Aanvullend onderzoek vleermuizen

Vergelijkbare documenten
Aanvullend natuuronderzoek locatie Nieuweweg / Parklaan te Hattem

Aanvullend natuuronderzoek voormalig Zoutdepot Breukelen

Vleermuisonderzoek locatie Merenhoef te Maarssen

Quickscan vleermuizen, muizen en vogels In het kader van de Flora- en faunawet. Plangebied: Vuntus, gemeente Loosdrecht Opstellers: K.

Aanvullend onderzoek vleermuizen In het kader van de Flora- en faunawet. Plangebied: Bloemerd 2, Leiderdorp Opstellers: F. A.

NATUURTOETS LANGE WEMEN HENGELO VERVOLGONDERZOEK GEMEENTE HENGELO

Aanvullend onderzoek huismus en vleermuizen In het kader van de Flora- en faunawet

Notitie resultaten Aanvullend onderzoek huismus Plangebied: Maria van Bourgondiëlaan 2, 2a en 4, Eindhoven

Aanvullend onderzoek vleermuizen

Aanvullend onderzoek vleermuizen en vaatplanten

MEMO. Vleermuizen Sportlaan 2 4 te Gemert

Vleermuisonderzoek De Waterwijzer Lelystad

Quickscan Flora- en Faunawet. t.b.v. sloop Opstallen. Oude Maasstraat 18 gemeente Uden

Aanvullend onderzoek vleermuizen en eekhoorn

Notitie flora en fauna

QUICKSCAN FLORA EN FAUNA

Saksen Weimar fase 5 en verder Ecologische check

Kinderdagverblijf De Ukkies (De Karavaan, Maarssen) - nader onderzoek vleermuizen 2011

Aanvullend vleermuisonderzoek restaurant Castellum Novum in De Meern

Steenuil en ontheffingsaanvragen van de Flora- en faunawet. Martijn van Opijnen (Dienst Regelingen) Wouter van Heusden (Dienst Landelijk Gebied)

Notitie resultaten Aanvullend onderzoek kleine modderkruiper Plangebied: Wetenschappersbuurt, Schiedam

Notitie. Inleiding. Methodiek. Delfland S. Jaarsma & M.A.J. Grutters. Vervolgonderzoek Dijkhoornseweg Den Hoorn. Projectnummer: 1029

Rapportage onderzoeken vleermuizen, huismus en gierzwaluw

Notitie. 1 Inleiding. Referentienummer Datum Kenmerk PN mei Betreft Roofvogel onderzoek (BMP-R methode)

Flora- en faunascan voor de bouw van een woning aan de Bolenbergweg te Belfeld

INVENTARISATIE VLEERMUIZEN DE WEID WALSTRO 3 CASTRICUM

Rapportage onderzoeken vleermuizen, huismus en gierzwaluw Locatie Campagne, Medoclaan te Maastricht

Erasmuslijn Den Haag. Quick scan ecologie en vleermuisonderzoek. Movares Nederland B.V. drs. T.P. Seip Kenmerk MNO-TS Versie 1.

Vleermuisonderzoek Kildijk

HABITATSCAN DIEPENBROCKLAAN. Broedvogels & vleermuizen

Notitie. Inleiding. Wettelijk kader. Verbodsbepalingen. Voortplantingsplaatsen en andere vaste rust- en verblijfplaatsen

Mitigatieplan. In het kader van de Flora- en faunawet

Aanvullend onderzoek vleermuizen, huismus en gierzwaluw

Bijlage 6 Vleermuizeninventarisatie Museum Vlaardingen te Vlaardingen; Aqua-Terra Nova; d.d. 17 september 2012

Aanvullend vleermuisonderzoek plangebied Dennenlaan en Olmenlaan te Zwanenburg

! " # $! % & '%(#(#%) * +,,, & -, ".,,,,,!

Buro Maerlant. Veldhoven Zandoerleseweg. Notitie Flora- en faunawet. L a n d s c h a p, E c o l o g i e & R u i m t e l i j k e O r d e n i n g

Notitie. Inleiding. Figuur 1. De negen lindes weergegeven met de groene stippen. Bijgevoegd het jaar van aanplanten.

HABITATSCAN BOMENRIJEN RIJKSSTRAATWEG WASSENAAR. Broedvogels & vleermuizen

Resultaten vleermuisonderzoek Huutgraaf te Beuningen

Aanvullend vleermuisonderzoek. Kerklaan 81 in Wateringen. In opdracht van Search Ingenieursbureau B.V.

PROJECTPLAN ONTHEFFING AANSLUITING A9 - HEILOO Provincie Noord-Holland 16 DECEMBER 2016

Vleermuizenonderzoek De Hond/Bloemenwijk. Gemeente Culemborg

Boomcontrole vleermuizen boom 61145, Nieuwegracht te Utrecht

Natuurtoets Tugelawegblokken

Soortenstandaarden Juridisch kader. Versie 1.0, oktober 2014

Resultaten Quickscan, vissen en vleermuisonderzoek met betrekking tot de Flora- en Faunawet.

Aanvullend onderzoek vleermuizen, steenuil, huismus, alpenwatersalamander, kleine modderkruiper, grote modderkruiper en bittervoorn In het kader van

Nader onderzoek fauna Drempel 1 en 2, Oosterbeek

Natuurwaardenonderzoek Bestemmingsplangebied Ravel

Notitie aanvullend onderzoek

Notitie. Inleiding. Methodiek

Beverwijkerstraatweg 44 - Castricum

Notitie quickscan flora en fauna Wilgenweg 10, Groot- Ammers

TOELICHTING FLORA- EN FAUNAWET

Vleermuisonderzoek Plangebied Nieuw Reijerwaard, Gemeente Ridderkerk

6 Flora- en fauna quickscan

Aanvullend onderzoek natuur BMV kavel Aldenhofpark

BM-RAPPORT Onderzoek naar vleermuizen, gierzwaluw en huismus. T.P. Molenaar en L. Boon, 30 september DEFINITIEF

NATUURONDERZOEK A9 BADHOEVEDORP

Ecologisch werkprotocol vogels

Buro Maerlant. Groesbeek Cranenburgsestraat. Aanvullende notitie in het kader van de Flora- en faunawet

Quickscan Lankhorsterweg 27 Staphorst. John Mulder

Vleermuisonderzoek Locatie Zorgcentrum De Klaarbeek te Epe

Deze wet beschermt van ongeveer 500 van de dier- en plantensoorten die in Nederland

Vleermuizenonderzoek Middenweg te Heerhugowaard

GEMEENTE M!D 7-EM-DELFLAND. 1 MGEKOVilN OP 2 2 NOV Zaaknum:\eí

Ecologische quick scan Charloise Lagedijk 610-B, Rotterdam

Dienst Regelingen Team Natuur. Conny Krutzen Martijn van Opijnen

Onderzoek Vleermuizen. Plangebied Den Hoek te Helvoirt

D.A.J. van der Staak, Provincie Zuid-Holland G. Bakker. Vleermuisonderzoek bomenrij projectgebied Bochtafsnijding Delftse Schie

Tabel 1: Inventarisatieschema onderzoek Waterspitsmuis.

Nader onderzoek naar vleermuizen Nieuw Graswijk te Assen

Notitie. Inleiding. Figuur 1. Onderzochte bomen (rood omlijnd) en locatie nest Boomvalk (zie resultaten). bsr-notitie / 6

QUICKSCAN FLORA & FAUNA CATHARIJNESTEEG 10 BARNEVELD ADVISEUR HENK JANSEN VERSIE 1.0

Notitie. Inleiding. Dhr. Nijenhuis (gemeente Haarlemmermeer) A. de Baerdemaeker & S.D. Elzerman Vleermuisonderzoek Waterzuivering Anthony Fokkerpark

Adviesnota. Figuur 1: de geprojecteerde locatie van het Noordgebouw is aangegeven middels de gele lijn. Bron: POS plankaart 2010.

Vleermuisonderzoek Houtakker II te Bemmel

Quickscan Twin Towers. Zuidas - project CRI

BM-RAPPORT Vleermuisonderzoek. Veenendaal Industrielaan. M.W. van den Hoorn, 5 oktober 2011.

Quickscan flora en fauna voor bestemmingsplan Oostpoort Februari 2014

Nader onderzoek plangebied Insulindeblok, Amsterdam

Op basis van het uitgevoerde onderzoek mag het volgende worden geconcludeerd:

Nader onderzoek. Vleermuizen. V.S.O. School de "Keerkring" Woerden. Gemeente Woerden Ecologisch onderzoek en advies.

Aanvullend ecologisch onderzoek vleermuizen, huismus en gierzwaluw Gemeente Schouwen-Duiveland Dorpsstraat Scharendijke Projectnr.

Projectplan gewone dwergvleermuis en ruige dwergvleermuis

Werkzaamheden gemaal Emilia en gemaal Westland Quickscan flora- en faunawet

Dienst Infrastructuur Verkeer en Vervoer H. van der Meer Postbus HB AMSTERDAM

Notitie n.a.v. onderzoek vleermuizen

Contra expertise. Hoenderop, Paleisweg 205, Ermelo. In het kader van de Flora- en faunawet. In opdracht van: Buro voor Bouwkunde Ermelo

Notitie verkennend Flora- en faunaonderzoek Lettele

Flora- en fauna-inspectie Gelderdijk 15 te Sevenum (Gemeente Horst aan de Maas) door ir. Hans Hovens, Paul op het Veld en ir. G.

Vleermuisonderzoek Prins Mauritsschool Nijmegen

Ecologische QuickScan, Flora & fauna scan Gamma Zeist

Resultaten onderzoek vleermuizen, huismussen en gierzwaluwen Portiekwoningen Soendalaan-Billitonstraat e.o. te Vlaardingen. Kader

Aanvullend onderzoek Kempkensberg te Groningen. A&W-notitie 2588kev

De bezwarencommissie heeft geconcludeerd dat de gemeente onvoldoende heeft onderbouwd dat de aanwezigheid van vleermuizen niet aannemelijk is.

De Vuurvogel B.V. J. van Lamoen en T. Etaoil Coninckstraat WD AMERSFOORT

Buro Maerlant. Rotterdam Marinestraat. Notitie Flora- en faunawet. L a n d s c h a p, E c o l o g i e & R u i m t e l i j k e O r d e n i n g

Transcriptie:

Aanvullend onderzoek vleermuizen In het kader van de Flora- en faunawet Plangebied Dorpsstraat 22, Hendrik-Ido-Ambacht Opsteller: F.A. van Meurs

Aanvullend onderzoek vleermuizen In het kader van de Flora- en faunawet Ondertitel Opsteller(s) Plangebied Dorpsstraat 22, Hendrik-Ido-Ambacht F.A. van Meurs Datum 15-12-2013 Versienummer 01 Rapportkenmerk ER20131212v01 Aantal pagina's 31 Opdrachtgever Contactpersoon Collegiale toets Wijze van citeren Van Wijnen Projectontwikkeling West B.V. M. Lodewijks L. Boon Meurs, F.A. van, 2013. Aanvullend onderzoek vleermuizen. In het kader van de Flora- en faunawet. Plangebied Dorpsstraat 22, Hendrik- Ido-Ambacht. Rapportkenmerk ER20131212v01. Ecoresult, Dordrecht. Ecoresult Schipbeekstraat 148 3313 AS Dordrecht 078 75 184 12 info@ecoresult.nl www.ecoresult.nl copyright Ecoresult 2013 Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar worden gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of welke wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de auteursrechthebbende. Ecoresult kan door opdrachtgever niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die voortvloeit uit gebruik van data of gegevens of door toepassing van aanbevelingen en conclusies, die zijn opgenomen in deze rapportage.

INHOUDSOPGAVE 1 Inleiding...3 1.1 Aanleiding...3 1.2 Onderzoeksvragen...3 1.3 Leeswijzer...3 2 Werkwijze...5 2.1 Werkstappen...5 2.2 Toelichting onderzoek...5 3 Omschrijving plangebied...7 4 Onderzoeksresultaten...9 4.1 Aanwezig...9 4.2 Functionaliteit plangebied...10 5 Activiteiten...13 5.1 Voorgenomen werkzaamheden...13 5.2 Nieuwe situatie...13 5.3 Wettelijk belang...13 6 Effectbeoordeling...15 6.1 Blijft de functionaliteit behouden...15 7 Toetsing...17 8 Conclusies en aanbevelingen...19 8.1 Conclusies...19 8.2 Aanbevelingen...19 9 Geraadpleegde bronnen...21 9.1 Literatuur...21 9.2 Internet...21 Bijlage 1 Toelichting Flora- en faunawet...23 1

1 Inleiding In opdracht van Van Wijnen Projectontwikkeling West B.V. heeft Ecoresult een aanvullend onderzoek naar vleermuizen uitgevoerd. Het onderzoek is uitgevoerd in het plangebied Dorpsstraat 22, te Hendrik- Ido-Ambacht. De globale ligging van het plangebied is weergegeven in afbeelding 1. 1.1 Aanleiding Aanleiding voor het uitvoeren van het vleermuisonderzoek is de geplande sloop van de bebouwing op en de geplande kap van bomen binnen het plangebied. De activiteiten kunnen schadelijke effecten hebben op vleermuizen. De Flora- en faunawet kan hierdoor worden overtreden. Op basis van de eerder in 2013 door Ecoresult uitgevoerde quickscan (Langstraat, 2013) zijn in het plangebied potentieel geschikte vaste rust- en verblijfplaatsen van gewone dwergvleermuis, ruige dwergvleermuis en laatvlieger aanwezig. Derhalve diende aanvullend onderzoek naar vleermuizen uitgevoerd te worden. 1.2 Onderzoeksvragen Voor het vleermuisonderzoek worden 6 onderzoeksvragen beantwoord: 1. Zijn vleermuizen aanwezig? 2. Welke functie(s) heeft het object of het gebied voor vleermuizen? 3. Welk wettelijk belang is er waardoor de activiteiten moeten worden uitgevoerd? 4. Wat is de omvang en staat van instandhouding van de bij de ingreep betrokken populatie van de vleermuizen? 5. Blijft de functionaliteit van de voortplantingsplaatsen en vaste rust- of verblijfplaatsen behouden? 6. Welke eigenschappen van het object of gebied moeten gemitigeerd of gecompenseerd worden? 1.3 Leeswijzer In deze rapportage worden achtereenvolgens de werkwijze, het plangebied, de onderzoeksresultaten, 3

de activiteiten, de effectbeoordeling, toetsing aan de wet en afgesloten met de conclusies en aanbevelingen. 4

2 Werkwijze 2.1 Werkstappen De onderzoeksvragen (hoofdstuk 1) voor het vleermuisonderzoek worden beantwoord op basis van 4 werkstappen: 1. Onderzoeken van de aan- of afwezigheid. 2. Bepalen en onderbouwen van het wettelijke belang van de activiteiten. 3. Bepalen van het schadelijke effect op de functionaliteit van de voortplantingsplaats of vaste rust- en verblijfplaats. 4. Bepalen van het schadelijke effect op de gunstige staat van instandhouding. Deze aanpak is gebaseerd op de relevante soortenstandaards. 2.2 Toelichting onderzoek Door voorliggend onderzoek zijn de volgende functies onderzocht: Winterverblijfplaats. Kraamverblijfplaats. Zomerverblijfplaats. Paarverblijfplaats en zwermplaats. Vliegroute. Foerageergebied. De veldonderzoeken zijn uitgevoerd door een ecoloog van Ecoresult met aantoonbare ervaring op het gebied van inventariseren van vleermuizen. Daarbij is gebruik gemaakt van een batdetector, opnameapparatuur en zaklamp (resp. Petterson D 240x, Roland R-05 en Fenix TK41). Het onderzoek is uitgevoerd onder de condities en methodiek van het meest actuele vleermuisprotocol. Zie tabel 1 voor de onderzoeksmomenten en weersomstandigheden. Voor het vaststellen van aan- of afwezigheid van winterverblijfplaatsen bestaat in Nederland nog geen betrouwbare onderzoeksmethode. Gedrag en gebruik kunnen wel winterverblijfplaatsen indiceren. Gedurende de veldonderzoeken is ook hier op gelet. 5

Het gebied waar onderzoek is verricht is groter dan het plangebied. Hierdoor is een goede effectbeoordeling mogelijk. Er is voor het vleermuisonderzoek geen gebruik gemaakt van bestaande gegeven. Veldbezoek Datum Moment Onderzoeker Wind Temperatuur Neerslag 1 10-06-13 Avond L. Boon 2 NNW 12 0 mm 2 10-07-13 Ochtend K. van Veen 3 N 16 0 mm 3 13-07-13 Avond L. Boon 3 NNW 16 0 mm 4 01-09-13 Avond L. Boon 3 W 14 0 mm 5 28-09-13 Middernacht L. Boon 3 O 9 0 mm Tabel 1 Onderzoeksmomenten en weersomstandigheden vleermuisonderzoek. De effectbeoordeling (hoofdstuk 6) is gedaan aan de hand van de relevante stappenplannen beoordeling ruimtelijke ingrepen in het kader van de Flora- en faunawet. 6

3 Omschrijving plangebied Het plangebied: Is gelegen aan de Dorpsstraat 22 te Hendrik Ido Ambacht, in de gemeente Hendrik-Ido- Ambacht (zie afbeelding 1). Is deels bebouwd met een winkelpand. Het noordelijk deel is grotendeels geasfalteerd en in gebruik als parkeerterrein. Het zuidelijk en westelijk deel is ingericht als weiland. Er staan enkele schuurtjes, alsmede enige bomenrijen. Waterpartijen zijn in het plangebied afwezig. 7

8

4 Onderzoeksresultaten 4.1 Aanwezig Gedurende vier van de vijf veldonderzoeken zijn vleermuizen waargenomen (tijdens veldbezoek 4, op 28 september werden geen vleermuizen waargenomen). Dit betroffen 2 vleermuissoorten: Gewone dwergvleermuis. Ruige dwergvleermuis. 9

4.1.1 Gewone dwergvleermuis Gedurende vier veldbezoeken zijn gewone dwergvleermuizen aangetroffen. Tijdens het laatste veldbezoek zijn geen gewone dwergvleermuizen aangetroffen. Zie tabel 1. Toelichting: Het totaal aantal waarnemingen van deze soort binnen het plangebied is 12. Het totaal aantal waarnemingen van deze soort buiten het plangebied is 12. Het maximaal aantal dieren binnen het plangebied tegelijkertijd is 2. Dit betroffen een waarneming van 2 overvliegende en twee waarnemingen van 2 foeragerende dieren op 10 juni. Het plangebied fungeert op grond van de onderzoeken diffuus als vliegroute en foerageergebied. Gedurende het bezoek op 1 september werden vooral buiten het plangebied sociale activiteiten (roep, interactie tussen dieren) waargenomen. Deze interactie is gerelateerd aan de aanwezigheid van paarverblijfplaatsen buiten het plangebied. Er is geen vaste rust- en verblijfplaats aanwezig binnen het plangebied. 4.1.2 Ruige dwergvleermuis De ruige dwergvleermuis is tijdens veldbezoek 2 (ochtendbezoek) en 4 (avondbezoek) waargenomen (resp. 10 juli en 1 september). Toelichting: Het totaal aantal waarnemingen van deze soort binnen het plangebied is 3. Het totaal aantal waarnemingen van deze soort buiten het plangebied is 7. Het maximaal aantal dieren tegelijkertijd is 1. De drie waarnemingen op 10 juli betroffen foeragerende exemplaren. Drie waarnemingen op 1 september betroffen foeragerende exemplaren, drie waarnemingen betroffen overvliegende exemplaren en één waarneming betrof sociaal gedrag. Het plangebied fungeert op grond van de onderzoeken diffuus als vliegroute en foerageergebied. Er is geen vaste rust- en verblijfplaats aanwezig binnen het plangebied. 4.2 Functionaliteit plangebied In het plangebied zijn 2 functies aangetroffen: foerageergebied en vliegroute. Vaste rust- en verblijfplaatsen (hoofdstuk 2) zijn in het plangebied niet aangetroffen. 10

4.2.1 Vliegroute Binnen het plangebied is geen essentiële vliegroute aanwezig, evenmin vormt het essentieel deel van vliegroute. Dieren vliegen diffuus, zonder gebruik te maken van landschappelijke of lijnvormige elementen over het terrein. In de omgeving van het plangebied zijn vergelijkbare gebieden (watergangen, bosschages, beschutting) aanwezig, die dezelfde of zelfs een grotere functie vervullen als het plangebied. 4.2.2 Foerageergebied Binnen het plangebied is foerageergebied aanwezig. Het vormt evenwel geen essentieel (deel van) foerageergebied. In de omgeving van het plangebied zijn vergelijkbare gebieden (watergangen, bossages, beschutting) aanwezig, die dezelfde of zelfs een grotere functie vervullen als het plangebied. 11

5 Activiteiten 5.1 Voorgenomen werkzaamheden Het plangebied wordt bouwrijp gemaakt. Het gebouw wordt gesloopt, het groen wordt gekapt en het overige terrein wordt geëgaliseerd. 5.2 Nieuwe situatie Het plangebied zal bouwrijp gemaakt worden. Er zal nieuwbouw worden gepleegd. Gedetailleerde plannen zijn nog niet bekend. 5.3 Wettelijk belang De activiteiten kunnen worden geplaatst onder de wettelijke belangen: Ruimtelijke inrichting of ontwikkeling (belang j). 13

6 Effectbeoordeling Indien beschermde soort(en) zijn aangetroffen wordt in dit hoofdstuk voor deze soorten beoordeeld of schadelijke effecten door de activiteiten optreden. 6.1 Blijft de functionaliteit behouden 6.1.1 Vliegroute Het plangebied vormt geen essentieel (onderdeel van een) vliegroute voor de gewone dwergvleermuis en de ruige dwergvleermuis. Schadelijke effecten door de geplande activiteiten op deze soorten worden dan ook niet voorzien. 6.1.2 Foerageergebied Het plangebied vormt geen essentieel (onderdeel van een) foerageergebied voor de gewone dwergvleermuis en de ruige dwergvleermuis. Vergelijkbare of betere gebieden zijn in de directe omgeving ruim voorhanden. Schadelijke effecten door de geplande activiteiten op deze soorten worden dan ook niet voorzien. 15

7 Toetsing Het plangebied maakt een niet-essentieel deel uit van een vliegroute en niet-essentieel deel uit van een foerageergebied van gewone dwergvleermuizen en ruige dwergvleermuizen. De voorgenomen werkzaamheden zorgen niet voor schadelijke effecten op deze functies. Hierdoor treedt wezenlijke verstoring op vaste rust- en verblijfplaatsen niet op. Derhalve wordt de Flora- en faunawet door de activiteiten niet overtreden. Mitigerende maatregelen voorafgaand aan de geplande activiteiten zijn ook niet noodzakelijk. 17

8 Conclusies en aanbevelingen 8.1 Conclusies In opdracht van Van Wijnen Projectontwikkeling West B.V. heeft Ecoresult een aanvullend onderzoek naar vleermuizen uitgevoerd. Het onderzoek is uitgevoerd in het plangebied genaamd Dorpsstraat22, te Hendrik-Ido-Ambacht. Aanleiding voor het uitvoeren van het vleermuisonderzoek is de voorgenomen sloop van de bebouwing en de kap van de bomen binnen het plangebied. De activiteiten kunnen schadelijke effecten hebben op vleermuizen. De Flora- en faunawet kan hierdoor worden overtreden. De veldonderzoeken zijn uitgevoerd door ecologen van Ecoresult met aantoonbare ervaring op het gebied van inventariseren van vleermuizen. Het onderzoek is uitgevoerd onder de condities en methodiek van het meest actuele vleermuisprotocol. De onderzoeksresultaten: Er zijn in het plangebied geen vaste rust- en verblijfplaatsen van vleermuizen aangetroffen. Evenmin werd in het plangebied essentieel foerageergebied aangetroffen. Ook maakt het plangebied geen deel uit van een essentiële vliegroute. De voorgenomen werkzaamheden zorgen niet voor schadelijke effecten op deze functies. Hierdoor treedt wezenlijke verstoring op vaste rust- en verblijfplaatsen niet op. Derhalve wordt de Flora- en faunawet door de activiteiten niet overtreden. Mitigerende maatregelen voorafgaand aan de geplande activiteiten zijn ook niet noodzakelijk. 8.2 Aanbevelingen Los van de onderzoeksresultaten, maar als duurzame inrichtingsmaatregel inclusief bouwen voor vleermuizen en vogels, heeft het de ecologische voorkeur om rekening te houden met de wensen van vleermuizen en vogels in het nieuwe ontwerp. Anders gezegd: door inclusief te bouwen voor vleermuizen en vogels wordt bijvoorbeeld een (nieuw) gebouw of kunstwerk toegankelijk voor vleermuizen en vogels of blijft een potentiële vliegroute intact. Ecoresult kan u hierover adviseren en dit opnemen in het mitigatieplan en/of ontwerp voor de nieuwbouw. 19

9 Geraadpleegde bronnen 9.1 Literatuur Langstraat, M.,2012. Ecologische quickscan beschermde planten,dieren en gebieden. Plangebied Dorpsstraat, gelegen in de gemeente Hendrik Ido Ambacht. Rapportnummer 20121026. Ecoresult, Dordrecht 9.2 Internet Stappenplannen Soortenstandaards http://www.hetlnvloket.nl/onderwerpen/vergunning-en-ontheffing/dossiers/dossier/flora-enfaunawet-ruimtelijke-ingrepen/soortenstandaards http://www.hetlnvloket.nl/onderwerpen/vergunning-en-ontheffing/dossiers/dossier/flora-enfaunawet-ruimtelijke-ingrepen/informatie-voor-ecologisch-adviseurs/hoe-beoordelen-wij-uw-aanvraag Vleermuisprotocol 2013 http://www.gegevensautoriteitnatuur.nl/items/vleermuisprotocol-2013-uitgebracht.aspx KNMI,Daggegevens van het weer in Nederland: http://knmi.nl/klimatologie/daggegevens/index.cgi? day=document.forms[invoer].day.value&month=document.forms[invoer].month.value&year=documen t.forms[invoer].year.value 21

Bijlage 1 Toelichting Flora- en faunawet Bron: http://www.hetlnvloket.nl Soortenbescherming door Flora- en faunawet De Flora- en faunawet is gemaakt om planten- en diersoorten die vrij in het wild leven te beschermen. Ongeveer 500 van de 36.000 soorten die in Nederland voorkomen vallen onder de bescherming van deze wet. Om deze kwetsbare soorten te beschermen bevat de Flora- en faunawet een aantal verbodsbepalingen. Onder bepaalde voorwaarden mogen de activiteiten wel doorgaan. U heeft dan een ontheffing of vrijstelling nodig. Voor wie De Flora- en faunawet geldt voor iedereen in Nederland. Wat is verboden Gaat u bouwen, slopen, dempen, saneren, aanleggen of andere activiteiten voor ruimtelijke ontwikkeling uitvoeren? Dan moet u zich eerst afvragen of er beschermde inheemse soorten aanwezig zijn. Dan is de kans groot dat u te maken krijgt met onderstaande verboden. Het is verboden: Beschermde inheemse plantensoorten: te plukken, te verzamelen, af te snijden, uit te steken, te vernielen, te beschadigen, te ontwortelen of op enig andere wijze van hun groeiplaats te verwijderen. Beschermde inheemse diersoorten: te doden, te verwonden, te vangen, te bemachtigen of met het oog daarop op te sporen. opzettelijk te verontrusten. Van beschermde inheemse diersoorten: de nesten, holen of andere voortplantings- of vaste rust- of verblijfplaatsen te beschadigen, te vernielen, uit te halen, weg te nemen of te verstoren. de eieren te zoeken, te rapen, uit het nest te nemen, te beschadigen of te vernielen. 23

Welke soorten zijn beschermd Er is veel informatie over soorten beschikbaar op internet. Hieronder staat een opsomming van informatie die u nodig heeft. U bepaalt zelf of u wel of niet met een beschermde soort te maken heeft. Soortendatabase In deze database staat informatie over soorten die in Nederland in het wild voorkomen en op welke manier ze worden beschermd. Soortenregister Deze database geeft inhoudelijke informatie over Nederlandse planten- en diersoorten. Bij elke soort staat een uitgebreide beschrijving van onder meer verspreiding, biotoop en levenswijze. Nationale Databank Flora en Fauna (NDFF) In deze databank vindt u informatie over waar Nederlandse planten- en diersoorten voorkomen. Deze is beschikbaar voor bedrijven en overheden. U kunt zich hiervoor aanmelden op de website van de Gegevensautoriteit natuur. Zorgplicht flora en fauna In de Flora- en faunawet is een zorgplicht opgenomen. Deze zorgplicht houdt in dat u nadelige gevolgen voor flora en fauna zoveel mogelijk moet voorkomen. De zorgplicht geldt voor iedereen en voor alle planten en dieren, beschermd of niet. Bij beschermde planten of dieren geldt de zorgplicht ook als er een ontheffing of vrijstelling is verleend. Wet- en regelgeving Om de in het wild levende planten- en diersoorten te beschermen is de Flora en faunawet gemaakt. In de wet zijn een aantal verboden opgenomen. Van deze verboden kan alleen onder voorwaarden worden afgeweken. Hiervoor is vrijstelling of ontheffing mogelijk. Het verschilt wel per activiteit, verbodsbepaling of soort. Verschil vrijstelling en ontheffing Een vrijstelling is een uitzondering op een verbod. Deze geldt voor iedereen die aan de voorwaarden van de vrijstelling voldoet. Een ontheffing is een besluit waarbij in een individueel concreet geval een uitzondering op een wettelijk verbod wordt gemaakt. Kaderwet De Flora- en faunawet is een 'kaderwet'. In de wet staan alleen algemene principes en 24

verantwoordelijkheden. De details zijn geregeld in een groot aantal algemene maatregelen van bestuur en ministeriële regelingen. Sommige bepalingen uit de Flora- en faunawet komen voort uit afspraken over biodiversiteit die op internationaal en Europees niveau zijn gemaakt. Zoals: Vogelrichtlijn > Europese richtlijn voor het behoud van de vogelstand. Habitatrichtlijn > Europese richtlijn voor de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna. De bepalingen over soortenbescherming die in deze richtlijnen staan, zijn opgenomen in de Flora- en faunawet. Ook bepalingen van het CITES-verdrag staan in de Flora- en faunawet. Voor meer informatie hierover gaat u naar CITES. Waar vindt u de wet- en regelgeving Alle wet- en regelgeving rond de Flora- en faunawet is te vinden op Overheid.nl. Bij 'Wettechnische informatie' vindt u ook alle actuele informatie over afgeleide regelgeving en wijzigingen van de Floraen faunawet. Tabellen soorten Flora- en faunawet In 3 tabellen staan alle beschermde soorten van de Flora- en faunawet (Ffwet). De tabellen zijn aan de ene kant aan de orde bij ontheffingverlening voor artikel 75 en aan de andere kant bij vrijstellingen in het kader van het Besluit houdende wijziging van een aantal algemene maatregelen van bestuur in verband met wijziging van artikel 75 van de Flora- en faunawet en enkele andere wijzigingen (AMvB artikel 75). Vogelsoorten zijn in deze tabellen niet apart opgenomen, omdat het een erg lange lijst is. Alle vogelsoorten in Nederland zijn beschermd (behalve exoten). In de toelichting bij de tabellen staat aangegeven welk regime toepasselijk is voor vogelsoorten. Toelichting tabel I Als iemand activiteiten onderneemt die zijn te kwalificeren als bestendig beheer en onderhoud of bestendig gebruik of ruimtelijke ontwikkelingen, geldt een vrijstelling voor de soorten in tabel 1 voor artikel 8 t/m 12 van de Ffwet. Aan deze vrijstelling zijn geen aanvullende eisen gesteld. Voor deze activiteiten hoeft geen ontheffing aangevraagd worden. Voor andere activiteiten dan hierboven genoemd is voor de soorten in tabel 1 een ontheffing nodig. Een ontheffingaanvraag voor deze soorten wordt getoetst aan het criterium doet geen 25

afbreuk aan gunstige staat van instandhouding van de soort (zgn. lichte toets). Toelichting tabel II Als iemand activiteiten onderneemt die zijn te kwalificeren als bestendig beheer en onderhoud of bestendig gebruik of ruimtelijke ontwikkelingen, geldt een vrijstelling voor de soorten in tabel 2 voor artikel 8 t/m 12 van de Ffwet, mits activiteiten worden uitgevoerd op basis van een door de minister van LNV goedgekeurde gedragscode. Hetzelfde geldt voor alle vogelsoorten. Een gedragscode moet door een sector of ondernemer zelf opgesteld worden en ingediend voor goedkeuring. Voor andere activiteiten dan hierboven genoemd is voor de soorten in tabel 2 een ontheffing nodig. Een ontheffingaanvraag voor deze soorten wordt getoetst aan het criterium doet geen afbreuk aan gunstige staat van instandhouding van de soort. Dit is niet van toepassing op alle vogelsoorten (zie toelichting tabel 3) Toelichting tabel III Als iemand activiteiten onderneemt die zijn te kwalificeren als bestendig beheer en onderhoud of bestendig gebruik, geldt een vrijstelling voor de soorten in tabel 3 voor artikel 8 t/m 12 van de Ffwet, mits activiteiten worden uitgevoerd op basis van een door de minister van LNV goedgekeurde gedragscode. Deze vrijstelling is enigszins beperkt; voor activiteiten die zijn te kwalificeren als bestendig beheer en onderhoud in de landbouw en bosbouw en bestendig gebruik geldt geen vrijstelling voor artikel 10 van de Ffwet. Ook niet op basis van een gedragscode. Een gedragscode moet door een sector of ondernemer zelf opgesteld worden en ingediend voor goedkeuring. Als iemand activiteiten onderneemt die zijn te kwalificeren als ruimtelijke ontwikkeling, geldt voor soorten in tabel 3 geen vrijstelling. Ook niet op basis van een gedragscode. Hiervoor is een ontheffing nodig. Voor activiteiten in het kader van bestendig beheer en onderhoud in de landbouw en bosbouw en bestendig gebruik en voor activiteiten in het kader van ruimtelijke ontwikkeling is het niet mogelijk voor artikel 10 voor de soorten in tabel 3 een ontheffing te krijgen. Voor andere activiteiten dan hierboven genoemd is voor de soorten in tabel 3 een ontheffing nodig. 26 Een ontheffingaanvraag voor de soorten van tabel 3 wordt getoetst aan drie criteria: 1) er is sprake van een in of bij de wet genoemd belang1, 2) er is geen alternatief, 3) doet geen afbreuk aan gunstige staat van instandhouding van de soort. Deze drie criteria vormen de zgn.

uitgebreide toets. De drie criteria staan naast elkaar en niet na elkaar (aan alle drie moet voldaan zijn). De uitgebreide toets voor ontheffingverlening geldt ook voor alle vogelsoorten. 27