HearPlus 322wra
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 1 5 6 7 2 3 8 9 4 13 14 15 16 NO C NC 19 10 17 11 12 18
1 Controlelampje 2 Knipperlicht 3 Indicatorlampjes voor kanalen 1 4 4 Luidspreker 5 Geluids-/visueel signaal 6 Toonhoogte 7 Uit/Aan 8 Aansluiting voor netstroomadapter 9 Schakelaar voor ID-code 10 Controlelampje 11 Microfoon 12 Signaalknop 13 Functiekeuzeschakelaar 14 Ingangsaansluiting 15 Telefoonaansluiting 16 Microfoonaansluiting 17 Schakelaar voor kanaal en ID-code 18 Microfoongevoeligheid 19 Externe microfoon
Bediening Beschrijving Dit product bestaat uit een hoofdeenheid die een krachtig geluidssignaal en/of een lichtflits uitzendt als een signaal van een of meer sensors wordt ontvangen. Communicatie tussen de eenheden vindt draadloos plaats. Het bereik bedraagt tot 30 meter afhankelijk van hoe de eenheden zijn geplaatst. De sensor kan worden aangesloten op een inkomende telefoonlijn en/of op andere apparatuur zoals een alarm, deurbel etc. De sensor kan ook reageren op geluiden die worden opgevangen door een ingebouwde of externe microfoon. Ook is de sensor voorzien van een signaalknop om het signaal handmatig te activeren. De hoofdeenheid heeft vier kanalen. Elk kanaal kan signalen ontvangen van een onbeperkt aantal sensors. Indicatorlampjes op de hoofdeenheid geven aan of een kanaal actief is (zwak licht) en of het een signaal ontvangt (helder licht). Het geluidssignaal varieert naar gelang het kanaal waarvan het alarm afkomstig is. Elke sensor is voorzien van een schakelaar om het kanaal te kiezen waarop de sensor uitzendt. Elke hoofdeenheid en sensor hebben een ID-code die kan worden ingesteld op 256 verschillende combinaties. De hoofdeenheid ontvangt alleen signalen van de sensors waarop dezelfde ID-code is ingesteld als op de hoofdeenheid. Dit betekent dat op dezelfde locatie meerdere hoofdeenheden kunnen worden gebruikt zonder elkaar te storen.
Controlelampje op de hoofdeenheid Batterijstroom 1 Geen licht Groen Groen knipperend UIT AAN AAN, de batterij is bijna leeg Netstroomadapter aangesloten Rood Geel Geel knipperend UIT AAN AAN, de batterij is bijna leeg
Indicatorlampjes op de hoofdeenheid 3 Geen licht = Geen actieve sensor binnen bereik Zwak licht = Actieve sensor binnen bereik Helder licht = Zendende sensor Knipperend = Batterij in sensor bijna leeg Actieve sensor = Er is een actieve sensor binnen het bereik van de hoofdeenheid Zendende sensor = De sensor is handmatig of door een inkomend signaal geactiveerd Aansluiten Hoofdeenheid 1. 2. Plaats vier AA-batterijen in de hoofdeenheid zoals afgebeeld op het label in het batterijvakje. Sluit de netstroomadapter aan op het lichtnet en op de aansluiting aan de onderkant van de hoofdeenheid. 3. Zet de schakelaar van de hoofdeenheid aan. Het controlelampje van de hoofdeenheid geeft de status van de eenheid en de toestand van de batterij aan. Zie Controlelampje op de hoofdeenheid.
Sensor 1. 2. 3. 4. Nederlands Plaats vier AA-batterijen in de sensor zoals aangegeven in het batterijvakje. Als een externe microfoon, telefoonleiding of alarmen gaan worden gebruikt, sluit deze dan aan volgens de beschrijving in het gedeelte Instellingen/Sensor. Schakel de sensor in door de functieschakelaar naar een van de standen of te bewegen. Zolang de sensor is ingeschakeld, knippert het controlelampje van de sensor elke 15 seconden rood. Controleer of het indicatorlampje voor dat bepaalde kanaal gaat branden op de hoofdeenheid. Controleer of de sensor in contact staat met de hoofdeenheid. Zie Functie controleren. Als de batterijen in de sensor te zwak zijn, knippert het controlelampje van de sensor elke drie seconden. Zie Batterijen.
Functie controleren 3 Automatisch controleren Vervolgens wordt zo lang als de hoofdeenheid is ingeschakeld om het andere uur een nieuwe zoekopdracht uitgevoerd. Op de hoofdeenheid zijn de indicatielampjes voor kanalen die een verbindingssignaal hebben ontvangen zwak verlicht. Een knipperend indicatorlampje geeft aan dat een sensor op dat kanaal nieuwe batterijen nodig heeft. Let op! Als een sensor niet meer functioneert kan het tot zes uur duren voordat dit op de hoofdeenheid wordt aangegeven. Bij het omwisselen van de batterijen of als de sensor is verplaatst, dient als voorzorgsmaatregel een functiecontrole te worden uitgevoerd. Handmatig signalen uitzenden/sensors controleren 1. 2. Druk op de signaaltoets op de sensor. De hoofdeenheid moet nu een geluids-/visueel signaal uitzenden en het indicatorlampje voor het betreffende kanaal moet van zwak naar helder gaan branden. Het signaal stopt automatisch na 60 seconden maar kan ook worden onderbroken door nogmaals op de signaaltoets te drukken. Het geluids-/visuele signaal moet nu stoppen en het indicatorlampje moet weer zwak gaan branden. 12
Batterijen De hoofdeenheid wordt normaal gevoed door de meegeleverde netstroomadapter en heeft batterijen als reserve voor het geval van een stroomstoring. Het controlelampje op de hoofdeenheid geeft aan of de batterijen ontbreken of zijn ontladen. De sensors krijgen hun stroom uitsluitend van hun batterijen. Als de batterijen in een sensor leeg raken, gaat het rode controlelampje op de sensor knipperen. Ook het indicatorlampje op de hoofdeenheid voor dat specifieke kanaal gaat knipperen. Let op! Als een sensor niet meer functioneert kan het tot zes uur duren voordat dit op de hoofdeenheid wordt aangegeven. De batterij in de hoofdeenheid of sensor vervangen 1. 2. 3. 4. Ontkoppel alle verbindingen van de netstroomadapter, telefoonsnoeren, alarmen etc. Verwijder het batterijklepje en vervang de batterijen. Plaats de nieuwe batterijen zoals aangegeven in het batterijvakje. Plaats het batterijklepje weer terug en sluit de verbindingen weer aan. Controleer de functie, zie Functie controleren. Let op! Gebruik alleen alkalinebatterijen van een goede kwaliteit (1,5V).
Instellingen Hoofdeenheid Uit/Aan 7 Hoofdeenheid UIT Hoofdeenheid AAN Geluids-/visueel signaal kiezen Geluids- en visueel signaal 5 Alleen visueel signaal Alleen geluidssignaal Geluidssignaal Laag volume / hoge frequentie Stijgend volume / hoge frequentie Hoog volume / lage frequentie 6
Sensor Functiekeuzeschakelaar Sensor UIT Nederlands 13 Aansluiting + contactingang (microfoon uit) Aansluiting + contactingang (microfoon aan) Een externe microfoon aansluiten Op de microfoonaansluiting kan een microfoon met een 3,5mm stekker worden aangesloten. 16 Let op! Door een externe microfoon aan te sluiten, wordt de ingebouwde microfoon uitgeschakeld.
Microfoongevoeligheid Nederlands Als de hoofdeenheid dicht in de buurt van een sensor of externe microfoon wordt geplaatst, pikt de microfoon het geluidssignaal op. Dit signaal blijft klinken tot de hoofdeenheid wordt uitgeschakeld, d.w.z. zolang er feedback is. Pas de gevoeligheid van de microfoon aan met de stelschroef aan de zijkant van de sensor tot het geluidssignaal de sensor niet meer beïnvloedt. Draai de regeling naar rechts om de gevoeligheid te vergroten en naar links om deze te verkleinen. 18 - + Let op! Het risico dat het geluidssignaal feedback veroorzaakt is in het bijzonder groot als het geluidssignaal is ingesteld op hoog of toenemend bij gebruik van de interne microfoon. Als u het hoge geluidssignaal gebruikt, wordt geadviseerd om een externe microfoon te gebruiken.
Een telefoonlijn aansluiten Nederlands Sluit de inkomende telefoonlijn aan op de aansluiting behulp van het meegeleverde telefoonsnoer. met 15 Aansluiten op schakelcircuits De sensor kan worden aangesloten op een schakelcircuit zoals een alarm of een deurbel. 14 Als het circuit normaal gesloten is (bijv. een magneetschakelaar voor een raam/deur), sluit het dan aan op de ingangen C en NC. NO C NC Als het circuit normaal open is (bijv. een signaalknop), sluit het dan aan op de ingangen C en NO. Tussen ingang NC en ingang C moet een jumper aanwezig zijn. NO C NC 10
De ID-code wijzigen De ID-code wordt ingesteld met behulp van een schakelaar met acht knoppen waarmee 256 verschillende combinaties kunnen worden gevormd. Normaal gesproken is er geen reden om de ID-code te wijzigen. Dit is alleen nodig als binnen hetzelfde dekkingsgebied meerdere hoofdeenheden worden gebruikt. De ID-code wijzigen Hoofdeenheid 1. 2. 3. Schakel de hoofdeenheid uit. Verwijder het batterijklepje. Stel de gewenste combinatie in met behulp van een pen of een kleine schroevendraaier. Voorbeeld: 9 4. 1 2 3 4 5 6 7 8 Plaats het batterijklepje weer terug en zet de hoofdeenheid weer aan. Let op! De schakelaar op de hoofdeenheid staat omgekeerd in vergelijking met die op de sensor. Draai de hoofdeenheid zo dat de getallen op de schakelaar in de juiste stand staan als de code wordt ingesteld. 11
De ID-code wijzigen Sensor 1. 2. 3. Schakel de sensor uit. Verwijder het batterijklepje. Stel de eerste acht knoppen precies hetzelfde in als op de hoofdeenheid. 17 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 4. 5. 6. Laat de laatste twee knoppen onveranderd. Plaats het batterijklepje weer terug en zet de sensor weer aan. Controleer de functie, zie Functie controleren, pagina 5. 12
Het kanaal op de sensor veranderen 1. 2. 3. Schakel de sensor uit. Verwijder het batterijklepje. Stel het gewenste kanaal 1-4 in met behulp van een pen of een kleine schroevendraaier. Laat de eerste acht knoppen onveranderd. Kanaal 1 17 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Kanaal 2 Kanaal 3 Kanaal 4 4. Plaats het batterijklepje weer terug en zet de sensor weer aan. 5. Zet de hoofdeenheid uit en vervolgens weer aan. 6. Controleer de functie, zie Functie controleren. 13
Problemen oplossen Controleer of de batterijen in de sensors functioneren en op de juiste manier zijn geplaatst (plus/min zoals aangegeven). Controleer of eventuele telefoon-/alarmkabels die worden gebruikt onbeschadigd zijn en goed zijn aangesloten. Controleer of de sensor en hoofdeenheid op dezelfde ID-code zijn ingesteld. Controleer of de sensor en de hoofdeenheid met elkaar communiceren, zie Functie controleren. Mocht u daarna nog problemen hebben, neem dan contact op met de winkel waar u het apparaat hebt gekocht. Verklaring van Conformiteit Doro verklaart hierbij dat het product Doro HearPlus 322wra voldoet aan de essentiële vereisten en andere relevante regelgeving vervat in de Richtlijnen 1999/5/EC (R&TTE) en 2002/95/EC (ROHS). Een exemplaar van de verklaring van de fabrikant is verkrijgbaar op www.doro.com/dofc 14
Garantie Dit product wordt gegarandeerd voor een periode van 12 maanden vanaf de aankoopdatum. Mochten zich problemen voordoen, neem dan contact op met de winkel waar u het apparaat hebt gekocht. Voor service of ondersteuning tijdens de garantieperiode moet u een aankoopbewijs kunnen tonen. Deze garantie is niet van toepassing op defecten veroorzaakt door ongelukken of soortgelijke incidenten of door schade, binnendringen van vloeistoffen, nalatigheid, abnormaal gebruik en alle andere omstandigheden van de zijde van de gebruiker. Voorts is deze garantie niet van toepassing op eventuele defecten die worden veroorzaakt door onweer of andere grote spanningsfluctuaties. Als voorzorgsmaatregel adviseren wij u om tijdens onweer de telefoon los te koppelen. 15
English Addendum Placement The range of the units depends on the surroundings and how the units are positioned in relation to each other. If you have trouble getting contact between units, try moving them to different locations. Do not place the sensor or main units at floor level as this will reduce the effective range of the unit. Indicator lamp colors The indicator lamps on the main unit have different colors for easier identification at a distance. Red Green Blue Yellow Function selector Make sure that the function selector on the sensor unit is in the correct position for the type of input used: Phone line or NO/NC signal Internal or external microphone External microphone The external microphone is of the resonance type and should be placed on the source object for best function.