Federatienieuws VOORZITTERSCOLUMN Te veel doelmatigheidstafels is ondoelmatig RUTGER JAN VAN DER GAAG Het geld in de zorg is op. Lange tijd hamerde het ministerie van VWS terecht op dit onontkoombare feit. En met succes. Het maakte een ongekende creativiteit los bij VWS en in het zorgveld. Allerlei projecten en overlegtafels zijn in het leven geroepen om uit te zoeken of, en zo ja hoe, we dezelfde kwaliteit van zorg met minder geld kunnen bieden. Inmiddels zijn er zoveel bloemen gaan bloeien dat je je afvraagt of ze niet op elkaar gaan parasiteren. Het polderen neemt, kortweg, ondoelmatige vormen aan. Welke doelmatigheidsinitiatieven zijn de laatste jaren in gang gezet? Patiëntenfederatie NPCF kwam met meldacties om onzinzorg, dubbele verrichtingen, verspilling en ondermaatse zorgkwaliteit aan de kaak te stellen. Zorgkoepels startten een paar jaar geleden met het College voor Zorgverzekeringen (CVZ) en andere toezichthouders de Ronde tafel gepast gebruik om verrichtingen te identificeren die beter of goedkoper kunnen, en praktijkvariatie te verminderen. In de zomer van 2012 publiceerden twaalf zorgorganisaties de Agenda voor de Zorg, met aanbevelingen om met minder middelen goede kwaliteit van zorg te garanderen. Minister Schippers riep afgelopen voorjaar de zorg op om voorstellen te doen om op het basispakket verzekerde zorg te bezuinigen. Inmiddels heeft dat geleid tot een verzoek van het CVZ aan de veldpartijen om samen een voorstel te doen voor 300 miljoen besparingen. De Orde van Medisch Specialisten en ZonMw lanceerden de campagne Verstandig kiezen om medisch specialisten te stimuleren verstandige (doelmatige) keuzen te maken voor diagnostiek en behandeling. En dan is er natuurlijk nog het VWS-project Verspilling in de zorg waaraan veel veldpartijen medewerking verlenen, en het Kwaliteitsinstituut met de opdracht om in richtlijnen kwaliteit en doelmatigheid te koppelen. De zorgakkoorden die de minister met het zorgveld voor 2014 en 2015 overeenkwam, houden een (zeer) beperkte groei in, door doelmatiger werken, het voorkómen van verspilling in de zorg en het terugdringen van praktijkvariatie. Over de uitwerking van deze akkoorden onderhandelt VWS met de veldpartijen. Ja inderdaad, dezelfde veldpartijen die ook aan al die andere tafels zitten. Is het doelmatig om zo ondoelmatig met ieders tijd om te gaan? Het kost zorgorganisaties en hun mensen buitengewoon veel energie om aan al die initiatieven deel te nemen. Overlap en (drie)dubbel werk ligt op de loer. De regie lijkt afwezig. Bij initiatieven waarbij VWS niet betrokken is, is onduidelijk wat VWS met de adviezen doet. Bovendien vinden al deze overleggen vaak plaats op macroniveau, terwijl de dagelijkse praktijk van de dokter zo zijn eigen dynamiek en dilemma s kent. Hoe moet het dan beter? Zouden we niet, ook met het oog op de gewenste ontschotting van de zorg, toe moeten naar het bij elkaar voegen van alle genoemde initiatieven in een denktank doelmatigheid, onder regie van de veldpartijen, met VWS als serieuze toehoorder, adviseur, ondersteuner en afnemer? Andere ideeën hoe het beter moet, graag primair te richten aan VWS, zijn trouwens ook zeer welkom. Al die initiatieven kosten buitengewoon veel energie Rutger Jan van der Gaag voorzitter KNMG 7 NOVEMBER 2013 MEDISCH CONTACT 2361
FEDERATIENIEUWS Consultatieteam palliatieve zorg wint Kwaliteitsprijs Een consultatieteam voor palliatieve zorg wint de Kwaliteitsprijs 2013. Het team is toonaangevend in Nederland en verbetert niet alleen de kwaliteit van zorg voor de patiënt maar draagt ook bij aan het verminderen van de oplopende zorgkosten. De inzending De implementatie van een consultatieteam Palliatieve Zorg in een ziekenhuis won de Kwaliteitsprijs mede vanwege de brede toepasbaarheid van deze best practice, aldus jurylid Cynthia Vogeler van de NPCF. Ruim dertig ziekenhuizen zijn al op bezoek geweest bij het Arnhemse team. De Kwaliteitsprijs is dé prijs voor best practices in de medisch-specialistische zorg en wordt elk jaar uitgereikt tijdens het Nationaal Kwaliteitscongres Medisch Specialisten in de Utrechtse Domus Medica. Dit is het gezamenlijke congres van de Orde van Medisch Specialisten (OMS) en de wetenschappelijke verenigingen. Aanmoediging Patricia van Mierlo, geriater en lid van het consultatieteam van Rijnstate: Binnen Rijnstate hebben we ruim zes jaar ervaring met ons consultatieteam en we weten inmiddels hoe waardevol goede palliatieve zorg is voor patiënten en hun naasten. Eerder deze maand stelde het Integraal Kankercentrum Nederland (IKNL) dat artsen en verpleegkundigen tekortschieten bij het toepassen van palliatieve sedatie bij patiënten die op sterven liggen. Geriater Van Mierlo hoopt dat deze prijs een aanmoediging is voor anderen om palliatieve zorg verder te professionaliseren en uit te breiden. Meer informatie over de winnaar van de Kwaliteitsprijs 2013 is te vinden op rijnstate.nl/ palliatievezorg. Toetsbaar opstellen en elkaar aanspreken Het congres stond dit jaar in het teken van jezelf toetsbaar opstellen en elkaar aanspreken, zo bleek tijdens het plenaire slotdebat met onder andere OMS-voorzitter Frank de Grave, Menzis-topman Roger van Boxtel, cardioloog en voorzitter Raad Kwaliteit van de OMS Marcel Daniëls, NPCF-vertegenwoordiger Cynthia Vogeler, chirurg/piloot Mark Haerkens en internist Sven Danner. De laatste deed onderzoek naar de gang van zaken in het voormalige Ruwaard van Putten Ziekenhuis. Er werd tijdens het slotdebat onder andere ingegaan op Crew Resource Management, een standaard communicatietraining voor piloten. Essentieel hierbij is dat iedereen in het team de plicht heeft om (dreigende) onveilige situaties te melden, ook tegenover leidinggevenden. Deze training is toegepast binnen het Radboudumc in Nijmegen en voorkomt veel fouten en bijna-fouten aan de operatietafel. 2362 MEDISCH CONTACT 7 NOVEMBER 2013
Waarnemend huisartsen onverminderd tevreden over hun baan Nederlandse waarnemend huisartsen zijn onverminderd tevreden over hun baan. Uit het jaarlijkse onderzoek van LHV-Wadi blijkt dat meer dan 96 procent van hen met plezier werkt. Zelfs nog een procentpunt meer dan in 2012 toen een indrukwekkende 95 procent dit zei. Belangrijke reden voor deze tevredenheid is de flexibiliteit en vrijheid die het werken als waarnemer biedt. Van bijna 2000 aangeschreven waarnemers vulde dit jaar meer dan een kwart het onderzoek in. Deze hoge respons levert LHV- Wadi, de LHV-afdeling die opkomt voor de belangen van waarnemers en hidha s, waardevolle informatie om de positie van waarnemers binnen de Nederlandse huisartsenzorg verder te versterken. Meer moeite voor minder werk Volgens het onderzoek zou 20 procent van de respondenten graag meer werken. Bijna de helft (46%) constateert een afname van het aantal beschikbare dagwaarnemingen. Meer dan een derde moet meer moeite doen om aan voldoende werk te komen. 17 procent kiest ervoor verder te reizen voor een opdracht en 12 procent neemt opdrachten aan die ze normaliter niet zouden aannemen. Deze bevindingen sluiten aan bij wat LHV-Wadi terughoort van de verschillende bemiddelingsorganisaties. De afgelopen jaren komen er minder korte dagwaarnemingen beschikbaar. Diensten op de post worden onverminderd aangeboden, maar tegelijkertijd stijgt ieder jaar het aantal waarnemers. maken van een wagro hebben LHV-Wadi en de Startende Huisarts een Handreiking wagro ontwikkeld. Deze handreiking wordt op 10 december gepresenteerd in de LHV-ledenraad en als best practice aangeboden aan alle huisartsenkringen en wagro s Nieuwe handreiking waarnemers op de post Uit de waarneemmonitor blijkt dat bijna driekwart van de waarnemers met plezier ANW-diensten doet. Wel geeft ongeveer een derde aan de werkdruk tijdens diensten als te hoog te ervaren. Reden hiervoor is het grote aantal patiëntcontacten, te weinig pauzes en het feit dat men het werk als grote verantwoordelijkheid ervaart. Op dit moment maakt LHV-Wadi een update van de Handreiking waarnemers op de post. Deze handreiking uit 2009 dient als richtlijn voor wat er allemaal geregeld moet worden tussen huisartsenpost, aangesloten en waarnemende huisartsen. Vanwege de verdere toename van het aantal waarnemers en omdat blijkt dat er in het land verschillende procedures worden gehanteerd, is het tijd deze richtlijn te herzien. Toekomst Van alle waarnemers verwacht 60 procent de komende twee jaar als waarnemer te blijven werken. Bijna een kwart denkt de komende twee jaar te associëren. Hetzij in de praktijk waar nu gewerkt wordt of in een andere praktijk. Belangrijkste redenen hiervoor (in volgorde van belangrijkheid) staan hieronder. Wagro Steeds vaker verenigen niet-gevestigde huisartsen zich binnen hun kring in een waarneemgroep (wagro). Op dit moment telt Nederland tweeëntwintig wagro s. Een belangrijke ontwikkeling die eraan bijdraagt dat waarnemers en hidha s op lokaal en regionaal niveau een gezicht hebben en aanspreekbaar zijn. Uit de monitor blijkt dat 95 procent van de respondenten bekend is met het concept wagro. 60 procent is daadwerkelijk lid. Leden zijn vooral enthousiast vanwege de nascholingen die georganiseerd worden en de manier waarop de wagro hen vertegenwoordigt binnen de kring. Om leden te helpen bij het opzetten, besturen en succesvol Redenen om te associëren 2013 2012 Continuïteit patiëntencontact 81% 85% Eigen team en netwerk 74% 70% Uitdaging eigen bedrijf 69% 74% Eigen visie toepassen 64% 65% 7 NOVEMBER 2013 MEDISCH CONTACT 2363
FEDERATIENIEUWS Opleidingsvisitaties motor voor de kwaliteit van zorg Ruim honderd opleiders en aiossen dachten mee over de visitatie van de opleidingen tot geneeskundig specialist. Zij waren namens hun wetenschappelijke vereniging aanwezig op de invitational De toekomst van opleidingsvisitaties, een gezamenlijk initiatief van het College Geneeskundige Specialismen (CGS) en de Registratiecommissie Geneeskundig Specialisten (RGS) en de Raad Opleiding (OMS). Over de visitaties van de opleidingen tot specialist is de afgelopen jaren veel te doen geweest. Bureaucratisch, tijdrovend en niet passend bij regionaal georganiseerde specialistenopleidingen zijn enkele opmerkingen uit het veld over de huidige opleidingsvisitatie. Het verbeteren van het toezichtmodel op de opleidingen staat hoog op de agenda van de OMS, CGS en RGS. CGS en RGS werken hard aan voorstellen om de huidige visitatiesystematiek te verbeteren en in te spelen op de ontwikkelingen in de zorg, zoals zorgconcentratie. Tijdens de invitational presenteerden zij hun gezamenlijke strategiedocument Van handhaven naar verbeteren, met daarin de uitgangspunten voor een nieuw toezichtmodel. Meten en verbeteren Gedurende de invitational bespraken de deelnemers een aantal ideeën en dilemma s omtrent de nieuwe manier van visiteren. Dat gebeurde tijdens zes workshops, onder leiding van professionals uit het veld. Zo ging één van de workshops over interne versus externe opleidingsvisitatie. Workshopleider Van Essen, voorzitter CGS, zegt: Meten en verbeteren moet de continue aandacht van professionals hebben. Bij een andere workshop kwamen de mogelijkheden en uitdagingen van regionale visitatie aan bod. Daarin kwam onder andere naar voren: De focus dient te liggen op de output: wat voor aiossen leveren we af? Meer effect met minder regels Ook de sprekers op de invitational ventileerden hun filosofieën op het gebied van toezicht. Zo hield Wouter Hart, auteur van het boek Verdraaide organisaties, een pleidooi voor meer effect met minder regels. Hart is ervan overtuigd dat kwaliteit van binnenuit komt; het is in zijn ogen van belang om de zelfredzaamheid van de professional te stimuleren, vanuit de gedachte dat mensen veel beter presteren als ze zich betrokken en verantwoordelijk voelen. In de plenaire discussie, onder leiding van Marianne ten Kate- Booij, de nieuwe voorzitter van de Raad Opleiding, bleek dat regionaal visiteren in de toekomst mogelijk veel effectiviteitswinst kan opleveren, maar dat daarvoor nog belangrijke slagen gemaakt moeten worden. Zo is verdere professionalisering van de visitatoren cruciaal om ervoor te zorgen dat een visitatie geen afvinklijst wordt, maar een positieve stimulans om de kwaliteit van de opleiding en daarmee de kwaliteit van zorg nog verder te verbeteren. Ook is er winst te behalen in het met elkaar verbinden van diverse visitaties en in het versterken van de rol van de Centrale Opleidingscommissies (COC s) in de kwaliteitsbewaking. Pilots De Raad Opleiding zet de opleidingsvisitatie in het voorjaar van 2014 opnieuw op de agenda. De uitkomsten van de invitational worden door RGS en CGS tevens meegenomen in de verdere uitwerking van het nieuwe toezichtmodel en een aantal pilots. Zo zal er onder meer een pilot komen over een regionale aanpak van de opleidingsvisitatie. De pilots starten in de eerste helft van 2014. 2364 MEDISCH CONTACT 7 NOVEMBER 2013
CGS en RGS presenteren uitgangspunten voor nieuw toezichtmodel Het toezicht op de kwaliteit van de opleidingen gaat veranderen. De Registratiecommissie Geneeskundig Specialisten (RGS) en het College Geneeskundige Specialismen (CGS) werken samen aan een nieuw toezichtmodel, dat aansluit bij het moderne opleiden en flexibel kan inspelen op actuele ontwikkelingen, zoals zorgconcentratie. De uitgangspunten voor dit toezichtmodel staan in het strategiedocument Van handhaven naar verbeteren, dat CGS en RGS presenteerden tijdens de invitational De toekomst van opleidingsvisitaties. Verbetercyclus Een ombuiging van hoe het tot nu toe ging. Zo vat RGS-voorzitter Bas Schreuder de nieuwe uitgangspunten kort samen. In de huidige situatie kunnen we niet goed vaststellen of de opleiding kwalitatief goed is en of artsen niet alleen bevoegd, maar ook bekwaam zijn. Daar hebben we onvoldoende zicht op. In het geval van herregistratie is het vooral een kwestie van punten halen. En bij het verlenen van erkenningen komt het grotendeels neer op afvinken. Bovendien is de opleidingsvisitatie maar een momentopname. Kort gezegd: het huidige toezicht is niet gericht op een verbetercyclus. Van Essen: De uitdaging is natuurlijk: hoe krijgen we goed zicht op het interne kwaliteitsbeleid? En hoe kunnen we op basis daarvan een selectie maken voor de intensiteit van de opleidingsvisitatie? In instellingen waar de interne kwaliteitscyclus prima is geregeld zouden we misschien anders kunnen toetsen dan in instellingen waar dat niet zo is, waar het toezicht scherper moet zijn. Die vraagstukken spelen momenteel. Daar hebben we ook het veld bij nodig: wat vinden zij van deze gedachtegang, welke handvatten zijn er om zicht te krijgen op interne kwaliteitscycli en hoe kunnen we het nieuwe proces efficiënt inrichten? Die vragenstukken zijn ook besproken tijdens de invitational De toekomst van opleidingsvisitaties. Cultuuromslag Schreuder: Draagvlak krijgen voor deze vernieuwing is essentieel. Onze inschatting is dat de meeste betrokkenen de uitgangspunten wel zullen omarmen. Tegelijkertijd speelt misschien de vrees dat deze vernieuwing een hoop extra werk met zich meebrengt, terwijl dat met nadruk juist niet de insteek is. Het zal vooral een cultuuromslag betekenen; een kwaliteitscyclus vergt Ted van Essen, voorzitter CGS: Het belangrijkste uitgangspunt is: met het toezicht aansluiten op een goed intern kwaliteitsbeleid. Als een instelling haar kwaliteitscyclus op alle fronten goed heeft geregeld, dan zijn daardoor al een hele hoop zaken gedekt die je niet nog eens extra hoeft te toetsen. Die verandering kan tot grote efficiency leiden. Nu moet de raad van bestuur bijvoorbeeld bij elke audit of visitatie aanschuiven. Dat zijn er nogal wat. Ook de administratieve belasting roept onvrede op: voor al die verschillende audits en visitaties moeten vaak min of meer dezelfde gegevens worden verstrekt. NICOLE ROMIJN REMKE SPIJKERS Bas Schreuder Ted van Essen een andere manier van denken. Doen we wat we hebben afgesproken? En doen we dat op de goede manier? Zo niet, hoe gaan we dat verbeteren?. Kwaliteitsdenken moet gemeengoed worden en dat is wennen. Voor alle betrokkenen. Hoewel de rollen van RGS en CGS verschillen CGS stelt de regels op, RGS toetst de uitvoering daarvan trekken beide organen in deze vernieuwing samen op. Van Essen: Juist bij een flinke ombuiging in denkrichting is het belangrijk om van het begin af aan dezelfde visie te hebben, zodat je niet later op problemen stuit. Niet alleen de visie wordt gedeeld, ook de ambitie: Ons streven is om deze vernieuwing voor het einde van onze voorzitterstermijn te realiseren. Dat wil zeggen: binnen nu en vier jaar. 7 NOVEMBER 2013 MEDISCH CONTACT 2365
FEDERATIENIEUWS Pleidooi voor nieuwe dimensie in de opleiding Meepraten is cruciaal voor kwaliteit gezondheidszorg Artsen hebben grote invloed op het ontwerp van ons toekomstig zorgstelsel. Maar die moeten ze niet verspelen door zich afzijdig te houden van het maatschappelijk debat, zegt Erik Verschuren, studentbestuurslid van Groot Gelre. Hij pleit voor een nieuwe dimensie in de medische opleiding: al vroeg in de opleiding interesse kweken voor beroepsoverstijgende onderwerpen in de medische zorg. Het huidige zorgdebat wordt gedomineerd door politici, beleidsmakers en economen. Verschuren: Het laat weinig ruimte voor zorginhoudelijk oplossingen. Zorg is niet alleen een kwestie van geldstromen en financiële prikkels. Zorgverleners weten dat. Het moet daarom vanzelfsprekend zijn om over maatschappelijke zorgvragen mee te praten of er op z n minst een mening over te hebben. Dat is nu nog heel vaak niet het geval. Aantrekkelijk presenteren In de bachelor wordt zo nu en dan wel aandacht besteed aan beroepsoverstijgende onderwerpen maar studenten tonen er weinig belangstelling voor. Verschuren: De kunst is om deze onderwerpen te laten aansluiten op de belevingswereld van de student. Actuele onderwerpen in combinatie met aansprekende (gast)docenten kunnen de interesse trekken. Deze (gast)spreker koppelt dan zo n actueel maatschappelijk onderwerp aan de vakinhoudelijke lesstof. Verschuren heeft zelf een les georganiseerd voor de universiteit in Nijmegen. Tijdens het blok Water & Zout vertelde de fascinerende gastspreker professor Lameire over het opzetten van een dialyselijn bij crisis en rampen, waarbij veel artsen van verschillende disciplines betrokken zijn. De reacties waren positief. Verschuren: Door multidisciplinaire onderwerpen in reguliere blokken in te bedden, zal de student langzaam maar zeker vanzelf maatschappelijke vraagstukken herkennen en zich ervan bewust zijn dat ook dit een belangrijk onderdeel is van het artsenvak. Draagvlak Verschuren heeft hierover gesproken met het hoofd van de sectie Public Health en de onderwijscommissie. Mijn ideeën spraken hen aan. Ik heb gemerkt dat er veel draagvlak is om metamedisch onderwijs al in het bachelorcurriculum in te bedden. Gezien het huidige draagvlak denk ik wel dat het gaat lukken om deze manier van onderwijs breder onder de aandacht te krijgen. Zo hoop ik betrokkenheid te creëren bij de generatie die over een aantal jaren ons zorgsysteem gaat vormgeven. Federatie KNMG Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst R.J. van der Gaag, voorzitter F.C. Raasveldt, algemeen directeur L. Wigersma, algemeen directeur Mercatorlaan 1200, 3528 BL Utrecht Postbus 20051, 3502 LB Utrecht tel. 030 2823 800, info@fed.knmg.nl, knmg.nl LAD Landelijke vereniging van Artsen in Dienstverband J.G. van Enk, voorzitter C. van den Brekel, directeur tel. 030 6702 702 bureau@lad.nl lad.nl NVAB Nederlandse Vereniging voor Arbeids- en Bedrijfsgeneeskunde G.B.S. Penders, voorzitter C. van Vliet, directeur tel. 040 2481 322 nvab@planet.nl nvab-online.nl OMS Orde van Medisch Specialisten F.H.G. de Grave, algemeen voorzitter B.J. Heesen, directeur tel. 030 2823 650 secr@orde.nl orde.nl FEDERATIEPARTNERS KAMG Koepel Artsen Maatschappij en Gezondheid mw. F.P. Koning-van den Berg van Saparoea, voorzitter R. Duzijn, directeur tel. 030 6868 772 kamg@cantrijn.nl, kamg.nl LHV Landelijke Huisartsen Vereniging S.R.A. van Eijck, voorzitter L. Hennink, algemeen directeur tel. 030 2823 723 lhv@lhv.nl lhv.nl NVVG Nederlandse Vereniging voor Verzekeringsgeneeskunde W.A. Faas, voorzitter mw. C.F.M. Woldberg, directeur tel. 030 6868 764 secretariaat@nvvg.nl nvvg.nl Verenso Specialisten in ouderengeneeskunde mw. G.M. Draijer, voorzitter F.J. Roos, directeur tel. 030 2823 481 info@verenso.nl verenso.nl 2366 MEDISCH CONTACT 7 NOVEMBER 2013