Voorstel van het presidium inzake vaststelling van de Verordening voorzieningen raadsleden 2013.

Vergelijkbare documenten
Hoofdstuk I Begripsomschrijvingen

Voorstel van het presidium inzake wijziging Verordening voorziening raadsleden 2007.

Onderwerp: Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2013.

Gelet op de artikelen 44, tweede en derde lid, 95 tot en met 99 en 147 van de Gemeentewet;

Verordening voorzieningen wethouders, raads- en commissieleden De raad van de gemeente Maasdriel;

Gelet op de artikelen 95 tot en met 99 en 147 van de Gemeentewet, Verordening rechtspositie raadsleden gemeente Valkenburg aan de Geul 2008

Onderwerp: Voorstel tot vaststelling van Verordening rechtspositie wethouders, raadsleden 2012.

GEMEENTE SCHERPENZEEL. Raadsvoorstel

gelet op de artikelen 44, tweede en derde lid, 95 tot en met 99 en 147 van de Gemeentewet,

RAADSBESLUIT. Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 24 april 2012, met nummer 33/2012;

Verordening rechtspositie wethouders en raadsleden 2007

Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2013

4",..,,,.' B .C-. E R N H EZ E. gezien het bijbehorende voorstel van burgemeester en wethouders van 15 april 2014;

Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden gemeente Houten

Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden van de gemeente Leudal 2014

Raadsbesluit Reg. nr : Ag. nr : 9 Datum :

De gemeenteraad van Heusden in zijn openbare vergadering van ; gezien het voorstel van het college van 6 februari 2007,doc.nr. B /09192;

Verordening rechtspositie wethouders en raadsleden 2009

Concept verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2014

VERORDENING RECHTSPOSITIE WETHOUDERS, RAADS- EN COMMISSIELEDEN 2014

VERORDENING RECHTSPOSITIE WETHOUDERS, RAADS- EN COMMISSIELEDEN GEMEENTE SINT ANTHONIS

vast te stellen de volgende: Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2011

Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden

- 1 - gelet op de artikelen 44, tweede en derde lid, 95 tot en met 99 en 147 van de Gemeentewet;

Gemeente Wormerland. Verordening rechtspositie Wethouders, Raads- en Burgerraadsleden Wetstechnische informatie. Tekst van de regeling

Hoofdstuk I Begripsomschrijvingen

gelet op de artikelen 44, tweede en derde lid, 95 tot en met 99 en 147 van de Gemeentewet,

Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2013 onder de WKR

Gemeenteblad van Zaltbommel 2011 Nr. 4.1

gezien de circulaires van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten d.d. 17 mei 2006 (MARZ/CvA/U ) en 7 juli 2006 (MARZ/CvA/u );

Artikel 3 Onkostenvergoeding Artikel 4 Berekening en betaling vaste vergoedingen Artikel 5 Reiskosten Artikel 6 Verblijfkosten

Onderwerp: Vaststelling van de Verordening rechtspositie wethouders, raads- en burgerraadsleden 2006.

RIS144276_16-MEI Voorstel van het presidium inzake verordening voorzieningen raadsleden.

Nr GEMEENTEBLAD De raad van de gemeente Westerveld, Hoofdstuk

Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2014

vast te stellen de verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2012.

Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden

Verordening rechtspositie wethouders, raadsen commissieleden gemeente Kerkrade 2014

Reg. nr.: Z /INT *ZAADFBAC759* Oude versie met artikelsgewijs de aanpassingen.

Behandelend ambtenaar E.J. Maring-van der Ploeg, (t.a.v. E.J. Maring-van der Ploeg)

Verordening rechtspositie raadsleden, fractievertegenwoordigers en wethouders

Voorstel van het presidium inzake vaststelling van de Verordening rechtspositie raadsleden 2017.

Verordening rechtspositie raadsleden en fractievertegenwoordigers

gelet op de artikelen 44, tweede en derde lid, 95 tot en met 99 en 147 van de Gemeentewet;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 15 mei 2007;

gelezen het voorstel van de burgemeester en wethouders d.d. 9 maart 2010;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 20 december 2011, nr ;

Bestuurszaken en Veiligheid. telefoon (0184) 495. gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 4 september 2009;

gelet op de artikelen 44, tweede en derde lid, 95 tot en met 99 en 147 van de Gemeentewet;

Verordening rechtspositie wethouders, raads-en commissieleden 2006

Hoofdstuk I Begripsomschrijvingen

Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2006

gelet op de artikelen 44, tweede en derde lid, 95 tot en met 99 en 147 van de Gemeentewet;

VERORDENING RECHTSPOSITIE WETHOUDERS, RAADS- EN COMMISSIELEDEN (inclusief 1 e wijziging)

Gelet op de artikelen 95 tot en met 99 van de Gemeentewet en het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden;

Verordening Rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden

Raadsvoorstel Reg. nr : Ag nr. : Datum :

RAADSBESLUIT. Datum en nummer 20 september 2007, nummer 040/2007. De raad van de gemeente Papendrecht;

verordening op rechtspositie wethouder, raads- en commissieleden van de gemeente Sliedrecht 2009

VERORDENING VOORZIENINGEN WETHOUDERS, RAADSLEDEN, DUO RAADSLEDEN EN COMMISSIELEDEN.

Onderwerp: Wijziging "Verordening wethouders en raadsleden 2007"

Verordening rechtspositie Wethouders, Raads- en Forumleden in de gemeente Montfoort 2011

Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2014

Verordening rechtspositie wethouders, raads - en commissieleden 2014

Verordening voorzieningen wethouders, raads- en commissieleden 201 4

Concept verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2016

Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden gemeente Maasgouw 2007

rv 90 Bestuursdienst. nr. BZ Uitkeringsverordening raadsleden. Den Haag, 1 maart Aan de gemeenteraad.

Verordening rechtspositie wethouders gemeente De Wolden 2011

VERORDENING RECHTSPOSITIE WETHOUDERS 2014 onder WKR. De raad van de gemeente Oss

Verordening voorzieningen wethouders, raads- en commissieleden

Hoofdstuk I Begripsomschrijvingen. Artikel 1 In deze verordening wordt verstaan onder:

Tekstuitgave van de verordening voorzieningen wethouders-, raads-, burger- en commissieleden

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Boxmeer van 26 juni 2007;

Voorgestelde wijzigingen verordening: Was-wordt lijst verordening raadsleden en wethouders

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 18 juni 2014, nr ;

Gemeente Stadskanaal: Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden Stadskanaal 2015

Commissie Bestuur. Commissie Ruimte. Commissie Sociaal. Informerende Commissie. Bespreken. Kennis van nemen. Kaderstellen.

voor commissiebehandeling naam opsteller: F.A.M. van Gorkum telefoonnummer: adres:

Onderwerp: Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2014 VERORDENING RECHTSPOSITIE WETHOUDERS, RAADS- EN COMMISSIELEDEN 2014

Hoofdstuk I Algemene bepalingen

Raadsnota. Raadsvergadering d.d.: Agenda nr: Onderwerp: verordening rechtspositie wethouders. Aan de gemeenteraad,

Volgnummer : 16 Kenmerk : stafafdeling bestuurlijke zaken en middelen Onderwerp : Rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2015

vast te stellen de navolgende VERORDENING RECHTSPOSITIE WETHOUDERS, RAADS- EN COMMISSIELEDEN GEMEENTE WAALWIJK 2010

: Actualisering van de "Verordening rechtspositie wethouders en raadsleden 2007".

vast te stellen de navolgende VERORDENING RECHTSPOSITIE WETHOUDERS, RAADS- EN COMMISSIELEDEN GEMEENTE WAALWIJK 2006

Verordening rechtspositie wethouders Dordrecht

Besluit voorzieningen burgemeester, gemeentesecretaris en raadsgriffier

Gulpen-Wittem, 24 juli 2007 Auteur Thea Bormans Portefeuillehouder Burgemeester Bijlagen Diversen Afdeling personeelszaken Ons Kenmerk

Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden Zeewolde 2014

De gemeenteraad van Valkenswaard in zijn openbare vergadering van 28 juni 2007

Voorstel van het college inzake verordening voorzieningen wethouders.

Aan de Raad. Made, 2 december Raadsvergadering d.d. 9 januari Agendapunt: Onkostenvergoeding bestuurders

Verordening rechtspositie raadsleden, fractievertegenwoordigers en wethouders

Verordening rechtspositie gedeputeerden, staten- en commissieleden provincie Utrecht

Nummer raadsnota: Onderwerp: Vaststelling Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden gem. Drimmelen. 1. besluit met Verordening

RAADSVOORSTEL. Toelichting Verordening rechtspositie wethouders en raadsleden.

VII - R. Raadsgriffie nummer

Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden gemeente Utrechtse Heuvelrug 2017

Verordening rechtspositie politieke ambtsdragers De Bilt 2015

Transcriptie:

rv 128 Griffie GRF/2013.0862 RIS 264901_131008 Gemeente Den Haag Voorstel van het presidium inzake vaststelling van de Verordening voorzieningen raadsleden 2013. In de verordening zijn bepalingen opgenomen over de rechtspositie van de raads- en commissieleden. De grondslag hiervoor is te vinden in de Gemeentewet en het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden. In deze wet en nadere regelgeving zijn alle voor de rechtspositie van belang zijnde onderwerpen geregeld. Voor een aantal voorzieningen geldt dat de gemeente de vrijheid heeft om deze voorzieningen bij verordening te regelen. Ten opzichte van de huidige gemeentelijke verordening wordt een aantal artikelen gewijzigd. De aanpassingen worden per artikel toegelicht. Specifiek gaat de wijziging over drie onderwerpen: De Tegemoetkoming ziektekosten, de Overgangsregeling Levensloopregeling en Uitkering bij aftreden. De tegemoetkoming ziektekosten wordt landelijk geregeld. Regulier vindt aanpassing plaats. In het oude artikel uit de verordening wordt nog een bedrag genoemd. Om te voorkomen dat bij elke aanpassing van de tegemoetkoming de verordening moet worden aangepast, gaat het artikel verwijzen naar het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden en de bijbehorende circulaire van de minister van BZK waarmee de bedragen regulier worden aangepast. De levensloopregeling zou met de komst van de vitaliteitsregeling worden afgeschaft. De vitaliteitsregeling was bedoeld als fiscaal voordelig sparen voor werknemers en ondernemers. Inmiddels heeft het kabinet besloten de vitaliteitsregeling niet meer in te voeren. Voor de levensloopregeling is er een overgangsregeling gekomen. Deze regeling maakt onderscheid tussen deelnemers met meer of minder dan 3.000,00 spaartegoed. Deelnemers met een tegoed minder dan 3.000,00 op 31 december 2011 konden niet meer meedoen aan de levensloopregeling. In die gevallen is het spaartegoed in 2013 in 1 keer uitbetaald. Deelnemers met een spaartegoed van meer dan 3.000,00 op 31 december 2011 kunnen blijven participeren op grond van de overgangsregeling Levensloopregeling. De uitkering voor raadsleden bij aftreden (de zogenaamde wachtgeldregeling) is op grond van een Koninklijk Besluit vervallen. Er is overgangsrecht, inhoudende dat voormalig raadsleden uit de periode 2010-2014 nog een uitkering toegekend kunnen krijgen, volgens de voorwaarden van artikel 13 van de verordening. Toelichting per artikel Artikel 8 Tegemoetkoming ziektekosten Artikel 8 lid 1 is aangepast. Periodiek wijzigt de hoogte van de tegemoetkoming. Door te verwijzen naar het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden en de bijbehorende circulaire hoeft het artikel niet meer bij elke wijziging te worden aangepast. Artikel 9a Levensloopregeling De levensloop regeling is per 1 januari 2012 afgeschaft. Er is een overgangsregeling voor de levensloopregeling die loopt tot 1 januari 2022. Deelnemers aan de oude levensloopregeling met een tegoed van ten minste 3.000,00 op 31 december 2011 kunnen gebruik maken van deze overgangsregeling. Artikel 13, negende lid Uitkering bij aftreden Bij besluit van 12 juni 2013, Staatsblad 2013 nr 222, is de mogelijkheid vervallen voor gemeenten om bij verordening een uitkering bij aftreden in te stellen. Het overgangsrecht houdt in dat de uitkering die op grond van een al bestaande regeling uiterlijk aanvangt op de datum van aftreden van de leden van de raad in de oude samenstelling na de raadsverkiezingen van 2014, nog kan worden verstrekt volgens de voorwaarden van artikel 13 van de verordening De regeling treedt in werking op 1 november 2013. Gezien het vorenstaande stelt het presidium de raad voor het volgende besluit te nemen: De raad van de gemeente Den Haag, Gezien het besluit van het presidium van 19 september 2013, Raadsvoorstellen 2013 1

Gelet op de artikel 95 tot en met 99 en 147 van de Gemeentewet, Gelet op het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden, Besluit: vast te stellen de volgende verordening: VERORDENING voorzieningen raadsleden 2013 HOOFDSTUK I Begripsomschrijvingen Artikel 1 In deze verordening wordt verstaan onder: a. Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden: ` het Koninklijk Besluit van 22 maart 1994, Stb. 244; b. Regeling rechtspositie wethouders: de ministeriële regeling van 20 februari 2001, Stcrt. 41 als bedoeld in artikel 23 van het Rechtspositiebesluit wethouders; c. raadslid: lid van de gemeenteraad, niet zijnde wethouder; d. griffier: de griffier, bedoeld in artikel 107 van de Gemeentewet. HOOFDSTUK II Voorzieningen voor raadsleden Artikel 2 Vergoeding voor de werkzaamheden De vergoeding voor de werkzaamheden bedoeld in artikel 2, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden, is gelijk aan het door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voor gemeenteklasse 9 vastgestelde maximum. Artikel 3 Onkostenvergoeding De vergoeding voor aan de uitoefening van het raadslidmaatschap verbonden kosten is gelijk aan het bedrag voor gemeenteklasse 9, vermeld in tabel II van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden. Artikel 4 Berekening en betaling vaste vergoedingen 1. Hij die gedurende een gedeelte van het kalenderjaar raadslid is geweest ontvangt de vergoedingen, bedoeld in de artikelen 2 en 3, naar evenredigheid van het aantal dagen dat hij in dat jaar raadslid is geweest. 2. De betaling van de vergoedingen, bedoeld in de artikelen 2 en 3, geschiedt in maandelijkse termijnen. Artikel 5 Reis- en verblijfkosten 1. Op grond van artikel 97 van de Gemeentewet wordt aan het raadslid de ten behoeve van de gemeente gemaakte kosten in verband met reizen buiten het grondgebied van de gemeente ter uitvoering van een beslissing van het gemeentebestuur vergoed. 2. De vergoeding voor reis- en verblijfkosten bedoeld in lid 1 is gelijk aan de vergoeding bedoeld in artikel 4, van de Regeling rechtspositie wethouders. Artikel 6 Cursus, congres, seminar of symposium 1. De kosten van deelname van een raadslid aan cursussen, congressen, seminars en symposia, die in het gemeentelijk belang door of namens de gemeente worden aangeboden of verzorgd, komen voor rekening van de gemeente. 2. Het raadslid dat wil deelnemen aan een cursus, congres, seminar of symposium dat niet door of namens de gemeente wordt aangeboden of verzorgd, dient daartoe een gemotiveerde aanvraag in bij de fractie. De aanvraag gaat vergezeld van inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie. Als deelname van algemeen belang is in verband met de vervulling van het raadslidmaatschap komen de kosten voor rekening van de fractie. Aan het budget fractieondersteuning is een budget voor cursussen en congressen toegevoegd. Raadsvoorstellen 2013 2

Artikel 7 Computer en internetverbinding 1. Op aanvraag worden het raadslid ten laste van de gemeente voor de uitoefening van het raadslidmaatschap een computer, bijbehorende apparatuur en software in bruikleen ter beschikking gesteld, die door hem geheel of nagenoeg geheel zakelijk dient te worden gebruikt. 2. Het raadslid ondertekent voor de bruikleen een bruikleenovereenkomst met de gemeente. 3. De raad stelt het model van de bruikleenovereenkomst vast. Artikel 8 Tegemoetkoming ziektekosten 1. Een raadslid heeft recht op een tegemoetkoming in de kosten van een ziektekostenverzekering als bedoeld in artikel 11 van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden. De tegemoetkoming is gelijk aan het door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties vastgestelde bedrag, genoemd in de circulaire behorend bij het Rechtspositiebesluit. 2. In het geval een raadslid gedurende een gedeelte van het kalenderjaar lid van de raad is geweest ontvangt hij de tegemoetkoming, bedoeld in het eerste lid, naar evenredigheid van het aantal dagen dat hij in dat jaar raadslid is geweest. 3. De betaling van de tegemoetkoming, bedoeld in het eerste lid, geschiedt in maandelijkse termijnen. Artikel 9 Fietsregeling 1. Het raadslid van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef en onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 voor de toepassing van die wet als dienstbetrekking wordt aangemerkt kan deelnemen aan de fietsregeling als bedoeld in artikel 37 van de Uitvoerings-regeling loonbelasting 2001. Van het raadslid wordt de raadsvergoeding verminderd met de vergoeding voor de fiets als bedoeld in de Uitvoeringsregeling. 2. Gelet op het bepaalde in artikel 99 van de Gemeentewet bestaat er gaan aanspraak op enige vergoeding van de gemeente Artikel 9a overgangsregeling levensloopregeling 1 Het raadslid van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef en onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 voor de toepassing van die wet als dienstbetrekking wordt aangemerkt kan deelnemen aan de levensloopregeling als bedoeld in artikel 19g van de Wet op de loonbelasting 1964. 2 Deelname aan de levensloopregeling is alleen mogelijk als voldaan is aan de voorwaarde dat het raadslid op 31 december 2011 een spaartegoed had dat gelijk is of groter dan 3.000,00. 3 Gelet op het bepaalde in artikel 99 van de Gemeentewet bestaat geen aanspraak op enige vergoeding van de gemeente. Artikel 10 Verlaging vergoeding werkzaamheden bij arbeidsongeschiktheid De vergoeding voor de werkzaamheden, bedoeld in artikel 2, kan op verzoek van een raadslid worden verlaagd in het geval hij een uitkering ontvangt in verband met gehele of gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid. Artikel 11 Compensatie korting werkloosheidsuitkering 1. In het geval een raadslid een uitkering op grond van de Werkloosheidswet ontvangt en de na toepassing van artikel 20 van die wet ontstane korting op deze uitkering ten gevolge van het uitoefenen van het raadslidmaatschap meer bedraagt dan de in artikel 2 bedoelde vergoeding voor de werkzaamheden die het raadslid ontvangt, wordt deze vergoeding ten laste van de gemeente verhoogd tot het bedrag van bedoelde korting. 2. In het geval dat een raadslid een uitkering op grond van het Besluit Werkloosheid onderwijs- en onderzoekpersoneel ontvangt en de na toepassing van artikel 6, vierde lid, van dat besluit ontstane korting op deze uitkering ten gevolge van het uitoefenen van het raadslidmaatschap meer bedraagt Raadsvoorstellen 2013 3

dan de in artikel 2 bedoelde vergoeding voor de werkzaamheden die het raadslid ontvangt, wordt deze vergoeding ten laste van de gemeente verhoogd tot het bedrag van bedoelde korting. Artikel 12 Vergoeding voor waarneming voorzitterschap van de gemeenteraad 1. Een raadslid dat op grond van artikel 77 van de Gemeentewet meer dan 30 dagen onafgebroken het voorzitterschap van de gemeenteraad waarneemt, ontvangt voor die waarneming een toeslag van 8% van de in artikel 2 bedoelde vergoeding voor de werkzaamheden over de tijd van de waarneming. 2. Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van de onkostenvergoeding, bedoeld in artikel 3. Artikel 13 Uitkering bij aftreden Conform artikel 9, lid 1 van het rechtspositiebesluit raads- en commissieleden, kan de raad bij verordening bepalen dat een lid van de raad met ingang van de dag van zijn aftreden een uitkering ten laste van de gemeente ontvangt, naar in de verordening te stellen regels. 1. Begripsbepaling In dit artikel wordt verstaan onder: a. belanghebbende: degene die met ingang van, dan wel na de inwerkingtreding van deze verordening als lid van de gemeenteraad is gekozen en die geen lid is van het college; b. gezinslid van de belanghebbende is: de echtgenoot, echtgenote, geregistreerd partner of levenspartner van de belanghebbende; een kind, stiefkind of pleegkind, waarvoor de belanghebbende, de echtgenoot, echtgenote of levenspartner op grond van de Algemene Kinderbijslagwet kinderbijslag geniet of zal genieten met ingang van de eerste dag van het kalenderkwartaal volgende op dat waarop het deel uit is gaan maken van het gezin, of dat in aanmerking komt voor een beurs als bedoeld in de Wet Studiefinanciering en niet ouder is dan 27 jaar; c. levenspartner is degene met wie het raadslid een geregistreerd partnerschap is aangegaan, of waarbij de niet-huwelijkse samenlevingsvorm blijkt uit een bij een notaris opgemaakt samenlevingscontract 2. Het recht op uitkering a. Hij die ophoudt raadslid te zijn, heeft, tenzij hij zonder onderbreking weer als zodanig optreedt, met ingang van de dag, waarop het lidmaatschap van de gemeenteraad eindigt, voor zover hij alsdan de leeftijd van 65 jaar niet heeft bereikt, recht op een uitkering. b. Geen recht op uitkering heeft een raadslid, dat ontzet is uit het kiesrecht bij onherroepelijk geworden vonnis. c. De belanghebbende wordt geacht door het aanvaarden van de uitkering erin toe te stemmen, dat de raad alle inlichtingen omtrent de omstandigheden van belanghebbende vordert, welke voor de uitvoering van deze verordening naar zijn oordeel nodig zijn. 3. Uitkeringsduur a. De uitkering wordt toegekend voor een periode, gelijk aan het tijdvak waarin de belanghebbende laatstelijk zonder wezenlijke onderbreking zijn raadslidmaatschap heeft vervuld, doch ten hoogste voor de duur van zes maanden. b. De raad beslist of een onderbreking als wezenlijk moet worden beschouwd. Van een zodanige onderbreking is geen sprake, indien deze ten hoogste twee maanden heeft geduurd. 4. Bedrag van de uitkering a. De uitkering bedraagt 80% van de laatstelijk als raadslid genoten vergoeding. b. Voor de toepassing van dit artikel wordt onder laatstelijk genoten verstaan: waarop aanspraak bestond of zou hebben bestaan op de dag, voorafgaande aan die waarop het raadslidmaatschap is geëindigd. 5. Korting wegens inkomsten a. De inkomsten die belanghebbende geniet worden met de uitkering verrekend over de maand waarop deze inkomsten betrekking hebben of geacht kunnen worden betrekking te hebben. b. Voor de toepassing van lid 5, onder a, wordt onder inkomsten verstaan het gezamenlijke bedrag dat de belanghebbende wegens het verrichten van activiteiten geniet tijdens het uitkeringstijdvak als: - winst uit onderneming; Raadsvoorstellen 2013 4

- vergoeding wegens fractievertegenwoordiging of vergoeding aan commissieleden op grond van de Verordening geldelijke vergoedingen aan commissieleden niet zijnde raadsleden; - zuivere inkomsten uit of in verband met arbeid; Onder inkomsten bedoeld in de vorige volzin wordt mede verstaan een werkloosheid- of arbeidsongeschiktheidsuitkering krachtens een wettelijke bepaling. c. Voor de toepassing van lid 5, onder a, wordt als niet relevant beoordeeld of de in lid 5, onder b, bedoelde activiteiten door belanghebbende reeds aangevangen zijn in de periode voorafgaande aan het tijdstip van beëindiging van het raadslidmaatschap. d. Onder inkomsten bedoeld in lid 5, onder a, b en c wordt niet verstaan de kinderbijslag, alsmede de compensatie voor of de vergoeding van de premie ingevolge de Algemene Ouderdomswet en de Algemene Nabestaanden wet, welke in die inkomsten is of geacht kan worden te zijn begrepen. Inkomsten van gezinsleden en/of levenspartner blijven voor de toepassing van lid 5, onder a, buiten beschouwing. e. Belanghebbende is verplicht van het uitoefenen, of het ter hand nemen of weer ter hand nemen van enige arbeid of bedrijf, terstond mededeling te doen aan de raad onder opgave voor zover mogelijk, van de verwachte inkomsten, een en ander overeenkomstig de voorschriften, die hem door de raad worden gegeven. Zijn de inkomsten niet vooraf op te geven, dan doet hij tijdig voor het verschijnen van elke uitkeringstermijn opgave van de inkomsten die hij sinds het ter hand nemen van de werkzaamheden of sinds de vorige opgave heeft genoten. Brengt de aard van de activiteiten of de inkomsten mee, dat de inkomsten over een langere termijn dan een maand moeten worden berekend, dan wordt op de uitkering een vermindering toegepast van een voorlopig vastgesteld bedrag onder voorbehoud van verrekening aan het einde van even bedoelde termijn. 6. Betaling De uitkering wordt uitbetaald in maandelijkse termijnen. 7. Einde van de uitkering Onverminderd het gestelde in lid 3, onder a, eindigt de uitkering: a. met ingang van de dag, volgende op die waarop belanghebbende is overleden; b. met ingang van de dag waarop belanghebbende de leeftijd van 65 jaar bereikt; c. met ingang van de dag waarop hij weer als raadslid aantreedt. 8. Schorsing a. De betaling van de uitkering kan door de raad worden geschorst indien en voor zolang belanghebbende niet, of slechts gedeeltelijk, de mededeling of opgave doet als bedoeld in lid 5, sub e. b. Indien de in lid 8, onder a, bedoelde verplichting alsnog wordt nagekomen, wordt de uitkering over de tijd van de schorsing alsnog uitbetaald. 9. Overgangsrecht Dit artikel blijft van kracht tot het moment dat ingevolge artikel VI onder a en X, eerste lid van het Besluit van 12 juni 2013 (Stb 2013, nr 222) geen recht meer op een uitkering bij aftreden bestaat. Artikel 14 Voorziening bij overlijden 1. Zo spoedig mogelijk na het overlijden van een raadslid wordt aan de nabestaande met wie het raadslid één huishouden vormde, een bedrag ineens uitgekeerd, gelijk aan de vergoeding voor de werkzaamheden voor raadsleden over een tijdvak van drie maanden. 2. Indien de overledene geen nabestaande nalaat, geschiedt de uitkering ten behoeve van de minderjarige wettige of natuurlijke kinderen dan wel pleegkinderen. Ontbreken ook deze, dan geschiedt de uitkering, indien de overledene kostwinner was voor ouders, meerderjarige kinderen, broers of zusters, ten behoeve van deze betrekkingen. 3. Onder de nabestaande van een raadslid wordt verstaan: degene met wie het raadslid was gehuwd c.q. een geregistreerd partnerschap was aangegaan, dan wel zijn/haar levenspartner, indien de niethuwelijkse samenlevingsvorm blijkt uit een bij een notaris opgemaakt samenlevingscontract. Raadsvoorstellen 2013 5

Artikel 15 Voorzieningen bij tijdelijk ontslag wegens zwangerschap en bevalling of ziekte 1. De artikelen 2 tot en met 4 en 7 tot en met 11, 13 en 14 blijven van toepassing op het raadslid aan wie ingevolge artikel X 10 van de Kieswet tijdelijk ontslag is verleend wegens zwangerschap en bevalling of ziekte, met dien verstande dat de onkostenvergoeding die dit raadslid op grond van artikel 3, eerste of tweede lid, ontvangt de helft bedraagt van het bedrag dat op grond van die bepalingen van toepassing is. 2. De artikelen 1 tot en met 8, 10 en 11 van deze verordening zijn van toepassing op raadsleden die tijdelijk worden benoemd ter vervanging van een raadslid dat ingevolge artikel X10 van de Kieswet tijdelijk ontslag heeft verkregen wegens zwangerschap en bevalling of ziekte. HOOFDSTUK III De procedure van declaratie Artikel 16 Betaling van kosten Betaling van kosten op grond van deze verordening vindt plaats door: a. betaling uit eigen middelen; of b. rechtstreekse toezending van de factuur aan de gemeente. Artikel 17 Declaratie van vooruit betaalde kosten 1. Voor de vergoeding van de kosten, bedoeld in de artikel 5 wordt gebruik gemaakt van een declaratieformulier, waarvan het model door de raad is vastgesteld, indien deze kosten uit eigen middelen vooruit zijn betaald. 2. Het declaratieformulier wordt volledig ingevuld en ondertekend en binnen 2 maanden bij de griffier of een door hem aangewezen ambtenaar ingediend, onder bijvoeging van de originele bewijsstukken. Artikel 18 Rechtstreekse facturering bij de gemeente 1. De vergoeding van kosten, bedoeld in de artikel 5 kan plaatsvinden door rechtstreekse toezending van de door het raadslid voor akkoord ondertekende factuur aan de gemeente. 2. Verantwoording van deze wijze van vergoeding vindt plaats door het begeleidingsformulier, waarvan het model door het presidium is vastgesteld, volledig in te vullen en te ondertekenen. 3. Het raadslid dient het begeleidingsformulier en de factuur binnen 2 maanden in bij de griffier of de door hem aangewezen ambtenaar. HOOFDSTUK lv Citeertitel en inwerkingtreding Artikel 19 Intrekking oude verordening De Verordening voorzieningen raadsleden 2012 (nr. 1/2012, zoals vastgesteld op 26 januari 2012 (rb 2) wordt ingetrokken. Artikel 20 Inwerkingtreding Deze regeling treedt in werking op 1 november 2013 Artikel 21 Citeertitel Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening voorzieningen raadsleden 2013. Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van 17 oktober 2013. De griffier. De voorzitter. Raadsvoorstellen 2013 6