Inspectierapport Jabadoo Kinderopvang (KDV) Eemsgolaan 11 9727DW GRONINGEN Registratienummer 230733608 Toezichthouder: GGD Groningen In opdracht van gemeente: Groningen Datum inspectie: 19-11-2015 Type onderzoek: Jaarlijks onderzoek Status: Definitief Datum vaststelling inspectierapport: 07-12-2015
Inhoudsopgave Het onderzoek...3 Observaties en bevindingen...4 Pedagogisch klimaat...4 Personeel en groepen...6 Inspectie-items...7 Gegevens voorziening... 11 Gegevens toezicht... 11 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum... 12 2 van 12
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. Het rapport is tot stand gekomen aan de hand van onderzoek op basis van risicogestuurd toezicht. Om meer maatwerk bij het toezicht in de kinderopvang mogelijk te maken werken de GGD en in Nederland volgens een model voor risicogestuurd toezicht. Dat betekent dat er intensiever geïnspecteerd zal worden waar nodig en minder intensief waar gebleken is dat dit kan. De items die in dit inspectierapport zijn getoetst richten zich vooral op die zaken die het meest direct bijdragen aan de kwaliteit van de kinderopvang. Beschouwing Kinderdagverblijf Jabadoo is gevestigd in een modern, licht gebouw. Er wordt opvang geboden aan 6 groepen; Dino en Hoppy (0-2 jaar), Pebbles en Bambam (1-3 jaar) en Betty en Barney (2-4 jaar). De groepen zijn ingericht voor de op te vangen leeftijden, met verschillende speelhoeken. Alle groepen grenzen aan een buitenmuur en aan de centrale (speel)hal. Achter het gebouw ligt een ruime en aantrekkelijk ingerichte buitenspeelruimte. Inspectiegeschiedenis Het vorige jaarlijkse inspectie onderzoek heeft plaatsgevonden op 9 december 2014. Er werd toen voldaan aan de getoetste wettelijke voorwaarden. Bevindingen huidige inspectie Op 19 november 2015 heeft opnieuw een jaarlijks inspectie onderzoek plaatsgevonden. Er wordt volledig voldaan aan de getoetste wettelijke voorwaarden. Advies aan College van B&W Geen handhaving. 3 van 12
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Dit hoofdstuk belicht de inspectiebevindingen over het domein 'pedagogisch klimaat'. Per aspect worden eerst de bevindingen beschreven die zijn geconstateerd tijdens het onderzoek. Daarna volgt een oordeel of er is voldaan aan de wettelijke voorwaarden. Pedagogisch beleid De houder heeft een pedagogisch werkplan waarin de visie en de werkwijze binnen kinderopvang Jabadoo wordt beschreven. De inhoud van het pedagogisch beleidsplan voldoet aan de wettelijke voorwaarden. Pedagogische praktijk Bij het observeren van de pedagogische praktijk maakt de toezichthouder gebruik van het Veldinstrument observatie pedagogische praktijk voor kindercentra en peuterspeelzalen (januari 2015). Daarin staan beschrijvingen van de specifieke aspecten waarop wordt geobserveerd. Er wordt bij het beoordelen van de observaties uitgegaan van vier pedagogische basisdoelen waaraan de pedagogische praktijk minimaal moet voldoen, namelijk; - waarborging van emotionele veiligheid - ontwikkeling van persoonlijke competentie - ontwikkeling van sociale competentie - overdracht van normen en waarden Hieronder volgen voorbeelden die tijdens het onderzoek op locatie zijn gezien: Emotionele veiligheid Citaat uit het veldinstrument: De beroepskrachten reageren op signalen van de baby door zelf ook geluidjes te maken, aan te raken en emoties te laten zien. Zij lokken dit contact ook uit bij baby s (sensitief-responsief). Er zijn gedragsregels voor het omgaan met (overmatig) huilen. Eén baby ligt in de wipstoel en moet huilen. De pedagogisch medewerker haalt de baby uit de wipstoel en zegt "Wat een verdriet. Je moet nog even wachten. De fles is nog niet warm. Lastig he?" Ze neemt de baby mee naar de magnetron en haalt de fles eruit. Samen gaan ze naar de bank en daar krijgt de baby de fles. "Had je zo'n dorst?" Persoonlijke competentie Citaat uit het veldinstrument: De beroepskrachten sluiten aan bij het ontwikkelingstempo en niveau van een kind. Ze bieden spelmateriaal en activiteiten aan die uitdagend en spannend zijn, zonder het kind te overvragen of te onderschatten. Beroepskrachten verwoorden het ontdekkingsproces. De peuters zitten in een kring. De pedagogisch medewerker heeft verschillende kaartjes in haar hand. Ze vraagt de kinderen om de beurt om te benoemen wat er op het kaartje staat. Bij een aantal kinderen wordt doorgevraagd "Welke kleur heeft de jurk van sinterklaas?" Als de kinderen het kaartje goed hebben benoemd, mogen ze het kaartje vasthouden. Als alle kaartjes zijn gebruikt, gaan de kinderen nog een sinterklaas liedje zingen. Sociale competentie Citaat uit het veldinstrument: De beroepskrachten zetten gerichte activiteiten en materialen in om kinderen te laten samenspelen. Op passende wijze (zonder verstoren) wijzen zij kinderen op elkaars mogelijkheden. De groep als geheel wordt benut voor gezamenlijke ervaringen (rituelen, groepsgesprek, imitatie). De peuters zitten aan tafel. De pedagogisch medewerker heeft een bordspel klaargezet en legt aan de kinderen uit hoe het spel gaat. "Jij mag nu gooien. Wat staat er op?" Het kind verzet de pion naar het volgende plekje. De pedagogisch medewerker vraagt aan het kind of hij de dobbelsteen 4 van 12
wil geven aan het volgende kind. Het volgende kind gooit. "Wat heb jij gegooid?" "Een bloem." "Goed zo, zet het poppetje maar op de bloem." Overdracht van normen en waarden Citaat uit het veldinstrument: De beroepskrachten begeleiden (nieuwe) kinderen actief bij het leren kennen en omgaan met de afspraken in de groep. Zij leggen uit wat er van het kind verwacht wordt. Zij geven aan welk gedrag bij welke situatie hoort in termen van wat er wèl mag. De pedagogisch medewerker vertelt aan de kinderen dat ze gaan opruimen. Eén van de kinderen wordt benaderd voor de pedagogisch medewerker. "Kijk eens naar mij. Ik wil graag dat je nu gaat opruimen. Ik heb jou nu twee keer gewaarschuwd en dat vind ik niet leuk." Hierna gaat het kind het gebruikte speelgoed opruimen. Uit observatie is gebleken dat de beroepskrachten handelen volgens de vier pedagogische basisdoelen uit de Wet kinderopvang. Ook draagt de houder zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. Er wordt voldaan aan de getoetste wettelijke voorwaarden. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke Interview anderen (met de pedagogisch medewerkers) Observaties (o.a. tijdens het eetmoment, het vrij spelen en het spelen van een spel) Pedagogisch beleidsplan Pedagogisch werkplan 5 van 12
Personeel en groepen Dit hoofdstuk belicht de inspectiebevindingen over het domein 'personeel en groepen'. Per aspect worden eerst de bevindingen beschreven die zijn geconstateerd tijdens het onderzoek. Daarna volgt een oordeel of er is voldaan aan de wettelijke voorwaarden. Verklaring omtrent het gedrag De verklaringen omtrent het gedrag zijn steekproefsgewijs beoordeeld. Alle beroepskrachten en stagiaires beschikken over een geldige verklaring omtrent het gedrag. Passende beroepskwalificatie De diploma's zijn steekproefsgewijs beoordeeld. Alle beroepskrachten beschikken over een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie overeenkomstig de CAO Kinderopvang. Opvang in groepen De opvang vindt plaats in de volgende vaste stamgroepen: - Hoppy (0-2 jaar) - Dino (0-2 jaar) - Pebbles (1-3 jaar) - Bam Bam (1-3 jaar) - Betty (2-4 jaar) - Barney (2-4 jaar) Er wordt voldaan aan de getoetste wettelijke voorwaarden. Beroepskracht-kindratio Uit de personeelsroosters en de presentielijsten is gebleken dat er voldoende beroepskrachten worden ingezet op het aantal aanwezige kinderen (de beroepskracht-kindratio). Er wordt voldaan aan de getoetste wettelijke voorwaarden. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke Interview anderen (met de pedagogisch medewerkers) Observaties (o.a. tijdens het eetmoment, het vrij spelen en het spelen van een spel) Verklaringen omtrent het gedrag Diploma's beroepskrachten Plaatsingslijsten (week 44, 45 en 46) Presentielijsten (week 44, 45 en 46) Personeelsrooster (week 44, 45 en 46) Pedagogisch beleidsplan Pedagogisch werkplan 6 van 12
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogisch beleid De houder heeft een pedagogisch beleidsplan waarin de voor dat kindercentrum kenmerkende visie op de omgang met kinderen is beschreven. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en In het pedagogisch beleidsplan staat in duidelijke en observeerbare termen het volgende beschreven: de wijze waarop de emotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd, de mogelijkheden voor kinderen tot de ontwikkeling van hun persoonlijke- en sociale competentie, en de wijze waarop de overdracht van normen en waarden aan kinderen plaatsvindt. kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de werkwijze, de maximale omvang en de leeftijdsopbouw van de stamgroep. kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub b Regeling kwaliteit kinderopvang en Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen bij welke (spel)activiteiten kinderen hun stamgroep verlaten. kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub c Regeling kwaliteit kinderopvang en Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe beroepskrachten bij hun werkzaamheden worden ondersteund door andere volwassenen. kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub d Regeling kwaliteit kinderopvang en Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop kinderen kunnen wennen aan een nieuwe stamgroep waarin zij zullen worden opgevangen. kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub e Regeling kwaliteit kinderopvang en Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen het beleid ten aanzien van het gebruik maken van kinderopvang gedurende extra dagdelen. kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub f Regeling kwaliteit kinderopvang en Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop het vierogenprincipe is vormgegeven. kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub h Regeling kwaliteit kinderopvang en Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop beroepskrachten in de dagopvang bijzonderheden in de ontwikkeling van kinderen of andere problemen signaleren en ouders doorverwijzen naar passende instanties die hierbij verdere ondersteuning kunnen bieden. kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub i Regeling kwaliteit kinderopvang en Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop beroepskrachten in de dagopvang worden toegerust voor de taak van signaleren en doorverwijzen en op welke wijze zij daarbij ondersteund worden. kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub j Regeling kwaliteit kinderopvang en Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en 7 van 12
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en De houder draagt zorg voor het uitvoeren van het vierogenprincipe overeenkomstig het pedagogisch beleidsplan. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5a en 7 lid 1 sub h Regeling kwaliteit kinderopvang en Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. (art 1.50 lid 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen Een verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht, vrijwilliger, is niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 4, 8 en 9, art 1.57 lid 1, 2, 3 en 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en Opvang in groepen De opvang vindt plaats in stamgroepen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en De houder informeert de ouders en de kinderen in welke stamgroep het kind verblijft en welke beroepskrachten op welke dag bij welke groep horen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 en 1.54 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en 8 van 12
De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en OF De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en Kinderen worden alleen met vooraf gegeven schriftelijke toestemming van de ouders in een overeengekomen periode in één andere stamgroep opgevangen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 13 Regeling kwaliteit kinderopvang en Ieder kind heeft maximaal drie vaste beroepskrachten waarvan er dagelijks minimaal één werkzaam is op de groep van het kind. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 en 6 Regeling kwaliteit kinderopvang en Ieder kind maakt van maximaal twee stamgroepruimtes gebruik gedurende een week. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 4, 5 en 6 Regeling kwaliteit kinderopvang en Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar; - 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7 en 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en De houder heeft geregeld dat een andere volwassene telefonisch bereikbaar is en binnen 15 minuten aanwezig kan zijn in geval van een calamiteit, indien conform de beroepskracht-kindratio slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 12 Regeling kwaliteit kinderopvang en Bij een openingstijd van 10 uur of langer kunnen ten hoogste drie uur per dag, niet aaneengesloten, minder beroepskrachten ingezet worden dan volgens de beroepskracht-kindratio vereist is. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 10 Regeling kwaliteit kinderopvang en De drie uur afwijkende inzet betreft uitsluitend de tijd voor 9.30 en na 16.30 uur en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 10 Regeling kwaliteit kinderopvang en De afwijking betreft maximaal anderhalf aaneengesloten uren voor 9.30 en na 16.30 uur en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze gedurende maximaal twee uur aaneengesloten. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 10 Regeling kwaliteit kinderopvang en Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 10 Regeling kwaliteit kinderopvang en 9 van 12
Indien als gevolg van het afwijken van de beroepskracht-kindratio slechts één beroepskracht in het kindercentrum ingezet wordt, dan is er ten minste één andere volwassene in het kindercentrum aanwezig. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 11 Regeling kwaliteit kinderopvang en 10 van 12
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening : Jabadoo Kinderopvang Aantal kindplaatsen : 76 Gesubsidieerde voorschoolse educatie : Nee Gegevens houder Naam houder : Jabadoo Kinderopvang Adres houder : Eemsgolaan 11 Postcode en plaats : 9727DW GRONINGEN Website : www.jabadoo-kinderopvang.nl KvK nummer : 02099457 Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD : GGD Groningen Adres : Postbus 584 Postcode en plaats : 9700AN GRONINGEN Telefoonnummer : 050-3674325 Onderzoek uitgevoerd door : D. Braun Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente : Groningen Adres : Postbus 7081 Postcode en plaats : 9701JB GRONINGEN Planning Datum inspectie : 19-11-2015 Opstellen concept inspectierapport : 26-11-2015 Zienswijze houder : Niet van toepassing Vaststelling inspectierapport : 07-12-2015 Verzenden inspectierapport naar houder : 07-12-2015 Verzenden inspectierapport naar : 07-12-2015 gemeente Openbaar maken inspectierapport : 28-12-2015 11 van 12
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen. 12 van 12