeltijdse of duale opleiding, is het gedeeltelijke wettelijke collegegeld, bedoeld in artikel 9 tweede lid, verschuldigd. 5. Indien een student als bedoeld in het eerste en tweedelid meer dan één opleiding volgt en de opleiding waarvoor hij het eerst is ingeschreven met goed gevolg afrondt, is deze student het wettelijke collegegeld verschuldigd voor het resterende deel van het studiejaar. Het verschuldigde bedrag wordt in dat geval berekend naar rato van het aantal resterende maanden van het desbetreffende studiejaar. 6. Voor de voorwaarde, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, wordt met een student die een bachelorgraad als bedoeld in artikel 7.10a WHW heeft behaald gelijkgesteld: a. een student die met goed gevolg het afsluitend examen heeft afgelegd van een hogere beroepsopleiding met een studielast van 168 studiepunten, volgens de wet zoals die luidde op 31 augustus 2002, en b. een student die met goed gevolg het kandidaatsexamen heeft afgelegd van een opleiding in het wetenschappelijk onderwijs als bedoeld in artikel 7.8 WHW zoals dat artikel luidde op 31 augustus 2002.

7. Voor de voorwaarde, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, wordt met een student die een bachelor- en mastergraad als bedoeld in artikel 7.10a WHW heeft behaald, gelijkgesteld: a. een student die met goed gevolg het afsluitend examen heeft afgelegd van een opleiding in het wetenschappelijk onderwijs als bedoeld in artikel 7.3 WHW zoals dat artikel luidde op 31 augustus 2002; b. een student die op grond van artikel 18.14 WHW met goed gevolg het afsluitend examen heeft afgelegd van een opleiding in het wetenschappelijk onderwijs; en c. een student die op grond van artikel 18.15 WHW met goed gevolg het afsluitend examen heeft afgelegd van een opleiding in het wetenschappelijk onderwijs. Artikel 10 Instellingscollegegeld 1. Een student die niet voldoet aan de voorwaarden, bedoeld in artikel 9a, eerste, tweede, of vijfde lid, is het instellingscollegegeld verschuldigd. 2. De hoogte van het instellingscollegegeld wordt door het College van Bestuur vastgesteld. Het College van Bestuur kan per opleiding of groep van opleidingen of per groep of groepen studenten een verschillend instellingscollegegeld vaststellen. 3. Onverminderd artikel 7.3c, vierde lid WHW, bedraagt het instellingscollegegeld ten minste het volledige wettelijke collegegeld bedoeld in artikel 9, eerste lid. 4. Indien de student, bedoeld in het eerste lid, gedurende een studiejaar alsnog voldoet aan de voorwaarden, bedoeld in artikel 9a, eerste, tweede, of vijfde lid, is hij voor het resterende deel van het studiejaar op zijn verzoek het wettelijke collegegeld verschuldigd en betaalt het College van Bestuur hem het hogere instellingscollegegeld, dat de student voor het restant van het studiejaar heeft betaald, terug. 5. Het College van Bestuur stelt regels vast met betrekking tot de toepassing van dit artikel. Artikel 11 Voldoening wettelijk collegegeld 1. Het collegegeld wordt door of namens de student voldaan door: a. betaling ineens, dan wel b. betaling in vijf termijnen, op verzoek van degene die zich tot betaling heeft verbonden, dan wel c. betaling in een ander aantal termijnen overeenkomstig een door het College van Bestuur en degene die zich tot betaling heeft verbonden te treffen betalingsregeling. 2. Indien er sprake is van betaling in termijnen kunnen door het College van Bestuur administratiekosten in rekening kunnen worden gebracht tot een bij of krachtens algemene maatregel van bestuur vastgesteld bedrag.

Artikel 12 Vermindering, vrijstelling en terugbetaling wettelijk collegegeld 1. Indien een student als bedoeld in artikel 9a bij een instelling is ingeschreven voor een opleiding en aan dezelfde of een andere bekostigde instelling een tweede inschrijving wenst, is hij voor de laatstbedoelde inschrijving vrijgesteld van het betalen van collegegeld, tenzij het betaalde dan wel te betalen bedrag voor de eerste inschrijving lager is dan het volledige wettelijke collegegeld, bedoeld in artikel 9, eerste lid. In dat geval is het verschil verschuldigd. 2. Degene die voor het volgen van uit de openbare kas bekostigd onderwijs lesof cursusgeld verschuldigd is op grond van de Les- en cursusgeldwet, en die in plaats daarvan, dan wel daarnaast in hetzelfde studiejaar wenst te worden ingeschreven en daarvoor het wettelijk collegegeld, bedoeld in artikel 9 eerste lid, is verschuldigd, is voor de inschrijving voor een opleiding aan een bekostigde instelling een collegegeld verschuldigd, dat het verschil bedraagt tussen de reeds voldane bijdrage en het bedoelde, wettelijke collegegeld. Indien hij een collegegeld verschuldigd is dat lager is dan het reeds voldane bedrag wordt hij van het betalen van collegegeld vrijgesteld. 3. Een student is slechts een gedeelte van het door hem verschuldigde wettelijk collegegeld verschuldigd, indien de student zich gedurende het studiejaar inschrijft. In dat geval wordt het verschuldigde bedrag berekend naar rato van het aantal resterende maanden van het desbetreffende studiejaar. 4. De student heeft aanspraak op terugbetaling van een twaalfde gedeelte van het door hem verschuldigde wettelijk collegegeld voor elke maand dat het studiejaar na beëindiging van zijn inschrijving duurt, tenzij een betalingsregeling als bedoeld in artikel 11, onderdeel b, is getroffen. 5. Indien een student in de loop van het studiejaar overlijdt, wordt voor elke daaropvolgende maand van het studiejaar na diens overlijden, een twaalfde gedeelte van het betaalde wettelijk collegegeld terugbetaald. 6. Bij beëindiging van de inschrijving met ingang van juli of augustus heeft de student geen aanspraak op beëindiging van betaling van de termijnen, bedoeld in artikel 11 onderdeel b, en op terugbetaling van het voor die maanden betaalde collegegeld, tenzij het College van Bestuur dat anders heeft geregeld. 7. Vermindering of vrijstelling van het wettelijk collegegeld in andere gevallen dan bedoeld in het eerste tot en met zesde lid, wordt aangemerkt als ondoelmatige besteding van de rijksbijdrage, bedoeld in artikel 2.9 WHW, eerste lid. Artikel 12a Terugbetaling instellingscollegegeld 1. De student heeft aanspraak op terugbetaling van een twaalfde gedeelte van het door hem betaalde instellingscollegegeld voor elke maand dat het studiejaar na beëindiging van zijn inschrijving als gevolg van afstuderen duurt. 2. Indien een student in de loop van het studiejaar overlijdt, wordt voor elke daaropvolgende maand van het studiejaar na diens overlijden, een twaalfde gedeelte van het betaalde instellingscollegegeld terugbetaald.