December 2007 LEERLINGENSTATUUT SCHOLEN AAN ZEE

Vergelijkbare documenten
LEERLINGENSTATUUT. Vastgesteld in de vergadering van de MR in 2015 na instemming van het leerlingendeel van de MR. Leerlingenstatuut

Leerlingenstatuut Stedelijk Gymnasium Schiedam. Mei 2008 Goedgekeurd door de medezeggenschapsraad

Hoofdstuk 34: Leerlingenstatuut

Stedelijk Dalton Lyceum Postbus CA Dordrecht

LEERLINGENSTATUUT. RSG Enkhuizen

Artikel De leerling heeft de plicht het aan hem opgegeven huiswerk te maken en te beschikken over alle vereiste leermiddelen voor die les.

SINT-JANSCOLLEGE LEERLINGENSTATUUT I. ALGEMENE BEPALINGEN

1. Algemene Bepalingen

Leerlingenstatuut LMC Voortgezet Onderwijs

THYv GRT. Leerlingenstatuut Voortgezet Onderwijs Best-Oirschot

Voorgenomen besluit CvB : d.d. 25 juni 2008 Instemming leerlingen/oudergeleding GMR : d.d. 7 juli 2008 Definitief besluit CvB : d.d.

het aan school verbonden personeel, hieronder begrepen de leden van de schoolleiding.

docenten personeelsleden met een onderwijsgevende taak (stagiair(e)s inbegrepen)

Leerlingenstatuut Arkelstein 1. Paragraaf 1 ALGEMEEN Arkelstein

Leerlingenstatuut

Leerlingenstatuut Maris College

REGLEMENT DISCIPLINAIRE MAATREGELEN STICHTING OPENBAAR VOORTGEZET ONDERWIJS GOUDA

Leerlingenstatuut. Oostvaarders College. Buitenhout College

Leerlingenstatuut Het Vlier 1. Paragraaf 1 ALGEMEEN Het Vlier

ESPRIT. reglement disciplinaire en pedagogische maatregelen. overplaatsing time out schorsing verwijdering

Leerlingenstatuut.

Leerlingenstatuut Lauwers College

Leerlingenstatuut 2008 Scheldemond College

Leerlingenstatuut. Kennemer College

Leerlingenstatuut (Onder voorbehoud) Haarlemmermeer Lyceum

Leerlingenstatuut Metameer

Leerlingenstatuut PARAGRAAF 1. ALGEMENE BEPALINGEN

Inhoud. I. Algemene bepalingen Artikel 1: Begripsbepaling Artikel 2: Leerlingenstatuut

Leerlingenstatuut

lesgeven. Onderwijsgroep Buitengewoon Een gekozen groep leerlingen die mee denkt, praat en beslist over schoolzaken.

Leerlingenstatuut Udens College

Paragraaf 1 ALGEMEEN De Boerhaave

Leerlingenstatuut Van Lodenstein College. Augustus 2014

Stedelijk Gymnasium Breda. Leerlingenstatuut

Leerlingenstatuut Kennemer College

Leerlingenstatuut Vastgesteld in de MR vergadering van 12 juni 2018

LEERLINGENSTATUUT LORENTZ CASIMIR LYCEUM

Leerlingenstatuut Christelijk College Nassau-Veluwe 02FB

van (naam locatie) (plaats)

Leerlingenstatuut DIAMANTEN VIER

LEERLINGENSTATUUT s Gravendreef College INTERCONFESSIONELE SCHOLENGEMEENSCHAP VOOR VMBO (KGT) en HAVO

OSG Piter Jelles Leerlingenstatuut Leerlingenstatuut

ons middelbaar onderwijs algemeen reglement Ons Middelbaar Onderwijs

Leerlingenstatuut locatie CSG Beilen

Leerlingenstatuut Schooljaren en

LEERLINGENSTATUUT ONDERWIJSGROEP TESSENDERLANDT

Kennemer College. Het leerlingenstatuut

School Leerlingen Ouders Leraren Onderwijs ondersteunend personeel Directeur Adjunct - directeur Bevoegd gezag

Leerlingenstatuut PARAGRAAF 1. ALGEMENE BEPALINGEN

Elke schooldag wordt geopend met een dagopening, waarin o.a. door Bijbellezing en gebed uiting wordt gegeven aan de identiteit van ons onderwijs.

beleidsstukken INHOUDSOPGAVE

Inhoudsopgave I - Algemeen artikel 1 Begripsbepaling artikel 2 Leerlingenstatuut. II - Rechten

BEZWAARREGELING EN ALGEMENE KLACHTENREGELING VAN DE STICHTING GOOISE SCHOLEN FEDERATIE

Met een leerlingenstatuut in de hand is er een prima mogelijkheid de rechten en plichten van leerlingen te verduidelijken en te verbeteren.

Reglement Pedagogische Maatregelen en Straf

Leerlingenstatuut

Protocol schorsing en verwijdering

Leerlingenstatuut Instelling Voortgezet Onderwijs Deurne

Leerlingenstatuut Vereniging voor Christelijk Onderwijs te Valkenburg ZH

Leerlingen- en ouderstatuut VO

Verenigde Scholen J.A. Alberdingk Thijm Voortgezet Onderwijs. Leerlingenstatuut

Inhoudsopgave I - Algemeen artikel 1 Begripsbepaling artikel 2 leerlingenstatuut. II - Rechten. vrijheid van vergadering en meningsuiting

Leerlingenstatuut van het Stedelijk Gymnasium Breda

Leerlingenstatuut. Jac. P. Thijsse College

Leerlingenstatuut Christelijk Lyceum Delft 1. LEERLINGENSTATUUT. Ter inleiding

LEERLINGENSTATUUT van de Christelijke Scholengemeenschap Willem van Oranje te Oud-Beijerland

Leerlingenstatuut AOC Terra

Proceduremaatregelen bij schorsing, voornemen tot verwijdering en verwijdering leerplichtige leerlingen

Leerlingenstatuut van het Stedelijk Gymnasium Leiden

LEERLINGENSTATUUT 2016 van het Montessori Lyceum HERMAN JORDAN te Zeist.

LEERLINGENSTATUUT NIEUW ZUID

Leerlingenstatuut PCOK Katwijk Versie 1.0

Regeling Schorsing en Verwijdering. Stichting Kopwerk

Algemeen. 1.1 Begrippen In dit leerlingenstatuut wordt bedoeld met:

schoolreglement jan arentsz * 2015/2016

Zaan Primair Regeling schorsing & verwijdering

Leerlingenstatuut Stedelijk Gymnasium Leiden

3.1. Het leerlingenstatuut regelt de rechten en plichten van de leerlingen.

LEERLINGENSTATUUT SCHOLENGEMEENSCHAP WERE DI

Regeling Schorsing en Verwijdering

LEERLINGENSTATUUT. Geldig van 1 augustus 2014 tot en met 31 juli 2016

LEERLINGENSTATUUT Almere College, maart 2016

LEERLINGENSTATUUT RSG Ter Apel. Februari Leerlingenstatuut van de RSG Ter Apel

[LEERLINGENSTATUUT] Leerlingenstatuut. Scholengemeenschap de Grundel. Vastgesteld in vergadering centrale directie,

Leerlingenstatuut Februari 2017

Leerlingenstatuut

LEERLINGENSTATUUT. voor de scholen van Esprit

LEERLINGENSTATUUT VAN DALTON DEN HAAG

LEERLINGENSTATUUT VEURS LYCEUM 2013 INHOUDSOPGAVE

Regeling tot schorsing, overplaatsing en definitieve verwijdering van leerlingen van het Atlas College

leerlingenstatuut marianum

LEERLINGENSTATUUT Scholengroep Leonardo da Vinci

LEERLINGENSTATUUT Hermann Wesselink College

Leerlingenstatuut. Een woord vooraf. Rechten en plichten

leerlingenstatuut

Leerlingenstatuut Jozefmavo

Leerlingenstatuut Dollard College

LEERLINGENSTATUUT. Stichting OSG Hengelo

LEERLINGENSTATUUT DE GOUDSE SCHOLENGEMEENSCHAP LEO VROMAN

Transcriptie:

December 2007 LEERLINGENSTATUUT SCHOLEN AAN ZEE 1

Artikel 1. Begripsbepaling Dit leerlingenstatuut verstaat onder: 1. Bevoegd gezag: Het College van Bestuur van de Stichting Scholen aan Zee. 2. Managementstatuut: Reglement, waarin de verantwoordelijkheden van het College van Bestuur en directie zijn beschreven. 3. School: Een onder het College van Bestuur van Scholen aan Zee vallende school: Lyceum aan Zee, Mavo aan Zee en Beroepsonderwijs aan Zee. 4. Vestiging: De twee scholengemeenschappen van Scholen aan Zee bestaan uit vijf onderwijslocaties en een Onderwijskantoor. Een onder het bevoegd gezag vallende locatie waar medewerkers van Scholen aan Zee werkzaam zijn. 5. Leerlingen: Leerlingen die op school staan ingeschreven en de lessen volgen op één van de Scholen aan Zee -locaties. 6. Ouders: De ouders, voogden of verzorgers van de leerlingen. 7. Managementteam (MT): Het College van Bestuur en directeuren. 8. Directeur: Eerst verantwoordelijke voor een school binnen Scholen aan Zee. 9. Schooldirectie: Directeur, Managers Bedrijfsvoering en Onderwijsmanagers van een onderwijsvestiging binnen Scholen aan Zee 10. Manager Bedrijfsvoering: De Manager Bedrijfsvoering van een school, verantwoordelijk voor onder meer de doelmatige inrichting van de school. 11. Onderwijsmanager: De Onderwijsmanager is verantwoordelijk voor de kwaliteit en de continuïteit van het onderwijs binnen de school. 12. Leraren: De leden van het personeel die behoren tot het OP. 13. Begeleidingsteam: De groep personeelsleden die verantwoordelijk is voor de begeleiding van leerlingen en kan bestaan uit: loopbaanbegeleiders, counselors, mentoren, onderwijskundig coördinatoren, leerlingbegeleiders, vertrouwenspersonen, pedagogisch conciërges. 14. Medezeggenschapsraad: De medezeggenschapsraad als bedoeld in artikel 3 van de Wet Medezeggenschap op scholen. 15. Medezeggenschapsreglement: Het reglement van de Medezeggenschapsraad van Scholen aan Zee. 16. Ouderraad: Het vertegenwoordigend orgaan van de ouders van een school. 2

17. Leerlingenraad: Het vertegenwoordigend orgaan van de leerlingen van een school. 18. Klankbordgroep: Een groep bestaande uit ouders, leerlingen en personeelsleden die ervaringen en nieuwe ontwikkelingen m.b.t. de school uitwisselen. 19. Schoolplan: Schooldocumenten als bedoeld in artikel 24 van de Wet Voortgezet Onderwijs (WVO). 20. Schoolgids: Schooldocumenten als bedoeld in artikel 24a van de WVO (Scholen aan Zee-gids). 21. Inspectie: De inspecteur die belast is met het toezicht op het voortgezet onderwijs als bedoeld in artikel 113 WVO. 22. Bevordering: Het binnen de afdeling doorstromen naar een hoger leerjaar. 23. Doubleren: Het binnen de afdeling overdoen van het zelfde leerjaar. 24. Overplaatsen Het veranderen van opleiding binnen een schooljaar. 25. Toelating: De instroom van nieuwe leerlingen en het doorstromen vanuit een andere afdeling binnen de school. 26. Klachtenregeling: Schooldocumenten als bedoeld in artikel 24b van de WVO. Artikel 2. Leerlingenstatuut 1. Dit leerlingenstatuut legt de rechten en verplichtingen vast van de leerlingen en bevat tevens de daaruit voortvloeiende consequenties voor onderwijzend en onderwijs-ondersteunend personeel, directie en bevoegd gezag. Als aanhangsel bij dit leerlingenstatuut kan een schoolreglement toegevoegd worden. 2. Het leerlingenstatuut geldt in en buiten de schoolgebouwen en terreinen zoals opgenomen in het kadaster, zowel onder schooltijd als daarbuiten en bij alle schoolse en buitenschoolse activiteiten. 3. Het bevoegd gezag legt elke 2 jaar een leerlingenstatuut voor aan de GMR (art. 24g van de WVO). Tussentijdse wijziging van het leerlingenstatuut is mogelijk. Het bevoegd gezag legt elke wijziging van dit statuut voor aan de medezeggenschapsraad. 4. Het leerlingenstatuut wordt binnen de school zodanig gepubliceerd dat iedereen er kennis van kan nemen. Elke nieuwe leerling van de school wordt d.m.v. de schoolgids gewezen op de aanwezigheid van het leerlingenstatuut en de plaatsen waar dit ter inzage ligt. In elk geval ligt het leerlingenstatuut ter inzage bij de directie. GRONDRECHTEN Artikel 3. Recht op informatie 1. Het College van Bestuur draagt er zorg voor, dat voorafgaande aan de inschrijving aan de leerlingen en de ouders algemene informatie wordt verstrekt over de doelstelling, het onderwijsaanbod en de werkwijze van de school, de toelatingseisen, de cursusduur en over de mogelijkheden voor 3

vervolgonderwijs waarvoor wordt opgeleid, de eventueel aan de toelating verbonden kosten, alsmede over andere aangelegenheden die van direct belang zijn voor de aspirant-leerling, e.e.a. geregeld d.m.v. de informatie in de schoolgids. 2. De directie draagt er zorg voor, dat er exemplaren van het schoolplan, van het medezeggenschapsreglement en de WVO voor een ieder ter inzage liggen. 3. De directie draagt er zorg voor dat het lesrooster en andere reglementen die voor leerlingen van belang zijn, voor een ieder in te zien zijn. Ook is de directie tijdens schooltijd in principe voor de leerlingen beschikbaar om vragen die betrekking hebben op het functioneren van de leerling binnen de school te beantwoorden. Artikel 4. Recht op privacy 1. Er is op school een leerlingenregister, waarin de hierna te noemen gegevens van de leerlingen zijn opgenomen: -naam; -adres; -telefoonnummer; -geboorteplaats en datum; -geslacht; -godsdienst; -nationaliteit; -sofinummer; -huisarts; -medische bijzonderheden; -datum van inschrijving; -naam en adres van de ouders; -gezinsomstandigheden; -indien van toepassing datum aankomst in Nederland; -school van herkomst; -naam en advies afleverende basisschool; -relevante testresultaten; -tijdstip van verlaten school en reden daarvan; -adres bij het verlaten van de school; -gegevens over studievorderingen; -gegevens die voor het functioneren van de school of voor het verkrijgen van faciliteiten onmisbaar zijn. 2. Het leerlingenregister is slechts toegankelijk voor: -de desbetreffende leerling en indien deze minderjarig is ook de ouders; -de leraren van de desbetreffende leerling; -het begeleidingsteam; -de medewerkers van het OOP indien en voorzover dit voor hun werkzaamheden noodzakelijk is; -de directie; -het College van Bestuur; -de inspecteur; -daartoe door het rijk aangewezen personen met het oog op de financiële controle. Gegevens uit het register worden niet zonder toestemming van de meerderjarige leerling of de ouders van minderjarige leerlingen aan andere personen doorgegeven. 3. Wanneer informatie over gedrag en/of schoolresultaten aan de ouders wordt doorgegeven, wordt de leerling hiervan in kennis gesteld. Artikel 5. Vrijheid van vergadering 1. Leerlingen hebben vrijheid van vergadering. In overleg met de directie worden afspraken gemaakt omtrent de tijd en plaats van vergadering, indien deze in school en onder schooltijd plaatsvindt. De leerlingen zorgen ervoor dat de ruimte na gebruik schoon en opgeruimd wordt achtergelaten en zijn aansprakelijk voor eventueel aangerichte schade. 4

2. Niet-leerlingen worden toegelaten tot de vergadering wanneer de meerderheid van de aanwezige leerlingen dat toestaat en dit in belang is m.b.t. de onderwerpen die de vergadering in bespreking neemt. Artikel 6. Vrijheid van meningsuiting 1. Elke school heeft een site, die beschikbaar is voor personeel, ouderraad en MR-leden. 2. De leerlingen hebben het recht een eigen leerlingenblad of leerlingensite uit te brengen. 3. De leerlingen bepalen zelf de inhoud van het leerlingenblad of de -site, die echter niet kwetsend mag zijn voor anderen of onjuiste informatie mag bevatten. De redactie laat zich bijstaan door een door haar gekozen adviseur vanuit het personeel. De redactie stelt een redactiestatuut op. 4. Er is een mededelingenbord, waarop leerlingen, zonder toestemming vooraf, mededelingen van niet-commerciële aard kunnen ophangen. Deze mededelingen mogen niet kwetsend zijn voor anderen en moeten worden voorzien van de naam van de afzender. Artikel 7. Recht op medezeggenschap 1. Het College van Bestuur en de directies bevorderen de totstandkoming van een leerlingvertegenwoordiging in de Medezeggenschapsraad. 2. De leerlingen die lid zijn van de Medezeggenschapsraad mogen, uit hoofde van hun lidmaatschap van de MR, op geen enkele wijze benadeeld worden in hun positie op school. Artikel 8. Klankbordgroep 1. De directie bevordert de totstandkoming van een klankbordgroep op de school en het functioneren van dit platform. 2. De directie stelt de klankbordgroep in de gelegenheid desgewenst een spreekuur te houden, waar leerlingen terecht kunnen met problemen en suggesties met betrekking tot die zaken waarmee de klankbordgroep zich bezighoudt. 3. De noodzakelijke kosten die voortvloeien uit de taken en functies van de klankbordgroep worden vergoed uit het schoolbudget. 4. De leden van de klankbordgroep mogen, uit hoofde van hun lidmaatschap van de klankbordgroep, op geen enkele wijze benadeeld worden in hun positie op school. HET ONDERWIJS: TOELATING/BEVORDERING Artikel 9. Toelating en bevordering 1. De school is toegankelijk voor alle leerlingen. 2. Aan de toelating kunnen slechts eisen worden gesteld met betrekking tot de vooropleiding c.q. de prestaties in de te volgen vakken en aan de leeftijd. 3. Discriminatie bij de toelating wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook, is niet toegestaan. 4. Een besluit tot weigering van toelating wordt schriftelijk en met opgave van redenen aan de betrokkene, en indien deze minderjarig is, ook aan de ouders meegedeeld, waarbij tevens de mogelijkheid van beroep wordt vermeld. 5

5. Binnen 30 dagen kan een herziening van een besluit tot weigering van toelating worden aangevraagd bij het College van Bestuur door de (meerderjarige) leerling of door de ouders. Op dit verzoek wordt zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk binnen 30 dagen na ontvangst hiervan beslist, na overleg met de inspectie. Er wordt pas beslist nadat de leerling en/of de ouders zijn gehoord en inzage hebben gehad in de betreffende adviezen en rapporten. 6. Van voorwaardelijke toelating tot hogere leerjaren wordt schriftelijk mededeling gedaan aan de meerderjarige leerling of aan de ouders, waarbij wordt vermeld het tijdstip waarop definitief omtrent de toelating zal worden beslist. Dit tijdstip ligt tussen 1 oktober en 1 januari. Bij tussentijdse instroom valt het tijdstip waarop definitief omtrent de toelating wordt beslist binnen vier maanden na de inschrijfdatum. 7. De mogelijkheden m.b.t. de te kiezen profielen, vakrichtingen, streams en/of vakkencombinaties worden weergegeven in de schoolgids of in de locatie ter inzage liggende documenten waarnaar in de schoolgids wordt verwezen. 8. De lerarenvergadering dan wel deelvergadering beslist, afhankelijk van de daartoe vastgelegde taakverdeling, over de toelating van de leerlingen tot het volgende leerjaar en adviseert daarbij over de te vervolgen loopbaan van de leerling. De meerderjarige leerling of de ouders worden in kennis gesteld van het uitgebrachte advies. Artikel 10. Kosten van het onderwijs 1. Voor de toelating tot de school kunnen geen financiële drempels worden opgeworpen voor ouders en/of leerlingen. 2. Leerlingen of hun ouders kunnen slechts dan verplicht worden tot aanschaf van leer(hulp)- middelen als deze middelen noodzakelijk zijn voor het onderwijsprogramma, zoals dat in het Schoolontwikkelplan of het Teamontwikkelplan dan wel in het Programma van Toetsing en Afsluiting is opgenomen. 3. Het College van Bestuur en de directie dragen er zorg voor dat de kosten van deze middelen en andere zaken zoals excursies zo laag mogelijk worden gehouden. 4. Voor leerlingen of ouders die om aantoonbare financiële redenen de kosten van de leer- (hulp)middelen of van bepaalde onderwijsactiviteiten waaraan kosten zijn verbonden (excursies, reisweken e.d.) niet kunnen opbrengen, treft het bevoegd gezag een regeling. Deze regeling is opgenomen in de Scholen aan Zee-gids. Artikel 11. Inhoud van het onderwijs 1. De leerlingen hebben er recht op dat de leraren zich inspannen om behoorlijk onderwijs te geven, overeenkomstig het vastgestelde schoolplan en het lesrooster. 2. De leerlingen zijn verplicht zich in te spannen om het onderwijsproces goed te laten verlopen. 3. In onderling overleg tussen de leerling, de leraren die lesgeven aan de betrokken leerling en de loopbaanbegeleiders wordt met betrekking tot de plaatsing in een stream, de profielkeuze, de vakrichting en/of vakkencombinaties een keuzeadvies opgesteld, waarbij wordt uitgegaan van de door de leerling behaalde resultaten in en getoonde belangstelling voor de verschillende vakken. De beslissing ligt bij de ouders of bij de meerderjarige leerling, met inachtneming van de formele toelatingsvoorwaarden. Artikel 12. Huiswerk 1. Leerlingen hebben de plicht het aan hen opgegeven huiswerk te maken en/of te leren. 2. Leraren dragen er zorg voor dat het totaal van het aan leerlingen opgegeven huiswerk geen onredelijke belasting voor de leerlingen oplevert. Zij bespreken in principe het gemaakte huiswerk. 6

3. Het huiswerk en de leerstof worden zoveel mogelijk over de week en over het schooljaar verspreid. Artikel 13. Toetsing en beoordeling 1. In de onderbouw worden kennis, inzicht en vaardigheden o.a. getoetst d.m.v. schriftelijke overhoringen en repetities. Met een schriftelijke overhoring wordt bedoeld het afvragen van de voor een les opgegeven (kleinere hoeveelheid) leerstof. Een repetitie is het afvragen van een eerder behandelde, van tevoren opgegeven, grotere hoeveelheid leerstof. Daarnaast kunnen er praktische opdrachten, spreekbeurten, tekstverklaringen, proefvertalingen, luistertoetsen, opstellen enz. gegeven worden. 2. De kennis en vaardigheden van leerlingen in de bovenbouw worden getoetst d.m.v. toetsen, praktische opdrachten en handelingsdelen. Alle informatie hierover is opgenomen in het Programma van Toetsing en Afsluiting (PTA). 3. Repetitie- en toetsopgaven dienen in het algemeen schriftelijk aan de leerlingen uitgereikt te worden, ook digitale toetsen zijn toegestaan. Uitzondering hierop vormt het toetsen van de mondelinge taalvaardigheid en kennis van de literatuur. Nadere informatie over de wijze van toetsen is te vinden in het PTA. 4. De leerling heeft recht op bespreking van en inzage in het gecorrigeerde werk. 5. De directie en/of de leraren zorgen ervoor dat de leerling wordt ingelicht over de beoordeling van de studieresultaten en over de gronden waarop deze beoordeling berust. 6. Een leerling die het niet eens is met de beoordeling van een gemaakt werk en/of het verkregen cijfer, overlegt dit met de docent. Als docent en leerling samen niet slagen in het vinden van een bevredigende oplossing, kan de leerling zich wenden tot de Onderwijsmanager van de school. Voor werk dat onderdeel uitmaakt van het examen gelden de bepalingen in het Examenreglement. 7. Gemist schriftelijk werk wordt ingehaald op een door de school vastgelegd tijdstip of in overleg met de docent. Voor werk dat onderdeel uitmaakt van het examen gelden de bepalingen uit het Examenreglement. 8. De leerling ontvangt tenminste drie keer per jaar een rapport waarop een overzicht wordt gegeven van de prestaties van de leerling voor alle vakken vanaf het begin van het schooljaar. 9. Leerlingen hebben er recht op inzicht te krijgen in de wijze waarop cijfers voor een rapport tot stand komen. 10. De directie zorgt ervoor dat de leerling voldoende gelegenheid heeft raad te vragen en inlichtingen te ontvangen over de studieresultaten. 11. Indien de inlichtingen door de leerling en/of de ouders onvoldoende worden geacht, of indien inlichtingen worden geweigerd kan de leerling of de ouder de directie verzoeken een onderzoek in te stellen. Aan dit verzoek wordt zo spoedig mogelijk gevolg gegeven en van de resultaten worden de leerling en de ouders onverwijld in kennis gesteld. 12. Indien de studieresultaten aanleiding geven tot het treffen van onderwijskundige maatregelen, die tot betere studieresultaten zouden kunnen leiden, worden deze met de leerling en zonodig met de ouders besproken. 13. Verder gelden de volgende regels voor repetities en toetsen: a. Tussen het maken van een repetitie of toets en het bespreken van het gecorrigeerde werk liggen, behoudens bijzondere omstandigheden, maximaal twee schoolweken. b. Het teruggeven of ter inzage geven van een repetitie of toets geschiedt bij voorkeur in de eigen les van de leraar. c. Bij geschillen tussen leraar en leerling beslist de Onderwijsmanager (tenzij anders vermeld in het PTA en het Examenreglement). Tenslotte gelden de beroepsmogelijkheden zoals vermeld in artikel 23 van dit leerlingenstatuut. 7

14. Verder gelden de volgende specifieke regels voor de cijfergeving: a. De schoolvorderingen worden uitgedrukt in een schaal van 1 t/m 10 met de daartussen liggende cijfers met één decimaal of in een mededeling onvoldoende/ voldoende/goed. b. Cijfers geven uitsluitend de meetbare schoolvorderingen van de leerling aan. c. Indien sprake is van onrechtmatig, door de directie van de school bevestigd, verzuim bij een repetitie of toets krijgt de leerling niet de gelegenheid tot inhalen en wordt het gemiste werk gewaardeerd met het cijfer 1. d. De sanctie op elke vorm van fraude moet van tevoren duidelijk zijn. e. De rapportcijfers en cijfers van het examendossier worden uitsluitend gebaseerd op cijfers en eventuele andere meetgegevens, waarover ook de leerlingen kunnen beschikken en waarvan de zwaarte voor de berekening van het rapportcijfer of dossiercijfer bekend is. f. Als een leraar naar zijn mening niet over voldoende gegevens over een leerling beschikt om tot een verantwoord rapportcijfer of dossiercijfer te komen, geeft hij geen cijfer. Ouders van minderjarige leerlingen worden op de hoogte gesteld van de redenen van het ontbreken van het cijfer. g. Rapportcijfers en dossiercijfers moeten vóór de rapportvergadering aan de leerlingen bekendgemaakt zijn. h. De normen voor bevordering worden elk jaar vóór 1 december bekendgemaakt. Artikel 14. Programma van Toetsing en Afsluiting (PTA) 1. De bovenbouwleerlingen van iedere school en ieder leerjaar ontvangen vóór 1 oktober van het lopende cursusjaar een voor de opleiding geldend exemplaar van het Programma voor Toetsing en Afsluiting. 2. In het Programma voor Toetsing en Afsluiting is opgenomen: a. tabellen waarin de verschillende toetsen worden omschreven b. een uittreksel uit het Examenreglement; het volledige reglement ligt ter inzage bij de directeur; c. de regeling m.b.t. de herkansing/herexamen en de wijze waarop herkansing/herexamen aangevraagd kan worden; d. de regeling m.b.t. de beroepsmogelijkheden. Artikel 15. Aanwezigheid in lessen 1. De leerlingen zijn verplicht de lessen volgens het voor hen geldende rooster te volgen. Vrijstelling van het volgen van lessen kan, met inachtneming van de wettelijke voorschriften, slechts worden gegeven door de directie of het bevoegd gezag. 2. De leerlingen dienen voor de aanvang van de les in of bij het leslokaal aanwezig te zijn. Leerlingen die te laat zijn, melden zich bij de daartoe aangewezen persoon. Als geen goede reden kan worden aangevoerd, kan er een sanctie worden opgelegd. Bij herhaald te laat komen kunnen door de directie disciplinaire maatregelen worden getroffen. 3. Indien een leerling verhinderd is de school te bezoeken, wordt de school daarvan onmiddellijk in kennis gesteld door de ouders of, wanneer de leerling meerderjarig is, door de leerling zelf. Wanneer de reden van verhindering niet is gelegen in ziekte moet aan de Onderwijsmanager van de school vooraf verlof worden gevraagd voor de afwezigheid. 4. De Onderwijsmanager is bevoegd om verlof te verlenen wegens andere gewichtige omstandigheden wanneer dit om niet meer dan 10 dagen per schooljaar gaat. Bij verlof over meer dan 10 dagen moet goedkeuring worden gevraagd aan de leerplichtambtenaar in geval van leerplichtige leerlingen; in geval van niet-leerplichtige leerlingen beslist de Onderwijsmanager. Tevens worden de door de overheid ingestelde instanties ingelicht. Indien er verlof verleend wordt conform artikel 15. lid 3 en 4 van dit leerlingenstatuut kan de school niet verantwoordelijk worden gesteld voor de eventuele nadelige gevolgen van het lesverzuim. 5. Wanneer een leerling (tijdelijk) niet in staat is de lessen lichamelijke opvoeding te volgen, moet dit schriftelijk door de ouders of door de meerderjarige leerling aan de Onderwijsmanager van de betreffende afdeling worden gemeld. 8

6. Bij herhaaldelijke niet gemelde afwezigheid van minderjarige leerlingen worden de ouders zo snel mogelijk geïnformeerd. Artikel 16. Lesuitval 1. In de onderbouw dienen lesuitval en tussenuren zoveel mogelijk beperkt te worden. Indien er toch lesuitval optreedt gelden de volgende regels: a. Het uitvallen van lessen als gevolg van afwezigheid van leraren wordt tijdig op het publicatiebord en via de Scholen aan Zee-website bekend gemaakt. b. De school stelt de telefoonketen (indien van toepassing) in werking om te voorkomen dat leerlingen voor hun eerste lesuur tevergeefs op school komen, tenzij overmacht hem of haar dat belet. c. Indien vóór het eerste lesuur na de middagpauze op het publicatiebord niet is vermeld dat de leraar zijn lessen hervat, vervalt de volgende dag in ieder geval het eerste lesuur van deze docent, tenzij anders vermeld. d. Tussenuren door lesuitval worden in klas 1 en 2 zo veel mogelijk voorkomen door verschuiving van lessen of door invaluren. 2. In de bovenbouw wordt lesuitval eveneens zo veel mogelijk voorkomen. Tussenuren worden beschouwd als lesvrije uren waarin zelfstandig wordt gewerkt. 3. Als de afwezigheid van een leraar langdurig dreigt te worden zorgt de directie zo snel mogelijk voor een vervanger. Artikel 17. Lesvervangende en niet lesgebonden activiteiten 1. Onder lesvervangende activiteiten wordt verstaan: activiteiten met verplichte deelname (die eventueel buiten het schoolgebouw kunnen plaatsvinden) en die naar aard en omvang redelijkerwijze geacht kunnen worden in de plaats te komen van de normale lessen en waarbij zowel de leerlingen als de leraren betrokken zijn. Onder niet lesgebonden activiteiten wordt verstaan: activiteiten met vrijwillige deelname die buiten de lesuren en binnen of buiten het schoolgebouw plaatsvinden. Het beleid ten aanzien van deze activiteiten wordt in het schoolplan opgenomen. 2. De activiteiten kunnen worden georganiseerd door de directie, de leraren, ouders en/of leerlingen. Slechts activiteiten die met toestemming van de directie worden georganiseerd vallen onder verantwoordelijkheid van de school. 3. De directie doet tijdig aankondiging van de activiteiten waarvoor zij verantwoordelijk is en geeft tevens aan bij welke activiteiten de deelname verplicht is en wat de eventuele kosten zijn. 4. Leerlingen hebben recht op adequate begeleiding van leraren bij niet lesgebonden activiteiten. 5. De leerlingen zijn verplicht de door hen in het kader van niet lesgebonden activiteiten gebruikte ruimten en materialen van de school opgeruimd achter te laten. Artikel 18 Overige rechten en plichten Rechten 1. Leerlingen hebben het recht voorstellen te doen aan de leraren, de directie of het bevoegd gezag over alle zaken die betrekking hebben op hun positie binnen de school. 2. Pauzes, vrije uren en tussenuren kunnen door leerlingen doorgebracht worden in de daartoe door de directie aangewezen ruimten. De directie kan regels opstellen waarin is opgenomen dat leerlingen het schoolterrein niet mogen verlaten. 3. De leerlingen hebben in principe vrijheid van uiterlijk. Op grond van hygiëne- of veiligheidseisen kunnen door locatiedirectie of vakdocenten bepaalde kledingvoorschriften 9

worden gegeven. Verboden kan worden: i. kleding die de communicatie belemmert; ii. kleding die strijdig is met de algemeen aanvaarde normen van fatsoen; iii. kleding die door de wijze van dragen en de uitstraling geassocieerd kan worden met groepen die anderen op enigerlei wijze discrimineren. 4. De leerlingen hebben recht op gelegenheid tot lichamelijke verzorging (toiletbezoek enz.). 5. Een leerling heeft er recht op als persoon tegemoet te worden getreden. Indien een leerling zich gekwetst voelt door een niet-gewenste benadering of intimiteit van de kant van medeleerlingen of schoolpersoneel, dan kan de leerling zich wenden tot de directie, de mentor, de counselor of de vertrouwenspersoon. Plichten 1. De leerling is verplicht mee te werken aan een goede gang van zaken, zowel binnen de lessituatie als binnen de schoolsamenleving in zijn totaliteit. 2. Meer in het bijzonder gelden de Scholen aan Zee-regels die opgenomen zijn in de Scholen aan Zee-gids. Ook de regels die te maken hebben met de veiligheid op school en de regeling De gezonde en veilige school zijn opgenomen in de Scholen aan Zee -gids. Artikel 19. Onrechtmatige gedraging 1. Naast de in de Scholen aan Zee -gids opgenomen regelingen m.b.t. overig ongeoorloofd gedrag of handelen geldt terzake van een aan een leerling toerekenbare onrechtmatige gedraging het bepaalde in de wet. 2. De toerekenbare onrechtmatige gedraging wordt terstond na constatering van de daad, dan wel zo spoedig mogelijk nadien, aan de betreffende leerling meegedeeld. In geval van minderjarigheid van de leerling worden de ouders ingelicht. 3. Behalve de verplichting tot vergoeding van schade voortvloeiend uit de gedraging als in lid 1. bedoeld, kunnen door de directie disciplinaire maatregelen worden getroffen tegen de betreffende leerling. Artikel 20. Straffen 1. Tegen handelingen van de leerlingen in strijd met de voorschriften die binnen de school gelden kunnen disciplinaire maatregelen worden getroffen. 2. Er moet een zeker verband bestaan tussen de aard van de opgelegde straf en de overtreding waarvoor deze straf wordt opgelegd. Ook moet er een redelijke verhouding bestaan tussen de zwaarte van de straf en de overtreding. 3. De volgende straffen, opklimmend in zwaarte, kunnen aan de leerlingen worden opgelegd: 1 een waarschuwing 2 een berisping 3 verrichten van zinvol strafwerk 4 het uit de les verwijderen 5 het ontzeggen van de toegang tot bepaalde lessen voor een korte tijd 6 schorsing 7 definitieve verwijdering De eerste vier strafmaatregelen kunnen worden opgelegd door de leraar, de 5 e en 6 e maatregel door de directie. De 7 e maatregel kan worden opgelegd door de directie, na goedkeuring door het College van Bestuur. De ouders worden op de hoogte gesteld wanneer één van de laatste drie strafmaatregelen wordt opgelegd (zie ook de artikelen 21 en 22). 10

Artikel 21. Schorsing 1. De directie kan een leerling met opgave van redenen voor een periode van ten hoogste 1 week schorsen. 2. Het besluit tot schorsing dient schriftelijk te worden meegedeeld aan de leerling, en indien deze minderjarig is, ook aan de ouders. 3. Bij schorsing voor een periode langer dan 1 dag, dient de directeur hiervan het College van Bestuur en de inspectie schriftelijk en met opgave van redenen in kennis te stellen. Artikel 22. Definitieve verwijdering 1. De directie kan slechts besluiten tot definitieve verwijdering van een leerling, nadat deze, en indien deze minderjarig is, ook de ouders, in de gelegenheid is/zijn gesteld hierover te worden gehoord. 2. Op grond van onvoldoende studieresultaten kan een leerling niet in de loop van een schooljaar worden verwijderd. 3. Definitieve verwijdering van een (partieel) leerplichtige leerling geschiedt slechts na overleg met de inspectie. Hangende dit overleg kan de betreffende leerling worden geschorst. 4. De directie stelt de inspectie schriftelijk en met opgave van redenen van een definitieve verwijdering in kennis. 5. Een besluit tot definitieve verwijdering wordt schriftelijk en met opgave van redenen aan de betrokkene, en indien deze minderjarig is, ook aan de ouders, meegedeeld. Daarbij wordt gewezen op de mogelijkheid te verzoeken om herziening van het besluit. Dit besluit wordt niet algemeen bekendgemaakt. 6. Binnen dertig dagen na dagtekening van de mededeling betreffende definitieve verwijdering kan door de leerling en, wanneer deze minderjarig is, ook door de ouders, schriftelijk worden verzocht om herziening van het besluit. 7. Zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk binnen dertig dagen na ontvangst van het verzoek, neemt het College van Bestuur na overleg met de inspectie en desgewenst andere deskundigen een beslissing over het verzoek om herziening. Daarbij geldt de eis dat eerst de leerling en wanneer deze minderjarig is, ook de ouders, in de gelegenheid is/zijn gesteld te worden gehoord en kennis heeft/hebben kunnen nemen van de op het besluit betrekking hebbende adviezen of rapporten. 8. Gedurende de behandeling van het verzoek om herziening van een besluit tot definitieve verwijdering kan het College van Bestuur de betrokken leerling de toegang tot de school ontzeggen. 9. De algemene grond voor definitieve verwijdering is: - zich schuldig maken aan ernstig wangedrag 10. Een leerplichtige leerling mag slechts worden uitgeschreven als leerling van een school, wanneer deze leerling elders is ingeschreven of van de leerplicht is vrijgesteld. Bij niet-leerplichtige leerlingen heeft de schoolleiding een inspanningsverplichting van maximaal 8 weken tot het inschrijven van de leerling op een andere school. Artikel 23. Klachtrecht 1. De leerling, die rechtstreeks in zijn of haar belang is getroffen door handelingen van een medeleerling of een lid van het personeel, heeft het recht de directie te verzoeken passende maatregelen te nemen. 2. Een leerling kan zich met zijn of haar klacht wenden tot de directie. Indien binnen 14 dagen geen passende maatregelen zijn genomen door de directie, dan kan de leerling in beroep gaan bij het College van Bestuur. 11

3. Het beroep bedoeld in het vorige lid wordt schriftelijk en met redenen omkleed bij het College van Bestuur ingediend, binnen een termijn van 14 dagen na afloop van de in lid 2 genoemde termijn. 4. Voordat het College van Bestuur een beslissing neemt over het beroep worden de betrokkenen gehoord. 5. Het College van Bestuur neemt binnen 14 dagen na ontvangst van het beroep een beslissing. Als het onmogelijk is binnen die termijn een beslissing te nemen, stelt het College van Bestuur de leerling hiervan, met redenen omkleed, in kennis. 6. Van de beslissing op het beroep en de aard van de eventuele voorziening worden de betrokkenen schriftelijk op de hoogte gebracht. De beslissing is met redenen omkleed. 7. Overigens geldt de Klachtenregeling Primair en Voortgezet Onderwijs in Den Helder. 12