EV uitbreiding Thielco Reuver

Vergelijkbare documenten
Externe veiligheid spoor. Locatie Otje van Potje te Rijssen

Externe veiligheid / Campinaast te Woerden

Groepsrisicoberekening Nijverdalsestraat Wierden (tussen 113 en 115) projectnummer Einsteinstraat 12a 7601 PR Almelo. Versie: 1.

Externe veiligheid uitbreidingswijk Marslanden II te Hardenberg

Externe veiligheid A4 woningbouw Cardea-terrein. gemeente Leiderdorp

: RUD Utrecht. Externe Veiligheid Bestemmingsplan Verdistraat 53 Amersfoort. : Gemeente Amersfoort, mevrouw N. Ludeking

Externe veiligheidsrisico s transport gevaarlijke stoffen over het spoor. DWI-locatie, Polderweg 1 te Amsterdam

Externe veiligheid N348 Holterwegzone te Deventer

Notitie 1. Inleiding

Bestemmingsplan Kern Roosteren. Teksten t.b.v. verantwoording groepsrisico

Externe veiligheid K1-leidingen. buitengebied Reimerswaal. externe veiligheid, risicoanalyse risico[beleid + informatie+voorlichting]

Externe veiligheid N206 McDonald s Oegstgeest

Externe veiligheidsrisico's

: RUD Utrecht. Externe Veiligheid Omgevingsplan De Geer. : Gemeente Amersfoort, mevrouw C. Heezen

Notitie. Onderzoek externe veiligheid Lelystad bestemmingsplan Stadsrandgebied. 1 Inleiding

Externe veiligheidsparagraaf. Bestemmingsplan Skoatterwald

Het externe veiligheidsbeleid is verankerd in diverse wet- en regelgeving. De volgende besluiten zijn relevant:

Externe veiligheidsrisico's hogedruk aardgasleidingen

memo betreft: Quickscan externe veiligheid woontoren Bètaplein Leiden (120728)

Externe veiligheidsrisico's

Memo externe veiligheid

Kwantitatieve risicoanalyse hogedruk aardgasleidingen Enschede. Door: Gemeente Enschede

Situatie groepsrisico van de risicobronnen in Kerkrade. I Route gevaarlijke stoffen Euregioweg Kerkrade

Ten behoeve van besluitvorming omtrent de mogelijk te maken ruimtelijke ontwikkeling is onderzoek verricht naar het aspect externe veiligheid.

1 Aanleiding. 2 Wettelijk kader. Memo

Intern memo. Projectteam Uitwerkingsplan Almere Poort - Duin 1e fase. Archief afdeling Ruimte en Wonen. Gert-Jan van de Bovenkamp

Risicoanalyse transport gevaarlijke stoffen A1 en spoor Amersfoort-Deventer t.b.v woningbouwplan Bijenvlucht te Hoevelaken

Externe veiligheid en 20 woningen Noordwolderweg te Bedum

Risicoberekeningen Schoutenstraat te Barneveld. Risicoberekeningen Schoutenstraat Barneveld

Risicoberekening rijksweg A28 Vakantieparken Onze Woudstee en Dennenhoek Harderwijk

Gemeente Lansingerland 01 Inkomende Post d.d. 01/11/ /III IIII IIIII IIII IIIIII IIIII IIIII IIIII IIIII IIII IIII 116.

Intern memo. Projectteam bestemmingsplan Staatsliedenwijk. Archief afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling & Mobilliteit. Gert-Jan van de Bovenkamp

Quickscan externe veiligheid t.b.v. bestemmingsplan De Hoven, De Werven en De Gouwen

Intern memo. Projectgroep bestemmingsplan Youri Egorovweg. Archief afdeling Ruimte en Wonen. Gert-Jan van de Bovenkamp

Externe Veiligheid beheersverordening Prins Hendrikpark te Baarn

Externe veiligheid. Transport gevaarlijke stoffen Haarlemmermeer. Bestemmingsplan De Liede

datum 26 februari 2015 aan Ben van der Waal Gemeente Muiden Joris Jennen Roel Kouwen

Externe Veiligheid Anthony Fokker Business Park. Fokkerweg vervoer gevaarlijke stoffen

Advies externe veiligheid

Milieu I Management I Advies Postbus ZG Cadier en Keer Tel Fax

Bestemmingsplan Woningbouw Hoeksekade Noord, deellocatie A te Bergschenhoek

RBMII-berekeningen weg en spoor t.b.v. bp Bedrijventerrein Duurkenakker

Advies Externe Veiligheid inzake bestemmingsplan Buitenpost-Centrum te Buitenpost

: Externe veiligheid Wielewaal in Zundert

Risicoanalyse transport Spoor en Vaarwegen

Advies Externe Veiligheid inzake bestemmingsplan Uitbreiding Feanwâlden De Bosk te Feanwâlden

Beoordeling externe veiligheid plangebied. De Wolder te Maastricht

Op de voordracht van Onze Minister van Infrastructuur en Milieu, van nr. IenM/BSK-2012/ Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken;

Externe veiligheidsrisico's hogedruk aardgasleiding en transport over het spoor. Ontwikkeling gebied Contactweg

Kwantitatieve Risicoanalyse Hoogegeest Akersloot

: RUD Utrecht. Externe Veiligheid Omgevingsplan Laak 2B en Velden1F. : Gemeente Amersfoort, mevrouw C. Heezen. : de heer R. Polman

Externe veiligheid de Binckhorst te 's-gravenhage

Intern memo. Kernteam herziening bestemmingsplan bedrijvenpark Stichtsekant. Archief afdeling Ruimte en Wonen. Gert-Jan van de Bovenkamp

B.R01. IJsselstein Clinckhoeff - onderzoek externe veiligheid Bunnik Projekten in IJsselstein. datum: 10 oktober 2013

: RUD Utrecht. Externe Veiligheid bestemmingsplan Entreegebied De Wieken Zuid Amersfoort. : Gemeente Amersfoort, mevr. C. Heezen

Verantwoording groepsrisico Hogedruk aardgastransportleidingen. Bestemmingsplan 'Bedrijventerrein 2013' d.d. 14 november 2012

Externe veiligheid woningbouw De Zeuven Heuvels te Wezep

: Externe veiligheid hotel bestemmingsplan Bedrijvenpark A1

Risicoberekeningen spoor Den Bosch Stationskwartier Locatie F

Notitie. : Aldi Oosterbroekweg Gronsveld. Datum : 1 juni 2015 : Externe veiligheid. 1 Inleiding

Milieuonderzoeken Losplaatsweg Noordwijk te Noordwijk

Risicoberekening Spoor Vakantieparken Onze Woudstee en Dennenhoek Harderwijk

Externe veiligheidsrisico's hogedruk aardgasleidingen bestemmingsplan De Hoge Dijk

Quickscan externe veiligheid woningbouwlocatie Beekzone in Twello

Externe veiligheid hogedruk aardgasleiding Nijkerkerveen

Opdrachtgever Bouwfonds Ontwikkeling BV, Regio Midden De Brand 30 Amersfoort Contactpersoon Dhr. B. Evers

Milieu I Management I Advies Postbus ZG Cadier en Keer Tel Fax Datum: 3 september 2014

Externe Veiligheid. Bedrijventerrein Laarberg. Kwantitatieve risicoberekening aardgastransportleidingen. december 2013 concept

Notitie. Betreft : Berekening plaatsgebonden risico en groepsrisico hogedruk aardgasleiding t.b.v. bestemmingsplan Landgoed Heideburgh te Rucphen

BUREAUSTUDIE EXTERNE VEILIGHEID BEDRIJVENTERREIN STEPELERVELD

Memo. memonummer 1 datum 26 februari J. Eskens. Bestemmingsplan Roodeschool Eemshaven projectnr Notitie Externe veiligheid

Herstructurering Biedermeier Mariaberg te Maastricht Quickscan externe veiligheid. Datum 19 december 2012 Referentie

Planlocatie Nuland Oost te Nuland

Kazernelaan te Weert Quickscan externe veiligheid. Datum 2 december 2011 Referentie

Bijlage VIII Onderzoek externe veiligheid

Risicoanalyse transport spoor

Plattelandmuseum Roosendaalseweg 39 te Sint Willebrord Externe Veiligheid. Datum 27 juni 2012 Referentie Uw referentie AM12173

Risicoanalyse vervoer gevaarlijke stoffen provinciale weg N 996 en Spoorwegtraject Sauwerd Delfzijl te Loppersum

Risico-inventarisatie Uitbreidingslocatie Golfbaan Wageningen

Gemeente Tiel, maart 2013 Projectnummer: Kwantitatieve risicoberekening aardgastransportleiding Gemeente Tiel, ontwikkelingen Tiel - Oost

Externe Veiligheid Syngenta Seeds

Quickscan externe veiligheid

B i j l a g e 4 : A d v i e s e x t e r n e v e i l i g - h e i d

Externe veiligheid gemeente Landgraaf. spoortraject Roermond- Herzogenrath

Externe veiligheid Verdi / project- en investeringsbesluit

Madewater en Westmade te Monster externe veiligheid. Concept

Externe veiligheidsrisico's hogedruk aardgasleidingen bestemmingsplan Weespertrekvaart Zuid

QUICKSCAN EXTERNE VEILIGHEID

Technische rapportage

Kwantitatieve Risicoanalyse Rodenrijse Zoom. (ruimtelijke onderbouwingen Bosplaatstraat en uitwerkingsplan Waddenweg 124 ev)

Kwantitatieve Risicoanalyse Bestemmingsplan Hansweert

Bestemmingsplan Buitengebied Echt - Susteren. Teksten t.b.v. paragraaf externe veiligheid

Verantwoording groepsrisico

Onderzoek externe veiligheid bestemmingsplan Rivierenbuurt

Externe veiligheid. Woningen Bestoterrein Zwartsluis

Risico-inventarisatie Gebiedsontwikkeling Poelkampen Zandwinlocatie

Herziening QRA. Hogedruk aardgastransportleiding A-510. Externe Veiligheid. Gemeente Leusden. september 2011 definitief

memo Quick scan externe veiligheid Driebergsestraatweg 63 te Doorn

QUICKSCAN EXTERNE VEILIGHEID

ADVIES. 1 Probleembeschrijving. 2 Actoren. 3 Oplossingsrichting. 3.1 Wet en regelgeving

Transcriptie:

Adviseurs externe veiligheid en risicoanalyses AVIV BV M.H. Tromplaan 55 7513 AB Enschede EV uitbreiding Thielco Reuver Project : 173373 Datum : 9 juni 2017 Auteurs : S.J.M. van Veldhoven, MSc. : ing. A.J.H. Schulenberg Opdrachtgever: BMD Advies t.a.v. S. van Osch Postbus 91 6660 AB Elst

EV uitbreiding Thielco Reuver 1 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 2 2. Normstelling externe veiligheid... 3 2.1. Risicobenadering... 3 2.2. Besluit externe veiligheid transportroutes... 3 2.2.1. Plaatsgebonden risico... 4 2.2.2. Groepsrisico... 4 2.2.3. Plasbrandaandachtsgebied (PAG)... 6 2.3. Besluit externe veiligheid buisleidingen... 6 2.3.1. Plaatsgebonden risico... 6 2.3.2. Groepsrisico... 7 3. Uitgangspunten risicoberekeningen... 10 3.1. Plangebied... 10 3.2. Spoorlijn Venlo-Roermond... 11 3.2.1. RBM... 11 3.2.2. Transportintensiteit... 11 3.2.3. Trajecteigenschappen... 11 3.3. N271... 12 3.4. Aardgasleiding... 12 3.5. Bebouwing... 13 4. Resultaten spoorlijn Roermond - Venlo Oost... 14 4.1. Plaatsgebonden risico... 14 4.2. Groepsrisico... 14 4.3. Plasbrandaandachtsgebied... 15 5. Resultaten N271... 16 5.1. Plaatsgebonden risico... 16 5.2. Groepsrisico... 16 6. Resultaten aardgasleiding... 17 6.1. Plaatsgebonden risico... 17 6.2. Groepsrisico... 17 7. Conclusie... 18 Referenties... 19 Bijlage 1 Gegevens bebouwing... 20

EV uitbreiding Thielco Reuver 2 1. Inleiding Ten behoeve van het uitbreiden van Thielco Staalindustrie B.V. aan de Parallelweg 5 en 6 te Reuver wordt een nieuwe productiehal gebouwd. Het bedrijf heeft een omgevingsvergunning aangevraagd om af te wijken van het bestemmingsplan in verband met overschrijding van de maximale perceelgrootte en het bebouwingspercentage. In de nabijheid van de nieuwbouwlocatie bevinden zich drie risicobronnen: 1. Spoorlijn Venlo-Roermond. 2. Hogedruk aardgastransportleiding Z-509-01. 3. Provinciale weg N271. Inzicht in de externe veiligheidsrisico s is gewenst. In deze rapportage wordt verslag gedaan van de kwantitatieve berekening van het groepsrisico van de spoorlijn en de kwalitatieve beschouwing van het groepsrisico van de aardgasleiding en de N271.

EV uitbreiding Thielco Reuver 3 2. Normstelling externe veiligheid 2.1. Risicobenadering Het risico voor personen die verblijven in de omgeving van activiteiten met gevaarlijke stoffen wordt gevat onder het begrip externe veiligheid (EV). De risicobenadering externe veiligheid kent twee begrippen om het risiconiveau voor dergelijke activiteiten in relatie tot de omgeving aan te geven. Deze begrippen zijn het plaatsgebonden risico (PR) en het groepsrisico (GR). Met het PR wordt de aan te houden afstand geëvalueerd tussen de activiteit en kwetsbare functies in de omgeving. Of een functie kwetsbaar of beperkt kwetsbaar is, is te vinden in het Besluit externe veiligheid Inrichtingen (Bevi) [1]. Voorbeelden van kwetsbare objecten zijn woningen, scholen, ziekenhuizen en grote kantoorgebouwen. Beperkt kwetsbare objecten zijn onder andere verspreid liggende woningen, sporthallen en bedrijfsgebouwen. Met het GR wordt geëvalueerd of als gevolg van een ongeval een groot aantal slachtoffers kan vallen, doordat een grote groep personen blootgesteld wordt. 2.2. Besluit externe veiligheid transportroutes Het transport van gevaarlijke stoffen brengt risico s met zich mee door de mogelijkheid dat bij een ongeval gevaarlijke stoffen kunnen vrijkomen. Voor het transport van gevaarlijke stoffen over de weg, het spoor en het binnenwater is een risiconormering vastgesteld. In het Besluit externe veiligheid transportroutes (Bevt) zijn de regels opgenomen voor de ruimtelijke ordening [2]. Voor infrabesluiten zijn de regels vastgelegd in de Beleidsregels EV-beoordeling Tracébesluiten (de Beleidsregels) [3]. Op 1 april 2015 is het Basisnet volledig in werking getreden. Het basisnet bestaat uit een aangewezen aantal routes (wegen, spoorwegen en vaarwegen) waarop het mogelijk moet zijn en blijven om gevaarlijke stoffen te vervoeren. Het doel van het Basisnet is het vastleggen en waarborgen van een duurzame balans tussen het vervoer van gevaarlijke stoffen, de ruimtelijke omgeving en de veiligheid van mensen die wonen en werken langs de route. Het Basisnet stelt grenzen aan het risico vanwege het vervoer van gevaarlijke stoffen over wegen, vaarwegen en spoorlijnen alsmede aan ruimtelijke ontwikkelingen langs die wegen, vaarwegen en spoorlijnen. Voor elke weg, spoorlijn en vaarweg die deel uitmaakt van het Basisnet, is vastgesteld hoeveel risico het vervoer van gevaarlijke stoffen over die weg, spoorlijn of vaarweg maximaal mag veroorzaken. De basisnetroutes en deze zogenoemde risicoplafonds zijn vastgelegd in de regeling basisnet [4].

EV uitbreiding Thielco Reuver 4 2.2.1. Plaatsgebonden risico Het PR is de kans per jaar dat een persoon, die zich continu en onbeschermd op een bepaalde plaats in de omgeving van een transportroute bevindt, overlijdt door een ongeval met het transport van gevaarlijke stoffen op die route. Plaatsen met een gelijk risico kunnen door zogenaamde risicocontouren op een kaart worden weergegeven. Het PR leent zich daarmee goed voor het vaststellen van een veiligheidszone tussen een route en kwetsbare bestemmingen zoals woonwijken. In tabel 1 wordt weergegeven welke normen voor het plaatsgebonden risico van toepassing zijn. Type object Omgevingsbesluit Kwetsbare objecten Grenswaarde PR 10-6 Beperkt kwetsbare objecten Richtwaarde PR 10-6 Tabel 1. Normen plaatsgebonden risico De grenswaarde moet te allen tijde in acht worden genomen, het bevoegd gezag mag niet van de grenswaarde afwijken. Voor de richtwaarde geldt dat uitsluitend in geval van zwaarwegende belangen (zoals economische) daarvan mag worden afgeweken. Voor ruimtelijke ontwikkelingen in de omgeving van basisnetroutes dienen de afstanden rechtstreeks getoetst te worden aan de risicoplafonds zoals die zijn vastgesteld in de Regeling Basisnet [4]. Voor ruimtelijke ontwikkelingen in de omgeving van andere dan de basisnetroutes dienen de afstanden getoetst te worden aan de berekende 10-6 contour van het plaatsgebonden risico. In veel gevallen is een risicoberekening niet nodig en kan worden volstaan met het toepassen van de vuistregels uit de Handleiding Risicoanalyse Transport (Hart) [5]. 2.2.2. Groepsrisico Indien een plangebied ligt binnen het invloedsgebied van een transportroute waarover gevaarlijke stoffen worden vervoerd, wordt in de toelichting bij het bestemmingsplan en in de ruimtelijke onderbouwing van de omgevingsvergunning in elk geval ingegaan op: De mogelijkheden tot voorbereiding van bestrijding en beperking van de omvang van een ramp op die transportroute, en Voor zover dat plan of die vergunning betrekking heeft op nog niet aanwezige kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten: de mogelijkheden voor personen om zich in veiligheid te brengen indien zich op die transportroute een ramp voordoet. Als het groepsrisico door een bestemmingsplan dat geheel of gedeeltelijk gelegen is binnen 200 m van een transportroute meer dan 10% toeneemt ten opzichte van de bestaande situatie en groter is dan 10% van de oriëntatiewaarde dient het groepsrisico te worden verantwoord. Dit wordt ook wel aangeduid als de verantwoordingsplicht groepsrisico. In de motivering bij het betrokken besluit moeten ten minste de volgende gegevens worden opgenomen:

EV uitbreiding Thielco Reuver 5 1. de dichtheid van personen in het invloedsgebied van de transportroute op het tijdstip waarop het plan of besluit wordt vastgesteld, rekening houdend met de in dat gebied reeds aanwezige personen en de personen die in dat gebied op grond van het geldende bestemmingsplan of de geldende bestemmingsplannen of een omgevingsvergunning redelijkerwijs te verwachten zijn, en 2. de als gevolg van het bestemmingsplan of de omgevingsvergunning redelijkerwijs te verwachten verandering van de dichtheid van personen in het gebied waarop dat plan of die vergunning betrekking heeft; het groepsrisico op het tijdstip waarop het plan of de vergunning wordt vastgesteld en de bijdrage van de in dat plan of besluit toegelaten kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten aan de hoogte van het groepsrisico, vergeleken met de oriëntatiewaarde; de maatregelen ter beperking van het groepsrisico die bij de voorbereiding van het plan of de vergunning zijn overwogen en de in dat plan of die vergunning opgenomen maatregelen, waaronder de stedenbouwkundige opzet en voorzieningen met betrekking tot de inrichting van de openbare ruimte, en de mogelijkheden voor ruimtelijke ontwikkelingen met een lager groepsrisico en de voor- en nadelen daarvan. Het groepsrisico geeft aan wat de kans is op een ongeval met tien of meer dodelijke slachtoffers in de omgeving van de beschouwde activiteit, kortom de kans op een ramp. Het aantal personen dat in de omgeving van de route verblijft, bepaalt mede de hoogte van het GR. Het GR wordt weergegeven in een zogenaamde fn-curve, op de verticale as staat de cumulatieve kans per jaar f op een ongeval met N of meer slachtoffers en op de horizontale as het aantal slachtoffers. Figuur 1 geeft een voorbeeld. Oriëntatiewaarde Figuur 1. Voorbeeld groepsrisico transportroute

EV uitbreiding Thielco Reuver 6 Het groepsrisico wordt bepaald per kilometer route en vergeleken met de oriëntatiewaarde. Deze waarde helpt het bevoegd gezag bij de afweging of de kans op een ramp opweegt tegen het maatschappelijk voordeel van het voorgenomen besluit. Het begrip oriëntatiewaarde houdt in dat het bevoegd gezag gemotiveerd kan besluiten een hogere kans op een ramp te accepteren. 2.2.3. Plasbrandaandachtsgebied (PAG) Incidenten met grote lekkage van gevaarlijke stoffen komen heel weinig voor. Het meest voorkomende type incident op wegen en spoorwegen is een lekkage van een brandbare vloeistof zoals benzine. Naast het voldoen aan het plaatsgebonden risico en het verantwoorden van het groepsrisico moet het bevoegd gezag daarom tevens ingaan op een keuze om te bouwen in het zogeheten plasbrandaandachtsgebied (PAG). Het PAG is het gebied naast Basisnetroutes waarbij rekening gehouden wordt met de effecten van een plasbrand. Deze kan ontstaan wanneer bij een ongeval vrijgekomen brandbare vloeistof ontstoken wordt. Met het oog op een dergelijk ongeval zijn in het Bouwbesluit 2012 en de daarop berustende ministeriële regeling bouwvoorschriften gegeven voor gebouwen in plasbrandaandachtsgebieden. De plasbrandaandachtsgebieden zijn bij ministeriële regeling aangewezen [3]. 2.3. Besluit externe veiligheid buisleidingen Sinds 1 januari 2011 is het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb) van kracht [6]. Hieronder is kort de toetsing aan de grenswaarde van het plaatsgebonden risico en de oriëntatiewaarde van het groepsrisico geschetst. 2.3.1. Plaatsgebonden risico In het kader van de risicobenadering moet de vraag worden beantwoord of er sprake is van een relatief hoog risico. Afhankelijk van de kenmerken van de buisleiding en de specifieke gevaren voor de omgeving, kan een zekere scheiding tussen buisleidingen en werk- en woongebieden gewenst zijn. Bij deze vraagstelling worden de risiconormen gehanteerd, die door de rijksoverheid zijn vastgesteld. Voor nieuwe buisleidingen is in het Bevb de eis opgenomen dat deze zodanig aangelegd moeten worden conform de best beschikbare technieken dat de PR 10-6 contour zo veel mogelijk binnen de belemmeringenstrook komt te liggen. Deze plicht rust op de exploitant van de leiding. Deze eis geldt ook als een bestaande leiding wordt vervangen. Zo wordt deze strenge norm voor het plaatsgebonden risico van toepassing op nieuwe situaties. Het ontstaan van nieuwe knelpunten wordt daarmee voorkomen en het ruimtebeslag van nieuwe buisleidingen wordt beperkt tot de belemmeringenstrook.

EV uitbreiding Thielco Reuver 7 De grenswaarde voor het plaatsgebonden risico is ook van toepassing op bestaande buisleidingen. Dit levert in bepaalde gevallen bij bestaande bebouwing 1 binnen de risicocontour van de buisleiding een knelpunt op. Daar waar kwetsbare objecten zoals woningen en scholen binnen de risicocontour PR 10-6 liggen, gaat een wettelijke saneringsplicht gelden. De leidingexploitant is hierop aanspreekbaar en neemt binnen een overgangstermijn zodanige saneringsmaatregelen dat er sprake is van een acceptabele situatie. Voor de initiatiefnemer van het ruimtelijk plan geldt dat er geen nieuwe kwetsbare bestemmingen gerealiseerd mogen worden binnen de 10-6 contour van het plaatsgebonden risico indien aanwezig, en dat deze contour een richtwaarde is voor beperkt kwetsbare bestemmingen. Binnen de belemmeringenstrook mogen geen nieuwe kwetsbare objecten worden gerealiseerd. De belemmeringenstrook en de buisleidingen moeten in het bestemmingsplan worden aangegeven. Het Bevb verwijst voor de (niet limitatieve) lijst van kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten naar het Bevi, zie bijlage 2. 2.3.2. Groepsrisico Bij het beoordelen van het GR wordt het (lokale) bevoegd gezag de mogelijkheid geboden om gemotiveerd van de oriëntatiewaarde voor het GR af te wijken. Er moet sprake zijn van een openbare en goed inzichtelijke belangenafweging, waarin moet zijn aangegeven waarom in het specifieke geval daarvan is afgeweken. De beslissing om van de oriëntatiewaarde af te wijken is vatbaar voor beroep. Het GR wordt voor het gehele relevante gebied berekend. Door middel van bron- of ruimtelijke maatregelen kan mogelijk dat risico worden gereduceerd. Daar waar het gaat om het stellen van randvoorwaarden in de ruimtelijke ordening wordt het afwegingsgebied echter gemaximaliseerd tot de grens waarbinnen nog 1% van de aanwezige personen overlijdt (1%-letaliteitszone). Het GR geeft voor dit gebied aan welke bebouwingsdichtheid nog acceptabel is, gelet op de voorgestelde oriëntatiewaarde. In het aangegeven gebied is bebouwing dus wel toegestaan maar is de dichtheid van bebouwing soms gelimiteerd. Bij de toetsing moet worden bezien of de kans per kilometer buisleiding op een bepaald aantal slachtoffers groter is dan de oriëntatiewaarde. De oriëntatiewaarde geldt voor zowel bestaande als nieuwe situaties. De regeling over het groepsrisico in het Bevb vertoont duidelijk overeenkomst met de regelingen in het Bevi. Het uitgangspunt is dat er een verplichting geldt om het groepsrisico mee te wegen en te verantwoorden bij de vaststelling van een bestemmingsplan, inpassingsplan of omgevingsvergunning (projectbesluit) dat betrekking heeft op het invloedsgebied van een geprojecteerde of bestaande buisleiding. De toetsing aan de oriëntatiewaarde vindt op dezelfde manier plaats als hierboven 1 Onder bestaande bebouwing wordt verstaan fysiek aanwezige bebouwing en geprojecteerde bebouwing die is toegestaan op basis van een vastgesteld bestemmingsplan of vrijstellingsbesluit

EV uitbreiding Thielco Reuver 8 geschetst. De verantwoording van het groepsrisico is op onderdelen iets anders geformuleerd en kent in bepaalde gevallen een vereenvoudiging. Verantwoording groepsrisico Bij de vaststelling van een bestemmingsplan (gelegen binnen de 100%-letaliteitszone van de leiding), op grond waarvan de aanleg van een buisleiding, of de aanleg, bouw of vestiging van een kwetsbaar of een beperkt kwetsbaar object wordt toegelaten, wordt tevens het groepsrisico in het invloedsgebied van de buisleiding verantwoord. In de toelichting van dit besluit wordt dan vermeld: a. de aanwezige en de op grond van het besluit te verwachten dichtheid van personen in het invloedsgebied van de buisleiding of buisleidingen die het groepsrisico mede veroorzaakt of veroorzaken; b. het groepsrisico per kilometer buisleiding op het tijdstip waarop het besluit wordt vastgesteld en de bijdrage van de in dat besluit toegelaten kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten aan de hoogte van het groepsrisico, vergeleken met de lijn die de kans weergeeft op een ongeval met 10 of meer dodelijke slachtoffers van ten hoogste 10 4 per jaar en de kans op een ongeval met 100 of meer dodelijke slachtoffers van ten hoogste 10 6 per jaar; c. indien mogelijk, de maatregelen ter beperking van het groepsrisico die worden toegepast door de exploitant van de buisleiding die dat risico mede veroorzaakt; d. andere mogelijkheden voor ruimtelijke ontwikkelingen met een lager groepsrisico en de voor- en nadelen daarvan; e. de mogelijkheden en de voorgenomen maatregelen tot beperking van het groepsrisico in de nabije toekomst; f. de mogelijkheden tot voorbereiding van bestrijding en beperking van de omvang van een ramp of zwaar ongeval als bedoeld in art. 1 van de Wet rampen en zware ongevallen. g. de mogelijkheden voor personen die zich bevinden in het invloedsgebied van de buisleiding of buisleidingen die het groepsrisico mede veroorzaakt of veroorzaken, om zich in veiligheid te brengen indien zich een ramp of zwaar ongeval voordoet. Voorafgaand aan de vaststelling van een besluit als bedoeld in het eerste lid stelt het voor dat besluit bevoegde gezag het bestuur van de regionale brandweer in wiens regio het gebied ligt waarop dat besluit betrekking heeft, in de gelegenheid advies uit te brengen in verband met het groepsrisico en de mogelijkheden tot voorbereiding van bestrijding en beperking van de omvang van een ramp of zwaar ongeval alsmede hulpverlening en zelfredzaamheid. Beperkte verantwoording Het Bevb introduceert een nieuwe onderverdeling van situaties waarin een volledige verantwoording van het groepsrisico noodzakelijk is en situaties waarin met een beperktere verantwoording kan worden volstaan. Er zijn twee situaties waarin volstaan kan worden met een beperkte verantwoording 2 : 1. Indien het ruimtelijk besluit betrekking heeft op het gebied tussen de 100% letaliteitszone en de 1% letaliteitszone van de buisleiding (in geval van toxische 2 Zie artikel 12, lid 3 van het Bevb

EV uitbreiding Thielco Reuver 9 stoffen tussen de 1% letaliteitszone en de afstand waarop het plaatsgebonden risico gelijk is aan 10-8 ). 2. a. als het groepsrisico onder 0.1 keer de oriëntatiewaarde blijft; b. als het groepsrisico minder dan 10% toeneemt. In een beperkte verantwoording van het groepsrisico hoeven slechts vier zaken aan de orde te komen, namelijk: a. De personendichtheid in het invloedsgebied van de buisleidingen. b. De hoogte van het groepsrisico. f. De bestrijdbaarheid. g. De zelfredzaamheid. Een nadere beschouwing van risico reducerende maatregelen en ruimtelijke alternatieven met een lager groepsrisico is in dat geval niet nodig.

EV uitbreiding Thielco Reuver 10 3. Uitgangspunten risicoberekeningen 3.1. Plangebied Figuur 2 toont het plangebied en de risicobronnen in de omgeving. Figuur 2. Ligging locatie ten opzichte van risicobronnen Spoortraject zonder wisseltoeslag Spoortraject met wisseltoeslag Rijksweg N271 Aardgasleiding Plangebied

EV uitbreiding Thielco Reuver 11 3.2. Spoorlijn Venlo-Roermond 3.2.1. RBM Het risico van het transport van gevaarlijke stoffen wordt berekend met RBM II versie 2.3. Hierbij is de Handleiding risicoanalyse transport, afgekort Hart, toegepast [7]. Voor de berekening zijn de volgende gegevens nodig: De transportintensiteit van gevaarlijke stoffen. Trajecteigenschappen zoals de uitstromingsfrequentie, de kans per voertuigkilometer dat een tankwagen of spoorketelwagen met gevaarlijke stoffen betrokken raakt bij een ongeval zodanig dat er uitstroming van de stof optreedt. Het aantal personen dat langs de route blootgesteld wordt aan de gevolgen van een ongeval. De bevolkingsdichtheden worden aangegeven in vlakken langs de route met een uniforme dichtheid per vlak. De meteogegevens, gekozen is voor weerstation Beek. 3.2.2. Transportintensiteit Gerekend is met de voorgeschreven vervoersintensiteiten conform bijlage 2 van de Regeling Basisnet [3]. Deze worden getoond in tabel 2. Bij de risicoberekening wordt standaard aangenomen dat 29% van het transport overdag plaatsvindt tussen 8:00 en 18:30 uur en 71% s nachts [5]. Hoofdcategorie Stofcat Voorbeeldstof Aantal Brandbaar gas A Propaan 12400 Toxisch gas B2 Ammoniak 3500 B3 Chloor 0 Brandbare vloeistof C3 Pentaan 1600 Toxische vloeistof D3 Acrylnitril 2500 D4 Acroleïne 0 Tabel 2. Vervoershoeveelheden voor berekening groepsrisico [3] 3.2.3. Trajecteigenschappen In de berekeningen is uitgegaan van de standaard ongevalsfrequentie van 6.07 10-8 per wagenkilometer voor een traject met wisseltoeslag en 2.77 10-8 voor een traject zonder wisseltoeslag [5]. Er is een baanvaksnelheid aangehouden van groter dan 40 km/uur. Het traject is gedefinieerd met een breedte (de afstand tussen de as van de buitenste sporen) van 9 m.

EV uitbreiding Thielco Reuver 12 3.3. N271 Op circa 30 m ten westen van het plangebied ligt de N271 waarover beperkt transport van gevaarlijke stoffen plaatsvindt. De jaarintensiteit gebaseerd op de meest recente tellingen uit 2007 wordt getoond in tabel 3 [8]. Het vervoer van gevaarlijke stoffen over de N271 is sindsdien verminderd door de ingebruikname van de A73. Het deel van rijksweg N271 door de kern Reuver is na de ingebruikname van de A73 (dus na de teldatum in 2007) overgedragen aan de gemeente Beesel. Door de gemeente Beesel zijn ook al diverse aanpassingen, zoals wegversmallingen e.d., doorgevoerd aan het gedeelte van de N271 dat door de kern loopt. In de beoordeling is conservatief uitgegaan van deze vervoercijfers. Stofcategorie Aantal tankwagens per jaar Brandbare vloeistof LF1 219 Zeer brandbare vloeistof LF2 70 Zeer licht giftige vloeistof LT1 0 Licht giftige vloeistof LT2 8 Zeer brandbaar gas GF3 16 Giftig gas GT1, GT2, GT3, GT4 0 Tabel 3. Transportintensiteit wegvak L15 (N271: A73 / N271 (A73 afrit 16 Venlo-Zuid) - A73 / N271 (A73 afrit 18 Beesel)) Voor de vaststelling van het plaatsgebonden risico en het groepsrisico is gebruik gemaakt van de vuistregels zoals opgenomen in bijlage 1.2.3 van de Handleiding Risicoanalyse Transport (Hart) [5]. De vuistregels zijn toegepast voor een weg buiten de bebouwde kom. 3.4. Aardgasleiding Ten westen van het plangebied ligt de hogedruk aardgasleiding Z-509-01 van Gasunie. Tabel 4 toont enkele kenmerken. Beheerder Leidingnr. Diameter Druk Afstand [m] tot [inch] [bar] 1%-letaliteit Gasunie Z-509-01 8 40 95 Tabel 4. Kenmerken aardgasleiding Het plangebied ligt op meer dan 50 m afstand tot de leiding en daarmee buiten de 100%- letaliteitszone zoals wordt getoond in figuur 3. De risico s worden daarom op kwalitatieve wijze beoordeeld.

EV uitbreiding Thielco Reuver 13 Figuur 3. Zone 100%-letaliteit rond aardgasleiding Aardgasleiding Zone 100%-letaliteit Plangebied 3.5. Bebouwing De bebouwing en de hiermee gepaard gaande aanwezigheid van personen binnen het invloedsgebied van 995 m rond het spoor is opgevraagd via de BAG-populatieservice [9]. In aanvulling daarop is ruimtelijkeplannen.nl geraadpleegd. In bijlage 1 is een gedetailleerd overzicht van de gebieden en aantallen personen opgenomen.

EV uitbreiding Thielco Reuver 14 4. Resultaten spoorlijn Roermond - Venlo Oost 4.1. Plaatsgebonden risico In de Regeling Basisnet is voor het traject Roermond - Venlo Oost (route 50) ter plaatse van Reuver een PR-plafond vermeld van 0 m [3]. Dit betekent dat het plaatsgebonden risico op het hart van de spoorbundel niet hoger mag zijn dan 10-6. Het plaatsgebonden risico vormt daarmee geen belemmering voor de uitbreiding van Thielco. 4.2. Groepsrisico Figuur 4 toont de groepsrisicocurven voor het kilometervak met het hoogste groepsrisico. De ligging van dit kilometervak wordt getoond in figuur 5 voor de toekomstige situatie. Deze verschilt niet van de huidige situatie. Het groepsrisico kan worden uitgedrukt als de maximale factor tussen de berekende fncurve en de oriëntatiewaarde fn2 = 10-2 voor meer dan 10 slachtoffers. In zowel de huidige als toekomstige situatie wordt de oriëntatiewaarde overschreden met een factor 1.6. Figuur 4. Groepsrisico van huidige en toekomstige situatie Oriëntatiewaarde Huidige bebouwing Toekomstige bebouwing

EV uitbreiding Thielco Reuver 15 Figuur 5. Ligging kilometer hoogste groepsrisico : Deel van het traject dat het kilometervak met het hoogste groepsrisico bevat en een aanduiding van de grootte van dit groepsrisico. Rood gekleurd is groter dan de oriëntatiewaarde. : Ongevalspunt met de grootste bijdrage aan het groepsrisico : Grootte van het groepsrisico van het resterende deel van het traject met een groepsrisico groter dan de oriëntatiewaarde. : Grootte van het groepsrisico van het resterende deel van het traject met een groepsrisico groter dan de oriëntatiewaarde. 4.3. Plasbrandaandachtsgebied In het Bevt is voor rijksinfrastructuur het plasbrandaandachtsgebied (PAG) geïntroduceerd. Het PAG is het gebied tot 30 m aan weerszijden van de spoorlijn waarin, bij de realisering van (kwetsbare) objecten, rekening dient te worden gehouden met de effecten van een plasbrand. De 30 m voor het PAG wordt gemeten vanaf de buitenste spoorstaaf. Voor de spoorlijn Roermond - Venlo geldt geen PAG.

EV uitbreiding Thielco Reuver 16 5. Resultaten N271 Voor de vaststelling van het plaatsgebonden risico en het groepsrisico is gebruik gemaakt van de vuistregels zoals opgenomen in bijlage 1.2.3 van de Handleiding Risicoanalyse Transport (Hart) [5]. De vuistregels zijn toegepast voor wegtype buiten de bebouwde kom. Gelet op de omgeving ter plaatse van het plangebied is uitgegaan van tweezijdige bebouwing. 5.1. Plaatsgebonden risico Volgens de vuistregels heeft een weg buiten de bebouwde kom geen 10-6 -contour als het aantal GF3-transporten per jaar lager is dan 500. Volgens de risicokaart is het aantal GF3-transporten 16 per jaar. Het plaatsgebonden risico vormt daarmee geen belemmering voor de beoogde uitbreiding. 5.2. Groepsrisico In de Handleiding risicoanalyse transport zijn drempelwaarden van het vervoer van GF3 opgenomen waarbij 10% van de oriëntatiewaarde wordt overschreden [3]. Zoals hierboven beschreven wordt uitgegaan van 329 transporten GF3 per jaar. Toetsing 10% van de oriëntatiewaarde Volgens de vuistregels is bij tweezijdige bebouwing op een afstand van 10 m vanaf de as van de weg waarover jaarlijks 16 transporten GF3 rijden, het groepsrisico bij een dichtheid van 500 personen/ha kleiner dan 0.1 keer de oriëntatiewaarde. In de omgeving van het plangebied wordt een dergelijke dichtheid niet bereikt. Op grond van bovenstaande kan geconcludeerd worden dat het groepsrisico in zowel de huidige als toekomstige situatie kleiner blijft dan 0.1 keer de oriëntatiewaarde. Volgens art 8.2 van het Bevt kan in dat geval de verantwoording van het groepsrisico achterwege blijven. Wel dient het bestuur van de veiligheidsregio in de gelegenheid te worden gesteld om advies uit te brengen. In de toelichting bij het besluit dient in elk geval in te worden gegaan op de mogelijkheden tot voorbereiding van bestrijding en beperking van de omvang van een ramp en de mogelijkheden voor personen om zich in veiligheid te brengen indien een ramp zich voordoet.

EV uitbreiding Thielco Reuver 17 6. Resultaten aardgasleiding 6.1. Plaatsgebonden risico De plaatsgebonden risicocontour 10-6 ligt op de leiding en vormt daarmee geen belemmering voor het plangebied [10]. 6.2. Groepsrisico In een groepsrisicoscreening van Gasunie uit 2012 is geconcludeerd dat het huidige groepsrisico van de leiding lager is dan 10% van de oriëntatiewaarde [11]. Omdat het plangebied buiten de 100%-letaliteitszone rond de leiding ligt, is de bijdrage van het plangebied aan het groepsrisico marginaal. Aangezien het aantal personen binnen het plangebied in de huidige en toekomstige situatie nauwelijks verschilt, leidt dit niet tot een wijziging van het groepsrisico. Aangezien het groepsrisico kleiner is dan 0.1 keer de oriëntatiewaarde is een verantwoording groepsrisico in dit geval niet vereist. Het bevoegd gezag dient het bestuur van de veiligheidsregio in de gelegenheid te stellen advies uit te brengen over de mogelijkheden van bestrijdbaarheid en de zelfredzaamheid.

EV uitbreiding Thielco Reuver 18 7. Conclusie Spoorlijn Roermond - Venlo Plaatsgebonden risico Het plaatsgebonden risico vormt geen belemmering voor het plangebied. Groepsrisico De oriëntatiewaarde van het groepsrisico wordt in zowel de huidige als toekomstige situatie overschreden met een factor 1.6. Omdat het groepsrisico op basis van de vervoershoeveelheden cf. de Regeling Basisnet groter is dan de oriëntatiewaarde, is een volledige verantwoording groepsrisico vereist. Alle onderdelen van de groepsrisicoverantwoording dienen te worden vermeld. N271 Plaatsgebonden risico Het plaatsgebonden risico vormt geen belemmering voor het plangebied. Groepsrisico In zowel de huidige als toekomstige situatie is het groepsrisico kleiner dan 0.1 keer de oriëntatiewaarde. Aangezien het groepsrisico kleiner is dan 0.1 keer de oriëntatiewaarde is een verantwoording groepsrisico in dit geval niet vereist. Het bevoegd gezag dient het bestuur van de veiligheidsregio in de gelegenheid te stellen advies uit te brengen over de mogelijkheden van bestrijdbaarheid en de zelfredzaamheid. Aardgasleiding Plaatsgebonden risico Het plaatsgebonden risico vormt geen belemmering voor het plangebied. Groepsrisico In zowel de huidige als toekomstige situatie is het groepsrisico kleiner dan 0.1 keer de oriëntatiewaarde. Aangezien het groepsrisico kleiner is dan 0.1 keer de oriëntatiewaarde is een verantwoording groepsrisico in dit geval niet vereist. Het bevoegd gezag dient het bestuur van de veiligheidsregio in de gelegenheid te stellen advies uit te brengen over de mogelijkheden van bestrijdbaarheid en de zelfredzaamheid.

EV uitbreiding Thielco Reuver 19 Referenties 1. Ministerie VROM 2004 Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) Staatsblad 2004, nr. 250 2. Ministerie I&M 2013 Besluit externe veiligheid transportroutes (Bevt). Staatsblad 2013, nr. 465 3. Ministerie I&M 2014 Beleidsregels EV-beoordeling tracébesluiten Stct. 1 oktober 2014, nr. 25839 4. Ministerie I&M 2014 Regeling Basisnet Stct. 19 maart 2014, nr. 8242 5. Ministerie I&M 2015 Handleiding Risicoanalyse Transport Versie 1.1 gedateerd 1 april 2015 6. Ministerie VROM 2010 Besluit Externe Veiligheid Buisleidingen (Bevb) Stb. 2010, 686. 7. AVIV 2014 RBM II versie 2.3 8. DVS 2016 Lijst wegvakken data tellingen & basisnet (okt 2016)_tcm21-95398.xlsx 9. Impuls Omgevings- Veiligheid 10. RUD Limburg Noord 11. Deskundigenpool externe veiligheid 2017 BAG-Populatieservice, geraadpleegd mei 2017 https://populatieservice.demis.nl 2017 Advies externe veiligheid Parallelweg 5 en 6 te Reuver. Versie 20130613-PPCrv1.0 2012 Controle en beoordeling groepsrisicoscreening van de Gasunie voor de gemeente Beesel

EV uitbreiding Thielco Reuver 20 Bijlage 1 Gegevens bebouwing 1.1. Omgeving De bebouwing en de hiermee gepaard gaande aanwezigheid van personen binnen het invloedsgebied van 995 m rond het spoor is opgevraagd via de BAG-populatieservice [9]. Alle bebouwingsvlakken zijn geleverd als polygonen. Figuur 6 toont het invloedsgebied en de opgevraagde bevolking. Figuur 6. Bebouwing RBM nr. Omschrijving Personen Fractie buitenshuis Dag Nacht Dag Nacht 1a buitenzwembad ev. Werkweek 280 0 0.95 0.95 1b buitenzwembad ev. Weekend 280 0 0.95 0.95 2 bestemming bedrijf 79 79 0.05 0.01 3 voetbalvelden 147 147 0.95 0.95 4 Bestemming gemengd 50 50 0.05 0.01 5 Bestemming wonen 30 61 0.07 0.01 6 Bestemming bedrijf 46 46 0.05 0.01 7 Tennisbanen 24 24 0.95 0.95 8a (attractie)park Drakenrijk 1092 0 0.95 0.95 8b (attractie)park Drakenrijk 1092 0 0.95 0.95 Tabel 5. Overzicht toegevoegde bebouwingspolygonen

EV uitbreiding Thielco Reuver 21 1. Buitenzwembad. Het zwembad is in totaal ongeveer 17 weken per jaar open. In 2014 heeft het zwembad 30.000 bezoekers gehad. Omgerekend is dit 250 bezoekers per dag gedurende de tijd dat het zwembad geopend is. Aangenomen is dat er 30 personen personeel aanwezig zijn. Het zwembad is elke dag open maar alleen overdag, waarbij in het weekend 7 uur geopend is, en door de week 5 uur per dag. 2. Industriegebied. Er wordt uitgegaan van een homogene gemiddelde personeelsdichtheid van 40 personen per hectare. 3. Voetbalvelden, er wordt uitgegaan van 25 personen per hectare. 4. Bestemming van categorie gemengd : Conservatief gemodelleerd als een bedrijfsbestemming met 40 personen per hectare 5. Bestemming van categorie wonen. Er wordt uitgegaan van 25 personen per hectare 6. Bedrijfspand. Er wordt uitgegaan van 1 persoon per 100 m 2. 7. Tennisbanen: 4 personen per baan met in totaal zes banen, dit resulteert in 24 personen. 8. Attractiepark Drakenrijk: dagelijks geopend van 10.00-18.00 uur vanaf 6 mei. Aangenomen wordt het park 17 weken per jaar geopend is. 1.2. Plangebied Voor de huidige situatie van het plangebied is uitgegaan van de BAG-populatieservice met 11 personen overdag en 5 personen s nachts. Dit wordt toegekend aan het polygoon plangebied in de huidige situatie. In de toekomstige situatie wordt een productiehal gebouwd. Er wordt aangenomen dat op elk moment drie ploegen met twee personen per ploeg aan het werk zijn. In tabel 6 is zijn de bevolkingsgegevens van het plangebied samengevat. Nr. Bebouwing Personen % Buitenshuis Dag Nacht Dag Nacht 1 Huidig 11 5 0.05 0.01 2a Toekomstig 6 6 0.05 0.01 Tabel 6. Bevolking plangebied