Mechelen, Sint-Alexius en Sint-Catharinakerk (interieur) Deel 1 Interieur

Vergelijkbare documenten
Veiligheid- en gezondheidsplan ontwerp

BIJZONDER VEILIGHEIDS- & GEZONDHEIDSPLAN ONTWERP

VMSW, Kaaibeeksedijk, infrastructuur

Kleine Landeigendom, Vorselaar Schrans, 17 sociale wooneenheden

1 COÖRDINATIE-INSTRUMENTEN

Mechelen,Inrichting onthaalbalie en bezoekersruimte

1 COÖRDINATIE-INSTRUMENTEN

Document werkwijze voorzien in artikel 30,1 van het KB TMB

Vooraf gemelde examenvragen opleiding VC A en B op TMB

1 Nieuwe, vereenvoudigde regelgeving TMB

1. ORGANISATIE VAN DE PREVENTIE EN BESCHERMING

BIJZONDER VEILIGHEIDS- & GEZONDHEIDSPLAN ONTWERP

De definities die hier gegeven zijn slaan enkel op deze projecten voor niet particuliere doelen

Bouwplaatsreglement. Definities:

INTENTIEVERKLARING VAN DE AANNEMER. Ik (aannemer)

7 Documenten te bezorgen door aannemer bij zijn inschrijving

BIJZONDER VEILIGHEIDS- & GEZONDHEIDSPLAN ONTWERP

Afbraakwerken Wettelijk kader. 17 maart 2016 ir. Tom Vermeersch sociaal inspecteur TWW- FOD WASO

UW DAK, UW EN ONZE VEILIGHEID! LIMBURG DAKWERKERS

STAD ANTWERPEN Stadsontwikkeling Openbaar domein

ABESCO ACTIVITEITEN SITUATIES PREVENTIEMAATREGELEN INSTRUCTIES RISICO'S ALGEMENE RISICO S

Task Safety Requirements Working at Height Scaffolding NL. Approved by: HSSE Manager

COORDINATIEVERSLAG V&G Datum: 13/03/2017 Fase ontwerp

Deel V Bepalingen met betrekking tot gemeenschappelijke industriële risico's. Titel III Veiligheid op tijdelijke of mobiele bouwplaatsen

6 Documenten te bezorgen door aannemer bij zijn inschrijving

COORDINATIEVERSLAG V&G Datum: 24/03/2017 Fase ontwerp

Veiligheidsinstructiekaart Rolsteiger ARAB - artikel 54 quater 4. en het KB Arbeidsmiddelen (Codex Titel VI Hoofdstuk I artikel 7)

Veiligheidsadvies. Veiligheidsmateriaal. Opleidingen

COORDINATIE-DAGBOEK DE MANDATARIS VLAAMSE OVERHEID. Agentschap Facilitair Bedrijf Boudewijngebouw Boudewijnlaan 30 bus Brussel

V&G-deelplan uitvoeringsfase Nummer : Versie : 1. VEILIGHEIDS- EN GEZONDHEIDSGEVAREN Status : invulform

V&G Bouwproces. Wettelijk en maatschappelijk kader. V&G Bouwproces / d.d

Veiligheid- en gezondheidsplan fase ontwerp

Vertegenwoordigd door: Dhr. Kris Eggermont, technisch directeur Hierna de opdrachtgever genoemd,

Codex over het welzijn op het werk. Boek IX.- Collectieve bescherming en individuele uitrusting. Titel 1. Collectieve beschermingsmiddelen

Het veiligheidsplan: Onderaanneming Betontrappen Geerts bvba

Veiligheidscoördinator: Rudy Putteman Volgnummer: A Wijze van overdracht: mail post Dactylo-datum: 23/5/2011 RPU

Het kader van het Welzijn op het Werk Toelichting bij de wet van 4 augustus 1996

De artikels 29 en 30 van het KB Tijdelijke of mobiele bouwplaatsen zijn gewijzigd

Veilig werken & doen veilig werken

Postinterventiedossier (PID) Bodemsaneringswerken van een verontreinigd terrein van een voormalig tankstation

(Ernstige) arbeidsongevallen & -aangifte

Werken op hoogte PREVENTIEMAATREGELEN

VEILIGHEIDS-EN GEZONDHEIDSPLAN: ONTWERP

Dossier nr. Renovatie inkomhal Colomba Kortenberg

KB van 28 maart 2014 Brandpreventie op de arbeidsplaatsen

1 Beschrijving. Infofiche Nr /2017. Kleedkamers, refters, wastafels en toiletten in de werkplaatsen en burelen 1/5

VEILIGHEIDS-EN GEZONDHEIDSPLAN: ONTWERP

1. Organisatie veiligheid, gezondheid en milieu:

1 Beschrijving. Infofiche Nr /2017. Kleedkamers, refters, wastafels en toiletten in de werkplaatsen en burelen 1/5

Voorstelling Code Jo De Jonghe Expert, Health & Prevention

Task Safety Requirements Working at Height Roof Work NL. Approved by: HSSE Manager

ALGEMEEN VEILIGHEIDS- EN GEZONDHEIDSPLAN IST-GEB-HUI Provinciedomein Huizingen

VEILIGHEIDSPLAN. DEEL B : GEBOUWEN/RUWBOUW HOOFDSTUK 2 : WERFINRICHTING. pagina 1

FICHE UITRUSTING VAN DE ARBEIDSPLAATSEN

Wat staat er in de Codex over het Welzijn op het Werk over asbest? Luc Neyens Toezicht op het welzijn op het werk

Toelichting en gebruik V&G-deelplan.

Task Safety Requirements Working at Height Roof Work NL. Approved by: HSSE Manager

COORDINATIEVERSLAG V&G Datum: 09/01/2017 Fase ontwerp

COORDINATIEVERSLAG V&G Datum: 16/02/2017 Fase ontwerp

RAPPORT RF SV 004.COD.02n (05/02/2004)

Intern transport. Ignaas Crombez Malle 31 maart 2015

Hoofdstuk I. - Bepalingen betreffende de collectieve beschermingsmiddelen. Afdeling 1. - Toepassingsgebied en definities

aangevuld en/of gewijzigd met de bepalingen van het KB dd

34.0 BIJLAGEN SPECIFIEKE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN VOOR BEPAALDE SITES

VEILIGHEIDSADVIEZEN VOOR DE BOUWNIJVERHEID

CHECKLIST BESLOTEN RUIMTES IN WERFSITUATIES

Koninklijk besluit van 25 januari 2001 betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen ( B.S )

Koninklijk besluit van 4 mei 1999 betreffende het gebruik van arbeidsmiddelen voor het hijsen of heffen van lasten (B.S )

Workshop infodag contactpersonen & directie

COORDINATIEVERSLAG V&G Datum 20/03/2017 Fase ontwerp Verslag: 01

Plan to keep control!

Campagne 'Lever veilig'

Coördinatie op tijdelijke en mobiele bouwplaatsen

Werken met derden - Wettelijk Kader

Codex over het welzijn op het werk. Boek I.- Algemene beginselen. Titel 2. Algemene beginselen betreffende het welzijnsbeleid

VGM-deelplan Onderaannemers

Beleidsplan ESSENSCIA Vlaanderen inzake veiligheid, gezondheid en milieu bij aannemingswerken

BIJZONDER BESTEK NR. 351

Samenwerken met onderaannemers. ir. Tom Vermeersch Sociaal inspecteur TWW RD Oost-Vlaanderen

DEEL VIER VAN DE BGHM C97/T :

Richtlijn voor Aannemers

Steigercontroleur (AV-022) Versie TC-K

Circulaire BRANDPREVENTIE

WS 3.8 Arbeidsplaats & Intern verkeersplan

Koninklijk besluit van 25 januari 2001 betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen (B.S )

SPECIFIEK VEILIGHEIDS- EN GEZONDHEIDSPLAN RMT-GEB-VBP-SP PROVINCIE VLAAMS- BRABANT - PROVINCIEHUIS

15 jaar KB TMB. Ervaringen van een inspecteur

Kerntaak 1: Waterbouwkundig werk uitvoeren

HOOFDSTUK IV: VOORBEREIDENDE WERKEN EN GRONDWERKEN

ALGEMEEN VEILIGHEIDS- & GEZONDHEIDSPLAN MACOBO

Omzendbrief Overheidsopdrachten Art. 30 TMB

Veiligheids- en gezondheidsrisico s in de garage- en carrosseriesector

Circulaire BRANDPREVENTIE

Volledige golfterrein (huidig 9-holes)

AANBESTEDING Open procedure Procedure no. JRC/GEE/2016/D.1/0006/OC Raamovereenkomst voor diensten betreffende veiligheidscoördinatie

TOOLBOXMEETING April 2016 Deze Toolbox dient gegeven te worden tussen 11/04/2016 en 15/04/2016

Veiligheidsaspecten bij bekistingswerken

-2- Noem voorbeelden van orde en netheid (good housekeeping). -2- Bij welke werkzaamheden kan een aanvullende werkvergunning nodig zijn?

Reglement veiligheidsregels voor derden.

DEEL B : GEBOUWEN/RUWBOUW HOOFDSTUK 4 : GRONDWERKEN pagina 1

Transcriptie:

Veiligheidscoördinator: Diesterstraat 6, 3980 Tessenderlo Tel 013/460.420 info@macobo.be www.macobo.be Architect: Arch. Beeck & Hermans bvba Sint-Katelijnestraat 46 2800 Mechelen 015/20.63.42 Elfi Hermans info@architectenbeeckhermans.be Opdrachtgever: Stad Mechelen Grote Markt 21 2800 Mechelen 015/28.00.00 Sofie.Stevens@mechelen.be Mechelen, Sint-Alexius en Sint-Catharinakerk (interieur) Deel 1 Interieur Nonnenstraat 28, 2800 Mechelen VEILIGHEIDS- & GEZONDHEIDSPLAN ONTWERP 1 / 20

INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING... 3 1.1 Doel... 3 1.2 Toepassing (KB TMB art. 26)... 3 1.3 Instrumenten... 4 1.3.1 Coördinatiedagboek (CD)... 4 1.3.2 Postinterventiedossier (PID)... 4 1.3.3 Coördinatiestructuur (CS)... 4 2 PROJECTGEGEVENS... 6 2.1 Algemeen... 6 2.2 Bouwheer... 6 2.3 Ontwerper... 6 2.4 Veiligheidscoördinator... 6 2.5 NAVB... 6 2.6 FOD WASO... 6 2.7 Aard van de werken:... 6 2.7.1 Kritieke fasen... 6 2.7.2 Verhoogd risico (volgens art. 26 1 van het KB):... 7 2.7.3 Project gebonden risico s:... 7 2.8 Coördinatiestructuur... 15 3 WAT WORDT VERWACHT VAN DE AANNEMER IN OFFERTESTADIUM?... 16 Kolom 1: Beschrijving van de uit te voeren werken m.b.t. de verhoogde en projectgebonden risico s.... 16 Kolom 2/3 : Beschrijving en evaluatie van de risico s.... 16 Kolom 4/5: preventiemaatregelen, te gebruiken beschermingsmiddelen en prijsopgave.... 17 4 ALGEMENE VEILIGHEIDS- EN GEZONDHEIDSRICHTLIJNEN... 17 2 / 20

1 INLEIDING 1.1 Doel Het bijzonder veiligheids- en gezondheidsplan ontwerp (B-VGP-O) is het beknopte en meer specifieke veiligheidsdocument tijdens de ontwerpfase van dit project. Het bevat naast de algemene projectgegevens vooral de essentiële en projectgebonden risico s en preventiemaatregelen ter voorkoming van de risico s waaraan de werknemers kunnen blootgesteld worden als gevolg van de uitvoering van het werk en de activiteiten van de diverse partijen op de bouwplaats. Dit document is niet beperkend. Het is een aanvulling en/of wijziging van het algemeen veiligheidsen gezondheidsplan (ALGM. VGP). Dit algemene document, dat u steeds kan terug vinden op www.macobo.be (klik door naar Veiligheidscoördinatie) is ook van toepassing voor deze werf. Bij zijn offerte dient de hoofdaannemer verplicht een aantal documenten af te leveren (zie 3), die via de opdrachtgever terug bij de veiligheidscoördinator terecht komt. Hij maakt op basis van de kwaliteit van deze documenten een analyseverslag m.b.t. de veiligheid en de gezondheid op hetgeen bepalend kan zijn voor de eventuele gunning. Dit veiligheids- en gezondheidsplan is opgesteld conform de bepaling van het KB van 25 januari 2001 en zijn wijziging in het KB van 19 januari 2005 betreffende de tijdelijke en mobiele bouwplaatsen en conform de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvering van hun werk, en al haar addenda en uitvoeringsbesluiten. 1.2 Toepassing (KB TMB art. 26) Een veiligheids- en gezondheidsplan is verplicht zodra er ten minste twee aannemers gelijktijdig of achtereenvolgens werken uitvoeren op de tijdelijke en mobiele bouwplaats voor tijdelijke of mobiele bouwplaatsen groter dan 500 m² (Macobo gebruikt dezelfde veiligheids- en gezondheidsplannen voor projecten met een oppervlakte kleiner dan 500 m²). bij werken met een verhoogd risico (graafwerken > 1,20 m, valgevaar > 5 m, drijfzand/slib, chemische/biologische agentia, ioniserende straling, hoogspanningslijnen of drukleidingen > 15 bar, verdrinkingsgevaar, ondergrondse/tunnelwerken, werken met duikuitrusting, overdruk, springstoffen, prefab-elementen) wanneer de vermoedelijke duur langer is dan 30 werkdagen indien het vermoedelijk werkvolume groter is dan 500 mandagen 3 / 20

1.3 Instrumenten Naast het veiligheids- en gezondheidsplan, wat in dit document beschreven wordt, beschikt de veiligheidscoördinator over volgende instrumenten. 1.3.1 Coördinatiedagboek (CD) De inhoud van het coördinatiedagboek moet bijgehouden worden, d.w.z. periodieke werfverslagen stelselmatig bijgevoegd en andere documenten naar gelang de vooruitgang en evolutie van de werf. De verschillende aannemers moeten de documenten, of kopieën ervan die hun werkzaamheden en installaties aanbelangen spontaan en tijdig aan de veiligheidscoördinator overhandigen zodat deze het coördinatiedagboek behoorlijk kan beheren. De inhoud van dit document omvat : Namen en adressen van tussenkomende partijen De beslissingen, vaststellingen en gebeurtenissen in het belang van de veiligheid De opmerkingen aan de tussenkomende partijen en de gevolgen hiervan De opmerkingen van de aannemers en de gevolgen hiervan De tekortkomingen en maatregelen inzake veiligheid Verslagen van de veiligheidscoördinator De ongevallen Het systematisch bijhouden en aanvullen van het coördinatiedagboek is de verantwoordelijkheid van de veiligheidscoördinator en dient tevens als uitbreiding op het bijzonder veiligheids- en gezondheidsplan. 1.3.2 Postinterventiedossier (PID) Het postinterventiedossier is verplicht op alle bouwplaatsen waar coördinatie moet worden georganiseerd en wordt reeds bij aanvang geopend. Het dossier moet voor uitvoerders van eventuele latere werkzaamheden, nuttige documenten bevatten m.b.t. veiligheid en gezondheid, aangepast aan de kenmerken van het bouwwerk. De opdrachtgever dient het postinterventiedossier bij te houden. De veiligheidscoördinator draagt het postinterventiedossier over aan de bouwheer en maakt hiervoor een proces-verbaal op volgens art. 22 van het KB van 25 januari 2001. De inhoud van dit document omvat het volgende : Architecturale, technische en organisatorische elementen i.v.m. de verwezenlijking, instandhouding en onderhoud van het gebouw (As-builtplannen). Informatie voor uitvoerders van later te voorziene werkzaamheden bvb. onderhoud, herstellingen, vervangingen, ontmantelingen van installaties en/of constructie-elementen. De verantwoording van de materiaalkeuzes. Wat waren op het moment van de bouwfase de redenen om welbepaalde materialen te gebruiken. 1.3.3 Coördinatiestructuur (CS) Een coördinatiestructuur wordt opgericht op alle bouwplaatsen waarvan, hetzij, het vermoedelijk werkvolume meer dan 5000 mandagen bedraagt, hetzij de totale prijs van de werken, geschat door de bouwdirectie ontwerp, 2.500.000 EUR, BTW niet meegerekend, overschrijdt, en waar ten minste drie aannemers gelijktijdig werken uitvoeren. De coördinator-verwezenlijking roept de coördinatiestructuur samen en zit deze voor. De coördinatiestructuur draagt bij tot de organisatie van de coördinatie inzake veiligheid en gezondheid op de bouwplaats door: 4 / 20

Te zorgen voor de vereenvoudiging van de informatie en de raadpleging van de verschillende tussenkomende partijen evenals van hun onderlinge communicatie; Te zorgen voor een efficiënt overleg tussen de tussenkomende partijen omtrent de toepassing van de preventiemaatregelen op de bouwplaats; Te zorgen voor de regelgeving van elke betwisting of onduidelijkheid inzake de naleving van de preventiemaatregelen op de bouwplaats; Adviezen inzake veiligheid en gezondheid uit te brengen. 5 / 20

2 PROJECTGEGEVENS 2.1 Algemeen Adres Projecttitel Besteknummer Korte beschrijving Nonnenstraat 28, 2800 Mechelen Mechelen, Sint-Alexius en Sint-Catharinakerk (Interieur) deel 1 Interieur 2015-MZ-814 Interieurrestauratie 2.2 Bouwheer Naam Stad Mechelen Contactpersoon Sofie Stevens Adres Grote Markt 21 2800 Mechelen Telefoon 015/28.00.00 Email Sofie.stevens@mechelen.be 2.3 Ontwerper Naam Arch Beeck & Hermans bvba Contactpersoon Elfi Hermans Adres Sint Katelijnestraat 46 Telefoon 015/20.63.42 Email info@architectenbeeckhermans.be 2.4 Veiligheidscoördinator Firmanaam MACOBO Contactpersoon Dienst Veiligheidscoördinatie Adres Diesterstraat 6, 3980 Tessenderlo Telefoon 013/460.420 Email adminveiligheid@macobo.be Website www.macobo.be 2.5 NAVB Naam: Nationaal Actiecomité voor Veiligheid en Hygiëne in het Bouwbedrijf Adres: Sint-Jansstraat 4, 1000 Brussel Telefoon: 02/552.05.00 Email: navb@navb.be 2.6 FOD WASO Te raadplegen via www.werk.belgie.be 2.7 Aard van de werken: Volgens art.2 van het KB van 25/01/2001 i.v.m. de Tijdelijke of Mobiele Bouwplaatsen zijn de geplande werken van dit project onderworpen aan betreffende wetgeving. Bijgevolg dient hiervoor een Veiligheidscoördinator ontwerp en uitvoering aangesteld te worden. 2.7.1 Kritieke fasen Dit zijn momenten waarop de veiligheidscoördinator uitvoering ten minste aanwezig dient te zijn op de bouwplaats voor zover hij/zij hiervan tijdig op de hoogte werd gebracht. Deze zijn oa. de 6 / 20

startvergadering, momenten waarop er minstens 4 aannemers gelijktijdig werken uitvoeren en de werken met een verhoogd risico. Deze laatste worden voor dit project in volgende paragraaf beschreven. 2.7.2 Verhoogd risico (volgens art. 26 1 van het KB): Verhoogd risico volgens art. 26 1 van het KB x Sleuven of putten met een diepte groter dan 1,2 m x Valgevaar van 5m hoogte of meer Nabijheid van drijfzand of slib x Blootstelling aan chemische of biologisch agentia Werk met ioniserende straling Werken in nabijheid van hoogspanningslijnen of kabels of van leidingen onder een inwendige druk van 15 bar of meer Risico op verdrinking x Ondergrondse werken en tunnelwerken Werkzaamheden met duikuitrusting Werkzaamheden onder overdruk Gebruik van springstoffen x Montage en demontage van geprefabriceerde elementen bij dit project Graafwerkzaamheden Werkzaamheden aan wanden, plafonds, gewelven, ed in de kerk Leveren van MSDS-fiches voor alle producten op de werf en procedures contact met gevaarlijke producten en biologische agentia te overhandigen aan de VC voor de aanvang van de werken. Werken in slecht geventileerde ruimtes. Procedure besloten ruimtes te overhandigen aan de VC voor de aanvang van deze werken. Zie bestek 2.7.3 Project gebonden risico s: Werfinrichting: Voor aanvang der werken dient de aannemer in overleg met Bouwheer en Veiligheidscoördinator een werfinrichtingsplan op te maken. Zorg voor een degelijke werfinrichting (en werfinrichtingsplan) zodat afvoeren van afval, aanvoeren van materiaal, opslag van materiaal, plaatsen van de werfkeet en sanitair wel overwogen is en geen extra risico oplevert (aanrijding, val van materiaal, etc.). De werf situeert zich binnen een beveiligde zone, doch de aannemer moet er voor zorgen dat ook onbevoegden binnen de site, geen toegang krijgen tot de werf. Daartoe voorziet hij het nodige hekwerk dat op stevige voeten staat met klemmen, voorzien van windschoren en verankerd aan de 7 / 20

bestaande structuren. Aan de werfingang moet een poort voorzien worden met wiel en hangslot. Zorg voor een volledige werfafsluiting die aansluit met de bestaande gebouwen. Tijdens het verloop van de werken dient dit werfinrichtingsplan aangepast te worden naar de reële situatie. Voor de plaatsing van hijskranen (mobiel of torenkraan) dient de aannemer een hijsplan voor te leggen (type kraan, opstelling, etc. ). Alle hijs- en hefmateriaal dient 3 maandelijks gekeurd te worden. Opslag van materiaal dient te geschieden in een zone die daar voor bestemd is. Gevaarlijke producten moeten gestockeerd worden in een afgesloten lokaal of container volgens compatibiliteit. De kleedkamers, wastafels, alsook de toiletten, zullen ingericht worden in lokalen die volledig gescheiden zijn van de arbeidsplaats, met inbegrip van een scheiding mannen / vrouwen. De lokalen moeten op slot kunnen worden gedaan. Er moet tevens een van de werf gescheiden eetruimte aanwezig zijn voor het personeel actief op de werf. Er dient een lokaal aanwezig te zijn waarin de EHBO kan worden toegediend. Het nodige verzorgingsmateriaal dient aanwezig te zijn in dat lokaal en minimum 1 EHBO hulpverlener moet permanent aanwezig zijn op de werf. Doorgang voor de hulpdiensten op de werf moet zoveel mogelijk gewaarborgd blijven. Afval dient gescheiden verzameld te worden. Het is verboden om afval te verbranden op de werf (milieuvervuiling en brandgevaar). Huishoudelijk afval dient zeer regelmatig afgevoerd te worden (weren van ongedierte). De eetruimte is volledig rookvrij! Op de werf dient een brandblusapparaat (schuim of ABC poeder) voorzien te worden. Per ploeg werknemers dient een opgeleid persoon voor het gebruik van kleine brandblusmiddelen aanwezig te zijn. Contact met nutsleidingen: Voorzie een toolbox voor alle werknemers voor de aanvang van de werken om hen op de hoogte te brengen van de nog actieve leidingen. Visualiseer het traject van ondergrondse leidingen en scherm indien nodig de nutsleidingen extra af. Enkel gekwalificeerd personeel mag werken aan de elektriciteit uitvoeren. Werken op hoogte, Val van hoogte > 5m: Codex onder titel VI (Arbeidsmiddelen), hoofdstuk II (Specifieke bepalingen), afdeling IV (Arbeidsmiddelen voor tijdelijke werkzaamheden op hoogte) KB van 31 augustus 2005 betreffende het gebruik van arbeidsmiddelen voor tijdelijke werkzaamheden op hoogte (Omzetting van Europese richtlijn 2001/45/EG) normen NBN EN 12810 en NBN EN 12811 inzake de opbouw van steigers norm NBN EN 13374 inzake randbeveiliging Bij werken op hoogte moet zo veel mogelijk gekozen worden voor collectieve beschermingsmiddelen (steiger, leuningen, platformen, netten, etc. ). Deze moeten voldoen aan de huidige wetgeving (leuning, tussenleuning en kantplint, opbouwschema, verankeringen, windschoren, etc. ). 8 / 20

Deze moeten opgebouwd worden conform de huidige regelgeving (verankeringen, windschoren, 3 punten leuningen systeem, vrijgave label, aansluitende bordessen wanneer er veel ruimte tussen de stelling en de muur is, etc. ). Steigers langs de gevels worden best zo lang mogelijk behouden zodat alle partijen op de werf veilig op hoogte kunnen werken. Het gemeenschappelijk gebruik van materiaal is mogelijk, maar een onderlinge gebruikersprocedure dient opgesteld te worden. Elke gebruiker is verantwoordelijk voor het correct gebruik van het materiaal en moeten ook opgeleid zijn voor het gebruik van het materiaal. De hoofdaannemer is verantwoordelijk voor de goede staat (inspectie, onderhoud, keuring, etc. ). Steigers / stellingen dienen opgebouwd te worden volgens de huidige wetgeving. Voorzie leuningen, kantplinten, schoren, verankeringen en voorzie een vrijgavelabel aan de steiger. Zorg voor regelmatige controle van de steiger. Bij het werken met hoogtewerkers is het verplicht om een valharnas te gebruiken als de constructeur van de hoogtewerker dit voorschrijft en het is aan te raden wanneer dit niet in de gebruikershandleiding specifiek vermeld wordt. Wanneer gewerkt wordt vanuit een hoogtewerker, zorg dan voor voldoende stabiele ondergrond, gebruik de hoogtewerker niet om materiaal los te trekken of om te duwen! Bij werken vanuit een kooi aan een hijshaak van een kraan, moet deze kooi gekeurd zijn alsook het aanslagmateriaal als de kraan en de gehele opstelling tezamen. Bij het plaatsen van de staalstructuren moet waar mogelijk gekozen worden om te werken vanop platformen met leuningen of vanuit hoogtewerkers. Wanneer van uit een werkbak, opgehangen aan de hijskraan, gewerkt wordt, is het eveneens verplicht een valharnas te dragen. Enkel wanneer in overleg met de Veiligheidscoördinator- collectieve maatregelen niet mogelijk zijn, is het verplicht om PBM s te gebruiken (ankerpunt, valharnas, etc.). De werkwijze dient in een plan van aanpak omschreven te worden en besproken te worden met de Veiligheidscoördinator voor de aanvang van de werken. Bij het werken op de daken is randbeveiliging (netten of leuningen) verplicht te plaatsen. Valgevaar putten / schachten / liftkokers / verdiepen: Elke onderneming is verplicht zijn eigen personeel te beschermen tegen vallen. Het gebruik van collectieve beschermingsmiddelen zoals leuningen, veiligheidsnetten, afbakening van putten en vloeropeningen en afscherming van machines is verplicht waar het noodzakelijk is voor de veiligheid van de op de werf of in de nabijheid ervan. De onderneming die de collectieve beschermingsmiddelen wegneemt om bepaalde werkzaamheden uit te voeren, moeten deze voorzieningen achteraf zo snel mogelijk terugplaatsen. Randbeveiligingen moeten moeten voldoen aan de norm NBN EN13374 (klassen A, B, C). Men plaatst best een drie-leuningen-systeem: Borstleuning op 1m à 1m20, een tussenleuning op +/- 50cm en een stootplank onderaan. Deze laatste belet het vallen van materieel (hamer, ) naar lager gelegen verdiepingen en mag niet vergeten worden. Allen voldoende stevig en goed verankerd. Veiligheidsnetten moeten voldoen aan de norm NBN EN1263-1 en 2). 9 / 20

Leveren van materiaal (zwaar transport): Bij de aanleg van de werfwegen en de opslagplaatsen moet de nodige aandacht besteed worden om de stofvorming door het werfverkeer sterk te beperken. Indien mogelijk moet een tijdelijke verharding aangelegd worden. Indien de werfwegen niet van een verharding voorzien kunnen worden, zal erover gewaakt worden dat de voertuigen die de werf verlaten, de aanwezige verharde wegen niet bevuilen. Indien nodig wordt elke vervuiling dadelijk verwijderd. De opslagplaats voor het stockeren van de bouwmaterialen moet voldoende groot zijn om te vermijden dat paletten op elkaar gestapeld moeten worden. Bij de inplanting moet rekening gehouden worden met de bereikbaarheid vanaf de straat voor de aanvoer van de materialen en met de plaatsing van de kraan voor de manipulatie binnen de werf. Hierbij moet vermeden worden dat er lasten boven de werknemers of derden gehesen moeten worden. Indien nodig moet de onveilige zone afgebakend worden en moet de nodige signalisatie geplaatst worden. Bij het opstellen van voertuigen of machines op de bouwplaats zal in overleg met de Veiligheidscoördinator en de leverancier/onderaannemer een risicoanalyse opgemaakt worden om te waarborgen dat de uitvoering van de werken in alle veiligheid kan verlopen. Bij de levering van bouwmaterialen zal de nodige aandacht besteed worden aan de zekering van de lading om te verhinderen dat deze tijdens het transport verschuift of beweegt en hierdoor beschadigd wordt. Bij de aanvoer van elementen met grote afmetingen zal op voorhand overleg gepleegd worden tussen de leverancier en de uitvoerder van de plaatsingswerken. De nodige afspraken moeten gemaakt worden in verband met: te voorziene hijsogen in de geprefabriceerde elementen en bevestigingspunten om de elementen te stabiliseren tijdens de montage; te voorzien hijstoestellen (gieklengte en hijscapaciteit) en hijstoebehoren; toebehoren voor het verticaal stellen van horizontaal geleverde elementen; opstellingsplaats voor de hijstoestellen; stockeerplaats voor de eventuele tussenopslag en de toebehoren voor de opslag; afbakening van de werkzone waarbinnen de toegang verboden is tijdens de montagewerkzaamheden. Opstellen van werfmachines (kranen, betonmixers, vrachtwagen etc. ) Bij het opstellen van voertuigen of machines op de bouwplaats zal in overleg met de Veiligheidscoördinator en de leverancier/onderaannemer een risicoanalyse opgemaakt worden om te waarborgen dat de uitvoering van de werken in alle veiligheid kan verlopen. Hierbij zal rekening gehouden worden met: de stabiliteit van de ondergrond; de eventuele aanwezigheid van ondergrondse constructies of leidingen; 10 / 20

de stabiliteit van uitgravingen; de in acht te nemen veiligheidsafstanden ten opzichte van de bouwput; Afbraakwerken: Om de verspreiding van stof te beperken, moeten er bij afbraakwerken, gevelreiniging, straalwerken, enz zeilen op de steigers geplaatst worden. De zeilen moeten (volgens de instructies van de steigerbouwer) verwijderd worden bij hoge windsnelheden. De werknemers die in deze afgeschermde zone werken, moeten aangepaste werkkledij en persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM s) dragen, zoals handschoenen, een veiligheidsbril en ademhalingsbescherming (stofmasker type FP3 of een onafhankelijke ademhalingsbescherming met autonome luchttoevoer).bij afbraakwerken mag er geen puin naar beneden gegooid worden, maar moet een stortkoker gebruikt worden. Ook verdient het aanbeveling om de puincontainers af te dekken met een zeil om het opwaaien van stof te beperken. Bij de afbraakwerken moeten aangepaste arbeidsmiddelen ingezet worden, zodat een minimum aan stof wordt geproduceerd. Bij het gebruik van een breekhamer, een slijpschijf, zullen de nodige maatregelen genomen worden om de verspreiding van stof te beperken door een aangepaste stofafzuiging op de machine zelf. Vooraleer met de afbraakwerken te starten moet de werf gecontroleerd worden op de aanwezigheid van gevaarlijke producten, zoals toxische of gezondheidsschadelijke stoffen, brandbare of explosieve stoffen,... Plaatsen van geprefabriceerde elementen: De aannemer zal voorafgaand aan de werken met Bouwheer en Veiligheidscoördinator de nodige afspraken maken in verband met: de montagewijze die hij wenst toe te passen; te voorziene hijsogen in de geprefabriceerde elementen en bevestigingspunten om de elementen te stabiliseren tijdens de montage; te voorzien hijstoestellen (gieklengte en hijscapaciteit) en hijstoebehoren; toebehoren voor het verticaal stellen van horizontaal geleverde elementen; opstellingsplaats voor de hijstoestellen; stockeerplaats voor de eventuele tussenopslag en de toebehoren voor de opslag; afbakening van de werkzone waarbinnen de toegang verboden is tijdens de montagewerkzaamheden. Werken aan elektrische installatie: Enkel gekwalificeerd personeel mag werken aan de elektrische installatie. Contact met koude / warmte: 11 / 20

Voorzie voldoende PBM s voor de werknemers die blootgesteld worden aan koude (contact met koude leidingen en werken in gekoelde ruimtes). Betreden van besloten ruimtes: Bv. betreden van putten, utility schachten, ondergrondse niet verluchtte ruimtes, tanken, bunkers, ruimtes zonder openingen naar verse lucht etc.. Betreden en werken in kelders, bouwputten, schachten, riolen en collectoren: deze ruimtes betekenen een reëel risico vanwege : de moeilijke toegang en moeilijke redding van personen in nood valrisico voor personen en van voorwerpen mogelijke slechte atmosfeer (zuurstoftekort, toxische gassen en explosieve dampen) geen direct contact vanwege afgezonderd werk en moeilijke verwittiging bij incident mogelijk contact met ongedierte en biologische agentia Volgende preventiemaatregelen moeten voorzien worden: permanente en gegarandeerde ventilatie met verse ademlucht de ingang van de werkzone voldoende vrij houden een permanente manwacht moet aan de ingang staan (min. 18 jaar, degelijk opgeleid en continu contact met betreder) controle van de atmosfeer door een permanente/periodieke detectie collectieve voorzieningen voor een veilige betreding (verlichting, trap, lift, ladder ) organisatorische en praktische maatregelen gericht op controle en alarmering in nood een snelle en efficiënte evacuatie in functie van de risico s en omstandigheden Bijkomende individuele voorzieningen indien nodig : eerste lijnsredding (zuurstof producerend zelfredmiddel) valrisico en evacuatie (harnasgordel, helm, lamp) vluchtroute (levenslijn) alarmering bij slechte atmosfeer (gasdetectie) ademlucht i.f.v. de evacuatietijd (vluchtmasker) biologische agentia (handschoenen, laarzen, kledij) Uitgraven van de bouwput en grondverzet algemeen: Contact met ondergrondse leidingen: Leidingen in kaart brengen (klip/klim plannen opvragen en as-builtplannen van de bestaande gebouwen) Proefsonderen (manueel) Ligging van eventueel aanwezige HS leidingen visueel maken. Graven van putten: Instabiliteit van de bestaande infrastructuren >>> volg de opmerkingen van het bureau stabiliteit nauwgezet op. Vanaf 1,2m diepte moet er in helling uitgegraven worden. De helling is afhankelijk van de grondsoort. Een veilige hellingshoek die men voor alle grondsoorten kan toepassen is deze van 45. Indien dit in de breedte van het traject niet haalbaar is, moet er gewerkt worden met een beschoeiing. Stockage naast de bouwput te vermijden. Indien niet anders mogelijk, zeker een afstand van 60cm houden (boven 18 ton = 1m). 12 / 20

Bouwputten worden bij voorkeur op het einde van de dag dichtgemaakt. Wanneer dit niet mogelijk is, dient de bouwput volledig afgeschermd te worden (bij voorkeur met afgesloten Heras hekwerk). Wanneer het niveauverschil tussen het werk en de plaats waar de voetgangers, de fietsers en de bestuurders van tweewielige bromfietsen zich bevinden meer dan 0,20 m bedraagt, wordt over de volledige lengte hetzij een voldoende stevige inrichting, hetzij een beschermnet aangebracht ook tijdens de werken voor de eigen werknemers. Indien dit niveauverschil minder dan 0,20 m bedraagt, worden verkeerskegels gebruikt (bakens elke 5m, minstens 40cm hoogte, ). De zijdelingse signalisatie wordt op gepaste manier verlicht met witte of geelachtige lampen. Werken met gevaarlijke producten: Alle veiligheidsinformatiebladen dienen overhandigd te worden aan de Veiligheidscoördinator en dienen aanwezig te zijn op de werf. Alle producten moeten voorzien zijn van een etiket met de gevaarsinformatie, productnaam en fabrikant. Alle werknemers die werken met gevaarlijke producten of in contact kunnen komen met deze producten moeten getraind zijn hiervoor (toolbox). Bij het ontstaan van accidentele lekken van gevaarlijke producten is het noodzakelijk om onmiddellijk actie te ondernemen (absorptiekorrels voor vloeistoffen, borstel/vuilblik PBM s). Wanneer deze producten gebruikt worden in slecht geventileerde ruimtes, wordt best geforceerde ventilatie voorzien. Wanneer dit niet mogelijk is zullen persoonlijke beschermingsmiddelen ingezet worden. Alle werknemers die in deze zone tewerk gesteld worden zullen op de hoogte gebracht worden van de risico s door de aannemer en ook voorzien worden van de nodige PBM s. Werknemers die niet in deze zone noodzakelijk zijn, moeten geweerd worden door middel van duidelijke signalisatie. Opslag van producten dient te gebeuren in een afsluitbare opslagcontainer met lekbakken waar de producten in opgeslagen worden volgens compatibiliteit van de producten. Gasflessen worden enkel toegestaan op de werkzone in de hoeveelheid noodzakelijk voor daggebruik. Lege gascilinders en gascilinders die niet in gebruik zijn worden opgeslagen in de stockage zone volgens de huidige wetgeving. Contact met biologische agentia (uitwerpselen, krengen van ongedierte, sporen van zwammen, bacteriën, etc. ): Biologische agentia: afvalwaters, slib, krengen van ongedierte, sporen van zwammen, bacteriën, etc. zijn van oorsprong gecontamineerd met ziektekiemen, virussen, schimmels en wormen die als biologische agentia worden gegroepeerd. De directe blootstelling aan deze agentia zonder beschermingsmaatregelen of hygiënische nazorg is een reëel risico voor de werknemers die ermee in direct contact komen. Te nemen voorzorgen bestaan uit: - inenting van blootgestelde werknemers tegen TETANOS en HEPATITIS A - dragen van persoonlijke beschermingsmiddelen (handschoenen, laarzen, waterdichte kledij, adembescherming (minimum type PP3) - directe verzorging van opgelopen kwetsuren door grondig te reinigen en te ontsmetten - voorzieningen (douche, wasplaats) voor het grondig wassen met vloeibare zeep als algemene en afdoende desinfectie van het lichaam - kleerkasten die toelaten om eigen kledij en verontreinigde kledij apart onder te brengen en contaminatie te vermijden 13 / 20

- Werknemers die in contact kunnen komen met biologische agentia moeten hiervoor getraind zijn en dienen opgevolgd te worden door hun arbeidsgeneeskundige dienst. Contact met asbesthoudende materialen: De aannemer die het asbesthoudende materiaal verwijdert dient de werken uit te voeren conform de huidige wetgeving. Warm werk (lassen, snijbranden, branden roofing, branden van de zwam, etc. ): Het werken met een warmwerkvergunning is noodzakelijk. De aannemer voorziet 1 verantwoordelijke (projectverantwoordelijke) om de warmwerkvergunningen op te stellen. Op elke locatie waar warm werk uitgevoerd wordt is een brandblusapparaat aanwezig. De warmwerk activiteiten moeten 1 uur na de stop van deze werken gecontroleerd worden door een brandwacht om vast te stellen of er geen rook / smeulend materiaal aanwezig is en om accuraat actie te nemen indien dit toch het geval is. Staalstructuren plaatsen: Voor de aanvang van de werken zal de aannemer een werkplan overhandigen aan de Veiligheidscoördinator en de Bouwheer, waarin hij beschrijft hoe de staalstructuren zullen aangevoerd worden (aanrijroute, tussenopslag, lossen van de vracht, etc.), hoe de staalstructuur zal geplaatst worden (hijskraan, hijsplan, algemene werkwijze, etc.). Het plaasten staalstructuren valt tevens onder de hoger beschreven rubrieken Werken op hoogte en Plaatsen van geprefabriceerde elementen > zie ook de daarin opgenomen bepalingen. Bij grote hijswerkzaamheden zal de volledige zone, waarin de last zich kan begeven, vrij gemaakt worden van werknemers (onbevoegden indien buiten de werf) tenzij deze personen noodzakelijk zijn voor het uitvoeren van deze werken zelf. Wederzijdse beïnvloeding van verschillende werkzaamheden: Een degelijke planning van alle betrokken partijen moet tijdig overhandigd worden aan de Bouwheer, het bouwteam en de Veiligheidscoördinator. De hoofdaannemer zorgt voor een degelijke werfafsluiting met de nodige signalisatie en vermeldingen. Deze afsluiting dient ter plekke te blijven tot het einde van de werken. Het afsluiten van de werf op het einde van de werkdag dient besproken te worden. Een werfinrichtingsplan dient in onderling overleg opgesteld te worden zodat elke betrokken partij weet waar werkzone, opslag zone, etc. is en wie welk terrein mag gebruiken. Afval dient door elke betrokken partij zelf verzameld en afgevoerd te worden. Bij risicovolle taken die invloed hebben op de andere betrokkenen zal voorafgaandelijk overleg gebeuren. 14 / 20

Gebruik van (mobiele) kraan kan enkel in overleg met de hoofdaannemer. De hoofdaannemer kan zijn kraan ter beschikking stellen voor onderling gebruik. Wanneer meerdere hijskranen te gelijk gebruikt worden is het noodzakelijk om een hijsplan op te stellen en dit te bespreken met de VEILIGHEIDSCOÖRDINATOR en het bouwteam. Wanneer met producten gewerkt wordt die schadelijk kunnen zijn voor de werknemers is het verplicht om de andere betrokkenen op de hoogte te brengen van deze werken en de nodige collectieve beschermingsmaatregelen te voorzien (ventilatie, zones tijdelijk afsluiten voor gebruik, etc. ). Indien dit niet mogelijk is, worden de werken best uitgevoerd wanneer er geen andere betrokkenen aanwezig zijn op de werf. Wanneer warmwerk wordt uitgevoerd is een vuurvergunning verplicht. 2.8 Coördinatiestructuur Coördinatiestructuur verplicht: Gezien er tenminste 3 aannemers gelijktijdig werken uitvoeren en de totaliteit van de werken het bedrag van 2.500.000 (excl. btw) overschrijdt of het vermoedelijk werkvolume meer dan 5000 mandagen bedraagt is een coördinatiestructuur verplicht (art.37-39 KB25/01/2001). De coördinator-verwezenlijking zit de coördinatiestructuur voor en roept ze samen op eigen initiatief of op het gemotiveerd verzoek van een lid of van de met het toezicht belaste ambtenaar. Bijdragen tot de organisatie van de coördinatie op de bouwplaats: zorgen voor de vereenvoudiging van o informatie o raadpleging van de verschillende tussenkomende partijen o onderlinge communicatie zorgen voor een efficiënt overleg tussen tussenkomende partijen omtrent de toepassing van de preventiemaatregelen zorgen voor de regeling van elke betwisting of onduidelijkheid inzake de naleving van de preventiemaatregelen adviezeren inzake veiligheid en gezondheid In de praktijk zal de veiligheidscoördinator op regelmatige basis deelnemen aan de wekelijkse werfvergaderingen. Indien nodig zal hij een extra vergadering organiseren. Coördinatiestructuur niet verplicht: Coördinatiestructuur is niet van toepassing voor dit project. 15 / 20

3 WAT WORDT VERWACHT VAN DE AANNEMER IN OFFERTESTADIUM? In uitvoering van art. 30 van het KB 25/01/2001 (gewijzigd bij KB Plaatsing van 15/07/2011 door het art. 159) is de Veiligheidscoördinator (-ontwerp) van oordeel dat voor dit project de documenten zoals bepaald in art. 30, lid 2, 1 en 2 van dat KB (dit zijn een korte omschrijving van de te nemen veiligheidsmaatregelen en de daarmee overeenstemmende aparte prijsberekening, waarvoor achteraan dit veiligheid- en gezondheidsplan een blanco invulformulier veiligheid art. 30 TMB is terug te vinden) (aangekruist = van toepassing) niet dienen te worden bijgevoegd bij de offerte(s) der onderhavige werken. In de praktijk betekent dit dat het bestek samen met het veiligheids- en gezondheidsplan voldoende beschrijvend zijn inzake veiligheidsmaatregelen, waardoor er aan de kandidaat-(onder-)aannemersinschrijvers geen bijkomende documenten inzake veiligheid worden gevraagd bij hun offerte. wel dienen te worden bijgevoegd bij de offerte(s) der onderhavige werken. De veiligheidscoördinator meent dat, gezien de complexiteit en/of de hoge risicograad van het werk het toevoegen van een korte omschrijving van de te nemen veiligheidsmaatregelen en de daarmee overeenstemmende aparte prijsberekening noodzakelijk zijn om aan de opdrachtgever een duidelijk advies te kunnen formuleren over de aanstelling van de aannemer in het kader van de veiligheid. Om te voldoen aan deze verplichting dient de inschrijver het invulformulier veiligheid art. 30 TMB behoorlijk in te vullen en dient het bij de offerte gevoegd te worden (blanco achteraan dit veiligheid- en gezondheidsplan). Bij ontstentenis van deze gegevens zullen de instructies betreffende de beoordeling toegepast worden volgens de betreffende omzendbrief van 18/12/2007 (BS. 27.12.2007). Verduidelijking van het invulformulier veiligheid art. 30 TMB : Kolom 1: Beschrijving van de uit te voeren werken m.b.t. de verhoogde en projectgebonden risico s. Hierin somt de veiligheidscoördinator de werken met verhoogde en projectgebonden risico s op.. Wanneer er, buiten de werken opgesomd door de veiligheidscoördinator, nog overige werken met verhoogde risico s zijn, vult de inschrijvende aannemer de lijst zelf aan! Kolom 2/3 : Beschrijving en evaluatie van de risico s. De inschrijver somt in kolom 2 de risico s die mogelijk ontstaan bij de werken beschreven in kolom 1 op (bv. Val van hoogte, inklemming, val materiaal, etc.). Het verwijzen naar een eigen risicoanalyse volstaat niet! In kolom drie wordt een evaluatie van de risico s uit kolom 2 gevraagd. A= zeer groot risico B= groot risico C= minder groot risico D= klein risico 16 / 20

Kolom 4/5: preventiemaatregelen, te gebruiken beschermingsmiddelen en prijsopgave. In kolom 4 omschrijft de inschrijver de te nemen preventiemaatregelen m.b.t. de veiligheid en de gezondheid op en geeft hiervoor een prijs (in kolom 5). Deze aparte prijsberekening wordt niet mee opgenomen in de meetstaat maar wordt als Pro Memorie (PM) aangeduid of mee verdeeld over de posten uit de meetstaat. Dit dient louter voor de analyse van de offertes m.b.t. de veiligheid & gezondheid, die de veiligheidscoördinator volgens art.11,4 van het KB25/01/2001 voor en ten behoeve van de gunning dient over te maken aan het opdrachtgevend bestuur. Het specifiek veiligheids- en gezondheidsplan, aangevuld met de bijhorende risicoanalyse van de aannemer wordt pas opgevraagd en gescreend in uitvoeringsfase. Deze vaak dikke papierbundels zijn van toepassing nadat de werken gegund zijn aan één aannemer. Het is dus niet nodig dat alle aannemers bij inschrijving hun VGP toevoegen. Door in te schrijven voor betreffend werk, uitvoerig beschreven in de aanbestedingsdocumenten, waarvan dit Veiligheids- & Gezondheidsplan Ontwerp integraal deel uit maakt, stemt de inschrijver ermee in de veiligheidsvoorschriften uit het bestek, de veiligheids- en gezondheidsplannen en de adviezen van de Veiligheidscoördinator(en) te zullen opvolgen. 4 ALGEMENE VEILIGHEIDS- EN GEZONDHEIDSRICHTLIJNEN Hierna wordt een overzicht gegeven van mogelijke risico s waarvoor bijgevolg preventiemaatregelen en verhoogde aandacht nodig zijn. Het zijn situaties die tot stand komen door de activiteiten van de (onder)aannemer en die een risico kunnen vormen voor werknemers van de desbetreffende aannemer, maar ook gevolg kunnen hebben voor latere projectfases of voor derden. Risico Gevaar Preventiemaatregel Risico s voor derden Vallen in putten en sleuven Fysieke afsluiting Vallen van lasten Fysieke afsluiting Werfkraan Raken van obstakels Draaicirkel bekijken (elektriciteitsdraden, bomen, andere gebouwen, ) Omkantelen Stabiliteit ondergrond nagaan, windsnelheden in acht nemen Vallen van last Dragen van veiligheidshelm, geen lasten laten hangen bij onbemande kraan Werken met gevaarlijke materialen Gevaarlijke dampen Afzonderlijk en voldoende verlucht stockeren en steeds de werkplaats ventileren Ontploffingsgevaar Gasflessen in de schaduw stockeren Chemische brandwonden Gebruik van de juiste Persoonlijke beschermingsmiddelen 17 / 20

Openingen/dakranden/ stellingen/trapgat Ongewenst vrijkomen naar het milieu Ongewenst contact Valgevaar Resten afvoeren tot erkende verwerkingsbedrijven, op een juiste manier stockeren Nooit eten/drinken/roken in de nabijheid van gevaarlijke producten Drie-leuningen-systeem; borstleuning op +/- 110cm, tussenleuning op +/- 55cm en een kantplint onderaan Dichtleggen van gaten/putten Ladders Valgevaar Correcte plaatsingshoek, ladder bovenaan 1m laten uitsteken, onderaan verankeren tegen wegschuiven, bovenaan vast maken tegen omkantelen Niet werken op de steekladder Elektrocutie Gebruik van een houten ladder bij werken in de nabijheid van elektriciteitsdraden Elektriciteitswerken Elektrocutie Nooit werken onder stroom, niet beschadigd materieel gebruiken, materieel en materialen vrijwaren van water en vocht Slechte of onvoldoende verlichting Val- en struikelgevaar Werfzone voldoende verlichten Onvoldoende orde en netheid Vervuilen van de ondergrond Resten afvoeren tot erkende verwerkingsbedrijven, op een juiste manier stockeren Val- en struikelgevaar Dagelijks gestructureerd opruimen en op regelmatige basis bouwafval afvoeren Warm werk (slijpen, roofing branden, lassen, ) Aanwezigheid van asbesthoudende materialen Brandgevaar Asbestose 1 uur vóór het verlaten van de werf stoppen met zulke werken Werkzone vrijmaken van brandbaar materiaal Voorzien van een geldig/ afdoend brandblusapparaat In gebonden toestand behouden (niet slijpen, boren, breken, ), bevochtigen Laten verwijderen door een erkend asbestverwijderaar indien in niet-gebonden toestand Deze lijst vermeldt veel voorkomende risico s, de gevaren en de bijhorende preventiemaatregelen, maar mag niet als limitatief beschouwd worden. 18 / 20

BIJLAGE 1 Invulformulier veiligheid art. 30 TMB TOEVOEGEN VAN OF VERWIJZEN NAAR EEN EIGEN RISICOANALYSE OF VGP VOLSTAAT NIET! De inschrijver noteert hier minstens de preventiemaatregelen voor de VERHOOGDE & PROJECTGEBONDEN RISICO S aangehaald in het V&G-plan Beschrijving van de uit te voeren Werken mbt de verhoogde en projectgebonden risico s AAN TE VULLEN DOOR DE INSCHRIJVENDE AANNEMER! 1. Werfinrichting (werfkeet, afsluiting werf, opslag van materiaal, voertuigen, sanitair, etc.) Beschrijving van de risico s Evaluatie van de risico s A = zeer groot risico B = groot risico C = minder groot risico D = klein risico Preventiemaatregelen, te gebruiken beschermingsmiddelen Prijsopgave v/d te nemen Preventie-maatregelen (excl. BTW) 2. Werken op hoogte >5m 3. Contact met gevaarlijke producten en biologische agentia. 4. Werken in besloten/slecht geventileerde ruimten 5. Plaatsen prefab elementen (zie bestek) 14/10/15 19 / 20

BIJLAGE 1 Invulformulier veiligheid art. 30 TMB TOEVOEGEN VAN OF VERWIJZEN NAAR EEN EIGEN RISICOANALYSE OF VGP VOLSTAAT NIET! De inschrijver noteert hier minstens de preventiemaatregelen voor de VERHOOGDE & PROJECTGEBONDEN RISICO S aangehaald in het V&G-plan Beschrijving van de uit te voeren Werken mbt de verhoogde en projectgebonden risico s AAN TE VULLEN DOOR DE INSCHRIJVENDE AANNEMER! 6. Beschrijving van de risico s Evaluatie van de risico s A = zeer groot risico B = groot risico C = minder groot risico D = klein risico Preventiemaatregelen, te gebruiken beschermingsmiddelen Prijsopgave v/d te nemen Preventie-maatregelen (excl. BTW) 7. 8. 9. 10. 14/10/15 20 / 20