INVENTARISATIE VAN BOOTTRAILERHELLINGEN EN OVERIGE TEWATERWTPLAATSEN IN DE OOSTERSCHELDE TUSSEN STORMVLOEDKERING EN COMPARTINENTERINGSDMIMEN door G.J. Rook Werkdocunent 1986-13 P.bw Deltagebied ' i Rijksdienst voor de ljsselmeerpolders Ministerie van Verkeer en Waterstaat i 8511 I-
Rijkrdiensl voor de IJsseirneerpolders. I J S ~. L;ERPOLDERS E ~ ~ Srnedinghuir. Lelystad I Werkdocument 1986-13 Abw van G.J. Rook datum: januari 1986. i Inventarisatie van boottrailerhellingen en overige tewaterlaatplaatsen in de Oosterschelde -tussen stormvloedke;ing en compartimenterin~sdamen. Inhoud 1. INLEIDING 2. UITVOERING G BLZ 2 3. RESULTATEN 3.1. Trailerhell ingen 3.2. Overige 4. BEHOEFTE AAN TRAILERHELLINGEN 5. ONDERZOEKSVOORSTEL 6. AANBEVELINGEN Werkdocumenten zijn als regel eerste versies van te schrijven rapporten (uittypen geschreven tekst) en daardoor uitsluitend bestemd voor intern gebruik. De verantwoordelijkheid voor de tekst berust bij de auteur.
1. INLEIDING. In 1978 heeft P.P.D. Zeeland een inventarisatie gehouden naar hoottrailerhellingen in het Oosterscheldegebied. Boottrailerhellingen worden vooral gebruikt door sportvissers die hier hun boot te water laten. Na voltooiing van stormvloedkering en compartimenteringsdammen is het waarschijnlijk, dat ook het gebruik van het Oosterscheldegebied door sportvissers veranderd en daarmede het gebruik van en de behoefte aan trailerhellingen. Het is dan ook zinvol om v65r het gereedkomen van de Oosterscheldewerken na te gaan hoe deze voorzieningen nu worden gebruikt. Bedoeld als vooronderzoek ten aanzien van de sportvisserij. 2. UITVOERING. Hedio november 1985 is veelal bij laagwater een inventarisatie uitgevoerd naar de aanwezige boottrailerhellingen langs de oevers van de 00s terschelde. Bij deze inventarisatie is de gehele oever onderzocht. Vooral in de omgeving van'camping- en bungalowterreinen; nabij zeedijken is nauwkeurig onderzocht waar boten,te water kunnen worden gelaten. Tijdens dit onderzoek is ook informatie verzameld bij havenmeesters en enkele campinghouders. Hierbij is gebleken.dat de inventarisatie van 1978 aan bijstelling toe was. Verder is vastgesteld dat er ook plaatsen zijn waar geen trailerhelling is, maar waar toch boten te water worden gelaten. 3. RESULTATEN. Na inventarisatie is er onderzoek gemaakt in de volgende categorietn hellingen: 3.1. Trailerhellingen. 3.2. Overige (te waterlaatplaatsen). De wijze van tewaterlating vindt hier plaats via dijktalud of glooilng, haventalud of glooilng en duin- of strandovergang. 3.1.Trailerhellingen De plaatsen van de boottrailerhellingen zijn weergegeven in figuur 1 Verder worden ze in tabel 1 nader beschreven.
Tabel 1. Plaa tsnaam of naam haven St.Philipslsnd. St. Annaland. Stavenisse. Stavenisse; haveningang aan het Keeten. Gorishoek. Tholen. Ra ttekaai. Strand Katseveer. Coli jnsplaat. Bijzonderheden Zeer goede helling. 's Zondags afgesloten. Uitgerust met lier. Gebruikers hebben een sleutel. Abonnement kost f 35fjaar. Uitgerust met katrol. Daardoor met behulp van touwen meer mogelijkheden op deze steile helling. Aan diep water. Hier zijn twee mogelijkheden. Is meestal te glad door de getijbeweging. Daarom wordt veel gebruik gemaakt van de ex veerdam aan de oostzijde van de haven. Door dichtslibbing alleen bruikbaar bij hoogwa ter.. Geen toegang (particulier terrein). Valt bij laagwater tijdelijk droog. i Werkhaven Schelphoek. De ca. 27 m brede werkhelling van R.W.S. is niet afgesloten en wordt zeer veel gebruikt door sportvissers. 3.2. Overige. In tabel 2 worden de plaatsen beschreven, waar de boten soms op casuele wijze worden te water gelaten. Deze plaatsen zijn ook weergegeven in figiur 1.
Tabel 2. Plaatsnaam of naam haven ~i j zonderheden Ouwerkerk: Paviljoen de Vier Bannen. Roelshoek. Yerseke: Pr.Beatrixhaven. Goese Sas: westzijde kanaal. Recreatiepark De Roompot. Bij halftij worden hier kleine bootjes via de dijksglooiing te water gelaten. Via het strand gaan hier met behulp van lichtgewicht Flinstonewielen met frame bootjes te water. Via de glooiing in de hoek van de haven gaan hier veel boten te water. Via de lage kanaalwal worden hier veel bootjes te water gelaten. lkze gaan door de sluis de Oosterschelde op. Met behulp van trekkers worden aan de oostzijde over het strand veel boten te water gelaten. 4. BEHOEFTE AAN TRAILERHELLINGEN. Uit gesprekken met havenmeesters en campinghouders is gebleken dat er behoefte is aan meer trailerhellingen direct aan de zeedijk bij voldoende diep water. Vooral aan de Zuidbevelandse kust blijken er wensen te zijn. Een voorbeeld: Tussen Yerseke en Goese Sas is het nu niet mogelijk om een boot te water te laten. Op 'Camping Kattendijke' zijn 30 3 50.huurders die een boot bezitten. Om de boten te water te laten, gaan velen naar Colijnsplaat. Dit is we1 een afstand van 20 km. En dan te bedenken dat de camping aan de voet van de zeedijk ligt! In Wemeldinge dezelfde wensen gehoord bij de havenmeester. Aan de kust van Schouwen-Duiveland is ook behoefte aan meer trailerhellingen volgens de havenmeesters van Bruiniase en Zierikzee. Hier kunnen alleen bij Schelphoek boten te water worden gelaten. Op Noord-Beveland hebben bootbezitters van de verblijfsrecreanten hun oog gevestigd op de machtige zate in Sophiahaven. Ze hopen dat R.W.S. deze helling spoedig zal vrijgeven. Samengevat lijkt er behoefte te bestaan aan meer boottrailerhellingen.
5. ONDERZOEKSVOORSTEL. Het is 5 jaar geleden dat er onderzoek is verricht naar het gebruik van trailerhellingen. Door de arbeidsduurverkorting komt er steeds meer vrije tijd. Een deel van deze tijd zal op het water worden doorgebracht. Daarom is het noodzakelijk eerst inzicht te krijgen in: wanneer, hoeveel en wat voor boten er te water gaan. Uit verkregen informaties van havenmeesters en campinghouders, is gebleken dat veelal op weekenddagen de hellingen het drukst worden benut. Terwijl op midweekdagen bij mooi weer ook veel boten te water kunnen worden gelaten. Daarom wordt voorgesteld om op een aantal woens- en weekenddagen te gaan tellen. Aangezien een deel van de getrailerde boten aan sportvissers toebehoren en zij bij voorkeur tijdens hoogwater vissen, wordt het tijdstip van wasrnemen bepaald door de getijbeweging. Omdat het Oosterscheldegebied zeer uitgestrekt is en het aantal waarnemers wellicht beperkt zal zijn, kan niet op alle plaatsen worden geteld. Na zorgvuldige afweging van benodigde mankracht en te verwachten resultaat zijn we tot de volgende keuze gekomen waarbij het wellicht met 3 tellerslwaarnemers kan worden gerund. Tabel 3. Telgebied Plaatsnaam of naam haven 1 2 3 St. Philipsland, St. Annaland, Stavenisse; haveningang aan het Keeten, Gorishoek, Tholen. Pr.Beatrixhaven - Yerseke -, Goese Sas, Colijnsplaat, Camping Roompot. De Vierbannen - Ouwerkerk -, Werkhaven Schelphoek en eventueel Brouwersdam-zeezijde. Toelichting op tabel 3. Omdat de boten niet meer vrij de Noordzee op kunnen varen lijkt het zinvol om de trailerhelling aan de Brouwersdam in het onderzoek op te nemen. Het vermoeden bestaat dat deze helling deels fungeert als compensatie voor werkhaven Schelphoek.
6. AANBEVELINGEN. Eerst dient een onderzoek te worden gehouden naar het gebruik van de bestaande boottrailerhellingen. Hierna kan worden bezien of een enquete gewenst is. Tot slot lijkt zinvol om meer inzicht te krijgen naar de behoefte aan boottrailerhellingen door te informeren bij' de verblijfsaccomodaties die in de nabijheid van de Oosterscheldedijken liggen. Vaarbij ook informaties van organisaties van sportvissers, zoals de Deltafederatie en de Vereniging van Deltavissers relevant kunnen zijn.