Liturgie zondagmorgen 19 maart 2017 Viering Heilig Avondmaal Voorganger: ds. W.G. Teeuwissen Na binnenkomst kerkenraad luisteren we naar Gezang 188 - O Lam van God, onschuldig (LB 1973) 1 O Lam van God, onschuldig geslacht aan 't kruis der schande, te allen tijd geduldig bereid ten offerande, Gij hebt de schuld gedragen, nu is de dood verslagen. Erbarm U onzer, o Jezus! 2 O Lam van God, onschuldig gefolterd en geslagen, leer ons, als Gij geduldig,
ons kruis U na te dragen; doe ons U meer beminnen en help ons overwinnen. Geef ons uw vrede, o Jezus! OTH 112 Zie, hoe Jezus daar loopt 1 Zie, hoe Jezus daar loopt in Jeruzalem, met een kruis op zijn rug en een doornenkroon. Hoor, de menigte schreeuwt en roept: 'Kruisig Hem!' Zo gaf God zijn eigen Zoon. 2 Zie het Lam aan het kruis daar op Golgotha, als de Koning der Joden wordt Hij veracht. Zie de liefde voor ons in zijn ogen staan als Hij roept: 'Het is volbracht'. (Refrein) Ja, ik dank U voor uw genade, o Heer, dat U het kruis voor mij droeg. U bewijst uw genade aan mij telkens weer.
Uw genade is mij genoeg. 3 In het rijk van de dood is Hij neergedaald. Ja, uit liefde voor ons heeft Hij dit gedaan. Maar de steen van het graf is nu weggehaald, Jezus leeft, Hij is opgestaan. 4 En nu kom ik tot U met vrijmoedigheid, met ontzag en respect kniel ik voor U neer. U bent Koning en God tot in eeuwigheid, U bent Jezus, de hoogste Heer. (Refrein) Ja, ik dank U voor uw genade, o Heer, dat U het kruis voor mij droeg. U bewijst uw genade aan mij telkens weer. Uw genade is mij genoeg.
Psalm 22: 1 en 3 1 Mijn God, mijn God, waarom verlaat Gij mij en blijft zo ver, terwijl ik tot U schrei, en redt mij niet, maar gaat aan mij voorbij? Hoe blijft Gij zwijgen? Mijn God, ik doe tot U mijn kreten stijgen bij dag, bij nacht. Tot U slechts kan ik vluchten, maar krijg geen rust, geen antwoord op mijn zuchten in klacht op klacht. 2 Nochtans, op U, o God die heilig zijt en troont op lofgezangen, U gewijd door Israël dat Gij hebt uitgeleid, steunt ons vertrouwen, immers, de vaadren bleven op U bouwen, dat Gij hen naamt in heilige bescherming: Gij hebt, als zij U riepen om ontferming, hen niet beschaamd.
Opw. 17 Ja, God is goed afwisselend in het Russisch en in het NL Да, Бог хорош, да, Бог хорош; да, Бог хорош, Он хорош для нас. Я Ход ис худ Я Ход ис худ Я Ход ис худ Ход ис худ фор май. Он любит нас, Он любит нас; Он любит нас, да, Он любит нас. Ход хефт май лиф Ход хефт май лиф Ход хефт май лиф Я Ход хефт май лиф. Dá, Bog charòsj, dá, Bog charòsj, dá, Bog charòsj, On charòsj dlja nas. Ja, God is goed, ja, God is goed, ja, God is goed, God is goed voor mij. On ljoebiet nas, On ljoebiet nas, On ljoebiet nas, da, on ljoebiet nas. God heeft mij lief, God heeft mij lief, God heeft mij lief, ja, God heeft mij lief. Psalm 16: 1, 2 en 3 1 Schenk mij bescherming God, ik schuil bij U. U bent mijn meester, niets gaat U te boven. De namaakgoden van het hier en nu geven hun dienaars nooit wat ze beloven. Mijn eerbetoon zullen zij niet meer krijgen. Ik zal hun slechte naam voortaan verzwijgen.
2 U vult mijn beker, wat een overvloed. U geeft mij levensruimte, wat een zegen. Zelfs geeft U mij Uzelf, HEER, U bent goed! U wijst mij dag en nacht de juiste wegen. Ik stel mezelf voortdurend U voor ogen. U staat mij bij, dus sta ik onbewogen. 3 Ik ben zo blij, ik weet mijzelf beschermd. Wat zou mij ooit nog doodsangst kunnen geven? HEER, omdat U zich over mij ontfermt is niet het graf het einddoel van mijn leven: U zult mij tot de volle glorie leiden. Royaal mag ik genieten aan uw zijde. Tafel 1 terwijl de mensen komen wordt er gezongen] Zingen: Gezang 358: 2 2 Gij hebt mij, Heer, geroepen aan uw dis, het heilig feest van uw gedachtenis;
schenk mij uw Geest, opdat ik U ontmoet in 't teken van uw lichaam en uw bloed. Tafel 2 Komt, want alle dingen zijn gereed Zingen: Gezang 358: 3 [tijdens aanloop] 3 Gij, die voor armen rijkdom hebt bereid, voor onrechtvaardigen gerechtigheid, zie, hoe naar U zich mijn verlangen wendt en leid mij zelf, Heer, tot uw sacrament. Tafel 3 Komt, want alle dingen zijn gereed Zingen: Gezang 358: 4 [tijdens aanloop] 4 Wie geeft het brood, dat hongerigen voedt, waar is de bron waaruit ik drinken moet? Gij, Heer, alleen kunt mijn genezing zijn; voed mij en drenk mij met uw brood en wijn.
Tafel 4 Komt, want alle dingen zijn gereed Zingen: Gezang 358: 5 [tijdens aanloop] 5 Nu ik mijn hand strek naar 't gebroken brood en neem de beker, die Gij zelf mij boodt, hoe komt Gij met uw goedheid mij nabij; berg me_in uw liefde, Heer, en zegen mij. Tafel 5 Komt, want alle dingen zijn gereed Zingen: Gezang 358: 6 [tijdens aanloop) 6 U wil ik danken, grote Levensvorst; Gij hebt gestild mijn honger en mijn dorst. Uw kracht, uw leven daalde in mij neer; in uw gemeenschap wil ik blijven, Heer.
Afsluiting: Schriftlezing: Openbaring 19:6-9 De bruiloft van het Lam 6 En ik hoorde zoiets als een geluid van een grote menigte en als een gedruis van vele wateren en een geluid als van zware donderslagen: Halleluja, want de Heere, de almachtige God, is Koning geworden. 7 Laten wij blij zijn en ons verheugen en Hem de heerlijkheid geven, want de bruiloft van het Lam is gekomen en Zijn vrouw heeft zich gereedgemaakt. 8 En het is haar gegeven zich met smetteloos en blinkend fijn linnen te kleden, want dit fijne linnen zijn de gerechtigheden van de heiligen. 9 En hij zei tegen mij: Schrijf: Zalig zijn zij die geroepen zijn tot het avondmaal van de bruiloft van het Lam. En hij zei tegen mij: Dit zijn de waarachtige woorden van God.
Psalm 116: 1 en 11 1 God heb ik lief; want die getrouwe HEER Hoort mijne stem, mijn smekingen, mijn klagen; Hij neigt Zijn oor, 'k roep tot Hem, al mijn dagen; Hij schenkt mij hulp, Hij redt mij keer op keer. 11 Ik zal met vreugd in 't huis des HEEREN gaan, Om daar met lof Uw groten naam te danken. Jeruzalem, gij hoort die blijde klanken: Elk heff' met mij den lof des HEEREN aan! Zegen