Bedieningsinstructies en Onderhoudsvoorschriften. YUKON bar 15 ltr./min.

Vergelijkbare documenten
Bedieningsinstructies en Onderhoudsvoorschriften

Bedieningsinstructies en Onderhoudsvoorschriften WEEDBLASTER

Bedieningsinstructies en Onderhoudsvoorschriften

Bedieningsinstructies en Onderhoudsvoorschriften COLORADO KA 500/18 KHT (TC) 500 bar 18 liter.

Bedieningsinstructies en Onderhoudsvoorschriften. BUGGY hogedrukreiniger

De hogedrukreiniger is robuust en eenvoudig te bedienen, echter als problemen zich voordoen, benader dan uw dealer. Veiligheid

Selfsupporting Heetwater Hogedrukreiniger in Trailer Yukon 315

Heteluchtkanon HP18 / HP 30 / HP 45 RVS BEDRIJFSVOORSCHRIFTEN

200 bar, 15 l/min., l, tandemasser met honda benzine motor (11,7 Hp 8.6 kw) Instructies voor gebruik, onderhoud en transport.

HANDLEIDING RO-STEAM 1000 / 2000

PRODUCT INFORMATIEBLAD

E X T R A C T O R S QS-2115N

SENTRY ELEKTRISCHE BOILERS

Gebruiksaanwijzing HEETWATERAPPARAAT

Handleiding Electro - visapparaat

EcoAir 60. Gebruiksaanwijzing

Stationaire reinigingsunit Caddy Automatic Compact

HANDLEIDING. Sesame. Thermoplastic Tank Technologies

Handleiding Mobielehogedruk koudwaterreiniger met benzinemotor AQUABAR

Innovation Protection Conseil

Komplet DS 1020 gebruikershandleiding

RC030/RC035 Pneumatisch (handmatig) vloeistof afzuigapparaat. Instructies

DRAAITAFEL DT-1000.INOX/ALU DT-1200.INOX/ALU DT-1500.INOX/ALU HANDLEIDING

DIC WANDMODEL HANDLEIDING MONTAGE EN GEBRUIK Deze handleiding is van toepassing op een DIC wandmodel met plug and play systeem

Gebruiksaanwijzing HEETWATERAPPARAAT HEETWATERAPPARAAT HWA 20

GEBRUIKSAANWIJZING VOOR DE HEETWATER - HOGEDRUKREINIGERS UIT DE FRANK - EFFECT SERIE

Bedieningsvoorschriften

TECHNISCHE HANDLEIDING

LAADZUIL ELEKTRISCHE MONTAGE EN GEBRUIK Deze handleiding is van toepassing op een DIC laadzuil met plug and play systeem

Professional Supplies BORDENWARMKAST. Modelnr.: * * * CaterChef 60

PRODUCTINFORMATIE. STATIONAIRE HOGEDRUKUNIT, type HYDROJET- I 80/70-11KW exclusief tank en beplating

Nr 4146 Revisie

Veiligheidsinstructies Belangrijk: Lees deze instructies zorgvuldig voor u de heater in elkaar zet en gebruik neemt, en volg ze na.

VEILIGHEID EN CORRECT GEBRUIK

Handleiding AZEZ. Type Eenheid

GEBRUIKSAANWIJZING (NL)

2. Geadviseerde omgevingstemperatuur van 0 C tot 50 C.

Gebruikershandleiding Mini pneumatische polijstmachine EG1062

Professional Supplies EIERKOOKAPPARAAT. Modelnr.: *

ALCT 6/24-2 GEBRUIKSAANWIJZING

INSTRUCTIEBOEKJE HG800P / HG1200R. hydrofoorgroepen

WHIRLPOOL AKR643GY. Gebruiksaanwijzing

Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing centrifugaalpomp RC-Pomp

aanvullende gebruikers handleiding AQUA Plus Versie

Handleiding: Rupsdumper zelfladende bak.

Gebruiksaanwijzing BullDuster

Handleiding rookgascondensor INHOUDSOPGAVE: WERKING. 1.1 Algemeen 1.2 Werking INSTALLATIE

MEERSPILLIGE BOORMACHINE

GASTRO BUFFET - SALADEBAR GEBRUIKSAANWIJZING EN ONDERHOUDSHANDLEIDING

Toetstermen Basisvakopleiding Gevelonderhoud

Belangrijke instructies

Bestnr Toerentalregelaar voor ventilator

DROOGPLATEAU. Handleiding

Bedieningsvoorschriften

INHOUD. CE Verklaring van Overeenstemming 8. 2

Verkorte gebruikershandleiding Multihog CX met Heatweed XL.

PRODUCTINFORMATIE. STATIONAIRE HOGEDRUKUNIT, type HYDROJET- I KF30 90/105 18,5 KW Exclusief watertank en exclusief beplating

PRODUCTINFORMATIE Stationaire hogedrukunit, type HYDROJET- I 110/50-11kW (exclusief watertank en exclusief beplating)

* /1 * /1 * x40

Onkruidbestrijding Onkruidbestrijders met stoom

S900 S901 S902 S901-2D S903 S901-4D PS900 S903 PS300

Gumax Terrasverwarmer

Reiniging - Water CONDOR PNEUMATISCHE NEVELSPUIT 30 LITER

Componenten voor hydraulische uitrusting. Algemeen. Maatregelen vóór het starten van een nieuw hydraulisch systeem

Gebruikershandleiding Pneumatische haakse boormachine EG225-19R

Gebruiks- en onderhoudsaanwijzing- NL

Selfsupporting Heetwater installatie in Trailer WeedMaster TM 221

AUTOMATISCHE MODULAIRE SCHILFERIJSMACHINE

GEBRUIKSAANWIJZING WAND AFZUIGKAPPEN

NE1.1. Neutralisatie-eenheid. Voor gebruik bij condensatieketels voor gas. Installatie- en onderhoudshandleiding voor de installateur

Selfsupporting Heetwater Hogedrukreiniger in Trailer Colorado 530 KHT

Gebruikershandleiding

Gebruiksaanwijzing Vloeistof stand kachels BINAR-5S BINAR-5S diesel BINAR-5S.24 diesel

Gebruikershandleiding

INSTALLATIE INSTRUCTIES Alleen geschikt als permanente installatie, onderdelen genoemd in de handleiding kunnen niet buiten gemonteerd worden.

Handleiding aansluiten en in gebruik nemen zelfaanzuigende SHE pompen

GEBRUIKERSHANDLEIDING

VERWARMING «RED HOT» Ref 93475

GEBRUIKERSHANDLEIDING MOBIELE DIESELOLIETANK MET POMP TYPE FIELDMASTER

Kortsluiting van de aanvoer- Defecte of niet (goed) aangesloten aanvoer- of retourtemperatuursensor. Geen doorstroming

ALVORENS DE KOOKPLAAT TE GEBRUIKEN Blz. 19. ADVIEZEN VOOR MILIEUBESCHERMING Blz. 19. WAARSCHUWINGEN EN ALGEMENE WENKEN Blz. 19

Gebruikershandleiding

Standaard accessoires

Gebruiksaanwijzing RTW100

B O R E N S L I J P E R S BL 13D-2

Veiligheidsinstructies Mobiele straalketel Datona

Transcriptie:

Bedieningsinstructies en Onderhoudsvoorschriften YUKON 315 280 bar 15 ltr./min. 1

***VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN***... 6 1. INLEIDING.... 15 1.2. After sales.... 15 2. TECHNISCHE BESCHRIJVING.... 16 2.1. Algemeen.... 16 2.1.1. Opbouw.... 16 2.1.2. Werking.... 16 2.1.3. Bedieningspaneel.... 17 2.1.4. Watervoorraadtank.... 17 2.1.5. Hogedrukpomp.... 17 2.1.6. Aandrijving.... 17 2.1.7. Drukschakelaar / Flowschakelaar.... 17 2.1.8. Verwarmingsunit.... 18 2.1.9. Drukregelautomaat.... 18 2.1.10. Werkdruk instellen.... 18 2.1.11. Aftap kogelkraan.... 18 2.2. Beveiligingen.... 19 2.2.1. Algemeen.... 19 2.2.2. Beveiliging hogedrukpomp.... 19 2.2.3. Beveiliging dieselmotor.... 19 2.3. Te maken aansluitingen.... 20 2.3.1. Watertoevoer.... 20 2.3.2. Hogedruk aansluiting.... 20 2.4. Onderdelenlijst.... 21 3. BEDIENING VAN DE INSTALLATIE.... 23 3.1. Controle voor het in bedrijf nemen.... 23 3.2. In bedrijf stellen.... 24 3.3. Controles tijdens het in bedrijf zijn van de installatie.... 27 3.4. Buiten bedrijf stellen van de installatie.... 27 3.5. Noodstop.... 27 4. ONDERHOUDSINSTRUCTIES.... 28 4.1. Algemeen.... 28 4.2. Onderhoud van de dieselmotor.... 29 4.3. Onderhoud van de hogedrukpomp.... 31 4.4. Voorzorgsmaatregelen bij vorstgevaar.... 32 4.5. Conservering bij langere stilstand.... 33 4.6. Levering reserve onderdelen.... 33 4.7. Nozzles.... 33 5. STORINGEN.... 34 5.1. Storingen verhelpen.... 35 6. TECHNISCHE BIJLAGEN.... 37

Lees eerst deze handleiding zorgvuldig door voordat men de installatie in gebruik neemt. Installatie - en onderhoudswerkzaamheden moeten correct uitgevoerd worden door daartoe bevoegde vakmensen in overeenstemming met de veiligheidsvoorschriften die van kracht zijn in het land waar het systeem/installatie geïnstalleerd wordt. Indien U de veiligheidsvoorschriften niet in acht neemt, verliest U alle aanspraken op garantie; bovendien kan er dan ook gevaar voor mensen optreden en schade aan apparatuur berokkend worden. Veiligheid voorop. Dit symbool wordt in deze handleiding toegepast, wanneer men onderhouds werkzaamheden verricht waarbij de kans op verwondingsof levensgevaar bestaat. Waarschuwing: Voorzichtig: N.B: - Waarschuwing: vestigt de aandacht op instructies die strikt opgevolgd dienen te worden om ernstige persoonlijke ongelukken te voorkomen die in het uiterste geval de dood tot gevolg kunnen hebben. - Voorzichtig: vestigt de aandacht op instructies die strikt opgevolgd dienen te worden om schade aan het product en/of de omgeving te voorkomen. Een N.B.: dient om aanvullende informatie te verstrekken. Deze bedienings instructies en onderhoudsvoorschriften bevatten gegevens die op het moment van schrijven van toepassing zijn. Wijzigingen na verschijnen van dit exemplaar zijn voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijk toestemming van WATER- KRACHT B.V. 3

Waarschuwing Warning Attention Warnung - Raadpleeg het instructie- en onderhoudsboek. - Consult the operating and maintenance manual. - Consulter le manuel d utillisation et d entretien. - Bedienungsanleitung lesen. Waarschuwing Warning Attention! Warnung - Elektrische schok risico - Electrical shock risk. - Risque d` électrocution. - Gefährliche elektrische Spannung. Waarschuwing Warning Attention Warnung - Heet oppervlak. - Hot surface. - Surface chaude. - Heiße Oberfläche. Waarschuwing Warning Attention Warnung - Bijtende vloeistof. - Corrosion risk. - Risque de corrosion. - Ätzende Stoffe. Waarschuwing- Lees het instructie- en onderhoudsboek voordat u gaat draaien of onderhoud gaat uitvoeren. Warning - Read the Operation and Maintenance manual before operation or maintanance of this machine is undertaken. Attention! - Lire le manuel d utillisation et de d maintenance de cette machine avant d intervenir. Warnung - Bedienungs- u. Wartungsanleitung vor der Inbetriebnahme bzw. Wartung lesen. Geen open vuur. No naked lights. Pas de flammes nues. Feuer, offenes Licht und Rauchen verboten.

Technische gegevens Yukon 315 Machine type : Yukon 315 Waterkracht nummer : zie type plaatje. Productie datum : zie type plaatje. Code Omschrijving Type K Dieselmotor Kubota. A HD-pomp Aquabar. 280 Max. werkdruk bar. 15 Max. verbruik ltr./min. (optioneel) KHT Kokend Heetwater Techniek Algemeen: Ontwerpdruk : 280 bar. Werkdruk : traploos instelbaar tot max. (begrenst) 280 bar. Waterverbruik : traploos instelbaar tot max. 15 liter per minuut. Watertemperatuur : thermosstatisch instelbaar tot 140 C. optie, door middel van drukknop instelbaar tot kokend heetwater aan de spuitnozzle! Motor toerental : instelbaar (dmv gashendel) van stationair tot maximaal. Motor: Soort : Watergekoelde (warmtewisselaar) 2 cilinder dieselmotor. Merk : Kubota. Type : Z602. Toerental : Instelbaar van 1800 tot max. 3200 omw./min. Vermogen : 10,3 kw = 14,0 PK bij 3200 omw/min. Pomp: Soort : Hogedruk drie-plunjerpomp. Merk : Aquabar. Type : XW 15.30 N. Aandrijftoerental : 1450 omw./min. Capaciteit : 15 liter / 280 bar. Overbrenging: Tandwiel reductiekast : 1 2.176 Verwarming: Soort : Dieselolie gestookte hogedrukspiraal. Merk : Mazzoni. Type : 350 12Volt. Werkdruk maximaal : 350 bar. Doorlaat : 3/8" Capaciteit : 80 kw bij 12 bar oliedruk, 88 kw bij 13 bar oliedruk. Haspels: Slanghaspel : type All. 300 bar 3/8 aansluiting tbv 25 mtr hogedrukslang. Reservoirs: Watertank : PE watervoorraadtank, inhoud 100 liter. Brandstoftank : Kunststof dieselolie voorraadtank, inhoud ca. 40 liter Filters: Watertoevoerfilter : ¾ Polyprop kaarsfilter glashelder, filterelement 75 mu. Aanzuigfilter : ¾ Y-filter (max. 10 bar). 5

***VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN*** 1. Bij gebruik van vloeistof onder hogedruk altijd passende persoonlijke veiligheidsuitrusting gebruiken. 2. Vermijd lichamelijk contact met de waterstraal deze is messcherp, vooral op korte afstand. Spuit nooit in de richting van mensen, dieren, stroom voerende delen en de machine zelf. 3. Een vloeistof onder een hoge druk kan gevaarlijk zijn indien deze op onjuiste wijze wordt gebruikt. Voordat u werkzaamheden aan de hogedrukreiniger gaat uitvoeren, dient u zich ervan te verzekeren dat de hogedrukreiniger niet meer onder druk staat en niet per ongeluk kan worden gestart. 4. De hogedruk reinigings installatie mag alleen bediend worden door personen die met de werking van de installatie op de hoogte zijn. Kinderen, onbevoegden en niet geïnstrueerde personen mogen niet met de machine werken. 5. De machine mag niet gebruikt worden zonder spuitpistool/spuitlans en als andere personen zich binnen spuitbereik bevinden. 6. De elektrische aansluiting moet door een gekwalificeerde vakman aangelegd zijn en voldoen aan de daaraan gestelde eisen. 7. Eventuele verlengkabels dienen voorzien te zijn van waterdichte stekkers / verbindingen. 8. Voor HD-heetwaterreinigers met een olie- of gasbrander mag resp. als brandstof alleen dieselolie of aardgas gebruikt worden. Overige brandstoffen kunnen zeer gevaarlijk zijn, bovendien kan er grote schade ontstaan. 9. Bij gebruik van olie- of gasbranders moet de luchttoevoer en de rookgasafvoer volgens voorschriften uitgevoerd zijn. Aardgasbranders dienen door een erkend installateur aangesloten te worden. 10. Oliebranders zonder vlambewaking mogen alleen gebruikt worden, indien de machine in het zicht blijft. 11. Voor het ontkalken van de verwarmingsspiraal mag alleen een ontkalkingsmiddel gebruikt worden dat door de fabrikant van de apparatuur goedgekeurd is. Tijdens het ontkalken moet beschermende kleding gedragen worden.

12. Oppassen met terugslagkracht en draaimoment van de spuitlans. De gebruiker moet stevig op een stroeve ondergrond staan. Pistool en lans met twee handen vasthouden. 13. Verzekeren dat de machine op de nominale druk werkt en dat al het betreffende personeel van de nominale druk op de hoogte is. 14. De machine mag niet gebruikt worden als de elektrokabel, of andere belangrijke delen beschadigd zijn, bv. beveiligingen, HD-slang- en pistool. 15. Er mogen alleen door de fabrikant goedgekeurde, reinigings- en onderhoudsmiddelen gebruikt worden. De gebruiksvoorschriften dienen in acht genomen te worden. 16. Alle aan druk blootgestelde onderdelen, speciaal slangen en hun koppelingen, moeten regelmatig geïnspecteerd worden, vrij van defecten zijn en wanneer nodig vervangen worden. 17. Bij zowel langere gebruikspauzes, als ingeval van service- en reparatiewerkzaamheden, dient men de hoofdschakelaar uit te zetten of contactsleutel verwijderen en buiten bereik van onbevoegden te houden. Daarna de pistoolhandle in te trekken om de machine drukloos te maken (handle borgen). 18. Voor service en reparatie, zie punt 17. Deze werkzaamheden mogen alleen uitgevoerd worden door ter zake kundige monteurs. 19. Alle op de machine geïnstalleerde of daarop aangesloten hogedrukapparatuur, moet een veilige nominale werkdruk hebben die tenminste gelijk is aan de nominale werkdruk van de machine. (Rekening houdend met de optredende piekdrukken) 20. Als meer dan één hogedrukreiniger op één gemeenschappelijke leiding aangesloten is, moet effectieve drukregelapparatuur aangebracht en door werkprocedures geregeld worden, en wel zodanig dat één machine niet per ongeluk door een andere onder druk/overdruk gezet kan worden. 21. Vloeistof onder een hogedruk mag nooit gebruikt worden voor directe toevoer aan enige vorm van drinkwaterapparatuur. 22. Als vloeistof onder een hogedruk uiteindelijk in een beperkte ruimte uitgelaten wordt, moet deze voldoende geventileerd worden. 23. Controleer regelmatig of het overdrukventiel naar behoren functioneert. 24. Periodiek, maar minstens eens per jaar dient men het beveiligingssysteem door onze technische dienst te laten controleren. 7

25. De voedingskabel van de installatie mag niet langer zijn dan 3 meter (inclusief stekker). Wanneer de voedingskabel langer dan 3 meter moet zijn dan dient de installatie te worden voorzien van een hoofdschakelaar. 26. Het is niet toegestaan om stickers met waarschuwingen te verwijderen. Deze stickers dienen goed leesbaar te zijn, anders moeten ze vernieuwd worden. 27. Bij het kiezen van de werkplek voor de machine, verzekeren dat er voldoende ruimte rondom de machine vrijgelaten wordt voor ventilatie en uitlaatvereisten; hierbij de gespecificeerde minimumafstanden (tot wanden, vloeren enz.) onderhouden. 28. Rond en boven de machine moet voldoende ruimte vrijgelaten worden om veilige toegang voor de gespecificeerde onderhoudstaken te kunnen uitvoeren. 29. Verzekeren dat de machine veilig en op vaste grond geplaatst wordt. Elk risico van beweging moet passende maatregelen voorkomen worden, speciaal om spanning op slangen/leidingen te voorkomen. 30. De slangkoppelingen aan beide zijden van de hogedrukslang en de spuitlans aansluiting, moeten vast aangedraaid worden, zodat deze verbindingen waterdicht zijn tijdens gebruik. 31. Gevaar voor verbranding! Bij heetwater gebruik mogen de hete delen niet aangeraakt worden. Dit geldt in het bijzonder voor het niet geïsoleerde deel van de spuitlans, de keteluitlaat en de delen in de directe omgeving hiervan, bij machines met olie- of gasbrander VOORWOORD. De inhoud van dit handboek is te beschouwen als het exclusieve eigendom van Waterkracht B.V. en mag niet worden gereproduceerd ten behoeve van derden zonder de voorafgaande schriftelijke toestemming van Waterkracht B.V. Alle garanties, of andere bepalingen of verkoopsvoorwaarden dienen in overeenstemming te zijn met de standaardbepalingen en verkoopsvoorwaarden van Waterkracht B.V. die u op verzoek worden toegezonden. Dit handboek bevat aanwijzigingen en technische gegevens t.a.v. alle normale bedienings- en regelmatige onderhoudstaken door bedienings- en onderhoudspersoneel. Grote revisies vallen buiten bestek van dit handboek en hiervoor dient men de Waterkracht B.V. service afdeling te raadplegen. De ontwerpspecificatie is geattesteerd als te voldoen aan E.G. richtlijnen. Elke modificatie aan welk onderdeel dan ook is absoluut verboden en zou tot gevolg hebben de CE attestatie en keurmerken ongeldig worden.

Alle componenten, accessoires, leidingen en aansluitingen die aan het hogedrukwatersysteem worden toegevoegd behoren: * van goede kwaliteit te zijn, gekocht te zijn van een fabrikant met een goede naam en waar nodig door Waterkracht B.V. goedgekeurd te zijn. * duidelijk geschikt te zijn voor een waterdruk die minstens gelijk is aan de maximaal toelaatbare arbeidsdruk van de machine.(ook rekening houdend met de optredende piekdrukken) Details over goedgekeurde uitrustingen zijn verkrijgbaar bij de Waterkracht B.V. serviceafdeling. Door het gebruik van andere reparatie-, onderdelen dan vermeld in de bijgevoegde onderdelenlijst van Waterkracht B.V., kunnen gevaarlijke situaties ontstaan waarover Waterkracht geen controle heeft. Derhalve kan Waterkracht B.V. niet verantwoordelijk worden gehouden voor apparatuur waarin niet goedgekeurde reparatie- onderdelen zijn geïnstalleerd. Waterkracht B.V. behoudt zich het recht voor zonder voorafgaande mededelingen wijzigingen en verbeteringen aan te brengen en zonder de verplichting deze wijzigingen dan wel verbeteringen aan te brengen in reeds verkochte producten. Het bedoelde gebruik van de machine wordt hieronder kort beschreven en tevens voorbeelden van niet toegestaan gebruik. Waterkracht B.V. kan echter niet elke toepassing of werksituatie die zich kan voordoen, voorzien. IN GEVAL VAN TWIJFEL WATERKRACHT B.V. RAADPLEGEN! Deze machine is ontworpen en geleverd uitsluitend voor gebruik in de hieronder gespecificeerde omstandigheden en toepassingen: De hogedrukreinigings installaties van Waterkracht brengen een eigen krachtbron en evt watervoorraad mee. Indien de watervoorraad te gering is, kan de installatie op een watertoevoerkraan of, indien goed gefilterd, op brandkraan of op open water aangesloten worden. Naast de verschillende uitvoeringsmogelijkheden, zoals de kleine mobiele units, de gesloten aanhangers, de inbouwunits, de Skid modellen e.d. heeft Waterkracht de mogelijkheid een watergekoelde of luchtgekoelde dieselmotor als krachtbron toe te passen. Voor kleine installaties kan een benzinemotor als krachtbron toegepast worden. Voor het opwarmen van het hogedrukwater past Waterkracht in de praktijk beproefde hogedrukspiralen toe, kompleet met dieselolie-, gasbranders of elektrische verwarming. 9

VEILIGHEIDSMAATREGELEN. Algemeen Zorg er voor dat het onderhoudspersoneel voldoende getraind is, en de onderhoudshandleidingen en de tekststickers gelezen heeft. Degene die de hogedrukreiniger bedient het handboek raadpleegt voor gebruik van, of onderhoud aan de hogedrukreiniger. Verzekeren dat het bedienings- en onderhoudshandboek, niet permanent van de machine verwijderd wordt. Zorg ervoor dat bij een hogedrukinstallatie in bedrijf alle beschermkappen op hun plaats zitten en dat hogedrukslangen vrij zijn van "lussen en slagen". De specificatie van deze machine is zodanig dat hij niet geschikt is voor gebruik in ruimten waar gevaar voor brandbaar gas aanwezig is. Bij dergelijke toepassingen moeten alle plaatselijke voorschriften, praktijkcodes en werkplek reglementen opgevolgd worden. Om te verzekeren dat de machine op veilige en betrouwbare wijze werken kan, kan afhankelijk van plaatselijke reglementen en de hoogte van het betreffende gevaar, het gebruik van gasdetectoren, uitlaatvonkvangers nodig zijn. Materialen: Stijve of flexibele leidingen voor vloeistoffen in het bijzonder hogedrukleidingen, moeten bestand zijn tegen de interne en externe krachten waaraan zij normaal worden blootgesteld; zij moeten stevig zijn bevestigd en/of afgeschermd tegen externe aantasting of belasting van allerlei aard; er moeten voor zorgsmaatregelen worden genomen om gevaren bij eventuele breuken te voorkomen (plotselinge bewegingen, hogedrukstralen, enz.). De volgende stoffen kunnen tijdens gebruik van de hogedrukreiniger vrij komen: - stof afkomstig van de remvoering - uitlaatgassen van de motor - uitlaatgassen van de verwarmingsspiraal

VERMIJDT INADEMING. Zorg te allen tijde voor voldoende ventilatie voor het koelsysteem en de uitlaatgassen. De volgende stoffen die bij de productie van deze hogedrukreiniger zijn gebruikt, kunnen bij verkeerd gebruik schadelijk zijn voor de gezondheid: (indien van toepassing) - smeermiddel voor de hogedrukpomp - smeermiddel voor de motor - beschermend vet - antiroest - dieselolie of benzine - elektrolyt in de accu ZORG ERVOOR DAT GEEN VAN DE VRIJKOMENDE GASSEN IN CONTACT KOMT MET DE HUID, OGEN OF DE LUCHTWEGEN. Als reinigingsmiddel (chemicaliën) met ogen in aanraking komt, met water uitspoelen. Als reinigingsmiddel (chemicaliën) met de huid in aanraking komt, onmiddellijk met water afwassen. Bij inwendige opname van grote hoeveelheden reinigingsmiddel een arts raadplegen. Bij inademing van reinigingsmiddeldampen een arts raadplegen. Nooit vloeistoffen toedienen of braken opwekken als de patiënt bewusteloos is of convulsies (krampen) heeft. Veiligheids gegevensbladen voor pomp-, motorsmeer-, reinigingsmiddelen moeten bij de respectievelijke leveranciers aangevraagd worden. Accu: Accu's bevatten corrosieve vloeistof en produceren explosieve gassen. Niet aan open vuur blootstellen. Bij hanteren altijd persoonlijke beschermende kleding dragen. Bij starten van de machine met doorverbindings kabels, altijd verzekeren dat deze op de juiste polen aangesloten worden. NOOIT PROBEREN EEN MACHINE MET BEVROREN ACCU D.M.V. DOORVER- BINDINGSKABELS TE STARTEN, DAAR DIT EEN EXPLOSIE VEROORZAKEN KAN!! 11

Transport: Bij laden of transporteren van machines verzekeren dat de daar voor bestemde hijs- en bevestigingspunten gebruikt worden. Bij laden of transporteren van machines verzekeren dat het sleepvoertuig, zijn grootte, gewicht, sleepkoppeling en eclectische installatie alle geschikt zijn om veilig en stabiel slepen op snelheden tot het wettelijke maximum voor het land waar hij gesleept wordt, of zoals aangegeven voor het machinemodel indien lager dan het wettelijke maximum. Alvorens de machine te slepen, controleren dat: - de banden en sleepkoppeling in bruikbare staat verkeren. - de beschermkap vastzit. - alle hulpapparatuur veilig en vast opgeborgen is. - remmen en verlichting goed functioneren en aan de wegenverkeerswet voldoen. - losbreekkabels/veiligheidskettingen op trekkend voertuig aangesloten zijn. De machine moet in horizontale stand gesleept worden teneinde juiste hantering, remmen en verlichting te kunnen onderhouden. Dit kan bereikt worden door juiste instelling van sleepkoppeling op slepend voertuig en, op onderstellen met variabele hoogte, juiste instelling van dissel. Wanneer u de hogedrukreiniger parkeert, dient u gebruik te maken van de handrem en eventueel ook van wielblokken (wanneer dat nodig blijkt).

NORMAAL ONDERHOUD. In dit gedeelte wordt beschreven welke onderdelen regelmatig moeten worden onderhouden of vervangen. Informatie over de oliecapaciteit enz. kunt u vinden in het onderdeel ONDERHOUD VAN DE DIESELMOTOR en ONDERHOUD VAN DE HOGEDRUKPOMP. Zie het bedieningshandboek voor de motor voor specificaties of speciale vereisten voor de motor wat betreft reparatie of (preventief) onderhoud. Vloeistof onder hogedruk kan gevaarlijk zijn indien deze niet op de juiste wijze wordt gebruikt. Voordat u werkzaamheden aan de hogedrukreiniger gaat uitvoeren, dient u zich ervan te verzekeren dat de hogedrukreiniger niet meer onder druk staat en niet per ongeluk kan worden gestart. Verzekeren dat onderhoudspersoneel voldoende getraind en bevoegd is en de onderhoudshandboeken gelezen heeft. Alvorens te proberen enig onderhoudswerk uit te voeren, verzekeren dat: - alle waterdruk geheel ontlast en van het systeem geïsoleerd is. - de machine niet per ongeluk of op enige andere wijze gestart kan worden, door aanbrengen van waarschuwingsborden en/of passende anti-start inrichtingen. - alle reststroombronnen (net en accu) geïsoleerd zijn. Alvorens deuren, panelen te openen of te verwijderen om binnen een machine te werken, verzekeren dat: - eenieder die de machine binnen gaat zich bewust is van de lagere graad van beveiliging en de extra gevaren, waaronder hete oppervlakken en bewegende delen. - de machine niet per ongeluk of op enige andere wijze gestart kan worden, door aanbrengen van waarschuwingsborden en/of passende anti-start inrichtingen. Alvorens enig onderhoudswerk op een draaiende machine uit te voeren, verzekeren dat: - de uitgevoerde werkzaamheden beperkt blijven tot taken waarvoor de machine moet lopen. - de uitgevoerde werkzaamheden waarbij de veiligheidsinrichtingen buiten werking gesteld of verwijderd zijn, beperkt blijven tot zulke taken waarbij de veiligheidsinrichtingen buiten werking gesteld of verwijderd moeten zijn. - alle aanwezige gevaren bekend zijn (bijv. onder druk staande delen, onder spanning staande delen, verwijderde panelen, deksels en beschermkappen, extreme temperaturen, in- of uitstromen van lucht, bewegende delen, enz.) - passende persoonlijke bescherming gedragen wordt. - loshangende kleding, sieraden, lang haar veilig gemaakt worden. - waarschuwingsborden die aangeven dat onderhoudswerk in uitvoering is op duidelijk zichtbare plaatsen aangebracht worden. 13

Na voltooien van onderhoudstaken en alvorens de machine weer in gebruik te stellen, verzekeren dat: - de machine passend getest is. - alle beschermkappen en veiligheidsinrichtingen aangebracht zijn. - alle panelen, beschermkappen teruggezet zijn. - gevaarlijke materialen effectief verpakt en afgevoerd zijn. BUITENGEBRUIKSTELLING. Wanneer de machine permanent buiten gebruik gesteld of gedemonteerd gaat worden, is het van belang dat elke kans van gevaar ofwel geëlimineerd of aan de ontvanger medegedeeld wordt. In het bijzonder: - Accu's of onderdelen die asbest bevatten niet vernietigen zonder de materialen veilig te verpakken - Geen enkel drukvat wegwerpen zonder dit duidelijk te kenmerken met de betreffende informatie, of dit onbruikbaar te maken door boren van gaten of in delen te snijden. - Smeer- of koelmiddelen niet op open grond of in riolen gieten. - Nooit een complete machine afvoeren zonder vergezeld te laten gaan door documentatie m.b.t. tot aanwijzigingen voor zijn gebruik. Eindverantwoording m.b.t. engineering, constructie, opbouw en werking: Bij levering van een losse installatie en/of losse componenten, toebehoren, accessoires, e.d., kan Waterkracht nimmer aansprakelijk gesteld worden voor de beoogde werking, levensduur en gevolgschades, van welke aard dan ook.

1. INLEIDING. Met de aanschaf van de "Yukon 315" bent U in het bezit gekomen van een unieke, betrouwbare hogedruk reinigingsinstallatie met vele toepassingsmogelijkheden. Door de unieke combinatie van grote reinigingscapaciteit en geringe afmetingen van de unit is deze installatie bij uitstek geschikt voor de professionele gebruiker. Door de unieke combinatie van hogedruk en temperatuur zal in vele gevallen het gebruik van agressieve reinigingsmiddelen overbodig worden. Om de geluids productie tot een minimum te beperken is een geluidsarme dieselmotor als krachtbron ingebouwd. Bij gebruik van de hogedruk installatie dient U zich er echter wel terdege van bewust te zijn van het vernietigende effect van de messcherpe hogedrukstraal en de hoge watertemperatuur. Spuit daarom nooit in de richting van levende wezens, zorg voor voldoende beschermende kleding en zorg dat men veilig kan werken. Tijdens het werken met een hogedrukpistool dient men op een stabiele, stroeve ondergrond te staan. Gebruik ook alleen de bij de installatie behorende slangen en pistolen, daar deze berekend zijn op de capaciteiten van de "Yukon 315". 1.2. After sales. Snelle Persoonlijke Service wordt bij Waterkracht met hoofdletters geschreven. Vanuit diverse plaatsen in Nederland zijn dagelijks dertien compleet geoutilleerde servicewagens onderweg om overal waar nodig assistentie te verlenen. Waterkracht-afnemers kunnen voor hun hogedruk reinigings apparatuur service-contracten afsluiten voor regelmatig onderhoud. Dit vergroot de bedrijfszekerheid van de hogedruk units. Bij storingen is de Waterkracht-service normaliter binnen 24 uur ter plaatse. 15

2. TECHNISCHE BESCHRIJVING. 2.1. Algemeen. De hogedrukinstallatie "Yukon 315" is opgebouwd uit de volgende hoogwaardige componenten: * 2 Cilinder dieselmotor, Kubota. * Hogedruk plunjerpomp, Aquabar. * Dieseloliebrander, Mazzoni 12 Volt. * Drukregelautomaat, type Pulsar zero. * Hogedrukslangen, hogedrukspuitlans. * Stuur- en beveiligingsschakelingen. 2.1.1. Opbouw. Het hart van de installatie wordt gevormd door de 2 cilinder dieselmotor. Door middel van een tandwiel reductiekast wordt de hogedrukpomp aangedreven. De powerset is door middel van vier trillingsdempers op de vloer geplaatst. Centraal in het midden is de watervoorraadtank geplaatst, naast de watervoorraadtank is de dieselolie voorraadtank gemonteerd. Aan de achterzijde van de installatie zijn de hogedruk verwarmingsspiraal en de hogedruk slanghaspel gemonteerd, tevens is hier de elektrische schakelkast, voorzien van schakel- en bedieningscomponenten geplaatst. Het geheel kan in een aanhangwagen geplaatst worden. De aanhangwagen dient zowel wat betreft maatvoering als toelaatbaar inbouwgewicht geschikt te zijn voor de hogedruk installatie. 2.1.2. Werking. Bij het openen van het hogedruk spuitpistool komt de hogedrukpomp op druk en is er een doorstroming. Dit wordt gesignaleerd door een drukschakelaar en een flowschakelaar, deze zorgen ervoor dat, via een relais, de brandstof magneetklep en de ontstekingstrafo van de verwarmingsspiraal voorzien worden van de benodigde spanning. Bij het sluiten van het hogedruk spuitpistool is er geen doorstroming meer en wordt de brandstof magneetklep en de ontstekingstrafo van de verwarmingsspiraal door het relais weer uitgeschakeld. Zodra het hogedrukpistool weer wordt geopend, is de vooraf ingestelde werkdruk en wateropbrengst direct weer beschikbaar.

2.1.3. Bedieningspaneel. Op de machine is het centrale bedieningspaneel gemonteerd, onder andere voorzien van de dieselmotor start/contact schakelaar, bedrijfs urenteller, controlelampen, brandstofniveaumeter. Tevens zijn in de branderkast de volgende besturings componenten gemonteerd: brander Aan/Uit schakelaar, controle lamp Brander in bedrijf en een regelthermostaat tbv het thermosstatisch regelen van de watertemperatuur. - Reiniging met warm water: Is de reiniging met warm water gewenst, dan kan de dieseloliebrander ingeschakeld worden door de brander Aan/Uit schakelaar op het bedieningspaneel in stand Aan te draaien. Met de temperatuurinstelling, welke zich op het bedieningspaneel bevindt, kan de gewenste watertemperatuur ingesteld worden. De installatie is voorzien van een regel thermostaat ter handhaving van de ingestelde temperatuur en een maximaal thermostaat ter beveiliging van de branderspiraal. 2.1.4. Watervoorraadtank. De watervoorraadtank dient als buffervoorraad en is voorzien van een watertoevoer vlotterafsluiter. Daarnaast bevat de tank een aantal beveiligingen om te voorkomen dat de hogedrukpomp beschadigingen oploopt. 2.1.5. Hogedrukpomp. De hogedrukpomp zuigt het water aan door een warmtewisselaar en een water aanzuigfilter uit de watervoorraadtank. De persgroep van de hogedrukpomp is voorzien van een mechanisch drukregelautomaat, veiligheids overdrukventiel, drukschakelaar, flowschakelaar en een manometer om de waterdruk af te lezen. 2.1.6. Aandrijving. De aandrijving (via een tandwiel reductiekast) geschiedt door middel van een dieselmotor. Het olie niveau in de tandwiel reductiekast is eenvoudig af te lezen door middel van een oliepeilglas. 2.1.7. Drukschakelaar / Flowschakelaar. De drukschakelaar en de flowschakelaar zorgen ervoor dat na het sluiten van het hogedruk spuitpistool de verwarmingsspiraal uitgeschakeld wordt. 17

2.1.8. Verwarmingsunit. Om 15 liter water op te warmen van 10 C tot 98 C is de unit is uitgerust met een 12 Volt dieseloliebrander, hiermee wordt het water na de pomp opgewarmd. Ontkalken. Om verstoppingen van de hogedrukspiraal (en daarmee schade aan de hogedrukreiniging unit) te voorkomen, dient deze periodiek ontkalkt te worden. Hiervoor moet een speciaal ontkalkingsmiddel aan het water worden toegevoegd. Wij adviseren de ontkalking door een erkende servicedienst te laten uitvoeren. De frequentie van de ontkalkingsprocedure is sterk afhankelijk van de waterhardheid. 2.1.9. Drukregelautomaat. De mechanische drukregelautomaat is een belangrijk onderdeel van de installatie. Door deze drukregelautomaat wordt de door U ingestelde werkdruk geregeld en gehandhaafd. Bij het starten van de motor en na het sluiten van het hogedrukpistool wordt de drukregelautomaat in de "bypass" stand geschakeld en de druk in de hogedrukpomp valt weg. De hogedrukpomp kan nu het water drukloos rondpompen. 2.1.10. Werkdruk instellen. Door de gashendel, gemonteerd aan de zijkant van de branderkast, is het toerental van de dieselmotor en daarmee de werkdruk en wateropbrengst in te stellen: Toerental laag Toerental hoog - Werkdruk laag. - Werkdruk hoog. LET OP! De maximale werkdruk van 280 bar mag niet worden overschreden. Als gevolg van de gewijzigde werkdruk varieert ook het waterverbruik. 2.1.11. Afkapkogelkraan. De watervoorraadtank van de unit uitgerust met een kogelafsluiter. Deze voorziening is bedoeld om de watervoorraadtank af te tappen, en ingeval van nood te kunnen beschikken over koud water.

2.2. Beveiligingen. 2.2.1. Algemeen. De hogedruk reinigings installatie is uitgerust met de volgende beveiligingen: * Waterniveau in de voorraadtank te laag. * Te hoge koelvloeistoftemperatuur dieselmotor. * Te geringe smeeroliedruk in het dieselmotor carter. * Max. rookgas temperatuur te hoog. * Laadstroom van dynamo. Bij het in werking treden van één van de bovenstaande beveiligingen licht een controlelamp op (m.u.v. de maximaal thermostaat) en wordt de installatie uitgeschakeld. Als er een beveiliging in werking getreden is achterhaal eerst de oorzaak alvorens de installatie opnieuw te starten. Bij werkzaamheden aan de installatie dient de installatie uitgeschakeld te zijn d.m.v. de contactschakelaar. 2.2.2. Beveiliging hogedrukpomp. Mocht het waterniveau in het reservoir te laag zijn treedt de niveaubeveiliging in werking. Dit systeem signaleert een te laag waterniveau en stopt de dieselmotor. Tevens licht de betreffende controlelamp op. 2.2.3. Beveiliging dieselmotor. Mocht de temperatuur van het koelwater van de dieselmotor te hoog zijn dan treedt de temperatuur beveiliging in werking. Deze beveiliging schakelt eveneens de dieselmotor uit. Tevens licht de betreffende controlelamp op. 19

2.3. Te maken aansluitingen. 2.3.1. Watertoevoer. Sluit het uiteinde van de watertoevoerslang aan op een watertoevoer aansluitpunt en een wateraftappunt. De watertoevoer capaciteit moet minimaal gelijk zijn aan het maximale waterverbruik van de unit. Watertoevoer aansluiting; ¾" Geka snelkoppeling. Belangrijk! Altijd eerst water van het aftappunt vrij weg laten lopen voordat men de watertoevoerslang aan het aftappunt aansluit, om zo eventuele vervuiling in het watertoevoer systeem te voorkomen. De hogedrukunit dient gevoed te worden met schoon water van een goede kwaliteit. Kalk- of ijzerhoudend water alsmede andere verontreinigingen kunnen ernstige schade aan de installatie toebrengen. 2.3.2. Hogedruk aansluiting. Het uiteinde van de hogedrukslang, gemonteerd op de hogedruk slanghaspel, dient te worden aangesloten op het spuitgarnituur. Gebruik leidingen met de juiste diameter om stromingsverliezen te beperken en met de juiste wanddikte geschikt voor de maximale werkdruk. Pers aansluiting; M24 snelkoppeling.

2.4. Onderdelenlijst. De hogedruk reinigings installatie Yukon 315" is opgebouwd met onder meer de volgende componenten: 1 Watervoorraadtank, inhoud 100 liter Wk.nr: (afhankelijk van de uitvoering) voorzien van: 1a Watertoevoer kaarsfilter, ¾ Wk.nr: 217769 - filterelement 75 micron (tbv kaarsfilter) Wk.nr: 217764 1b Vlotterafsluiter, ¾" Wk.nr: 217657 1c Aftapkraan 1" Wk.nr: 217484 1d Aanzuig Y-filter, ¾"- 10 Bar - 40 C Wk.nr: 217786 - filterelement, 1 mm. Wk.nr: 217697 - O-ring 2 x 35,5 mm. Wk.nr: 217788 1e Waterniveau sensor, S1PML 1A Wk.nr: 2 Hogedruk drie-plunjerpomp, Wk.nr: 204768 type Aquabar XW 15.30 N max. 15 liter - 280 bar. 3 Watergekoelde 2-cilinder dieselmotor, Kubota Z 602 Wk.nr: 202589 3a - warmtewisselaar Kubota R75-16" Wk.nr: 202126 3b - temperatuur beveiliging, klikson Wk.nr: 272552 3c - doseerpomp kalkbinder, 12V 24V Wk.nr: 276416 - jerrycan 5 liter + dop Wk.nr: 276022-4 mm chemicaliënslang Wk.nr: 301020 - kalkbinder vloeibaar (per liter) Wk.nr: 301687 4 Tandwiel reductiekast, type 1-2.176 Wk.nr: 202998 5 Drukregelautomaat, type Pulsar. Wk.nr: 277768 5a Manometer 400 bar (achter) Wk.nr: 300750 5b Overdrukventiel. Wk.nr: 5c Drukschakelaar, type UL 200 Wk.nr: 203721 5d Flowschakelaar, type ST 5 Wk.nr: 272556 6 Hogedruk verwarmingsunit, Wk.nr: type: Mazzonni 350 bar - 12 Volt, 88 kw, ketelrendement 88% Watertoevoerslang, 10 meter Tricoflex ¾". Wk.nr: 217101 voorzien van: ¾ Geka pilaar Wk.nr: 217151 8 Hogedruk slanghaspel, type Alu. 300 bar 3/8 aansl Wk.nr: 301784 - Hogedruk-slang, HST10 500 bar Wk.nr: 277445 voorzien van: pershuls, HS10 Wk.nr: 277213 persnippel haspelzijde, NS10 3/8 W Wk.nr: 277366 persnippel pistoolzijde, NS10 3/8 W Wk.nr: 277366 M 24 female 3/8 bu Wk.nr: 260268 9 Spuitgarnituur. - Hogedruk vingertip pistool RL56 Wk.nr: 306865 - Spuitlans, rvs 0,8 mtr. ¼ Wk.nr: 275941 - Hogedruk nozzle type 15035 vlakstraal Wk.nr: 113513 10 Elektrische schakelkast brander, Mazzonni Wk.nr: 21

10 Elektrische schakelkast, ABS Wk.nr: 272225 Uitgerust met stuur- en beveiligingsschakelingen: KS - Kontactslot Kubota Wk.nr: 202913 NS - Noodstopknop, Wk.nr: 272259 D - Diode, BY228/BY448 Wk.nr: 272319 - Drukknop zwart, Wk.nr: 272298 - Drukknop geel, Wk.nr: 272206 - lampje BA9S 12V 3W Wk.nr: 272849 L1 - Controle lamp (rood) Wk.nr: 272176 - lampje BA9S 12V 3W Wk.nr: 272849 - lampje 12 V 4W Wk.nr: 262305 T - Brandstofmeter, Wk.nr: 306009 U - Bedrijfsurenteller. Wk.nr: 273600 Inwendig is de schakelkast voorzien van; - Zekering houder Maxi Wk.nr: 272037 - Autozekering houder Wk.nr: 272684 Z - 5A Wk.nr: 272057 Z - 15A Wk.nr: 272075 Z - steekzekering Maxi 40 Amp. Wk.nr: 272028 K - Relais 12V - 20/30A Wk.nr: 272316 11 Accu 60500 12V - 45Ah. Wk.nr: 273365 12 Dieselolievoorraadtank kunststof, inh. 40 liter voorzien van: Wk.nr: - Brandstof niveaumeter. Wk.nr: 306011

3. BEDIENING VAN DE INSTALLATIE. Belangrijk: Voorkoming van ongelukken De installatie is zodanig uitgevoerd dat er bij normale bediening de kans op ongevallen zeer gering is. De installatie is hoofdzakelijk bedoeld voor reinigingswerkzaamheden m.b.v. hogedrukspuitpistolen. Er dient nadrukkelijk gewezen te worden op het gevaar van, vooral op korte afstand, de "messcherpe" water straal van het hogedrukpistool. Spuit nooit in de richting van mensen, dieren of electro componenten zoals schakelaars, electromotoren, schakelkasten e.d. 3.1. Controle voor het in bedrijf nemen. Alvorens de installatie in bedrijf te stellen dient men de volgende punten te controleren: * Stand van de machine. De machine moet zo goed mogelijk horizontaal staan tijdens gebruik. * Oliepeil van de dieselmotor. De olie moet minstens in het aangegeven gebied op de oliepeilstok staan, als dit niet het geval is, moet men onmiddellijk bijvullen met de voorgeschreven olie. (zie: par. 4.2. "Onderhoud van de dieselmotor"). * Oliepeil in het carter van de tandwiel reductiekast. De olie moet minstens tot het midden van het kijkglas staan, als dit niet het geval is, moet men onmiddellijk bijvullen met de voorgeschreven olie. (zie: par. 4.2.1, "Onderhoud van de tandwiel reductiekast"). * Oliepeil in het carter van de hogedrukpomp. De olie moet minstens tot het midden van het kijkglas staan, als dit niet het geval is, moet men onmiddellijk bijvullen met de voorgeschreven olie. (zie: par. 4.3., "Onderhoud van de hogedrukpomp"). * Koelvloeistofniveau in het koelsysteem van de dieselmotor. Indien nodig bijvullen met koelvloeistof. * Brandstofniveau in de dieselolie voorraadtank. Het is een goede gewoonte de dieselolietank na iedere werkdag bij te vullen, dit voorkomt condensatie in de tank. VOORZICHTIG: Bij tanken: - motor uitschakelen. - niet roken. - eventueel open vuur doven. - brandstof niet in contact laten komen met hete oppervlakken. - persoonlijke veiligheidsuitrustingen dragen. Raakt de tank leeg tijdens gebruik, kan het noodzakelijk zijn dat het brandstofsysteem van de dieselmotor ontlucht wordt. * Vervuiling van de filters in het lagedruk watertoevoergedeelte. Afhankelijk van de waterkwaliteit is een periodieke filtercontrole c.q. reiniging vaak voldoende. * Correcte aansluiting van slangen, pistolen en nozzles. * Zorg ervoor dat voor het starten van de installatie de zijkleppen/deuren van de aanhangwagen gesloten zijn. 23

3.2. In bedrijf stellen. WAARSCHUWING! Vóór het starten dient men zich ervan te overtuigen, dat niemand zich in de gevarenzone van de machine bevindt. Onder geen beding mag gebruik worden gemaakt van vluchtige vloeistoffen zoals ether om de installatie te starten. Als bovenstaande punten gecontroleerd zijn kan men overgaan tot het starten van de installatie: 1. Sluit de watertoevoerslang aan op een daarvoor bestemd aftappunt en vul de watervoorraadtank. 2. Sluit de hogedrukslang aan op de HD-aansluitpunt van de installatie en sluit het hogedrukpistool aan. (Als deze niet vast aan de slang is gemonteerd). 3. Gashendel ongeveer op een 1/4 van zijn bereik zetten. 4. Draai de contactsleutel in de eerste stand (linksom - voorgloeien), houdt de sleutel gedurende een paar seconden vast en ga vervolgens verder met onderstaand. 5. Draai de contactsleutel door in de stand "START / RUN". De startmotor begint te draaien. Als de motor aanslaat, de contactsleutel direct loslaten. De motor zal nu in een stationair toerental gaan draaien. Opmerking: De contactsleutel moet uit zichzelf naar stand "O" terugveren. LET OP! De contactsleutel nooit bij een draaiende motor in de stand START / RUN draaien. Ga verder met het onderstaande: 6. Controleer of de oliedruk controlelamp gedoofd is. Is dit niet het geval, dan onmiddellijk de motor stoppen en de motorolie nalopen (smering en niveau) of eventueel de elektrische bekabeling controleren (oliedrukzender). 7. Als de motor na ca. 10 seconden starten niet aanslaat, wacht dan 60 seconden alvorens weer te starten. De startmotor niet langer dan 10 seconden laten draaien. 8. Laat de motor enkele minuten warmdraaien, alvorens de dieselmotor in een hoog toerental te zetten. Doe dit niet alleen in de winter maar ook tijdens de warmere maanden, om de levensduur van de motor te verlengen. 9. Laat de motor enkele minuten warmdraaien, alvorens de dieselmotor in een hoog toerental te zetten. Doe dit niet alleen in de winter maar ook tijdens de warmere maanden, om de levensduur van de motor te verlengen. 10. Sluit de hogedrukslang en het spuitpistool aan. Open de bijbehorende hogedruk afsluiter. 11. Richt de spuitlans op het te reinigen object en open het pistool, en de hogedrukpomp levert nu de door U ingestelde waterdruk.

Belangrijk: Voorkomen van ongelukken. Er dient nadrukkelijk gewezen te worden op het gevaar van, vooral op korte afstand, van de messcherpe waterstraal van het hogedrukspuitpistool. Spuit nooit in de richting van mensen, dieren of elektrocomponenten zoals schakelaars, elektromotoren, schakelkasten e.d. 12. Tijdens bedrijf kan de waterdruk naar wens ingesteld/geregeld worden tot een maximum van 280 bar. Werkdruk instellen middels gashendel: - toerental laag - werkdruk laag. - toerental hoog - werkdruk hoog. Ga als volgt te werk: Bij een geopend spuitpistool het toerental verhogen tot dat de gewenste werkdruk is bereikt. Om de machine niet onnodig te belasten, dient deze instelling nauwkeurig te geschieden. (het toerental niet hoger kiezen dan gewenst). De pomp levert nu de door U ingestelde waterdruk. 13. Indien reiniging met heet water gewenst is, kan dat met behulp van de op de schakelkast gemonteerde regelthermostaat (Th) ingesteld worden, wanneer de brander in bedrijf is zal de groene controlelamp (L) gaan branden. 25

WAARSCHUWING: - Men dient er zeker van te zijn dat er zich niemand in de gevarenzone van de unit bevindt. - De waterstraal is "kokend heet en messcherp", spuit nooit in de richting van personen. - Voordat men met werkzaamheden aan de installatie begint, altijd eerst de installatie buiten bedrijf stellen. LET OP! Voordat men de machine uitschakelt altijd eerst de brander uitschakelen en nog enige tijd doorspuiten totdat het water, hogedrukleidingen en koppelingen zijn afgekoeld. Voordat men met werkzaamheden aan de installatie begint, altijd eerst de installatie buiten bedrijf stellen. Vervolgens: De installatie starten. (Zie 3.2. In bedrijf stellen.) Richt de spuitlans op het te reinigen object en open het pistool. Tijdens bedrijf kan de waterdruk naar wens ingesteld worden. Werkdruk voor de Kokend Heetwater Techniek geldt een werkdruk van ca. 100 bar. Ga als volgt te werk: Bij een geopend spuitpistool het toerental verlagen tot dat de gewenste werkdruk is bereikt. Om de machine niet onnodig te belasten, dient deze instelling nauwkeurig te geschieden. (het toerental niet hoger kiezen dan gewenst). Stel vervolgens de temperatuur in met de thermostaat. Opm; Na het sluiten en vervolgens weer openen van het hogedrukpistool blijft de stand Heetwater gehandhaafd, tot dat deze wordt uitgeschakeld door de thermostaat op nul te draaien. WAARSCHUWING: - De waterstraal is "Kokendheet en messcherp", spuit nooit in de richting van personen. - Men dient er zeker van te zijn dat er zich niemand in de gevarenzone van de unit bevindt.

3.3. Controles tijdens het in bedrijf zijn van de installatie. - Tijdens het in bedrijf zijn van de installatie dient een tweede persoon de manometer in de perszijde van de hogedrukpomp te controleren of de ingestelde werkdruk constant is en niet wordt overschreden. Tevens dient deze persoon de bediener van het spuitpistool in de gaten te houden, beide personen dienen in elkaar zicht te werken. Bij een ongeval of het defect raken van een installatie onderdeel, dient men de installatie onmiddellijk te stoppen door middel van de contactschakelaar. Indien de installatie is uitgeschakeld als gevolg van een storing, dan dient deze storing te worden opgespoord en verholpen voordat de installatie opnieuw kan worden gestart. Indien de installatie is uitgeschakeld omdat zich een gevaarlijke situatie voordoet, dan dient u er zeker van te zijn dat de installatie zonder gevaar kan functioneren voordat de installatie opnieuw kan worden gestart. 3.4. Buiten bedrijf stellen van de installatie. Motor - zo mogelijk - niet vanuit vollast stopzetten. In noodgevallen: - contactsleutel in de stand "OFF" zetten. 1. Indien er gebruik is gemaakt van heet water, de regelthermostaat op nul zetten en nog enige tijd doorspuiten totdat het water is afgekoeld. 2. Sluit het hogedrukpistool. 3. Stop de dieselmotor door de contactsleutel naar links te draaien. 4. Open het hogedrukpistool om er zeker van te zijn dat pistool en hogedrukslang zijn ontlast. 5. De hogedrukslang kan nu opgerold worden. 6. Sluit de watertoevoer, ontlast eventueel de watertoevoerslang middels het rode drukknopje op het kaarsfilter en rol de watertoevoerslang op. 7. Indien nodig kan de watervoorraadtank afgetapt worden door de aftapafsluiter te openen. N.B. Na het stopzetten van de machine resp. na werktijd contactsleutel verwijderen en buiten bereik van onbevoegden houden. 3.5. Noodstop In geval van nood kan de installatie gestopt worden via de noodstopknop op het bedieningspaneel. (Gebruik deze ook alleen in nood gevallen) Indien de installatie is uitgeschakeld als gevolg van een storing, dan dient deze storing te worden opgespoord en verholpen voordat de installatie opnieuw kan worden gestart. Indien de installatie is uitgeschakeld omdat zich een gevaarlijke situatie voordoet, dan dient u er zeker van te zijn dat de installatie zonder gevaar kan functioneren voordat de installatie opnieuw kan worden gestart. 27

4. ONDERHOUDSINSTRUCTIES. 4.1. Algemeen. Wees ervan overtuigd dat de unit is uitgeschakeld wanneer onderhoudsof reparatiewerkzaamheden plaats vinden. Het stipt en nauwkeurig uitvoeren van periodieke onderhouds- en controlebeurten komt de levensduur en betrouwbaarheid van de installatie ten goede. Bij het behandelen en opruimen van gebruikte olie, filters en reinigingsmiddelen dienen de wettelijke voorschriften in acht te worden genomen. * Voordat u werkzaamheden aan de installatie gaat uitvoeren, dient u zich ervan te verzekeren dat de installatie is afgekoeld, niet meer onder druk staat en niet per ongeluk kan worden gestart. * Voor de verwijdering van smeerolie, filters en reinigingsmiddelen dienen de geldende wettelijke voorschriften in acht genomen te worden. * Aanzetslinger en/of contactsleutel buiten bereik van onbevoegden houden. * Maak altijd de accukabels los voordat u onderhoudswerkzaamheden gaat verrichten. * Na beëindiging van onderhoudswerkzaamheden controleren of al het gereedschapverwijderd is en alle beschermingen zijn aangebracht. * Vóór het starten dient men zich ervan te overtuigen, dat niemand zich in de gevarenzone van de machine bevindt. * De installatie moet na 50 draaiuren een eerste onderhoudsbeurt verkrijgen, uitgevoerd door Waterkracht B.V. Vervolgens dient elke 150 à 200 draaiuren een onderhoudsbeurt uitgevoerd te worden. * Regelmatig dient het aanzuigfilter gereinigd te worden, afhankelijk van de waterkwaliteit. Het micronfilter kan eenvoudig schoongespoeld worden door het openen van de aftapafsluiter aan de bovenzijde van het filter. * Bij vorstgevaar dient de installatie voldoende beschermd te zijn, dit om ernstige schade te voorkomen. (zie par. 4.4. "Voorzorgsmaatregelen bij vorstgevaar").

4.2. Onderhoud van de dieselmotor. Oliepeil controleren: Controleer voor elk gebruik het olieniveau in het carter van de dieselmotor. Vul olie bij, indien nodig. Olie verversen: De olie dient ververst te worden, volgens schema: 1e Vervanging : na 50 draaiuren elke volgende verversing : na 200 draaiuren. Voorgeschreven oliesoort: API classificatie CD (serie 3) SAE 15W/50. Olie inhoud motor carter: 2,5 L. N.B. Pas op voor verbranding, temperatuur van de smeerolie kan ± 100 C bedragen. De oude olie opvangen en milieuvriendelijk afvoeren, evenals vervuilde poets doeken. Oliefilter : Elke 200 draaiuren dient tevens het oliefilter vervangen te worden. Reinig de buitenkant van de filterbehuizing en verwijder het filter door deze los te draaien. Reinig het raakvlak van de filterpakking en monteer het nieuwe filter. Luchtfilter : Afhankelijk van de vetsmering elke 200 uur reinigen. Na 6 reinigingen het luchtfilter vervangen. Dynamoriem: Elke 200 draaiuren de spanning controleren en naspannen indien nodig. De speling mag niet meer dan 9 mm. bedragen bij een trekkracht van 10 kgf. Brandstof : Elke 50 uur slangen en klemmen controleren, elke 200 uur brandstoffilter verwisselen. N.B. Bij werkzaamheden aan het brandstofsysteem: GEEN OPEN VUUR, NIET ROKEN!! 29

Accu : In het omgaan met accu's dient men zich te houden aan de veiligheidsvoorschriften van de fabrikant. Geen gereedschap op de accu plaatsen. Accuzuur iedere 150 uur controleren, accu elke maand of om de 2 maanden opladen indien nodig. Houdt de aansluitpunten van de accu en de bijbehorende kabelklemmen goed schoon en voorzie deze van een dun laagje (zuurvrij) smeervet om corrosie tegen te gaan. Zie voor uitgebreide gebruiks- en onderhoudsinstructies, onderhoudstabellen, storingsoplossingen en overige technische gegevens van de dieselmotor het Kubota instructieboek. 4.2.1. Tandwiel reductiekast overbrenging. De hogedrukpomp wordt middels een tandwiel reductiekast aangedreven. Het olie niveau in de tandwiel reductiekast dient regelmatig gecontroleerd en indien nodig bijgevuld te worden. Het oliepeil dient in het midden van het peilglas te staan. Teveel olie in de tandwiel reductiekast kan de temperatuur sterk doen oplopen, waardoor schade kan ontstaan. Voorgeschreven oliesoort: SAE 80W90 Wk.nr: 276001. Olie inhoud motor carter: 0,37 L. N.B. Wees er zeker van dat de unit is uitgeschakeld, voordat men werkzaamheden aan de installatie gaat uitvoeren. Pas op voor verbranding, temperatuur van de smeerolie kan 100 C bedragen. De oude olie opvangen en milieuvriendelijk afvoeren, evenals vervuilde poets doeken.

4.3. Onderhoud van de hogedrukpomp. Oliepeil controleren: Vóór elk gebruik van de machine dient het olieniveau in het carter van de hogedrukpomp gecontroleerd te worden. Vul bij met een voorgeschreven oliesoort als het oliepeil te laag is. Voorgeschreven oliesoort: SEA 30 of 90. 1.2 L. Olie inhoud pomp carter: Olie verversen: * Om de levensduur aanzienlijk te verlengen zal de olie in het pompcarter regelmatig volgens onderstaand smeerplan ververst moeten worden: 1e Verversing: na 50 draaiuren. 2e Verversing: na 200 draaiuren. Vervolgens elke 200 tot 500 draaiuren, afhankelijk van de capaciteit en omgevingscondities, doch tenminste éénmaal per jaar. * Het verversen van de olie dient uitsluitend te gebeuren als de pomp nog warm is. De olie kan volledig afgetapt worden. * Let bij het vullen goed op het olieniveau. Het oliepeil dient in het midden van het peilglas te staan. Teveel olie in het carter kan de temperatuur sterk doen oplopen, waardoor schade kan ontstaan. * Bij elke verversing controleren of er eventueel water in het drijvende gedeelte van de pomp binnengedrongen is (opschuimen van de olie), of dat er olielekkage plaats gevonden heeft. Olielekkages dienen onmiddellijk verholpen te worden, daar anders het pompdrijfwerk droog kan gaan draaien. Dit kan ernstige pompschade tot gevolg hebben. Aanhaalmomenten AR pomp. De pompkop-, en plunjerbouten ed. dienen als volgt aangehaald te worden: Tek.nr. Nm. - pompkop bouten (1) 50 - pers-/zuigdop (3) 68 - lagerdeksel (28) 24,5 - plunjermoer (17) 12 Aanzuigfilter: Het aanzuigfilter in de zuigzijde van de pomp, dient regelmatig gecontroleerd en gereinigd te worden. Verstopte filters, alsmede lekkages in de zuigzijde van de unit doet de pomp lucht aanzuigen wat gepaard gaat met hevige pompvibraties, dit kan ernstige pompschade tot gevolg hebben. 31