ECLI:NL:RBAMS:2017:5462

Vergelijkbare documenten
ECLI:NL:RBAMS:2017:3612

ECLI:NL:RBAMS:2017:1041

thans uit anderen hoofde gedetineerd in het Huis van Bewaring [locatie] te [plaats 2],

ECLI:NL:RBAMS:2016:3409

ECLI:NL:RBAMS:2013:6916

ECLI:NL:RBAMS:2012:BZ0417. Uitspraak. Instantie: Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak: Datum publicatie:

ECLI:NL:RBAMS:2015:4375

ECLI:NL:RBAMS:2004:AR6679

ECLI:NL:RBAMS:2013:BZ3594

ECLI:NL:RBAMS:2017:4745

ECLI:NL:RBAMS:2013:BZ3203

ECLI:NL:GHLEE:2009:BK2993

ECLI:NL:RBMAA:2002:AE1659

ECLI:NL:GHLEE:2009:BH4974 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHLEE:2011:BP4388

Europees Aanhoudingsbevel

Europees Arrestatiebevel

Europees Arrestatiebevel

ECLI:NL:RBOVE:2017:2237

ECLI:NL:RBGEL:2013:5798

ECLI:NL:GHAMS:2016:5635 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:RBOVE:2016:5187

ECLI:NL:RBZUT:2007:BB4499

ECLI:NL:HR:2010:BO2558

ECLI:NL:GHLEE:2010:BO8408 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHDHA:2015:84

ECLI:NL:RBROT:2017:4588

ECLI:NL:RBMNE:2016:7618

ECLI:NL:GHARN:2011:BQ0420

ECLI:NL:GHSGR:2009:BH2061

ECLI:NL:GHAMS:2014:3775

ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012

ONDERZOEK OP DE TERECHTZITTING Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 15 oktober 2015.

Europees Aanhoudingsbevel. Managementgegevens over de periode: Jaar 2011

ECLI:NL:GHLEE:2010:BO3296

Strafprocesrecht Bijzondere kenmerken: Hoger beroep Wetsverwijzingen: Wetboek van Strafrecht 197a, geldigheid:

ECLI:NL:GHLEE:2010:BO7907

Uitspraak. Afdeling strafrecht. Parketnummer: Datum uitspraak: 1 november TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman)

Uitspraak. Parketnummer: Datum uitspraak: 17 november 2016 VERSTEK

ECLI:NL:GHSHE:2017:978

ECLI:NL:GHSHE:2013:BZ8341

ECLI:NL:RBLIM:2014:6800

ECLI:NL:RBAMS:2015:9685

ECLI:NL:RBAMS:2011:BU5011

ECLI:NL:GHARL:2013:BZ4692

Eerste Kamer der Staten-Generaal

ECLI:NL:OGEAA:2016:411

ECLI:NL:GHSGR:2003:AL9057

ECLI:NL:RBZUT:2004:AO7273

ECLI:NL:GHLEE:2010:BM4290 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:PHR:2007:AZ6118 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 00636/06

Uitspraak GERECHTSHOF AMSTERDAM MEERVOUDIGE FAMILIEKAMER. BESCHIKKING van 20 december 2011 in de zaak met zaaknummer

ECLI:NL:RBMNE:2016:5688

Hof van Cassatie van België

ECLI:NL:RBARN:2001:AD4391

ECLI:NL:RBAMS:2017:2714

arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM Parketnummer: X Datum uitspraak: 20 oktober 2016 TEGENSPRAAK (gemachtigde raadsman)

Advies inzake conceptwetsvoorstel Herimplementatie kaderbesluit Europees aanhoudingsbevel (wijziging van de Overleveringswet)

ECLI:NL:RBMNE:2016:7750

ECLI:NL:RBAMS:2007:AZ9968

Uitspraak. parketnummer: datum uitspraak: 3 november 2016 TEGENSPRAAK

ECLI:NL:GHSHE:2005:AV1120

Datum van inontvangstneming : 28/08/2015

ECLI:NL:RBNNE:2017:1473

ECLI:NL:GHLEE:2011:BU1518

Hof van Cassatie van België

ECLI:NL:RBUTR:2011:BT1675

ECLI:NL:GHSHE:2015:2029

ECLI:NL:GHAMS:2014:2785 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHARN:2010:BO7685

ECLI:NL:GHSHE:2012:BW5999

De navolgende wijzigingen worden voorgesteld:

ECLI:NL:GHSGR:2010:BO0993

ECLI:NL:RBLIM:2017:3848

ECLI:NL:RBAMS:2015:10245

ECLI:NL:RBDHA:2015:6706

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 14 januari 2008 (21.01) (OR. en) 5213/08 COPEN 4

ECLI:NL:RBASS:2007:BB8355

Tweede Kamer der Staten-Generaal

ECLI:NL:GHARL:2017:2188

ECLI:NL:GHAMS:2014:264

Uitspraak. parketnummer: datum uitspraak: 29 november 2016 TEGENSPRAAK

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

ECLI:NL:RBAMS:2014:8276

ECLI:NL:RVS:2014:3127

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 26 maart 2013 in de zaak tegen: thans gedetineerd in de.

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van 24 augustus 2016.

ECLI:NL:GHAMS:2016:2091 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHDHA:2016:935

ECLI:NL:RBUTR:2010:BN2158

ECLI:NL:RBDHA:2014:1006

ECLI:NL:GHAMS:2016:3674

Uitspraak. Afdeling strafrecht. Parketnummer: Uitspraak d.d.: 2 februari 2016 TEGENSPRAAK Promis

ECLI:NL:RBNNE:2015:389

ECLI:NL:HR:2014:381. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 13/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:2556, Gevolgd

ECLI:NL:RBARN:2012:BW7413

ECLI:NL:RBDHA:2014:8157

ECLI:NL:RBDHA:2017:5150

ECLI:NL:RBSHE:2008:BG5264

Transcriptie:

ECLI:NL:RBAMS:2017:5462 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 01-08-2017 Datum publicatie 01-08-2017 Zaaknummer 13/751411-17 RK-nummer: 17/4077 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste aanleg - meervoudig Tussenuitspraak. Het verzoek om een in Nederland verblijvende persoon over te leveren aan België, is voorlopig aangehouden. Er moet eerst meer informatie komen over de detentieomstandigheden in de Belgische gevangenissen. Vindplaatsen Rechtspraak.nl Uitspraak RECHTBANK AMSTERDAM, INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER Parketnummer: 13/751411-17 RK-nummer: 17/4077 Datum uitspraak: 1 augustus 2017 UITSPRAAK op de vordering ex artikel 23 van de Overleveringswet (OLW), ingediend door de officier van justitie bij deze rechtbank. Deze vordering dateert van 23 mei 2017 en betreft onder meer het in behandeling nemen van een Europees aanhoudingsbevel (EAB). Dit EAB is uitgevaardigd op 5 mei 2017 door de onderzoeksrechter in de Rechtbank van Eerste Aanleg Antwerpen, Afdeling Antwerpen (België) en strekt tot de aanhouding en overlevering van: [opgeëiste persoon], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1984, wonende en verblijvend op het adres: [adres], [woonplaats], hierna te noemen de opgeëiste persoon.

1 Procesgang De vordering is behandeld op de openbare zitting van 18 juli 2017. Het verhoor heeft plaatsgevonden in tegenwoordigheid van de officier van justitie mr. U.E.A. Weitzel. De opgeëiste persoon heeft zich doen bijstaan door zijn raadsman, mr. I. Azarkan, advocaat te Bergen op Zoom. De rechtbank heeft de termijn waarbinnen zij op grond van artikel 22, eerste lid, OLW uitspraak zou moeten doen met dertig dagen verlengd. De reden hiervan is gelegen in het feit dat de rechtbank er niet in slaagt binnen de in de wet bepaalde termijn uitspraak te doen. 2 Identiteit van de opgeëiste persoon De rechtbank heeft de identiteit van de opgeëiste persoon onderzocht. De opgeëiste persoon heeft ter zitting verklaard dat de bovenvermelde personalia juist zijn en dat hij de Nederlandse nationaliteit heeft. 3 Grondslag en inhoud van het EAB In het EAB wordt melding gemaakt van en is aangehecht een Aanhoudingsbevel bij verstek van 5 mei 2017, uitgevaardigd door de Onderzoeksrechter bij de Rechtbank van Eerste Aanleg Antwerpen, Afdeling Antwerpen, met referenties: 2015/183 en 60.98.4824/15. De overlevering wordt verzocht ten behoeve van een door de justitiële autoriteiten van de uitvaardigende lidstaat ingesteld strafrechtelijk onderzoek ter zake van het vermoeden dat de opgeëiste persoon zich schuldig heeft gemaakt aan naar het recht van België strafbare feiten. Deze feiten zijn omschreven in onderdeel e) van het EAB en voornoemd Aanhoudingsbevel bij verstek van 5 mei 2017. 4 Strafbaarheid Feiten vermeld op bijlage 1 bij de OLW

Onderzoek naar de dubbele strafbaarheid van de feiten waarvoor de overlevering wordt verzocht moet achterwege blijven, nu de uitvaardigende justitiële autoriteit de strafbare feiten heeft aangeduid als feiten vermeld in de lijst van bijlage 1 bij de OLW. De feiten vallen op deze lijst onder nummer 1 en 5, te weten: deelneming aan een criminele organisatie en illegale handel in verdovende middelen en psychotrope stoffen Volgens de in rubriek c) van het EAB vermelde gegevens is op deze feiten naar het recht van België een vrijheidsstraf met een maximum van ten minste drie jaren gesteld. 5 De garantie als bedoeld in artikel 6, eerste lid, van de OLW De opgeëiste persoon heeft de Nederlandse nationaliteit. Zijn overlevering kan daarom alleen worden toegestaan, indien naar het oordeel van de rechtbank is gewaarborgd dat, zo hij ter zake van de feiten waarvoor de overlevering kan worden toegestaan in de uitvaardigende lidstaat tot een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf wordt veroordeeld, hij deze straf in Nederland zal mogen ondergaan. De Procureur des Konings te Antwerpen, afdeling Turnhout heeft op 26 juni 2017 de volgende garantie gegeven: Overeenkomstig artikel 5 3 van het kaderbesluit dd. 13 juni 2002 betreffende het Europees aanhoudingsbevel bied ik u de garantie voor de terugkeer naar Nederland van de door u over te leveren Nederlandse onderdaan of ingezetene, in casu de Nederlandse onderdaan [opgeëiste persoon], geboren op [geboortedatum] 1984. Deze garantie houdt in dat, eens betrokkene in België onherroepelijk tot een vrijheidsbenemende straf of maatregel is veroordeeld, deze persoon naar Nederland zal terugkeren om deze straf of maatregel aldaar te ondergaan. De terugkeer zal gebeuren op basis van het Europees Kaderbesluit inzake de toepassing van het beginsel van wederzijdse erkenning op de vrijheidsbenemende straffen of maatregelen uitgesproken in een lidstaat van de Europese Unie (2008/909/JBZ). Uit artikel 2:13, eerste lid, aanhef en onder f, van de Wet wederzijdse erkenning en tenuitvoerlegging vrijheidsbenemende en voorwaardelijke sancties volgt dat deze garantie alleen kan worden geëffectueerd, indien de feiten ook naar Nederlands recht strafbare feiten opleveren.

De feiten zijn inderdaad naar Nederlands recht strafbaar en leveren op: medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder A en B van de Opiumwet gegeven verbod en deelneming aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven Aan deze voorwaarde is voldaan. Naar het oordeel van de rechtbank is de hiervoor vermelde garantie voldoende. 6 Detentieomstandigheden De raadsman heeft verwezen naar de Openbare verklaring betreffende België van 13 juli 2017 van het Europees Comité voor de Preventie van Foltering en Onmenselijke of Vernederende Behandeling of Bestraffing (CPT) en betoogd dat op basis van deze Openbare verklaring het overleveringsverzoek moet worden geweigerd, subsidiair dat de behandeling van de zaak moet worden aangehouden teneinde nadere informatie te verkrijgen van de uitvaardigende justitiële autoriteit. De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat ondanks de forse kritiek in de Openbare verklaring, op dit moment geen sprake is van een reëel gevaar voor een onmenselijke behandeling in Belgische detentiecentra. De rechtbank overweegt als volgt. De rechtbank is ambtshalve bekend met: - de Openbare verklaring betreffende België van 13 juli 2017 van het Europees Comité voor de Preventie van Foltering en Onmenselijke of Vernederende Behandeling of Bestraffing (CPT) inclusief de stukken waar in deze Openbare verklaring naar wordt verwezen, zoals onder andere de pilot judgment van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) van 6 september 2016 in de zaak [naam 1] (73548/13) en het EHRM-arrest van 16 mei 2017 in de zaken [naam 2] en [naam 3] (37768/13 en 36467/14); - de reactie op deze CPT-verklaring van de Belgische Directeur-generaal van het Directoraat-Generaal Wetgeving, Fundamentele Rechten en Vrijheden van 17 juli 2017 alsmede de reactie van de Belgische Minister van Justitie Geens waar naar wordt verwezen; 1 - recente berichten in Belgische media over de detentieomstandigheden met name over de overbevolking in Belgische gevangenissen.

Enerzijds rechtvaardigt een en ander vooralsnog niet de conclusie dat gedetineerden in Belgische gevangenissen in het algemeen een reëel gevaar van onmenselijke of vernederende behandeling lopen, laat staan dat voor de opgeëiste persoon in geval van overlevering een dergelijk reëel gevaar bestaat. 2 Anderzijds vormt een en ander wel voldoende aanleiding om ambtshalve nader te onderzoeken of zich een reëel gevaar als hierboven bedoeld voor doet (vgl. Rb. Amsterdam 7 juni 2016, ECLI:NL:RBAMS:2016:3409). De rechtbank zal daarom het onderzoek heropenen, teneinde de officier van justitie in de gelegenheid te stellen navraag te doen naar de detentieomstandigheden van en de (gevolgen van) eventuele overbevolking voor: - gedetineerden in het Belgische gevangenissen in het algemeen en - gedetineerden die door Nederland aan België worden overgeleverd in het bijzonder (vgl. Rb. Amsterdam 23 juni 2016, ECLI:NL:RBAMS:2016:3943). 7 Beslissing tot heropening Heropent en schorst het onderzoek ter terechtzitting voor onbepaalde tijd om de officier van justitie in de gelegenheid te stellen aan de Belgische autoriteit de hiervoor onder punt 6 weergegeven vragen aan de Belgische justitiële autoriteit voor te leggen. Beveelt dat het onderzoek zal worden hervat op een nader te bepalen zitting. Beveelt de oproeping van de opgeëiste persoon tegen een nader te bepalen tijdstip, met tijdige kennisgeving daarvan aan zijn raadsman. Aldus gedaan door mr. W.A.J.P. van den Reek, voorzitter, mrs. M. van Mourik en F.A.N.J. Goudappel, rechters, in tegenwoordigheid van mr. A.T.P van Munster, griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 1 augustus 2017. De jongste rechter is buiten staat deze uitspraak mede te ondertekenen.

Ingevolge artikel 29, tweede lid, OLW staat tegen deze uitspraak geen gewoon rechtsmiddel open. 1 2 https://www.koengeens.be/news/2017/07/17/geens-iedereen-beseft-dat-deze-situatie-niet-kanduren HvJ EU 5 april 2016, C-404/15 ( [naam 4] ) en C-659/15 PPU ( [naam 5] ), ECLI:EU:C:2016:198.