Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen C 172/15

Vergelijkbare documenten
691 der Beilagen XXII. GP - Staatsvertrag - Niederländischer Vertragstext (Normativer Teil) 1 von 25

(2002/C 42/07) Gelet op de Overeenkomst tot oprichting van een Europese Politiedienst ( 1 ), inzonderheid op artikel 43, lid 1,

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 24 juli 2009 (OR. en) 11944/09 EUROPOL 48

11064/09 nes/jel/sv 1 DG H 3A

Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 2003 Nr. 16

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 3 november 2004 (05.11) (OR. en) 14028/04 EUROPOL 50 JAI 409

7079/17 gys/van/sv 1 DG D 1C

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 september 2006 (OR. en) 12758/06 Interinstitutioneel dossier: 2005/0204 (CNS) ASIM 63 OC 655

10213/00 AL/hb DG H III NL

8620/01 AL/td DG H I NL

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 1 februari 2010 (OR. en) 5306/10 Interinstitutioneel dossier: 2009/0189 (NLE) JAI 35 COPEN 7

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 27 oktober 2000 (31.10) (OR. fr) 11037/2/00 REV 2 LIMITE ENFOPOL 58

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 24 november 2004 (26.11) (OR. en) 15130/04 JAI 490 ASIM 47

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 9 februari 2010 (10.02) (OR. fr) 6290/10 Interinstitutioneel dossier: 2010/0011 (NLE) HR 8 CORDROGUE 25

STATUUT VAN DE HAAGSE CONFERENTIE VOOR INTERNATIONAAL PRIVAATRECHT

ONDERHANDELINGEN OVER DE TOETREDING VAN BULGARIJE EN ROEMENIË TOT DE EUROPESE UNIE

5307/10 VP/mm DG H 2 B

P5_TA(2002)0269. Toekomstige ontwikkeling van Europol

TRACTATENBLAD VAN HET. Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie; (met Bijlagen) Rome, 25 maart 1957

14899/09 HD/mm DG H 2 A

Richtlijn 98/59/EG van de Raad van 20 juli 1998 betreffende de aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake collectief ontslag

Europees Verdrag ter voorkoming van Foltering en Onmenselijke of Vernederende Behandeling of Bestraffing

III BESLUITEN OP GROND VAN TITEL VI VAN HET EU-VERDRAG

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 2002 Nr Europees Verdrag inzake de erkenning van de rechtspersoonlijkheid

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 17 november 2000 (20.11) (OR. fr) 13095/1/00 REV 1 LIMITE MIGR 91 COMIX 802

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 27 maart 2006 (29.03) (OR. en) 7813/06 Interinstitutioneel dossier: 2006/0037 (CNS)

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD EN DE EUROPESE CENTRALE BANK

GSC.TFUK. Raad van de Europese Unie Brussel, 7 januari 2019 (OR. en) XT 21106/18. Interinstitutioneel dossier: 2018/0426 (NLE) BXT 125

Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen AKTE VAN DE RAAD. van 16 oktober 2001

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2015/2378 VAN DE COMMISSIE

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

15445/1/06 REV 1 wat/hor/mg 1 DG H 2B

PUBLIC. Brussel, 29 oktober 2003 (05.11) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 13967/03 LIMITE JUSTCIV 208 TRANS 275

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2015/1973 VAN DE COMMISSIE

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 31 mei 2010 (OR. en) 9925/10 Interinstitutioneel dossier: 2010/0006 (NLE) SIRIS 83 SCHENGEN 42 COMIX 372

(Voor de EER relevante tekst)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 24 november 2009 (OR. en) 15984/09 SIRIS 155 SCHENGEN 53 COMIX 846

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

(Voorbereidende besluiten krachtens titel VI van het Verdrag betreffende de Europese Unie)

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1956 No. 104

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 mei 2008 (22.05) (OR. en) 9192/08 Interinstitutioneel dossier: 2008/0096 (CNB) UEM 110 ECOFIN 166

Raad van de Europese Unie Brussel, 9 maart 2018 (OR. en)

BETREFFENDE DE VOORRECHTEN EN IMMUNITEITEN VAN DE EUROPESE UNIE

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

13382/3/09 REV 3 wat/ngs/yh 1 DG H 3B

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 6 maart 2003 (OR. en) 6505/03 CRIMORG 11

WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het Europees justitieel netwerk

8.50 Privacyreglement

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 1 december 2006 (OR. en) 14712/06 Interinstitutioneel dossier: 2005/0274 (CNS) PI 64 OC 841

Raad van de Europese Unie Brussel, 29 september 2014 (OR. en)

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

Raad van de Europese Unie Brussel, 11 oktober 2016 (OR. en)

14969/1/03 REV 1 huy/yen/rl 1 DG H I

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 5 februari 2008 (07.02) (OR. en) 5952/08 JUR 25 COUR 1

Gewijzigd voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Raad van de Europese Unie Brussel, 24 november 2015 (OR. en)

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel. VERORDENING (EG) nr. /2008 VAN DE COMMISSIE

REGLEMENT VAN ORDE VAN HET TECHNISCH COMITÉ MOTORVOERTUIGEN. Vastgesteld op 26 november 2013 Herziene versie vastgesteld op 30 oktober 2018

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 22 oktober 2004 (28.10) (OR. en) 13824/04 Interinstitutioneel dossier: 2003/0198 (COD)

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

TRACTATENBLAD VAN HET. JAARGANG 1981 Nr. 10

Voor de delegaties gaat hierbij de ontwerp-verordening zoals deze er na de vergadering van de Groep visa van 20 februari 2003 uitziet.

Raad van de Europese Unie Brussel, 11 oktober 2016 (OR. en)

III BESLUITEN OP GROND VAN TITEL VI VAN HET EU-VERDRAG

6986/01 CS/vj DG H I NL

Raad van de Europese Unie Brussel, 11 oktober 2016 (OR. en)

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

RECTIFICATIES. a) Bladzijde 19, artikel 1, punt 17, ad artikel 9 C, lid 6, tweede alinea, tweede zin

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 24 oktober 2008 (28.10) (OR. fr) 14533/08. Interinstitutioneel dossier: 2007/0192 (C S)

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 91,

EUROPEES PARLEMENT. Zittingsdocument

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

6074/15 pro/adw/mt 1 DG B 3A

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 24 november 2009 (OR. en) 15137/09 CRIMORG 164 ENFOPOL 271

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 28 november 2005 (OR. fr) 13953/05 COSDP 737 PESC 940 COAFR 187 EUSEC-RDC 26 OC 775

EUCO XT 20013/19 GSC.TFUK. Europese Raad Brussel, 11 april 2019 (OR. en) EUCO XT 20013/19 BXT 38. RECHTSHANDELINGEN Betreft:

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 juni 2000 (30.06) (OR. fr) 9639/00 LIMITE EUROPOL 18

Privacyreglement Esma dienstverlening (februari 2018)

12722/01 HD/nj DG G NL

519 der Beilagen XXII. GP - Staatsvertrag - niederländischer Übereinkommenstext (Normativer Teil) 1 von 6

Raad van de Europese Unie Brussel, 18 mei 2016 (OR. en)

13585/17 WST/sht/bb DGD 2

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 3 november 2000 (15.11) (OR. fr) 12957/00 LIMITE MIGR 89 COMIX 785

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Europees Handvest inzake lokale autonomie

REGLEMENTEN VAN ORDE EN REGLEMENTEN VOOR DE PROCESVOERING

BIJLAGE. bij. Voorstel voor een Besluit van de Raad

PUBLIC LIMITE NL RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 11 september 2006 (12.09) (OR. en) 8082/1/06 REV 1. Interinstitutioneel dossier: 2005/0104 (COD)

Transcriptie:

18.7.2002 Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen C 172/15 II (Voorbereidende besluiten krachtens titel VI van het Verdrag betreffende de Europese Unie) Initiatief van het Koninkrijk Denemarken met het oog op de aanneming van de akte van de Raad tot vaststelling, op grond van artikel 43, lid 1, van de Overeenkomst tot oprichting van een Europese Politiedienst (Europol-Overeenkomst), van een Protocol tot wijziging van die overeenkomst DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, (2002/C 172/05) Gelet op de Overeenkomst tot oprichting van een Europese Politiedienst ( 1 ), met name op artikel 43, lid 1, Gezien het initiatief van het Koninkrijk Denemarken ( 2 ), Gezien het advies van het Europees Parlement ( 3 ), Gezien het advies van de raad van bestuur van Europol ( 4 ), Overwegende hetgeen volgt: (1) Uit artikel 30, lid 2, van het Verdrag betreffende de Europese Unie volgt dat de Raad binnen een termijn van vijf jaar na de inwerkingtreding van het Verdrag van Amsterdam op 1 mei 1999 samenwerking via onder meer Europol bevordert op een aantal gebieden. (2) In zijn bijeenkomst in Tampere in oktober 1999 heeft de Europese Raad benadrukt dat Europol een essentiële rol speelt in de samenwerking tussen de autoriteiten van de lidstaten bij onderzoeken inzake grensoverschrijdende criminaliteit door criminaliteitspreventie, -analyse en -onderzoekin de gehele Unie te ondersteunen. De Europese Raad heeft de Raad in dat verband verzocht Europol de nodige bijstand te verschaffen, BESLUIT dat het protocol tot wijziging van de Overeenkomst tot oprichting van een Europese politiedienst waarvan de tekst aan dit besluit is gehecht en dat heden door de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten is ondertekend, is vastgesteld. BEVEELT AAN dat de lidstaten dit protocol overeenkomstig hun onderscheiden grondwettelijke bepalingen aannemen. Gedaan te... Voor de Raad De voorzitter... ( 1 ) PB C 316 van 27.11.1995, blz. 2. ( 2 )PB... ( 3 )PB... ( 4 )PB...

C 172/16 Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen 18.7.2002 BIJLAGE PROTOCOL tot vaststelling, op grond van artikel 43, lid 1, van de Overeenkomst tot oprichting van een Europese Politiedienst (Europol-Overeenkomst), van een Protocol tot wijziging van die overeenkomst DE HOGE VERDRAGSLUITENDE PARTIJEN bij dit protocol, verdragsluitende partijen bij de Overeenkomst tot oprichting van een Europese Politiedienst en lidstaten van de Europese Unie, ONDER VERWIJZING naar het besluit van de Raad van de Europese Unie van..., OVERWEGENDE HETGEEN VOLGT: (1) De Europol-Overeenkomst dient te worden aangepast in het licht van de besprekingen dienaangaande in de Raad. (2) Europol dienen de nodige bijstand en mogelijkheden te worden geboden om effectief de spil van de Europese politiesamenwerking te kunnen zijn. (3) In de Europol-Overeenkomst dienen de nodige wijzigingen te worden aangebracht om zo de operationele steunfunctie van Europol ten behoeve van de nationale politiediensten te versterken. (4) De Europese Raad heeft benadrukt dat Europol een essentiële rol speelt in de samenwerking tussen de autoriteiten van de lidstaten bij onderzoeken inzake grensoverschrijdende criminaliteit door criminaliteitspreventie, -analyse en onderzoekin de gehele Unie te ondersteunen. De Europese Raad heeft de Raad in dat verband verzocht Europol de nodige bijstand te verschaffen, HEBBEN OVEREENSTEMMING BEREIKT OMTRENT DE VOLGENDE BEPALINGEN: Artikel 1 De Europol-Overeenkomst wordt hierbij als volgt gewijzigd: 1. artikel 2 wordt vervangen door: Artikel 2 Doelstellingen 1. Europol heeft ten doel, in het kader van de samenwerking tussen de lidstaten overeenkomstig artikel 29 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, door de in deze overeenkomst genoemde maatregelen het optreden van en de samenwerking tussen de bevoegde instanties van de lidstaten met betrekking tot het voorkomen en bestrijden van ernstige internationale criminaliteit doeltreffender te maken voorzover er twee of meer lidstaten betrokken zijn op een wijze die, gelet op de omvang, de ernst en de gevolgen van de strafbare feiten, een gemeenschappelijk optreden van de lidstaten noodzakelijk maakt. 2. De bevoegdheid van Europol met betrekking tot een vorm van criminaliteit of met betrekking tot specifieke aspecten van een vorm van criminaliteit omvat tevens: 1. het witwassen van geld in verband met deze vormen van criminaliteit of specifieke aspecten ervan; 2. de daarmee samenhangende strafbare feiten. Als samenhangend worden beschouwd en als zodanig overeenkomstig de nadere bepalingen van de artikelen 8 en 10 in aanmerking genomen: strafbare feiten die zijn gepleegd om zich de middelen te verschaffen om daden te plegen die onder de werkingssfeer van Europol vallen; strafbare feiten die zijn gepleegd om daden die onder de werkingssfeer van Europol vallen, te vergemakkelijken of uit te voeren; strafbare feiten die zijn gepleegd om ervoor te zorgen dat daden die onder de werkingssfeer van Europol vallen, ongestraft blijven.

18.7.2002 Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen C 172/17 3. Bevoegde autoriteiten in de zin van deze overeenkomst zijn alle in de lidstaten bestaande overheidsinstanties die krachtens het nationaal recht bevoegd zijn op het gebied van het voorkomen en bestrijden van strafbare feiten. 4. De bevoegde nationale autoriteiten beoordelen overeenkomstig het nationale recht van de lidstaat waartoe zij behoren of een vorm van criminaliteit moet worden aangemerkt als ernstige internationale criminaliteit als bedoeld in dit artikel. ; 2. artikel 3 wordt als volgt gewijzigd: a) lid 1, punt 4, wordt vervangen door: 4. Het opsporingsonderzoekin de lidstaten te ondersteunen door de nationale eenheden alle relevante informatie te verstrekken of door analytische ondersteuning voor dergelijke onderzoeken te verstrekken overeenkomstig het nationale recht van de lidstaat die om die ondersteuning verzoekt en onder diens uitsluitende verantwoordelijkheid. ; b) het volgende lid wordt toegevoegd: 4. Onverminderd het Verdrag ter bestrijding van de valsemunterij, dat op 20 april 1919 te Genève werd ondertekend, en het bijbehorende protocol, fungeert Europol tevens als Europees aanspreekpunt voor de bestrijding van de vervalsing van de euro. ; 3. artikel 4 wordt als volgt gewijzigd: a) in lid 2 wordt de eerste zin geschrapt; b) het volgende lid wordt ingevoegd: 4 bis. De in lid 4 genoemde taken kunnen met uitzondering van de punten 4 en 6 ook worden uitgevoerd door andere bevoegde autoriteiten. ; c) lid 7 wordt vervangen door: 7. De hoofden van de nationale eenheden komen regelmatig bijeen om Europol uit eigen beweging of op verzoekvan advies te dienen. ; 4. aan artikel 6 wordt het volgende lid toegevoegd: 3. Behoudens de voorwaarden die na raadpleging van het gemeenschappelijkcontroleorgaan worden bepaald door de raad van bestuur kan Europol in overeenstemming met de beginselen als bedoeld in artikel 14 ook andere gegevens verwerken als achtergrondinformatie voor de uitvoering van zijn taken, mits die informatie niet dan overeenkomstig de bepalingen over geautomatiseerde gegevensbestanden als bedoeld in lid 1 wordt gebruikt of overgedragen. ; 5. artikel 8 wordt als volgt gewijzigd: a) in lid 1 wordt het woord artikel 2, lid 3 vervangen door artikel 2, lid 2 ; b) in lid 4 wordt het woord artikel 2, lid 3 vervangen door artikel 2, lid 2 ; 6. artikel 9 wordt als volgt gewijzigd: a) in lid 1 wordt de eerste zin vervangen door: 1. De nationale eenheden, de verbindingsofficieren, de directeur, de adjunct-directeuren en de daartoe gemachtigde personeelsleden van Europol hebben het recht om rechtstreeks gegevens in het informatiesysteem in te voeren en daaruit op te vragen. ;

C 172/18 Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen 18.7.2002 b) het volgende lid wordt toegevoegd: 4. Ookde bevoegde autoriteiten kunnen het informatiesysteem van Europol bevragen. Het resultaat van de bevraging zal evenwel alleen aangeven of de verzochte gegevens voorhanden zijn in het informatiesysteem van Europol. Nadere informatie kan dan worden verkregen via de nationale Europol-eenheid. ; 7. artikel 10 wordt als volgt gewijzigd: a) het inleidende gedeelte van lid 1 wordt vervangen door: 1. Voorzover dit noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de in artikel 2, lid 1, omschreven doelstelling, kan Europol, naast niet-persoonsgebonden gegevens, in andere bestanden gegevens opslaan, wijzigen en gebruiken in verband met strafbare feiten ten aanzien waarvan Europol bevoegd is, met inbegrip van de gegevens betreffende de in artikel 2, lid 2, tweede alinea, bedoelde samenhangende strafbare feiten ten behoeve van specifieke analysewerkzaamheden, welke gegevens betrekking hebben op: ; b) lid 2, punt 1, wordt vervangen door: 1. de door de directie van Europol aangewezen analisten en andere personeelsleden van Europol ; c) in lid 2 wordt na punt 2, de volgende alinea ingevoegd: Uitsluitend de analisten zijn gemachtigd gegevens in te voeren in het betrokken bestand en deze te wijzigen; alle deelnemers zijn bevoegd gegevens op te zoeken in het bestand. ; d) lid 5 wordt vervangen door: 5. Indien Europol in het kader van andere rechtsinstrumenten het recht heeft verkregen om andere informatiesystemen geautomatiseerd te raadplegen, kan Europol op deze wijze persoonsgegevens opzoeken indien dat noodzakelijk is voor zijn taakvervulling ingevolge artikel 3, lid 1, punt 2. Het gebruik van die gegevens door Europol wordt geregeld door de toepasselijke bepalingen. ; e) in lid 8 wordt de tweede zin vervangen door: Over elke verspreiding en elk operationeel gebruik van verstrekte gegevens wordt een besluit genomen door die lidstaat. ; f) het volgende lid wordt toegevoegd: 9. Indien de vertegenwoordigers van derde staten en instanties waarmee Europol een overeenkomst heeft gesloten, rechtstreeks betrokken zijn bij een aan de gang zijnde analyse en hun medewerking ook in het belang van de lidstaten is, kunnen zij door de analysegroep worden uitgenodigd als waarnemers aan de analyse mee te werken. Informatie uit die analysebestanden wordt overeenkomstig de toepasselijke samenwerkingsovereenkomst aan die vertegenwoordigers verstrekt. Elke verspreiding en elk operationeel gebruik van informatie die door die vertegenwoordigers is verstrekt voor opneming in het werkbestand kan alleen met hun toestemming gebeuren. ; 8. artikel 12 wordt als volgt gewijzigd: a) in lid 1, eerste alinea, wordt de inleidende zin vervangen door: 1. Voor elk bij Europol voor zijn taakvervulling overeenkomstig artikel 10 bijgehouden geautomatiseerd bestand met persoonsgegevens dient Europol in een reglement vast te leggen: ; b) in lid 1 wordt de laatste alinea vervangen door: Het in artikel 24 bedoelde gemeenschappelijk controleorgaan wordt door de directeur van Europol onmiddellijk op de hoogte gebracht van het bestandsreglement en ontvangt het dossier, opdat het de opmerkingen die het noodzakelijk acht binnen twee maanden na de ontvangst van het dossier onder de aandacht van de raad van bestuur kan brengen. Het dossier wordt ook toegezonden aan de raad van bestuur. ;

18.7.2002 Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen C 172/19 c) lid 2 wordt vervangen door: 2. Na de ontvangst van het advies van het gemeenschappelijkcontroleorgaan of het verstrijken van de in lid 1 genoemde termijn van twee maanden kan de raad van bestuur de directeur binnen twee maanden opdragen het reglement te wijzigen of het bestand te sluiten. Deze wijziging of sluiting zal pas vanaf de datum van de desbetreffende beslissing van de directeur werking hebben. ; 9. artikel 16 wordt vervangen door: Artikel 16 Vastlegging van de verstrekking Europol zorgt ervoor dat regelingen worden ingesteld om de wettigheid van de opvragingen uit de in artikel 6 bedoelde geautomatiseerde gegevensbestanden effectief te kunnen controleren. De aldus verzamelde gegevens mogen alleen voor dit doel door Europol en de in de artikelen 23 en 24 vermelde controleorganen worden gebruikt en moeten na zes maanden worden verwijderd, tenzij zij in het kader van een lopende controle vereist blijven. Nadere regels worden door de raad van bestuur vastgesteld, na raadpleging van het gemeenschappelijkcontroleorgaan. ; 10. artikel 17 wordt als volgt gewijzigd: In lid 2 wordt het woord artikel 2, lid 4 vervangen door artikel 2, lid 3 ; 11. artikel 18 wordt als volgt gewijzigd: a) lid 1, punt 3, wordt vervangen door de volgende punten: 3. dit volgens de algemene regels in de zin van lid 2 toegestaan is; in uitzonderlijke gevallen kunnen die regels voorzien in een afwijking van punt 2, of 4. in specifieke gevallen, de lidstaat die de gegevens aan Europol verstrekt heeft, uitdrukkelijk in de verstrekking toestemt. ; b) lid 4 wordt vervangen door: 4. Indien de gegevens door een lidstaat aan Europol zijn verstrekt, mag Europol deze slechts met toestemming van die lidstaat aan derde staten of instanties verstrekken. De lidstaat kan daartoe een voorafgaande, al dan niet algemene, toestemming geven. In de gevallen waarin er tussen Europol en de ontvangende staat of instantie een overeenkomst van kracht is die de verstrekking van gegevens mogelijk maakt, wordt de voorafgaande toestemming geacht stilzwijgend te zijn gegeven, behoudens andersluidende bepaling. Iedere uitdrukkelijke of stilzwijgende toestemming kan te allen tijde worden ingetrokken. Indien de gegevens niet door een lidstaat zijn verstrekt, vergewist Europol zich ervan dat door de verstrekking: 1. de behoorlijke vervulling van de onder de bevoegdheid van een lidstaat vallende taken niet in gevaar komt, 2. de openbare orde en veiligheid van een lidstaat niet in gevaar komen of diens belangen op geen enkele wijze kunnen worden geschaad. ; 12. artikel 21, lid 3, wordt vervangen door: 3. Het opslaan van de in artikel 10, lid 1, bedoelde persoonsgegevens mag in totaal niet langer dan vijf jaar duren. Deze termijn begint telkens opnieuw op de dag dat een feit plaatsvindt dat aanleiding geeft tot het opslaan van gegevens over de betrokkene. Om de drie jaar wordt getoetst of verdere opslag nodig is; deze toetsing moet schriftelijkworden vastgelegd. ;

C 172/20 Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen 18.7.2002 13. aan artikel 22 wordt het volgende lid toegevoegd: 4. Tenzij in dit artikel anders is bepaald zijn de beginselen die in deze titel met betrekking tot informatieverwerking zijn neergelegd, van toepassing op gegevens in dossiers. ; 14. aan artikel 24, lid 6, worden de woorden Deze verslagen worden volgens de procedure van titel VI van het Verdrag betreffende de Europese Unie aan de Raad toegezonden; vervangen door: Deze verslagen worden aan de Raad en het Europees Parlement toegezonden; ; 15. artikel 28 wordt als volgt gewijzigd: a) lid 1 wordt vervangen door: 1. Europol heeft een raad van bestuur. De raad van bestuur: 1. beslist met eenparigheid van stemmen binnen welke grenzen Europol de lidstaten bijstaat als bedoeld in artikel 3, lid 3 (artikel 3); 2. stelt met eenparigheid van stemmen de rechten en plichten van de verbindingsofficieren jegens Europol vast (artikel 5); 3. beslist met eenparigheid van stemmen hoeveel verbindingsofficieren de lidstaten naar Europol mogen afvaardigen (artikel 5); 4. beslist met eenparigheid van stemmen over de gegevensverwerking door Europol als bedoeld in artikel 6, lid 3 (artikel 6); 5. bereidt de regels voor het gebruikvan de bestanden voor (artikel 10); 6. werkt mee aan het vaststellen van de regels voor de betrekkingen tussen Europol en de derde staten en instanties als bedoeld in artikel 10, lid 4 (artikelen 10, 18 en 42); 7. stelt met eenparigheid van stemmen de voorschriften vast betreffende het aanleggen van het indexsysteem (artikel 11); 8. beslist met een meerderheid van tweederde van de stemmen de directeur op te dragen een bestandsreglement te wijzigen of de bestanden te sluiten als bedoeld in artikel 12, lid 2 (artikel 12); 9. kan adviezen formuleren over de opmerkingen en verslagen van het gemeenschappelijke controleorgaan (artikel 24); 10. onderzoekt de problemen die hem door het gemeenschappelijke controleorgaan worden voorgelegd (artikel 24, lid 5); 11. regelt de bijzonderheden van de procedure voor de controle op de rechtmatigheid van de verzoeken in het kader van het informatiesysteem (artikel 16); 12. werkt mee aan de benoeming en het ontslag van de directeur en de adjunct-directeuren (artikel 29); 13. houdt toezicht op de ambtsuitoefening van de directeur (artikelen 7 en 29); 14. werkt mee aan de vaststelling van het personeelsstatuut (artikel 30); 15. werkt mee aan het opstellen van de overeenkomst ter bescherming van geheime informatie en aan het vaststellen van bepalingen inzake de bescherming van geheime informatie (artikelen 18 en 31);

18.7.2002 Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen C 172/21 16. stelt regels op voor de verschijning van de directeur voor het Europees Parlement en een commissie als bedoeld in artikel 34, lid 2 (artikel 34); 17. werkt mee aan de opstelling van de begroting, inclusief een lijst van het aantal formatieplaatsen, de controle van de rekeningen en de kwijting van de directeur (artikelen 35 en 36); 18. keurt met eenparigheid van stemmen de financiële vijfjarenraming goed (artikel 35); 19. benoemt met eenparigheid van stemmen de financieel controleur en houdt toezicht op diens ambtsuitoefening (artikel 35); 20. werkt mee aan de vaststelling van het financieel reglement (artikel 35); 21. keurt met eenparigheid van stemmen de sluiting van de zetelovereenkomst goed (artikel 37); 22. neemt met eenparigheid van stemmen de regels voor machtiging van personeelsleden van Europol aan; 23. doet met een tweederde meerderheid uitspraakin geschillen tussen een lidstaat en Europol of tussen lidstaten over de schadevergoedingen uit hoofde van de aansprakelijkheid voor onrechtmatige of onjuiste verwerking van gegevens (artikel 38); 24. werkt mee aan de eventuele wijziging van de overeenkomst (artikel 43); 25. is verantwoordelijk voor de uitvoering van andere taken die de Raad hem opdraagt, met name in het kader van de bepalingen ter uitvoering van deze overeenkomst. ; b) in lid 10 wordt de tweede alinea vervangen door: Deze verslagen worden ter kennisgeving en goedkeuring voorgelegd aan de Raad. Deze verslagen worden ook ter informatie toegezonden aan het Europees Parlement. ; 16. het volgende artikel wordt ingevoegd: Artikel 32 bis Toegang tot documenten van Europol Iedere burger van de Unie en iedere natuurlijke of rechtspersoon met verblijfplaats of statutaire zetel in een lidstaat heeft recht op toegang tot documenten van Europol, volgens de beginselen en onder de voorwaarden die op grond van artikel 255 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap worden bepaald door het Europees Parlement en de Raad. ; 17. artikel 33, lid 2, wordt geschrapt; 18. artikel 34 wordt vervangen door: Artikel 34 Informatie aan het Europees Parlement 1. De Raad raadpleegt het Europees Parlement voordat hij maatregelen vaststelt als bedoeld in de artikelen 10, 18, 24, 26, 28, 29, 30, 31, 40, 41 en 42 of bij een eventuele wijziging van deze overeenkomst. Het Europees Parlement brengt advies uit binnen de termijn die de Raad kan vaststellen en die niet minder dan drie maanden mag bedragen. Indien er binnen die termijn geen advies is uitgebracht, kan de Raad een besluit nemen.

C 172/22 Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen 18.7.2002 2. Het voorzitterschap van de Raad of zijn vertegenwoordiger en de directeur van Europol kunnen verschijnen voor het Europees Parlement en voor iedere gezamenlijke commissie die door het Europees Parlement kan worden ingesteld in samenwerking met de nationale parlementen teneinde vraagstukken te bespreken die verband houden met Europol. De Raad van Bestuur stelt met eenparigheid van stemmen regels op voor de verschijning van de directeur van Europol voor het Europees Parlement en een commissie als bedoeld in dit lid. Ten aanzien van het Europees Parlement en de nationale parlementen houden het voorzitterschap van de Raad of zijn vertegenwoordiger en de directeur van Europol rekening met de zwijg- en geheimhoudingsplicht. 3. De verplichtingen van dit artikel gelden onverminderd de rechten van de nationale parlementen en de algemene beginselen die uit hoofde van titel VI van het Verdrag betreffende de Europese Unie op de betrekkingen met het Europees Parlement van toepassing zijn. ; 19. aan artikel 35, lid 4, wordt de volgende zin toegevoegd: De financiële raming voor de volgende vijf jaar wordt ter kennisgeving toegezonden aan de Raad en het Europees Parlement. ; 20. aan artikel 39 wordt in fine het volgende ingevoegd: of de Gemeenschapsinstrumenten ter vervanging van het Verdrag van Brussel ; 21. aan artikel 42, wordt het volgende lid toegevoegd: 3. Voorzover dat nodig is ter uitvoering van zijn taken en ter verwezenlijking van zijn doelstellingen, alsmede rekening houdend met de noodzaak dubbel werk te vermijden, stelt Europol een blijvende nauwe samenwerking met Eurojust in. De wezenlijke elementen van deze samenwerking worden in detail geregeld in een overeenkomst die wordt vastgesteld in overeenstemming met onderhavige overeenkomst en de maatregelen ter uitvoering ervan. ; 22. artikel 43, lid 3, wordt geschrapt. Artikel 2 1. Dit protocol wordt door de lidstaten aangenomen overeenkomstig hun onderscheiden grondwettelijke bepalingen. 2. De lidstaten stellen de secretaris-generaal van de Raad van de Europese Unie in kennis van de voltooiing van de procedures die overeenkomstig hun onderscheiden grondwettelijke bepalingen vereist zijn voor de aanneming van dit protocol. 3. Dit protocol treedt in werking negentig dagen na de in lid 2 beoogde kennisgeving door de staat die op de datum van aanneming door de Raad van de akte tot vaststelling van dit protocol, lid is van de Europese Unie en die als laatste deze formaliteit vervult. Artikel 3 Indien dit protocol overeenkomstig artikel 2, lid 3, in werking treedt voordat het protocol, opgesteld op grond van artikel 43, lid 1, van de Overeenkomst tot oprichting van een Europese Politiedienst (Europol-Overeenkomst), tot wijziging van artikel 2 en de bijlage bij die overeenkomst ( 1 ) in werking is getreden overeenkomstig artikel 2, lid 3, daarvan, wordt laatstgenoemd protocol geacht te zijn ingetrokken. Artikel 4 1. Elke staat die lid wordt van de Europese Unie kan tot dit protocol toetreden, indien het protocol op de datum van nederlegging van de akte van toetreding tot de Europol-Overeenkomst, overeenkomstig artikel 46 van die overeenkomst, nog niet in werking is getreden. ( 1 ) PB C 358 van 13.12.2000, blz. 1.

18.7.2002 Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen C 172/23 2. De akten van toetreding tot dit protocol worden gelijktijdig neergelegd met de akten van toetreding tot de Europol-Overeenkomst, in overeenstemming met artikel 46 van die overeenkomst. 3. De door de Raad van de Europese Unie vastgestelde tekst van het protocol in de taal van de toetredende lidstaat is authentiek. 4. Indien het protocol bij het verstrijken van de in artikel 46, lid 4, van de Europol-Overeenkomst bedoelde periode nog niet in werking is getreden, treedt het voor de toetredende lidstaat in werking op de datum van inwerkingtreding van dit protocol overeenkomstig artikel 2, lid 3. 5. Indien het protocol overeenkomstig artikel 2, lid 3, in werking treedt voordat de in artikel 46, lid 4, van de Europol-Overeenkomst, bedoelde periode verstreken is, maar nadat de in lid 2 bedoelde akte van toetreding neergelegd is, treedt de toetredende lidstaat overeenkomstig artikel 46 van de Europol-Overeenkomst toe tot de bij het protocol gewijzigde Europol-Overeenkomst. Artikel 5 1. De secretaris-generaal van de Raad van de Europese Unie is depositaris van dit protocol. 2. De depositaris maakt een overzicht van de aannemingen en toetredingen en iedere andere mededeling in verband met dit protocol bekend in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.