Je kleinkinderen niet zien opgroeien lezing grootouderdag 25 juni 2016 (on)mogelijkheden voor contact- en /of informatieregeling voor grootouders en kleinkinderen mr G.L. Brokking-van Alphen
introductie Wie ben ik: Gea Brokking, gevestigd in Valkenswaard. Wat dreef mij: zelf Oma van een kleinzoontje, met wie het contact, buiten mijn wil om werd verbroken, werd ik geconfronteerd met de gevolgen. Procedure bij de rechtbank Midden-Nederland. Achtergrond: sedert 1979 werkzaam als advocaat, o.a. familierecht, sedert 1999 ook mediator en KIES coach. Tevens volgde ik een opleiding als forensisch mediator en collaborative divorce-laywer (overlegscheiding). Lid van Vfas en mfn-gecerificeerd mediator. Tevens doorverwijzingen door rechtbank als mediator in het kader van programma mediation naast rechtspraak
programma Wettelijk kader Praktijk Initiatieven Belang van het kind Informatierecht Gevolgen Conclusies Oplossingen Vragen
Wettelijk kader Ouderlijk gezag Artikel 247 1. Het ouderlijk gezag omvat de plicht en het recht van de ouder zijn minderjarig kind te verzorgen en op te voeden. 2. Onder verzorging en opvoeding worden mede verstaan de zorg en de verantwoordelijkheid voor het geestelijk en lichamelijk welzijn van het kind en het bevorderen van de ontwikkeling van zijn persoonlijkheid.
wettelijk kader Omgangsregeling Artikel 377a BW 1. Het kind heeft het recht op omgang met zijn ouders en met degene die in een nauwe persoonlijke betrekking tot hem staat. De niet met het gezag belaste ouder heeft het recht op en de verplichting tot omgang met zijn kind. 2. De rechter stelt op verzoek van de ouders of van een van hen of degene die in een nauwe persoonlijke betrekking staat tot het kind, al dan niet voor bepaalde tijd, een regeling inzake de uitoefening van het omgangsrecht vast dan wel ontzegt, al dan niet voor bepaalde tijd, het recht op omgang. 3. De rechter ontzegt het recht op omgang slechts, indien: a. omgang ernstig nadeel zou opleveren voor de geestelijke of lichamelijke ontwikkeling van het kind, of b. de ouder of degene die in een nauwe persoonlijke betrekking staat tot het kind kennelijk ongeschikt of kennelijk niet in staat moet worden geacht tot omgang, of c. het kind dat twaalf jaren of ouder is, bij zijn verhoor van ernstige bezwaren tegen omgang met zijn ouder of met degene met wie hij in een nauwe persoonlijke betrekking staat heeft doen blijken, of d. omgang anderszins in strijd is met zwaarwegende belangen van het kind.
vertaling Ontvankelijkheid bij een nauwe persoonlijke betrekking te hebben (gehad) met een kind, - mits niet ongeschikheid - mits het kind (van boven de 12 jaar) zelf aan geeft een dergelijke regeling niet te willen. Een regeling kan echter worden afgewezen, wanneer deze niet in het belang van het kind is.
ontvankelijkheid aantonen van de nauwe persoonlijke betrekking. het enkele feit van grootouderschap wordt niet voldoende geacht, er dienen bijkomende omstandigheden te worden aangevoerd en aangetoond onduidelijkheid over de invulling van de voorwaarden
uitwerking in de praktijk Uitspraken van rechters inzake family life Recent:Hof Arnhem-Leeuwarden ECLI:NLGHARL:2016:1045 - meer dan gebruikelijke, in dagelijks verkeer plaatsvindende contacten. -substantieel deel van de opvoeding -structurele intensieve oppasregeling Eerder of afwijkende uitspraken Conclusie: tombola!
intiatieven Initatief nota van Oskam, behandeld op 25 april 2016, naar aanleiding van moties gestemd op 17 mei 2016. Eigen recht grootouders op toegang tot rechter Informatierecht Initiatieven Voormijnkleinkind/ Boek aangeboden Uitslag stemming
Reactie Van der Steur
Reactie Minister Van Der Steur/ kamer meerderheid Geen eigen rechtsingang nodig Regeling opnemen in ouderschapsplan Contacten via Facebook? Wel initiatieven voorkoming vechtscheiding Reactie per brief van ministerie
ontzeggingsgronden Belang van het kind omgang ernstig nadeel zou opleveren voor de geestelijke of lichamelijke ontwikkeling van het kind, of omgang anderszins in strijd is met zwaarwegende belangen van het kind.
Kinderombudsman Margrite Kalverboer (1960) is bijzonder hoogleraar Kind, Pedagogiek en Vreemdelingenrecht aan de Universiteit Groningen.
Wat doet de Kinderombudsman? Organisaties controleren De Kinderombudsman helpt de rechten van kinderen en jongeren te beschermen. De Kinderombudsman controleert of de Nederlandse overheid zich houdt aan de kinderrechten. Hij controleert dit ook bij organisaties die geen overheid zijn, zoals scholen, kinderopvang, jeugdzorginstanties en de gezondheidszorg. Kinderen adviseren De Kinderombudsman adviseert kinderen en jongeren over hoe ze voor hun rechten kunnen opkomen. De Kinderombudsman vertelt kinderen en jongeren hoe ze dit alleen of met een groep kunnen doen. Onderzoek De Kinderombudsman doet eigen onderzoek naar overtreding van kinderrechten. Hij kan ook een onderzoek beginnen als er klachten binnenkomen over individuele gevallen. Parlement en organisaties adviseren De Kinderombudsman adviseert gevraagd en ongevraagd het parlement en organisaties. Hij probeert blijvende oplossingen te vinden voor problemen die met kinderrechten te maken hebben. Positie van kinderen verbeteren De Kinderombudsman maakt kinderen, jongeren, hun ouders, scholen, de overheid en instanties bewust van kinderrechten. Het is belangrijk dat iedereen weet dat er kinderrechten zijn en wat deze inhouden. Zo verbetert hij blijvend de positie van kinderen en jongeren in Nederland. Op www.kinderombudsman.nl vindt u meer informatie over wat de Kinderombudsman doet en wat hij voor u kan doen.
Verdragen art 8 EVRM art 2, 3, 6 en 12 IVRK art 9,18 en 20 (handhaven van gezinsrelaties en overige relaties) General Comment no 14, Toetsing aan vastgesteld normen voor kind, assessment voor objectieve bepaling ontwikkelingsbelang van kind (vragenlijst BIC Q) Kind wordt gehoord. Onderzoek op feiten, geen aannames
Belang van het kind Verdrag inzake de rechten van het kind, New York, 20-11-1989 Geldend van 18-11-2002 t/m heden Ervan overtuigd dat aan het gezin, als de kern van de samenleving en de natuurlijke omgeving voor de ontplooiing en het welzijn van al haar leden en van kinderen in het bijzonder, de nodige bescherming en bijstand dient te worden verleend opdat het zijn verantwoordelijkheden binnen de gemeenschap volledig kan dragen, Erkennende dat het kind, voor de volledige en harmonische ontplooiing van zijn of haar persoonlijkheid, dient op te groeien in een gezinsomgeving, in een sfeer van geluk, liefde en begrip, art 3 1)Ervan overtuigd dat aan het gezin, als de kern van de samenleving en de natuurlijke omgeving voor de ontplooiing en het welzijn van al haar leden en van kinderen in het bijzonder, de nodige bescherming en bijstand dient te worden verleend opdat het zijn verantwoordelijkheden binnen de gemeenschap volledig kan dragen, 2)Erkennende dat het kind, voor de volledige en harmonische ontplooiing van zijn of haar persoonlijkheid, dient op te groeien in een gezinsomgeving, in een sfeer van geluk, liefde en begrip, art 8 1)De Staten die partij zijn, verbinden zich tot eerbiediging van het recht van het kind zijn of haar identiteit te behouden, met inbegrip van nationaliteit, naam en familiebetrekkingen zoals wettelijk erkend, zonder onrechtmatige inmenging. 2)Wanneer een kind op niet rechtmatige wijze wordt beroofd van enige of alle bestanddelen van zijn of haar identiteit, verlenen de Staten die partij zijn passende bijstand en bescherming, teneinde zijn identiteit snel te herstellen. art 12 1)De Staten die partij zijn, verzekeren het kind dat in staat is zijn of haar eigen mening te vormen, het recht die mening vrijelijk te uiten in alle aangelegenheden die het kind betreffen, waarbij aan de mening van het kind passend belang wordt gehecht in overeenstemming met zijn of haar leeftijd en rijpheid. 2)Hiertoe wordt het kind met name in de gelegenheid gesteld te worden gehoord in iedere gerechtelijke en bestuurlijke procedure die het kind betreft, hetzij rechtstreeks, hetzij door tussenkomst van een vertegenwoordiger of een daarvoor geschikte instelling, op een wijze die verenigbaar is met de procedureregels van het nationale recht.
band kleinkinden-grootouders Mevr M. Ganzinga, (Echt)scheiding en grootouders Welke problemen hebben grootouders ervaren rondom de scheiding van hun kinderen? Welke invloed heeft de scheiding gehad op het contact met hun kleinkinderen? Onderzoek 2008 Universiteit Utrecht
informatierecht Geen wettelijke grondslag Toch enkele uitspraken Visie van de minister op 22 april, facebook
situatie in buurlanden Regeling in Belgie Regeling in Duitsland Het omgangsrecht van grootouders in rechtsvergelijkend perspectief, Jemer Jansen, mei 2014, Tilburg University
gevolgen Moeilijke procesgang, waardoor veel procedures zelfs niet worden gestart Onvoldoende oog voor problematiek buiten echtscheidingssituaties Veel verdriet bij grootouders en kleinkinderen Uitvoerbaarheid van een eventuele uitspraak van de rechter
Veranderd contact na echtscheiding Uit onderzoek van TNS NIPO blijkt dat 53% van de opa s en oma s aangeeft dat het contact met hun kleinkinderen na een scheiding duidelijk anders is geworden. 66% heeft bij scheiding het meeste verdriet om het leed van de kleinkinderen; 47% verwijt de ex-schoonkinderen, dat ze de kleinkinderen minder zien; 61% verliest het contact met schoondochter of zoon; 12% ziet de kleinkinderen na de scheiding nooit meer. 63% van de grootouders wil meer rechten als het gaat om de omgang met hun kleinkinderen. De situatie blijft dus zo dat oma s en opa s geen recht hebben om het kleinkind te zien en voor een omgangsregeling eerst moeten aantonen dat ze een nauwe persoonlijke band hebben met hun kleinkind. Een incidentele of zelfs regelmatige logeerpartij is daarbij niet voldoende. De grootouders moeten daadwerkelijk een belangrijke bijdrage hebben geleverd aan de verzorging en opvoeding van het kind.
conclusies Onvoldoende aandacht voor de eigenheid van de band tussen grootouders en kleinkinderen. Onvoldoende oog voor problematiek buiten echtscheidingssituaties Onvoldoende aandacht voor medische gevolgen Onvoldoende aandacht voor toekomstige opstelling kleinkinderen in conflicten Onmacht naleving
oplossingen Mentaliteitsverandering Zonodig eigen rechtsingang kleinkinderen/ grootouders Benoeming onpartijdige bijzondere curator ter beoordeling belang van het kind artikel 250 BW Wanneer in aangelegenheden betreffende diens verzorging en opvoeding, dan wel het vermogen van de minderjarige, de belangen van de met het gezag belaste ouders of een van hen dan wel van de voogd in strijd zijn met die van de minderjarige, benoemt de rechter in eerste aanleg indien hij dit in het belang van de minderjarige noodzakelijk acht, daarbij in het bijzonder de aard van deze belangenstrijd in aanmerking genomen, op verzoek van een belanghebbende of ambtshalve een bijzondere curator om de minderjarige ter zake, zowel in als buiten rechte, te vertegenwoordigen. Waarborgen naleving contactregeling
vragen? Voor reacties en vragen altijd, ook na afloop van deze bijeenkomst, welkom op www.brokkingadvocatuur.nl of 040 2070129